FEEST DER VEREENIGING „REMBRANDT"
Dinsdag 11 Juli 1933
32e Jaargang No. 9
HET 50-JARIG BESTAAN
HERDACHT
HET GROOTE HOUTVLOT
AANGEKOMEN
Belangstelling te Zaandam
DE RIDDERDAG TE
COEVORDEN
In het Paleis van den Koning
Overdracht van „Oe Verloochening
van Petrus" en „Titus in mom
niksdracht" aan het Rijks
museum
Onderscheidingen namens de ver-
ceniging en de overheid
Amsterdam, 10 Juli. In de ltaliaan-
sche zaal van het Rijksmuseum heeft de
Vereeniging „Rembrandt" hedenmiddag ter
gelegenheid van haar vijftigjarig bestaan
een herdenkingsbijeenkomst gehouden,
waarin de twee het laatst door haar ver
worven kunstwerken van den meester, „De
verloochening van Petrus" en „De Titus in
Monniksdracht", in het bezit van het mu
seum zijn overgegaan. Onder het zeer tal
rijke gezelschap, dat de plechtigheid bij
woonde. merkten wij op den minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Z.
Exc. mr. TI. P. Marchant, den Commissaris
der Koningin in Noord-Iiolland, Jhr. mr. dr.
A. Röell. den burgemeester der hoofdstad
dr. W. de Vlugt; den wethouder voor de
kunstzaken, den heer E. Boekman, ver
scheidene directeuren van musea uit het
gehcele land, vele kunstkenners, o.w. dr. A.
Bredius en den heer de Bruyn uit Zürich en
verder vertegenwoordigers van kunstgenoot
schappen en kunsthandelaren. Mede be
vond zich onder de aanwezigen de oud
hoofddirecteur van het Rijksmuseum, jhr
van Riemsdijk.
De voorzitter der Verecniging „Rem
brandt", dr. E. Heldring, opende de bijeen
komst. Spr. wees erop, dat dc activiteit der
Vereeniging samenviel met den algemeenen
opbloei, die de tweede helft van de vorige
eeuw in ons vaderland kenmerkt.
Met groote erkentelijkheid gewaagde spr.
van het zeer vele, dat de voorgangers van
het tegenwoordige bestuur tot 6tand brach
ten ter bevordering van het gestelde doel,
waarbij hij de namen noemde van het eere-
1 id der vereeniging, dr. Bredius en van den
vorigen voorzitter, den in 1928 overleden
heer M. P. Voüte.
Een belangrijke daad noemde dr. Heldring
de oprichting van het Nationaal Comité 1930
hetwelk onder leiding van den heer C. P
van Eeghen een kapitaal van 560.000.
bijeenbracht ten behoeve van den aankoop
van schilderijen.
Dank brengende aan den ambtsvoorgan
ger van minister Marchant, mr. J. Terpstra
en aan den chef van de afdecling Kunsten
en Wetenschappen, den heer P. Visser, voor
de medewerking, door hen bij den aankoop
der beide Rembrandt's verleend, knoopte dr.
Heldring hieraan de opmerking vast, dat de
Rijksuitgaven voor Kunst, welke slechts een
half percent van de begrooting uitmaken,
niet voor verdere beknotting in aanmerking
kunnen komen, zonder dat cultureele waar
den wezenlijk geschaad zullen worden!
Spr. deelde tenslotte mede, dat de Ver
eeniging het eere-Iidmaatschap heeft ver
leend aan de heeren D. G. van Beuningen
te Rotterdam, C. II. van Heek te Lonneker
en dr. A. F. Philips te Eindhoven.
Nadat de schilderijen waren onthuld was
het woord aan den hoofd-directeur van liet
Rijksmuseum, dr. F. Schmidt Degencr, die
met leedwezen constateerde, dat het levens
werk van Rembrandt over alle pictured be
schaafde landen verdeeld is; alleen Peters-
burg was in zijn Hermitage indertijd in het
bezit van niet minder dan dertig werken
van den meester.
Drie van deze werken (rokken voor
al de aandacht; een levensgroot naakt „Da-
nae", de „Verloochening \an Petrus' en de
„Terugkeer van den verloren Zoon Mocht
één dezer werken Rusland verlaten, dan
meende de Vereeniging, dat dit voor Ne
derland behouden rnoest worden. De kroon
op het 50-jarig bestaan der Vereeniging was
wel, dat de „Verloochening van Petrus", te
samen met het Titusportret, voor goed naar
Nederland konden worden overgebracht.
Spr. schildering op uitvoerige wijze de
schoonheid der beide aangekochte werken,
die zoowel van het dramatische als het ly
rische kunnen van den meester in zijn moei
lijksten tijd een uitnemende beeld geven.
Hij bracht tenslotte dank aan het Comité
1930 en aan dc „handelskern" van het be
stuur dei Vereeniging, de heeren Heldring
cn Van Hasselt. In dezen dank betrok hij
ook oud minister Terpstra cn de chef van
de afdenling Kunsten cn Wetenschappen,
die goedmaakten en inhaalden, wat in vroe
ger ecuwen verzuimd is,
Minister Tl. P Marchant, hierna het
woord verkrijgende, zcidc, dat de regeering
een laak heeft ten aanzien van de bevorde
ring der waardecring van de beeldende
kunst
Deze taak kan zij echter niet alleen vol
brengen en mede uit dit oogpunt is de sa
menwerking met de Vereeniging „Rem
brandt" geboren.
Namens de regeering bood de minister
aan dr. Heldring dc gouden Mu6eum-me
dailie aan, als blijk van waardecring van
diens krachtig werk in dezen, terwijl hij
voorts mededeelde, dat het Hare Majesteit
de Koningin behaagd heeft, den onder-voor
zitter der Vereeniging, den heer J van Has
selt, te benoemen tot ridder in de orde van
den NederlancLschen Leeuw. (Applaus).
Moge de vereeniging haar vaderlandsch
werk zoo besloot spr. mei dezelfde
toewijding blijven voortzetten.
Hierna heeft burgemeester dr. W. de
Vlugt een rede gehouden, waarin hij, na
het belangrijke werk der Vereeniging te
hebben geschetst, mededeeling deed van
het feit, dat het gemeentebestuur dr. Hel
dring op dezen dag, als erkenning van de
groote verdiensten, die hij voor bet behou
den en verwervan van Nederlandsche en
andere kunstwerken heeft gehad, de gou
den medaille der 6tad Amsterdam heeft
toegekend.
Spr. overhandigde den heer Heldring
daarop de medaille met de daarop betrek
king hebbende oorkonde.
Met een kort woord heeft hierna dr. Hel
dring voor de hem verleende onderschei
dingen dank gezegd, ook voor die van den
heer Van Hasselt, die wegens ongesteldheid
de plechtigheid niet heeft kunnen bijwonen.
Spr. deed voorts mededeeling van een
gift aan de Vereeniging van een kunstlic-.
vend echtpaar in den vorrn van Rem
brandt's eerste portret van zijn vrouw Sas-
kia, dateerend van 1633. De Vereeniging ont
ving dit vorstelijk geschenk onder voor
waarde, dat de schenkers gedurende hun
leven over het vruchtgebruik blijven be
schikken; nadien zal de Vereeniging het
schiiderij moeten afstaan aan den Staat
der Nederlanden ter plaatsing in het Rijks
museum. Het kunstwerk zal over eenige da
gen tijdelijk in het museum worden ten
toongesteld.
Tenslotte deelde dr. Heldring mede, dat
onder de vele- telegrammen van geluk-
wensch er één was ingekomen van de Be
schermvrouwe der Vereeniging, H.M. de
Koningin-Moeder.
NEDERLANDSCHE JOURNALISTEN
KRING.
Het 50-jarig bestaan.
In de bestuursvergadering van den Ne-
derlandschen Journalisten Kring zijn de
plannen voor de viering van het 50-jarig
bestaan der verecniging "definitief vastge
steld.
De herdenking zal plaats hebben op Za
terdag 14 October te 's-Gravenhage en op
Zaterdag 21 October te Amsterdam. De op
richtingsvergadering van den Kring is op
17 (Jetober 1883 te Amsterdam gehouden.
De herdenking te 's-Gravenhage zal be
staan uit een receptie* des middags in Hotel
Paulez en een officieclen feestmaaltijd voor
genoodigden cn leden in Hotel De Witte
Brug.
Bij de herdenking te Amsterdam zal de
Kring officieel ontvangen worden door het
gemeentebestuur der hoofdstad. Des mid
dags wordt een algemeenc vergadering ge
houden, waarin de heer D. Hans, voorzitter
van den Kring, een herdenkingsrede zal
uitspreken cn verder het woord zal worden
gevoerd door de heeren II. Tci steeg, voor
zitter van dc vereeniging „De Amsterdam-
schc Pers", cn P. A. Haaxman, eere-lid van
den Kring, den ecnigen journalist, die alle
50 jaren deel van den Kring heeft uitge
maakt, en eventueel nog door anderen. Des
avonds is in het Amstel-IIotcI een feeste
lijke bijeenkomst voor* de leden met hun
dames, gevolgd door een souper Do voor
bereiding van de herdenking te Amster
dam is in handen van het bestuur der
vereeniging „Do Amster.iamsche Pers".
Ter gelegenheid van liet feest zal een
speciaal nummer van De Journalist ver
schijnen.
Bijzonderheden over een
interessante sleepreis
Amsterda m, 10 Juli Hedenmorgen is
liet enorme, voor Amsterdamsche en Zaan-
damsche houthandlearen bestemde hout
vlot, dat 31 Mei 1.1. van Nordmaling in
Zweden (Umco-district) is vertrokken, na
een voorspoedige, doch allerminst gemak
kelijke reis behouden te bestemder plaatse,
do nieuwe houthaven van Zaandam, en
dus niet in de hoofdstad, zooals oorspron
kelijk in do bedoeling heeft gelegen, aan
gekomen.
Van Nordmaling tot Brunsbuttel is het
vlot gesleept door de Zweedsche sleepboot
„Prins Bernadotte", welke in laatstgenoem
de haven assistentie heeft gekregen van de
Duitschc sleepboot. „Heros", welke al slee
pende, de reis tot IJmuiden heeft medege
maakt en daarna weer is teruggekeerd, ter
wijl van IJmuiden tot Zaandam een aan
tal sleepbooten van Goedkoop assistentie
heeft verleend
In gezelschap van den Inspecteur voor de
Scheepvaart, den heer van der Boom, zijn
wij in de morgenuren aan boord van een
boot der havenpolitie het Noordzeekanaal
opgevaren, waar wij, even voorbij de Hem
brug. voor do eerste maal kennis maakten
met do „Prins Bernadotte". een zware, de
Zweedscho vlag' voerende zee-sleepboot van
TOO P.K., welko van de vermoeienissen van
de reis lag uit te blazen. En even later ont
dekten wij, in de niéuwe Zaandamsche
houthaven, dicht bij den wal en met de
sleepbooten van Goedkoop nog vlak in de
buurt, het enorme vlot, waarvan het ge
deelte, dat boven water uitstak, bclioudens
de kleur, den indruk maakte van een ge
weldigen onderzeeër. Zooals reeds gemeld
is, is het vlot 250 voet lang en 30 voet
breed; boven den waterspiegel bedraagt de
hoogte 7 en daaronder 18 voet.
Op den wal had zich een groot aantal
kijklustigen verzameld; do officieele be
langstelling concentreerde zich op 't water,
waar wij o.a. de booten van den Rijksha-
venmeester te IJmuiden cn van den Zaan-
damschen havenmeester opmerkten
Het relaas van de sleepreis.
Omtrent do bijzonderheden van de reis en
de constructie van het vlot heeft kapitein
Nordin van de „Prins Bernadotte", een
stoere, magere Zweed, aan wiens zeeman
schap cn deskundigheid op het gebied van
dergelijke sleepreizen het in de eerste plaats
te danken is, dat dit technisch buitenge
woon zware experiment op weergaloos
knappo wijze tot een volmaakte oplossing
is gebracht, eenige bijzonderheden medege
deeld.
Zoo deelde de kapitein mede, dat deze
reis hem buitengewoon veel hoofdbrekens
heeft gekost. Reeds veertig jaren onder
neemt hij sleepreizen tusschen Zweden en
Leningraden langs dc Zweedsche kust.
Doch een afstand als deze 800 A 900 mijl
on met zulk een enorm gevaarte achter
zich, heeft hij nog nimmer afgelegd. Dc
reis heeft één maand cn tien dagen ge
duurd. waarbij hij veel zorg cn risico heeft
moeten loopen. Bovendien is dit karwei ge
paard gegaan met hooge onkosten; o.a. bij
liet nemen van een sleepboot in het Kaiscr
Wilhelmkanaal, terwijl bovendien de assu
rantie tien procent bedroeg van do verze
kerde waardo van het vlot. Onderweg heeft
hij geruimen tijd oponthoud gehad in Hol-
kenau aan het cone einde cn Brunsbuttel
aan het andere einde van het kanaal;
voorts i<* hij drie dagen wegens slecht weer
achter Bornholm in dc Oostzee ton anker
moeten gaan, welk eiland beschutting biedt
tegen hooge zeeën. De afstand tusschen de
sleepboot en het vlot, waarop zich geduren
de dc gansche reis niemand bevonden heeft,
bedroeg 27U M. liet werd gesleept met één
tros, een zware staaldraad met, daarvoor
een dikke manilla-lros. een z.g.n acht-dui-
mcr. De Duitsche sleepboot, die te Bruns
buttel heeft vastgemaakt, is zooals reeds
gemeld bij IJmuiden teruggekeerd.
Bij de aankomst vóór IJmuiden is het ge
vaarte tegen de pier gestooten, waarbij een
sleepboot van Wijsmuller assistentie heeft
verleend door het weer in het vrije water te
duwen. De schade aan pier en vlot toege
bracht is volgens den kapitein van weinig
beteekenis geweest
Omtrent de constructie van het gevaarte
deelde do kapitein voorts mede, dat het vlot
uit verschillende onderdeden bestaat, wel
ke op een afstand van circa ll/s Meter, met
zware kettingen zijn vastgesjord, terwijl,
over de geheele lengte van het vlot, twee
zware kettingen zijn aangebracht, welke
weer aan de dwarskettingen bevestigd zijn.
De sleeptros was op zeer vernuftige en
practischc wijze vastgemaakt, zoodat de
trekkracht over de gehcele lengte van het
vlot verdeeld werd. Alleen de waarde aan
kettingen kan reeds op tienduizend gulden
worden geschat.
SCHIETPARTIJ AAN DE GRENS.
Enschedé, 10 Juli. Gisteren werden
bij de politie te Glanerbrug door Duitsche
douanebeambten aangifte gedaan, dat in
den afigcloopen nacht, vanaf Hollandsch
gebied, op hen was geschoten. De verdach
ten zijn eenige Nederlanders, die zij, voor
de schietpartij begon, in het veld hadden
ontmoet. Met jen jachtgeweer hadden zij ver
schillende schoten gelost en slechts door in
een greppel dekking te zoeken zijn de be
ambten het gevaar ontsnapt. Met een re
volver hadden zij het vuur beantwoord.
De politie stelde terstond een onderzoek
in en trof vlak bij de grens de 2 gebr. S.
slapende in het veld aan, een jachtgeweer
lag naast hen. Het tweetal is ter beschik
king van de Justitie gesteld. Het is niet be
kend waarom zij op de Duitschers hebben
geschoten.
DE ROOFOVERVAL TE BERKEL
ENSCHOT.
Den Bosch, 10 Juli. Het Gerechtshof
te Den Bosch deed heden uitspraak in de
zaak tegen W. K. uit Den Haag, die door
de rechtbank te Breda was veroordeeld
tot een gevangenisstraf van 5 jaren, we
gens inbraak en rijwieldiefstal op 18 Janu
ari 1933 te Tilburg en den roofoverval op
Mcje. Piggen. Het Hof veroordeelde K. tot
5 jaren gevangenisstraf zonder aftrek van
voorarrest. De advocaat-generaal had
jaar geeischt.
Prof. Kielstra tot eere--
lid benoemd
Coevorden, 10 Juli. Op de gisteren
gehouden algemecne vergadering van den
Koninklijken Bond van Ridders der Mili
taire Willemsorde beneden den rang van
Officier; werd Prof. Mr. J. C. Kielstra te
Wageningen tot eere-lid benoemde, welke
benoeming door Generaal Swart aan den
Professor werd medegedeeld cn welke ver
volgens door den Professor werd aanvaard.
De heer J. Jongman te 's Gravenhage werd
tot Voorzitter van den Bond gekozen, ter
wijl tot bestuurslid is gekozen de heer W.
C. Erkelens te Leiden.
In het jaarverslag van clen Bond werd
met dankbaarheid gewag gemaakt van het
besluit van TI.M. de Koningin, om aan den
Bond met ingang van 26 December 1932 het
pracdikaat Koninklijke te verleenen.
Aan het noenmaal heeft de heer Jong
man het tienjarig bestaan van den Bond
herdacht cn daarbij vooral hulde gebracht
aan de stichters van het Fonds Ridderda-
gen, welke de ridders altijd heeft gesteund.
In bet bijzonder werd hulde gebracht aan
den heer C. van Lennep, die een ovatie in
ontvangst had to nemen, alsmede Generaal
Swart de eere-voorzitter der Vereeniging.
Namens den Raad van Beheer van de
"lichting Fonds Ridderdagen, heeft de heer
M. C. Koning den Bond toegewenscht voort
te gaan op den ingeslagen weg en te ken
nen gegeven dat zij die het fonds steunen
dat beschouwen als het inlossen van eere
schuld tegenover de Oost-Indische Militai
ren.
Na het noenmaal had de huldiging plaats
van vijf ridders welke een jubileum vierden
Ridder Vastenholt kreeg een kistje sigaren
en ingepakt cadeau, omdat hij veertig jaar
ridder is. De ridders Jongman. Van der
Waarden, De Vries en Kant werden gehul
digd ter gelegenheid van hun zilveren ju->
bileum. De heer Koning omschreef uitvoe
rig de wapenfeiten, welke het gevolg heb
ben gehad dat zij tot ridder werden be
noemd en voegde daaraan toe. dat de be
volking in de betrokken streken het na
die successen niet weer heeft gewaagd zich
te verzetten, terwijl daarna de welvaart
intrad en de menschen het veel beter had«
den als toen dc Indische machthebbers
heerschtcn.
Deze toespraak eindigde met een hoera
voor Hare Majesteit de Koningin, Groot
Meesteres der orde.
Generaal Swart heeft de jubileerende rid-i
ders. welke grootend eels onder hem ge
diend hebben gefeliciteerd, waarna Ridder
Jongman voor de huldiging dankte cn den
heer Koning toewenschte, dat hij de hul
diging zou mogen verrichten tot de laatste
ridder, welke thans lid van den Bond is,
leeft.
De lieer Koning heeft daarna nog in het
bijzonder den Burgemeester van Coevorden
en de leden van het Van Ileutsz-Comité be
dankt voor de schitterende ontvangt der
ridder en de groote gastvrijheid welke bc«
toond, een gastvrijheid welke bekend was,
maar welke ver uitgmg boven hetgeen ver
wacht kon worden.
De Burgemeester van Coevorden, spre
kende namens zijn bevolking verklaarde
dat die bevolking gastvrijheid betoonde cn
voor een hartelijke ontvangst zorgde, om
dat zij waardeering heeft voor den bloem
van het Indische leger.
Hiermede was de Ridderdag te Coevorden
afgeloopen en gingen de ridders Coevorden
weer verlaten.
Vreemde trappen, ach hoe steil, hoe
moeilijk.
DANTE.
Een liefdesgeschiedenis uit bet oude Madrid
door
F. MARION CRAWFORD.
Naar bet Engelsch door W. II. C. B
6/
Voordat een van beiden haar kon be
danken, was zij de deur al uit. Zij hadden
haar aanwezigheid heelemaal vergeten,
omdat zij er aan gewend waren dat ze bij
na altijd bij hen was. Maar nu werd haar
het langer hier blijven ondraaglijk; het was
haar onmogelijk hun woorden van liefde
langer aan te hooren. Want nu had zij
haar eigen herinneringen, die zij mee zou
nemen in het graf een mooi, gelukkig
souvenir aan dat zalige oogenblik, toen de
man, die dood scheen, had adem gehaald
cn, in de meening verkeerend dat zij Do
lores was, haar in zijn armen gesloten en
gekust had. Het was dus maar beter heen
te gaan cn buiten te beletten dat iemand
hen zou storen.
„Heeft zij je gevonden?" vroeg Dolores,
toen Inez weg was.
„Ja. Ze zei dat jij naar beneden wa6 ge
gaan, om je vader te redden."
*Ik geloof niet dat ik haar ooit heb be
nijd", zei ze, haar handen op zijn schou
ders leggend, „maar nu wel, want ik zou
er alles voor hebben willen geven, je al
lengs weer tot het leven te zien tcrugkee-
ren, cn jij zou 'l ook liever hebben gehad,
is 't niet?" Zachtjes lachte zij en kuste
het antwoord van zijn lippen weg. „Als ik
bij je was gebleven, dan was 't nog sneller
gebeurd, lieveling. Je zou in je doodsdroom
gevoeld hebben dat ik bij je was en je zou
je handen naar ine hebben uitgestoken,
om weer bij me terug te komen. Zeg dat
't zoo 16! Je zou me daar niet minuten
lang met mijn gebroken hart hebben laten
liggen, terwijl ik er naar verlangde ook te
sterven en s»men te worden begraven. O,
mijn kussen zouden je gauwer tot het le
ven hebben doen terugkeeren
„Ik droomde dat je me kuste en dat ik
daardoor weer levend ben geworden."
„Ga nu eens hier naast me zitten", zei
ze dadelijk daarop. „Het zal me heel moei
lijk vallen je alles te vertellen cn 't zal
niet lang duren of men komt hier. O. laat
men mij hier maar vinden; het komt er
nu toch niet meer op aan, want, ik heb
hun allen verteld dal ik vanavond al lang
in je kamer was."
„Hun allen verteld? Aan wien dan? Den
koning? Wat zeg je toch?" vroeg hij met
een bozorgd gezicht.
„Den koning, bet hof, de hecle wereld.
Maar 't valt mc veel zwaarder 't jou te
vertellen". Zij bloosde en keek een anderen
kant uit. „Het was de koning, die je wond
de ik hoorde je vallen."
„Hij heeft me een 6chram toegebracht
Door den val ben ik eenigen tijd buiten
kennis geweest'.
„Ik hoorde Jiem zijn degen trekken. Je
kent toch dat eigenaardige, zachte geluid,
dat een degen maakt, die uit een loeren
schede wordt getrokken? De koning deed
't snel, en ik wist dat je ongewapend was.
Bovendien had je me beloofd je hand niet
tegen hem op te heffen."
„Ik herinner me dat mijn degen in de
schede op tafel lag. Ik greep het wapen
met schede en al, om me te verdedigen.
Waar is 't nu gebleven? Zeker crgcn6 op
den vloer."
„Dat duet cr niet toe men zal 't wel
weer vinden. Je viel; toen werd 't stil en
even later hoorde ik mijn vader zeggen, dat
hij je had gedood, terwijl je ongewapend
wa6. Daarna gingen beiden heen. Ik was
zelf half dood van verdriet, toen ik op den
vloer naast je neer viel. Daar lag je, met
je hoofd naar de deur en met éón arm uit
gestrekt. Zoo zal ik je mijn leven lang vóór
me zien, als ik er aan denk Toen moet
Adonis me hebben gevonden en hij droeg
me weg en Inez ontmoette me op het
terras, nadat zij mijn vader in het open
baar tot den koning had hooren zeggen dat
hij je had vermoord cn de koning had
het zelf gedaan. Begrijp je 't?"
„Ja, ga voort". Don Jan luisterde adem
loos en vergat zijn pijn, die hij af en toe
nog voelde.
„Toen ben ik naar beneden gegaan, en
ik verzocht Don Ruy Gomez naast me op
de treden van den troon te blijven staan.
Iedereen was in de zaal, de Grandcs, de
hertogen van Alva, Medina Sidonia, Me
dina Celi, de Infantado, de prinses van
Eboli, de ambassadeurs, iedereen, alle hof
dames, honderden en honderden menschen,
die me bijna allen kenden."
„Wat heb je hun gezegd?' vroeg Don
Jan zeer bezorgd. „Dat je hier was ge
weest.?;'
„Ja en nog veel meer. Het was na
tuurlijk niet waar, maar ik hoopte dat
men me zou gelooven. Ik zei" zij bloos
de hevig. „O, ik durf 't je bijna niet te ver
tellen! Kun je 't niet raden?"
„Dat wij in het geheim waren getrouwd?"
vroeg hij. „Dat had je kunnen zeggen".
„Neen. Dat niet niemand zou dat heb
ben geloofd. Ik vertelde hun," zij wacht
te even om haar moed te verzamelen, cn
toen kwamen de woorden vlug ha elkaar,
alsof zij zich schaamden te worden ge
hoord „ik vertelde hun dat mijn vader
niet in de misdaad was betrokken, dat ik
dit wist,, omdat ik \anavond ai lang in de
kamer was geweest, ook toen je werd ge
dood, en dat ik hier was, omdat ik je al
les wat ik bezat, had gegeven, mijn leven,
mijn ziel, mijn eer. alles."
„Groote God!" riep Don Jan verschrikt
uit. „En dat heb je gedaan om je vader te
redden
Een oogenblik had zij haar gezicht met
beide handen bedekt. Toeri stond zij plot
seling op cn ging in de kamer heen en
weer loopen.
„Ja. Dat heb ik gedaan Wat kon ik an
ders doen? Het was beter dat ik mijn on
dergang tegemoet ging en mijn loven in
een klooster zou eindigen, dan dat rnijn
vader zijn leven op het schavot zou laten,
Wat zou er met Inez liPbben moéten ge
beuren?"
„En met je zelf?" Don Jan's oogen volg
den haar met bewonderende liefde.
„Dat zou er niet op aan gekomen zijn.
Maar ik had mijn naam te grabbel ire-
gooid zonder iets te bereiken. Men geloof
de me wel, meen ik, maar de koning had,
om zich zelf te redden, besloten dat mijn
vader toch zou flteryen. Ik. ontmoette hem'
toen men hem naar de gevangenis bracht.
Toen hen ik naar den koning zelf gegaan
en toen ik hem verliet, had ik zijn be
velschrift om mijn vader dc vrijheid te
hergeven, in handen. O, ik wou dat ik dat
nog eens kon overdoen, en dat je er bij te-,
genvvoordig was; dan zou je trotsch op me
zijn. Ik zei hem ronduit dat hij je gedood
had, ik hoorde hem dit bekennen, ik dreig
de hem het aan het heele hof, de hecle
wereld, gansch Spanje te vertellen, als liij
mijn vader niet in vrijheid liet stellen.
Maar dat andere kun je me dat ver
geven, lieveling?"
Ze stond nu met uilgestoken handen
vóór hem, want zij vertrouwde hem met
heel haar hart.
„Je vergeven? Wat vergeven? Dat je het
dapperste hebt gedaan, dat ooit een vrouw,
deed
„Ik dacht dat je t in den hemel wel zou
begrijpen," zei ze. „Maar 'l is beter dat je
't nu op aarde begrijpt 's is me echter
zwaar gevallen het te vertellen."
Hij bracht haar beide blanke handen
naar zijn lippen en kuste ze.
„Wat je deed, was schitterend, maar het
zal moeilijk zijn, heel moeilijk, 't onge
daan te maken."
„Wat komt dat er op aan? Wij welen
immers dat 't niet waar is," zei ze. „Laat
de wereld maar praten en denken wat ze
wil
„De wereld mag nooii openlijk een sma
delijk woord van je zeggen," viel hij haar
in de rede. „Denk je dal ik haar zou toe
staan, wat ik den koning zelfs tusschen
vier muren verbood? Wees daarover maar
niet ongerust; liever zou ik sterven."
1 Wordt veryolgd^ J