^Qi\dagshl:~i
Aniersfoorisch Daghlad
29h PERCENT DER
BEVOLKING
DE JODEN TE NEW YORK
Uit de wereld van 3e Film
ft
ARTIF0RT
FAUTEUILS
FIRMA J. W.VAN ACHTERBERGH
VARIA
si yerevdschappw
wcrMd m Juin
lij.ll I rJ.T^
ZANonxm. %>OJfei.28B
VaiiAei
rv»*.
4* N
10 JA..R
GARANTIE
ALLEENVERKOOP
MEUBILEERING-WESTSINGEL 10-13
UIT AMERIKA
De campagne voor den boycot
der Duitschers
Wellicht een goede kans voor
Holland
Toen ex-burgemeester James („Jimmic'
.Walker eenige jaren geleden een bezoek
bracht aan Europa, werd hij ook officieel
ontvangen door Prins Potensiani, den gou
verneur van de stad Rome, en, in antwoord
op diens welkomst-toespraak, deelde de
wei-bespraakte Walker mede, dat hij bur
gemeester over meer Italianen was dan
zijn gastheer. Hetgeen toen een heel grap-
pigen indruk maakte, maar niettemin vol
komen waar was. De volgende vergelij
kende cijfers zijn afkomstig van de laat
ste officieele tellingen, die ik heb kunnen
vinden, zoowel in Amerika als elders. Zo
zijn natuurlijk niet geheel juist in vergelij
king met het heden, de meeste zijn eenige
jaren oud. Maar toch geven zij wel een
merkwaardig inzicht. Do zoogenaamde
„vreemde" bevolkingen in een stad als New
York zijn nooit heelemaal vreemd in den
zin, dat zij allemaal immigranten zijn; ve
len zijn hier geboren en behooren tot de
zoogenaamde „first generation", het eerste
geslacht, dat in sommige nationale geval
len sterk de taal en de gewoonten van het
land van afkomst blijft hooghouden. Men-
schen, die hier al tientallen jaren gewoond
hebben en nog geen woord Engelsch kun
nen spreken of verstaan, zijn niets bijzon
ders. Volgens de telling van 1927 woonden
er 5.970.800 menschen in New York City,
'dus niet gerekend de onmiddellijke omge
ving. Daaronder behoorden o.a. niet min
der dan 1.070.355 Italianen cn nu wil het
geval, dat de stad Rome maar 1.003.881 in
woners in dienzelfden tijd had, zoodat Wal
ker zich niet versprak. Om nog eenige an
dere cijfers uit dat jaar te geven: er woon
den toen in deze stad GOO.OOO Duitschers,
dat is even veel als de hccle stad Dresden
bevat. Verder 535.000 Ieren, terwijl Dublin er
ongeveer 450.000 had, dus Walker was niet
alleen burgemeester over de grootste Itali-
aanscho maar ook over de grootste Iersche
stad. Russen waren er 945.000, waaronder
een belangrijk percentage Joden en nu
kom ik aan vrijwel de grootste „vreem
de" bevolking van New York City en wel
'die der Joden: 1.765.000 op een totaal van
5.970.800 in 1929, dus een percentage van
29f/s procent, of bijna een per drie New
Yorkers is een Jood. Vandaar de Engelsche
woordspeling Jew York in plaats van New
lYork en vandaar de gevolgen in deze stad
van Hitler's optreden in Duitschland. Zoo
dra Hitier aan het bewind kwam en zijn
vervolging tegen het Duitsche Jodendom
begon, ging or een kreet van verontwaar
diging door deze stad, die zich vooral liet
hooren door een massa-demonstratie in do
Madison Square Garden, waaraan alle mo
gelijke sprekers van elke denkbare poli
tieke cn godsdienstige gezindte meededen.
Kort daarop volgde een optocht door de
stad van Joodscho oud-strijders in het
Amerikaansche leger, die door den (Ier-
schcn) burgemeester O'Brien ten stadhuize
ontvangen cn toegesproken werden. In
dien tijd waren de Duitsche Nazi's sterk
verontwaardigd over- 'n zoogenaamde
lastercampagne in het buitenland en er
is geen twijfel aan of zij hadden daarbij
vooral Amerika en in het bijzonder New
York op het oog. Wat er precies gebeurd
is, heeft men niet aan de groote klok ge
hangen, maar het is een feit, dat dc Joden
in Amerika hebben ingezien, dat zij met
openlijke demonstraties of dc tusschen-
komst van de regeering in Washington in te
roepen niet veel verder kwamen. Toch is
er nog niet lang geleden een monster-op
tocht van honderdduizend Joden door dc
stad gehouden als protest tegen dc behan
deling van hun rasgenootcn in Duitschland.
Natuurlijk is do hccle toestand in Duitsch
land voortdurend op de frontpagina van
de kranten en dc commentaar is zonder
onderscheid in de scherpste bewoordingen.
De heele manier van doen der Nazi s gaat
vierkant tegen het democratische ideaal
van Amerika in, ook al is men daar aller
minst ideaal wat betreft rassenhaat. Inte
gendeel! Toen het optreden tegen de Duit
sche Joden bekend werd en sommige lie
den hier verontwaardigd gingen roepen:
daar moeten we een stokje voor steken,
«r yele anderen, ^4© bedenkelijk ke-,
ken en zeiden: laten we eerst eens de hand
in eigen boezem steken, zijn we zelf wel
zoo onschuldig? Nog niet zoo heel lang
geleden bloeide hier de Ku Klux Klan, die
o.a. op het program had, alle Katholieken,
Joden cn Negers, als zijnde niet-Ivaukasiërs
en niet bchoorende tot het blanke, prote-
stantschc Angelsaksische en Germaansche
ras, op de tweede, zoo niet de derde plaats
te zetten. En ofschoon deze bond, die des
tijds millioenen leden telde, die gemas
kerd in lange witte nachtjaponnen een
ware terreur uitoefenden op ieder, die hen
niet beviel, aan eigen bederf te gronde is
gegaan, werd het blanke protestante, van
West-Europa afkomstige, Amerika niets
vriendelijker gestemd. En zoo bestaan er
nog een heele massa „restrictions" tegen
Joden en Negers en soms wel tegen Katho
lieken. Misschien zitter de Negers wel het
meest in dc verdrukking, maar er zijn, zon
der dat het daarom luide verkondigd
wordt, plaatsen genoeg, waar Joden niet
toegelaten worden flatwoningen, restau
rants, hotels, clubs en zelfs wel heele bad
plaatsen 1 Om die reden is het New York-
sche protest tegen Hitler dan ook veel meer
een zuiver Joodsch protest te noemen, dat
zoowel met openbare betoogingen en met
een toenemende boycot bezig is de Duitsch-
Amerikaansche relaties een gevocligen
knak toe te dienen. Want van alle kanten
wijzen de verschijnselen er op, dat de ko
lossale handelsstad New York, waar min
stens dertig op de honderd bewoners
Joodsch zijn, zich langzaam maar zeker
losmaakt van zaken doen met Duitschers
eenvoudig als een repressaillemaatre-
gel tegen het Hitlerisme. Vooraanstaande
Amerikaansche Joden, als Samuel Untcr-
meyer, dringen nog steeds op een openlijke
en volmaakte boycot'aan van alles wat
Duitsch is. Zoover is het nog niet geko
men en zal het waarschijnlijk wel niet ko
men ook. Althans niet in zuiver Ameri-
kaanschcn zin. Maar volgens alle mogelijke
winkeliers, Joden en niet-Jodcn, bestaat er
een groeiende tegenzin tegen artikelen, die
het stempel „Made in Germany" dragen,
zoowel bij Joodscho als bij Christelijke koo-
pers. Zoo blijkt het, dat do antipathie van
twee kanten komt, ofschoon het groote pu
bliek nog al vergeetachtig is. Toen in De
cember van het vorige jaar Frankrijk wei
gerde zijn deel van de oorlogschuld te be
talen, waren er waarachtig patriottische
Amerikanen, die geen Parijsch parfum
voor hun vrouw's Kerstboom kochten cn
voor oen tijdje werd dat druk aangewak
kerd door de kranten van William Ran
dolph Hearst, die de groote voorstander
van het „Buy American" of „Koopt Ameri-
kaansch product" is. Op den duur kwam
er van deze Fransche boycot- niets terecht
en wanneer de Joodsche gruwelverhalen
Duitschland ook niet minder plaats in het
dagelijksche nieuws zullen krijgen, zal het
publiek geen bordjes of handtasschen meer
ondersteboven draaien op zoek naar
„Made in Germany". Maar men heeft bij
deze heele geschiedenis in Duitschland
gezien, hoezeer het groote zakenleven de
warenhuizen e.d. in Joodsche handen
waren, om maar te zwijgen van de rest.
In New York is dat niets minder waar,
eerder komt het nog meer voor. Gimbel's
cn Macy's, de twee allerbekendste waren
huizen, zijn in Joodscho handen en vrijwel
de heele bont-, kleeding- cn diamantindu
strieën, voor een zeer groot deel ook de
geldhandel, banken e.d. Wanneer het plan
van Untermcycr en consorten al voor de
helft doorgevoerd zou worden, dan zal men
in Duitschland alleronaangenaamste er
varingen opdoen in den exporthandel. En
welk land is er dezer dagen niet op uit
om zijn export te vergrooten. in i laats van
dien achteruit te zien gaan Handelaren
in het groot en in het klein, die vroeger
voor kapitalen in Duitschland kochten,
richten nu hun blikken naar elders, naar
Czecho-Slowakije, naar Japan, naar Bel
gië cn natuurlijk naar Holland. Holland-
schc fabrikanten cn zakenlui moeten dus
niet verwonderd zijn, wanneer zij aanvra
gen krijgen uit Amerika om zaken te doen
onder de mededecling, dat de schrijver
vroeger altijd gewoon was zijn artikelen
uit Duitschland te betrekken. Zij moeten
vooral niet achterdochtig gaan vragen,
waarom die relaties afgebroken zijn, maar
even bij zichzelf te rade gaan, wat er op
het oogenblik in de wereld te koop is. En
dan moeten zij per oramogaande hun secre
taresse een antwoord dictccrcn, dat klinkt
als een klok, omdat zij misschien ik
zeg, misschien, want voorzichtigheid blijft
geboden kans hebben een nieuwe han
delsbetrekking aan te knoopen, waarop zij
in later jaren met de grootste voldoening
zullen terugzien. Ik had het in een vorige
brief juist over deze verhouding, maar be
schikte toen nog niet over de berichten,
die ik sindsdien ontvangen heb. En ik zou
degenen, die niets uit Amerika hooren,
willen aanraden om daar niet op te gaan
zitten wachten, maar zelf te probeeren er
in te komen onder het motto: „don ecnen
zijn doodOns land behoeft werkelijk
geen égards in dat opzicht voor Duitsch
land te hebben, dat onzen export naar dat
land zachtjes aan dooddrukt en onderwijl
probeert, onze markt met zijn eigen goede
ren te overstroomen. Indien er ooit een ge
legenheid was om onzen voet steviger op
Amerikaanschen handelsbodc-m te zetten,
dan is het nu. Maar ook niet morgen of
overmorgen
KING VIGOR'S LOOPBAAN
King Vidor, de regisseur van „De Groote
Parade", „La Boheme" en dc ncgerfilm
„Hallelujah", is een van dc origineelste en
merkwaardigste personen uit de Ameri
kaansche filmwereld, llij werd zes cn der
tig jaar geleden in Texas geboren, waar
zijn vader een lompenfabrick had. Na zijn
schooljaren keerde Vidor naar Galveston
Urug cn trachtte daar een filiaal van het
bedrijf zijns vaders op to richten. Maar erg
prettig vond dc jongeman dit werk niet en
hij voelde veel meer voor journalistiek
werk en het schrijven van vele korte ver
halen .Het succes was zeer gering. Iets
beter werden do vooruitzichten, toen hij
zich waagde aan filmscenarios. Deze brach
ten hem met do „movies" in contact en Vi
dor was vastbesloten, om dit interessante
bedrijf nader te leeren kennen. In 1912, bij
dc groote Mexicaansche revolutie sloot hij
vriendschap met een chauffeur. Niet zoo
zeer, omdat dit zoo'n aantrekkelijke per
soonlijkheid was. maar wel, omdat deze een
filmcamera bezat. Zijn instinct als re
gisseur kwam boven en toen hij hoorde,
dat 1000 man naar Galveston oprukten,
leende hij dc camera, zocht een prima
plaatsje en... filmde een stuk journaal
op zoo interessante wijze, dat een film
maatschappij hem er onmiddellijk 600 dol
lar voor betaalde. Met dat geld wilde dc
jeugdige idealist een filmmaatschappij op
richten. Hij filmde inderdaad, maar zonder
eenig succes. Daarom liet hij de camera
waar weer in dc steek, ging weer scena
rios schrijven cn kreeg gaandeweg dc over
tuiging, dat hij regisseur moest worden.
Wetende, dat zijn kennis niet voldoende
was om hem maar dadelijk aan een derge
lijke positie te helpen, trok hij naar New-
York en werkte daar achtereenvolgens als
extra, studio-timmerman, requisiteur, elec-
tricicn, assistent cameraman, eerste came
raman en waagde toen de groote stap:
regisseerde £en film» Hek kostte hem aan^
vankclijk veel geld, maar in 1920 werd
een van zijn films „Jack Knife Man" door
pers en publiek zeer uitbundig ontvangen.
Zijn originaliteit werd opgemerkt. Indepen
dant engageerde hem en een lange reeks
van films volgde: „Peg O' My Heart", „The
woman of bronze", „The sky-pilot", „Three
wise fools", „Wine of Youth" cn „Wild
Oranges", om er maar enkele te noemen.
Daarna volgde een contract met Metro
Goldwvn Mayer cn na „Bardelys the mag
nificent" en „La Boheme" schiep hij in
1926 de „Groote Parade", die later als ge
luidsfilm werd teruggebracht, die hem in
de voorste gelederen bracht. Nadien volgde
nog „Show People" en „Hallelujah", een
all-negro-film, waarvan het vervaardigen
al jarenlang een zijner ambities was.
King Vidor is een interessante persoon
lijkheid. Hij is altijd uiterst kalm, maar
geeft zich heel moeilijk. Zoo is het hem on
mogelijk te werken, wanneer hij niet ze
ker weet, dat in zijn studio een algemeene
harmonie heerscht. Vidor werkt niet vol
gens vaste rogcis. Telkens heeft hij nieuwe
ideeën en indrukken, zoodat het wel eens
lijkt of hij op goed geluk af een film
maakt. Toch regeert hij met vaste hand
en er gaat geen seconde verloren. Discipli
ne is een van zijn eerste eischen. Rcgissee-
ren is voor licm geen taak, maar de vervul
ling van een behoefte. Aangezien hij reeds
twintig jaar in het filmbedrijf is, heeft dit
voor hem geen geheimen.
Nog twee dingen zijn er, waarop hij dol is:
tennissen en goochelen. Vidor bezit de
mooiste tennisbanen van heel Hollywood
en speelt iederen dag eenige uren. Als hij
niet tennist of regisseert zit hij ingewik-
keldo goocheltrucs te bedenken en hij
schept er een kinderlijk behagen in om
zijn vrienden een demonstratie van zijn
handigheid op dit gebied te geven.
King Vidor, ondanks zijn jeugdigen leef
tijd, een der oudste regisseurs van Holly
wood, was vroeger getrouwd met Florence
Vidor ©n au met Eleanor Boardman* -
De idyllische Beiorsche badplaats Garmisch aan den voet van de Zugspitze, waar de
Olympische winterspelen gehouden zullen worden,
Iemand die van eigenaardig
gezelschap houdt.
Obscure types vulden de gelagkamer van
een ongunstig bekend kroegje in een van
de donkerste steegjes van San Francisco.
Dc dikke herbergier vulde de potten met
schuimend bier, waarvoor San Francisco in
1906 beroemd was. Do binnenkomst van een
onbekende deed de opgewonden gesprek
ken verstommen cn met een afkeurende
verwondering keek de kastelein naar een
jongen man in onberispelijk smoking met
hoogen hoed, die kalm binnenkwam. Aller
oogen volgden hem, terwijl hij rustig de
gelagkamer doorliep en een rondje voor
alle aanwezigen bestelde. Ilicr en daar
werden de hoofden bij elkaar gestoken,
maar allen dronken mee.
„Ze hebben me verteld, dat hier het bes
te bier van San Francisco te krijgen is",
merkte de jonge man op en bestelde een
tweede rondje.
Dc kastelein voelde zich niet op zijn ge
mak, er was een eigenaardige stemming in
dc kroeg tc merken, die weinig goeds voor
spelde. Terwijl de potten voor liet tweede
rondje gevuld werden, kwam een nieuwe
gast binnen.
„Hallo, Jack", begroette bij don jongen
man, „Dit is mijn vriend John Barrymore,
die in San Francisco optreedt", met deze
woorden stelde hij den vreemdeling aan de
aanwezigen voor.
De spanning was gebroken, er werd nog
meer bier geschonken. Toen Barrymore
met zijn vriend Ashton Stevens, een jour
nalist, bekend in heel donker San Francis
co, de kroeg verlieten, kwam een ongun
stig uitziend type hem dc hand drukken.
,,'fc Is maar goed, dat Ash Stevens bin
nenkwam, „zei hij, „We wisten niet, dat
je een vriend van hem was en hadden je
heelo hebben en houden al onder elkaar
verdeeld."
John Barrymore kwam later digwijls in
het donker kroegje en hij was daar veiliger
dan ergens anders. Met alle stamgasten
was hij goede vrienden. Hier hoorde hij
vele verhalen uit de onderwereld cn bestu
deerde typen, die hem later in zijn karak
terrollen op het tooneel cn voor de camera
van pas kwamen.
Zijn uitbeelding van den gentleman-in-
breker in de Mctro-Goldwyn-Mayer film
Arsene Lupin, waarin hij met zijn
broer Lionel samenspeelt, was gebaseerd
op een karakterstudie, die hij in Parijs
maakte. Toen Barrymore pas in Hollywood
was, verwonderde men zich over zijn eigen
aardige vrienden. Hij maakte uitstapjes
naar Honolulu met oude zeelieden cn cor
respondeert nog steeds met een jager in
Alaska, dien hij jaren geleden leerde ken
nen. Zoo heeft hij een groot aantal eigen
aardige vrienden over de gcheele wereld.
1-Iij heeft vele vooraanstaande personen
leeren kennen, maar ook vriendschap ge
sloten met zwervers, die den nacht op de
banken in de parken doorbrengen.
ARABISCHE VERGISSING
Een oud verhaal.
Sinds de Arabieren bezit namen van den
noordelijken zoom van Afrika, en de Kha-
liefs, kooplieden en zendelingen hun lot
gevallen in de binnenlanden beschreven,
zijn er ontelbare wereldreizigers geweest,
die vertelden van de wilde volksstammen
in de woestijnvlakten tusschen Algiers en
ÜcjutsaL
Een van die menschen, die niets merk
waardigs kunnen zien, zonder „hun mede
burgers en het ganscho menschdom van
nut to wezen", was een zekere Brisson,
die in 1765 in opdracht van de Fransche
regeering brieven naar Senegal moest
brengen, maar die met do „Sainte Cathe
rine" op den tienden van hooimaand bij
de Canarischo Eilanden schipbreuk leed.
Toen hij twee jaar later uit do handen van
de wilden »,nog wreeder dan de mon
sters der woestijnen" wist te ontsnap
pen, schreef hij een reisverhaal, dat door
2ijn naïven verteltrant, in de Nederland-
sche vertaling van 1800, vermakelijk is om
te lezen.
In de woestijn maakte hij kennis met
eenige stamgenooten der Berbers, door
hem kortweg Arabieren genoemd, die vol
gens hem nog wel een aardrijkskundeles
zouden kunnen gebruiken. „De Arabiërs
van de woestijn zijn zoo onwetend, dat zij
zich als het eerste volk der wereld be
schouwen. Zij hebben de dwaze verwaand
heid van te gelooven, dat de zon voor hen
alleen opgaat. Velen hebben mij (Brisson)
gezegd: „Zie dien lichtenden fakkel, die
in Uw land onbekend is. Gij wordt gedu
rende den nacht niet verlicht door dat he
mellichaam, hetwelk onze dagen en vasten
regelt Deszclfs kinderen (de sterren) wij
zen ons het uur van het gebed aan. Gij
hebt noch boomen, noch kemels, geen scha
pen noch geiten, noch honden. Gelijken
Uwe vrouwen de onzen?" „Inderdaad,"
zei een andere, mijn vingers en teenen tel
lende", hij is even al3 wij gemaakt hij ver
schilt alleen van ons in koleur en in taal,
dit is wonderlijk. Zaait gij ook gerst in
Uwe huizen? (hij meende onze schepen)."
Neen, antwoorddo ik hem, wij bezaai
en onzo akkers omtrent in hetzelfde jaar
getij als gijlieden.
Hoe!, riepen zij allen uit, bewoont gij
do aarde? Wij dachten, dat gij op zee ge
boren waart en dat gij er altijd op woonde-
Misschien, dat do „Arabiërs" in deze
eeuw een lesje hebben gekregen van do
expedities met rupsauto's, jagende prinsen
en vliegmachines, tot hun geluk of onge
luk. Maar een dikke honderd jaar geleden
waanden zij zich nog de alleenheerschers,
als wij tenminste den heer Brisson mogen
gelooven!
POSTMEESTER, DIE REEDS 67 JAAR
ZIJN BETREKKING VERVULT.
In de 6tad Blawcnberg in den Ameri
kaanschen 6taat New Jersey woont een
man van Ncderlandsche afkomst: N. van
Zandt die thans 89 jaar oud is en die den
22sten April 1866 door President Andrew
Johnson tot postmeester benoemd werd. Hij
heeft de ontwikkeling van den postdienst
van A tot Z meegemaakt, d.w.z. van het
brievenvervoer per dilligenco tot aero-
plaan. Ofschoon hij een republikein is
en de tegenwoordige regeering democra
tisch is hij in het geheel niet bevreesd
zijn betrekking, die in 1934 expireert, to
verliezen.
De bejaarde postmeester is nog zeer ac«
ticf, en besteedt de morgenuren met het
sorteeren van aangekomen brieven achter
zijn loket in Strijker's winkel-van-alles.
Hij heeft 67 jaar onafgebroken dienst ge
daan en is zeker van zijn herbenoeming in
1934.
Hij Is de oudste postmeester in de Ver,
Staton, zoowel in leeftijd als in liet aam
tal dienstjaren.