Vao boeken en vers DE PAPAVER ARTIFORT FAUTEUILS DE UITBREIDING VAN HET STADSLEVEN RAM0 DENTELLA alleenverkoop Firma J.W. van ACHTERBERGH meubileering-westsingel 10-13 DECENTRALISATIE BRUSSEL VAN .Bofaeme VARIA HAAKT ZELF EEN Z0MERJUMPER van MET GEKLEURDE KRALEN Zeer modern en luchtig GRATIS PATRONEN Utrechtscheweg 85 - Tel. 15 10 JAAR GARANTIE NIEUWS UIT BELCIE De urgentie van het verkeer s= vraagstuk (Van onzen correspondent). De wijze, waarop Brussel zieli voortdu rend ontwikkelt, is verbazingwekkend en moet wel iedereen, die liet nog niet geloof de, overtuigen, dat de Belgische hoofdstad inderdaad een grootstad is geworden. Een oude van dagen hoorden wij onlangs met enthousiasme hierover spreken en er aan herinneren, hoe er een lijd is geweest, dat de „Galerie de la Reine"een 50-tal meters achter den Muntschouwburg vrijwel het ecnigc rendez-vous was in het centrum van 'de stad voor wie waarlijk een luxueus milieu hebben wou. Deze galerie neemt nu een heel bescheiden plaatsje in. De Rue Neuve, met de verschillende groote waren huizen, welke reusachtig zijn geworden, de Boulevard Max, de Boulevard Ansparch en de Beurswijk hebben de galerie volledig verdrongen. En het stadsleven is zoo veel vormig geworden, dat de decentralisatie reeds aardig is begonnen. Dc wijk van de Naamsche Poort is een amusements- en zakenwijk geworden, die zich geleidelijk uit breidt in de richting van de wat hooger lig gende Louisalaan en Louisapoort. De boe renwoningen, die tusschen de Naamsche- en Louisapoorten inliggcn, worden langzaam maar zeker door den zwellenden stroom van amusement en zaken overrompeld en inge palmd, zoodal men gerust zeggen mag, dat liet centium. zooals de bezoeker dit leert kennen wanneer hij uit het Noord- of Zuid- siation stapt vooral het Noordstation zich uitstrekt van de beneden- tot de boven stad, vrijwel zonder onderbreking. Deze decentralisatie wordt door de stadsbestuur ders welJicwust doorgedreven en door de omstandigheid ook begunstigd. Dc veelbe sproken „jonction" of verbinding, dwars door dc stad hoen, van het Noord- en het Zuidstation, met een centraalstation in het centrum, om overstappen te vermijden, .wordt als een ernstige bedreiging be schouwd voor dc verdere gunstige ontwik keling van de stad en daarom is tegen deze verbinding ook een hevig verzet ontstaan, hoofdzakelijk gevoerd door de vertegen woordigers van dc Brusselschc agglome ratie. liet feit, dat de reizigers niet meer kouden verplicht zijn, van het eene station naar het andere te gaan, acht men niet gunstig voor den plaatselijken handel. Daar om is het thans met deze verbinding, die reeds millioencn heeft gekost aan onteige ningen en allerlei werken, voorloopig ge daan. De stad zal er een gansch nieuwe Wijk door krijgen. De omstandigheden be gunstigen de ontwikkeling o.m. door het feit, dat de spoorwegen nu een gedeelte van de treinen, die tot dusver uit het Noord- 'slation vertrokken, naar het Zuidstation beeft verplaatst, zoodat nu deze wijk een kans krijgt voor grootere uitbreiding, nadat jeerst de omgeving van het Noordstation Volledig tot ontwikkeling is gekomen. In de verbouwing van huizencomplexen lot filmpaleizen is een stilstand gekomen. In de behoeften is nu ruimschoots voorzien en het is nu zelfs het streven geworden, de prijzen te verlagen om dc behoeften van het publiek uit te breiden. Wat echter treft als symptoom van wat men een waar city karakter zou kunnen noemen, is dc evolutie in het restauraticbedrijf. waarop wij reeds hebben gewezen, en die thans nog heter is Waar te nemen. De restaurants hebben er zich op toegelegd, om vlug en goed het pu bliek te bedienen zonder omslachtigheid cn zonder veel tijdverlies. Eerst heeft het koud buffet in de groote cafó's hieraan uiting ge geven en daarna zijn de automatics in vele straten van bet centrum als paddestoelen Uit den grond verrezen. Wat het verkeer betreft, dit is buitenge woon toegenomen, cn het parkcervraagstuk is dan ook urgent. België schijnt hoe langer hoe meer een land van autobezitters te wor den. De statistiek wijst hierop cn ook dc ervaring .Wie al eens te Parijs heeft ge reden en dan terecht komt in het stadsver keer te Brussel, zal geen verschil ontdekken. Het verkeer is evenwel uitstekend geregeld, cn al moet men gepantserd zijn tegen niet altijd even beleefde opmerkingen van de heeren agenten, toch dient gezegd, dat het aantal processen-verbaal tot een minimum Wordt teruggebracht, overeenkomstig dc in structies van de politic-autoriteiten, en dal voornamelijk door preventieve maatregelen en door de opvoeding van den automobilist wordt getracht een resultaat te bereiken, liet aantal ernstige ongelukken op liet ge bied van de Brusselschc agglomeratie is waarlijk gering. Meer en meer komt men er nu loc, de verkeersregeling te laten geschie den door lichtseinen, en een Philips-patent heeft op dit szebied de eerste plaats inge nomen en wordt algemeen gewaardeerd. Het parkceren is een vraagstuk, waarmee de autoriteiten geen raad welen. De auio's uit de drukke stralen weghouden, lokt protest uit van rlc zakenlieden, die vreezen, dat de handelsstroom zich zou kunnen verplaatsen. En daarom heeft men er aan gedacht, on- dergrondsclie parkeerplaatsen te bouwen. Te Brussel, vlak bij het centrum, zijn twee zulke groote parkeerplaatsen onder ver schillende stralen waarvan druk gebruik wordt gemaakt. De automobilisten kunnen er hun wagen neerzetten, kosteloos, echter met niet meer waarborgen dan wanneer bij op straat stond. Wie zijn wagen een nacht laat staan, moet 20 Sr. betalen cn na 1 uur 's nachts kan hij niet meer w orden wegge haald. Men 'denkt er ernstig over, ook ou der het Do Brouckèrcplcin een dergelijke parkeerplaats te houwen, met het doel, <h auto's van den weg te houden die er halve of hcclc dagen staan, liet is een ideaal denkbeeld, waaraan maar één moeilijkheid is verbonden, n.l. dat niet steeds de ge schikte gelegenheid aanwezig is. Wanneer de Zcnne zal zijn omgeleid cn de huidige bedding droog komt, dan zou deze ook tu aanmerking komen, tenminste indien zij niet voor. een metro wordt gebruikt. Groote uitbreiding wordt voorts ook aan de auto busdiensten gegeven. De Brusselschc tram wegen hebben zich steeds weerspannig ge toond om op dit gebied baanbrekend werk te verrichten, maar de omstandigheden dwingen de maatschappij daaitoe en sedert enkele jaren is het aantal autobuslijnen dan ook zeer toegenomen. Dc grootstad stelt haar! eischen! Ontwikkeling is voor Brussel dus geen ijdel woord, waarhij ook aandacht verdient de omstandigheid, dat de Brusselschc omge ving schitterend is. Prachtig is het Ter Kamercnbosch cn het Zoniënwoud, terwijl langs alle zijden de omgeving heerlijke wan delingen bied. Wat er ontbrak is er nu bijge komen, n.l. een soort. Lunapark, op een 15- tal kilometers van het centrum, tc Hofstadc- Bad, dat een groote toekomst schijnt te heb ben. I 99 Door Eva Raedt. de Canter; uitgegeven door Em. Que rido te Amsterdam De beteekenis van Eva Raedt de Canter in onze literatuur ligt in de volkomen on bevangenheid, waarmee deze schrijfster eigen psychisch loven overgeeft. Elk nieuw boek van deze auteur is een nieuwe biecht. En éénc eigenschap is haar volkomen vreemd: dc pose. Dc lezer van dit verhaal zal telkens kleine natuur- en milieu-be schrijvingen aantreffen, maar hij moet niet mccncn, dat die ingegeven zijn door een behoefte tot het smaken van literair gc noegen. Allo begeerte om „mooi" te schrij ven is aan Eva Raedt-de Canter vreemd. Ja, dikwijls zijn haar volzinnen abrupt, en nauwelijks meer dan uitgewerkte notities. Zooals wij liiet echter van andere auteurs hopen, dat zij bun stijl zullen ontwikkelen, zoo hopen wij van Eva Racdt-dc Canter, dat zij nooit het geraffineerd „stijT-vermo- gen zal krijgen, waaronder vele gewiekste schrijvers hun armoede verbergen. Omdat het tot haar natuur behoort, onopzettelijk te zijn. Al hare boeken doen ons haar ken nen, als eene, die het leven een raadsel vindt. Er is voor deze auteur geen inner lijke of uiterlijke ervaring, die niet door dc verbazing is gekleurd. Die verbazing kan een pijnlijke, kan een smartelijke, kan eon gelukkige verbazing zijn, maar zij blijft: verbazing. Eigenlijk zijn hare boeken een reeks van waarnemingen, waarom trent elke conclusie uitblijft. En daarom: omdat Eva Raedt-de Cantor niets anders wil doen, dan hare verbazing uitzeggen, daarom is haar kunst pure schoonheid. Zij aanschouwt. Do waarnemingen omtrent menschen en dingen hangen als bevende dauwdroppelen tc trillen voor haar geest. Zij zijn niet in haar nadenken of in haar gemoedsleven tot ethische waarden ver- ormd. Er kunnen de verschrikkelijkste dingen zich voor haar afspeleh, zij aan vaardt ze, bijna zoo argeloos als een kind. Daarom is het werk van Eva Raedt-de Canter zoo onbetwistbaar echt, cn zoo machtig suggestief, omdat zij nooit be smeurd is door vooropgezette voorstellin gen. Maar daarom blijft ook in dit boek, waar de schrijfster het meer over anderen heeft dan over zichzelf haar werk lyrisch. Voor het opzetten van een drama tische conceptie is altijd een zekere voor opgesteldheid, een zekere vooringenomen beid noodig. Een gegeven dramatizeeren wil zeggen: het begrenzen, het plaatsen in een bepaalde kategorie. Maar de mensch, die zich verbaast, plaatst het leven niet in kategorieën, hij ontwaakt telkens te mid den van den baaierd van het onbekende, het leven openbaart zich aan hem, telkens opnieuw als een niet tc rubriceeren on metelijkheid. De vertelling, die voor ons ligt. is dan ock volstrekt niet dramatisch. Zij geeft ons dc lotgevallen te lezen van een jonge vrouwr, wier echtgenoot in den aanvang van het boek sterft. Zij wil zich, met haai zoontje, omhoog houden, cn begint met groote dapperheid een pension. In dat pen sion verschijnen dan als kamerbewoners dc raarste on onderling heterogeenste gasten: een juffrouw, die zeer veel verschillende mijnliecren op haar kamer ontvangt, een verarmd meubelmakcrtjc, dat goederen over de grenzen smokkelt cn wordt doodge schoten, een journalist, die van sensatie verhalen zijn broodwinning maakt, een schilder, die zijn huur niet betalen kan en die het aanlegt met zijn model, arbeidsters in een sigarenfabriek en meisjes-studenten. Wij doen een greep uit de schier ontelbare bevolking van het „buis vol menschen", waarvan elke afzonderlijke tragedie ons bizondcr gewetensvol wordt duidelijk ge maakt. Maar het merkwaardige van dit boek is dat het, tegelijkertijd: geen enkele levenlooze plek bevat, en dat tóch, al dc beschreven gevallen door andere gevallen zouden kunnen vervangen worden, zonder dat het iets van zijn algemeen karakter zou inboeten. Omdat dc kern van het bock wederom is: de psyche van de hoofdpersoon zelf, omdat de levens van al die andere men schen aan hddr leven zijn gebonden, om dat het ons onmogelijk is, die menschen te begrijpen, zonderdat wij iets meenemen van haar gemoed. De pensionhoudster die de hoofdpersoon is, en wier zieleleven' dc bonte verschei denheid, welke ons in dit hoek tegemoet treedt, tot een éénheid bindt, is geenszins een vrouwenfiguur die tegenover dc men schen gaat staan, cn hen van dt standpunt af in beschouwing neemt. Integendeel, het is een vrouw, die zich volkomen aan haar omgeving opoffert, en tusschen die omgeving volstrekt cffaccert. En deze dienende figuur is dc toets geworden, waaraan wij dc andere figuren herkennen. Alleen de dienende, die geen anderen wil wil opleggen aan haar omgeving, dan dat de menschen dier omgeving zichzelf zijn, vermag die menschen, al6 zij kunstenares is, tc doen leven. Men kan bij het lezen van dit boek op een dwaalspoor komen. Men kan. wanneer men kennis neemt van de lotgevallen der verschillende pensiongasten, die ons wor den beschreven, het boek als anccdotisch gaan zien. En het vermakelijke, dat sommige gebeurtenissen eigen is, versterkt dien in druk. Het is de schrijfster daarbij te ver wijten, dat zij het anecdotisch clement te uitvoerig heeft uitgewerkt, en de juiste verhouding tusschen het zieleleven van de hoofdpersoon en de analyse der bizondere gevallen te zeer uit het oog verloor. Maar wie goed leest begrijpt, dat Eva Raedt-de Canter met dit boek iets heel anders bedoelde, dan haar lezers een reeks van „Falklandjes" voor tc zetten. Het aanvangspunt van het boek is het over lijden van den eersten geliefde der hoofd persoon Aan het slot ontmoet zij een nieuwe figuur, met wie zij verder het leven door zal gaan. Door alles wat zij heeft bc leefd en van andrer leed gezien, is zij rijp geworden voor de nieuwe liefde. Maai- danverwondert zij er zich over, dat zij den eersten, dierbaren echtgenoot feite lijk geheel kon vergeten, dat zij alleen EVA RAEDT DE CAMTER. met geweld haar herinnering op hem leer de concentreeren. De herkenning van dit psychisch probleem, waaraan eigenlijk het heele hoek, met al zijn uitweidingen is vastgekoppeld, behoort tot de diepste do meinen van het leven. Niet op Falkland, maar op Maeterlinck gaat de geest van deze ons schijnbaar maar een gewoon romannetje voorzettende schrijfster terug. Het is precies hetzelfde probleem, waar voor zij in „Huwelijk onze aandacht vroeg. In het feit, dat een bepaalde gedachte een schrijver telkens opnieuw foltert, herken nen wij den auteur van formaat. In dc bovenstaande aantcekeningen heb ben wij eigenlijk alles gezegd wat wij van Bohème (met welk Woord eert karakter aanduiding gegeven is van èle gezamenlijke pensiongasten) hadden te zeggen. Maar wij willen, met een enkel woord, nog ccnigo uitbreiding geven aan onze kenschetsing cn aan onze kritiek. Het is opmerkelijk hoe dc schrijfster eigen wezen begrepen heeft in de uitbeel ding der hoofdpersoon. Deze „Tops", die Eva Raedt-de Canter is, werd in baar argc- loozc en zich staag verbazende natuur zoo raak begrepen, als geen ervaren psycho- loog, die Eva Raedt-de Canter wilde karak- t er i zeer en, het zou vermogen. De auteur, die in dit opstel onze aandacht heeft, be seft den samenhang der dingen eerst achteraf. Zij is altijd bezig met het onmid dellijke. Is dan haar vreugde over het be zit van twee guldens, onbetcekenende waarde in haar behoeftige levensomstan digheden, niet een meesterlijke vondst? En is het niet ragfijn begrepen, dat de argc- looze cn kinderlijke vrouw, voor wie het leven eerst een probleem wordt in de her innering, het doodsgevaar van den echtge noot niet beseft? Men herkent den wa ren kunstenaar hieraan, dat hij in dc schildering van één bepaald geval, plotse ling heel de kern van zijn bedoeling kan bloot leggen. Dit geschiedt bij Eva Racdt- dc Canter bij de beschrijving van het vol gende incident. Een lichtzinnige juffrouw, die zij op haar kamers heeft, komt t huis met een meneer, een scheepskapitein. Die twee menschen beginnen luide tc zingen en piano te spe len. Het wordt zoo erg, dat er burenge rucht ontstaat, en dat een buurvrouw dc politie haalt. Als er nu twee agenten ver schijnen, dan draagt de pensionhoudster aan de agenten op, om de luidruchtige pensionaires dc los tc lezen. Zij durft het zelve niet. Zij behoort allerminst tot dc ,haaiïge" hospita's. Tusschen de omge ving, waarin dit incident voorkomt, wordt dóór dit incident liet passief, het louter „dienend" karakter van haar pen60onlijk- hcid op merkwaardige wijze geaccentueerd. £an onze kritiek hebben wij reeds mét een enkel woord stem gegeven. Maar het wil ons nog voorkomen, dat de psychische verhouding tusschen dc hoofdpersoon en haar stervenden echtgenoot, aan den aan vang van het boek ietwat vaag en scheme rig blijft. Zonder het diepere wezen van hetgeen zij wilde vertolken prijs te geven, heeft de auteur zich meer dan mocht, dooi de veelheid van uiterlijke heelden van dat wezen laten afleiden. Hetgeen ons niet weerhoudt tc zeggen, dat Eva Racdt-dc Canter onze literatuur weer met een uiterst curieus geschrift heeft verrijkt. VAN REUZEN EN DWERGEN. Wanneer het waar is, wat de Fransche geleerde Henrion, in het jaar 1718 schreef, dan leeft thans nog op aarde een gedegenc- ïeerd geslacht. Bij onze voorouders vergeleken zijn we eigenlijk niets anders dan dwergen. Henrion heeft n.l. beweerd, dat Adam 11 meter en GO c.m., en Eva 40 meter lang zuu zijn geweest. Na het verdrijven uit het Pa radijs schijnt de groei van het mcnschdom te hebben geleden, want aartsvader Abra ham zou. volgens den Franschen schrijver, nog slechts 4 60 m., Mozes 4.70 m. gemeten hebben. In het moderne Europa behooren lieden, die 175 c.m. of 2 m. lang zijn tot de zeer groote menschen. Allen, die hun haardos meer dan 2.20 m. boven den grond dragen, moeten als reuzen worden beschouwd. Een lengte van 250 c.m. behoort tot de zeld zaamheden. Bekende reuzen uit vroegere dagen wa ren de portier van koning Jacobus I van Engeland, Walter Passus, die een lengte van 2.34 m. had en Maximiliaan Muller, een statig heer van 2.55 ra., die op zijn vijf en vijftigste jaar nog groeide. Ze zouden zijn overtroffen door den beroemden Patrick O'Brien, die op zijn 38sto jaar 2.68 m. hoog was. Dikwerf vond hij er een genoegen in zijn pijp aan een lantaarnpaal aan te steken. De grootste van deze heeren was wel de Oostenrijker Franz Winkelmeier, die 2.73 m. bereikte, maar buitengewoon mager was. Hij stierf 4 September 1887 te Londen in den ouderdom van 24 jaar aan de tering. De grootste vrouw, die ooit op aarde heeft geleefd, was Maria Wedde, die in 1866 te Bcnkcndorf hij Ilalle aan dc Saaie was ge- horen cn in 1SS5 te Parijs stierf. Zo droeg haar hoofd 2.65 m. hoog. Veelbelovend was de in 1880 geboren reuzenjongen Karl Ull rich. Toen hij vijftien jaar was, bad hij al een lengte van 2.50 m. Toen groeide hij evenwel niet verder. Ilij stierf zeventien jaar oud. Zijn lcdcnmaten waren zoo groot, dat door een ring, welke hij aan zijn middelvinger droeg, een gulden kon. Onder dc zeer klcino menschen had men ook tal van beroemdheden. Aan menig hof werden dwergen tot vermaak gehouden. Vooral in den tijd der Renaissance. Vier en dertig misvormde dwergen wachtten bij een feestmaal den aartsbisschop Vitalli in het jaar 1556 op. Peter de Groote hield veel van deze kleine menschen en van hen hield nog meer zijn zuster, grootvorstin Natha lie. Te Moskou had men voor de dwergen een volledige hofhouding ingericht en ze werden uit alle dcelen van de wereld hier heen gelokt, om ze in prachtige gewaden te kleeden en in gouden équipage rond te rijden. Ieder huwelijk tusschen Liliputters werd tc Moskou schitterend gevierd. Jeffrey Hudson, die 18 duirn groot was, werd door koning Karei van Engeland tot baron verheven. Hij was zoo dapper en rid derlijk als een groot mensch. Toen hij eens door een normaal opgegroeiden kerel werd beleedigd, schoot hij hem in een duel neer. Niet zoo gelukkig als Sir Hudson was de dwerg John Worrenburgh. Toen hij reeds beroemd was, wilde hij, zooals Saltarino vertelt, van Rotterdam naar Londen terug- keeren. Hij logeerde in een doos en die doos was aan de zorgen van een bewaker toe vertrouwd. Deze gleed uit, toen hij op het punt stond zich naar het schip te begeven. Ilij viel in het water en met hem de doos. waar de kleine John een naar bij meende veilige rustplaats had gevonden. Het ge lukte wel den bewaker te redden, maar de dwerg kwam in zijn doos ellendig om het leven. Ofschoon de dwergen, in het algemeen, ook geen hoogen leeftijd bereiken, zijn er ook onder hen, die zeer oud worden. Een hunner was graaf Jozef Borowolfzki, een buitengewoon kleine kerel, die 98 jaar oud werd. Dc vrouwelijke dwerg Elisabeth Wal- son, die iets langer was dan 70 c.m., werd 150 jaar oud. POSTMEESTER, DIE REEDS 67 JAAR ZIJN BETREKKING VERVULT. In de stad Blawenberg in den Ameri- kaan6chen staat New Jersey woont een man van Nederlandsche afkomst: N. van Zandt, die thans 89 jaar oud is en die den 22sten April 1806 door President Andrew Johnson tot postmeester benoemd werd. Hij heeft de ontwikkeling van den postdienst van A tot Z meegemaakt, d.w.z. van bet brievenvervoer por dilligence tot aero- plaan. Ofschoon hij een republikein is en de tegenwoordige regeering democra tisch is hij in het geheel niet bevreesd zijn betrekking, die in 1934 expireert, tc verliezen. Dc bejaarde postmeester i6 nog zeer ac tief, cn besteedt de morgenuren met het sorteeren van aangekomen brieven achter zijn loket in Strijker's winkel-van-alles. Hij heeft 67 jaar onafgebroken dienst ge daan cn is zeker van zijn herbenoeming in 1934. Hij is de oudste postmeester in de Ver. Staten, zoowel in leeftijd als in het aan tal dienstjaren.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 13