FEEST DER VEREENIGING „REMBRANDT" Dinsdag 11 Juli 1933 32e Jaargang No. 9 HET 50-JARIG BESTAAN HERDACHT HET GROOTE HOUTVLOT AANGEKOMEN Belangstelling te Zaandam DE RIDDERDAG TE COEVORDEN In het Paleis van den Koning Overdracht van „Oe Verloochening van Petrus" en „Titus in mom niksdracht" aan het Rijks museum Onderscheidingen namens de ver- ceniging en de overheid Amsterdam, 10 Juli. In de ltaliaan- sche zaal van het Rijksmuseum heeft de Vereeniging „Rembrandt" hedenmiddag ter gelegenheid van haar vijftigjarig bestaan een herdenkingsbijeenkomst gehouden, waarin de twee het laatst door haar ver worven kunstwerken van den meester, „De verloochening van Petrus" en „De Titus in Monniksdracht", in het bezit van het mu seum zijn overgegaan. Onder het zeer tal rijke gezelschap, dat de plechtigheid bij woonde. merkten wij op den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Z. Exc. mr. TI. P. Marchant, den Commissaris der Koningin in Noord-Iiolland, Jhr. mr. dr. A. Röell. den burgemeester der hoofdstad dr. W. de Vlugt; den wethouder voor de kunstzaken, den heer E. Boekman, ver scheidene directeuren van musea uit het gehcele land, vele kunstkenners, o.w. dr. A. Bredius en den heer de Bruyn uit Zürich en verder vertegenwoordigers van kunstgenoot schappen en kunsthandelaren. Mede be vond zich onder de aanwezigen de oud hoofddirecteur van het Rijksmuseum, jhr van Riemsdijk. De voorzitter der Verecniging „Rem brandt", dr. E. Heldring, opende de bijeen komst. Spr. wees erop, dat dc activiteit der Vereeniging samenviel met den algemeenen opbloei, die de tweede helft van de vorige eeuw in ons vaderland kenmerkt. Met groote erkentelijkheid gewaagde spr. van het zeer vele, dat de voorgangers van het tegenwoordige bestuur tot 6tand brach ten ter bevordering van het gestelde doel, waarbij hij de namen noemde van het eere- 1 id der vereeniging, dr. Bredius en van den vorigen voorzitter, den in 1928 overleden heer M. P. Voüte. Een belangrijke daad noemde dr. Heldring de oprichting van het Nationaal Comité 1930 hetwelk onder leiding van den heer C. P van Eeghen een kapitaal van 560.000. bijeenbracht ten behoeve van den aankoop van schilderijen. Dank brengende aan den ambtsvoorgan ger van minister Marchant, mr. J. Terpstra en aan den chef van de afdecling Kunsten en Wetenschappen, den heer P. Visser, voor de medewerking, door hen bij den aankoop der beide Rembrandt's verleend, knoopte dr. Heldring hieraan de opmerking vast, dat de Rijksuitgaven voor Kunst, welke slechts een half percent van de begrooting uitmaken, niet voor verdere beknotting in aanmerking kunnen komen, zonder dat cultureele waar den wezenlijk geschaad zullen worden! Spr. deelde tenslotte mede, dat de Ver eeniging het eere-Iidmaatschap heeft ver leend aan de heeren D. G. van Beuningen te Rotterdam, C. II. van Heek te Lonneker en dr. A. F. Philips te Eindhoven. Nadat de schilderijen waren onthuld was het woord aan den hoofd-directeur van liet Rijksmuseum, dr. F. Schmidt Degencr, die met leedwezen constateerde, dat het levens werk van Rembrandt over alle pictured be schaafde landen verdeeld is; alleen Peters- burg was in zijn Hermitage indertijd in het bezit van niet minder dan dertig werken van den meester. Drie van deze werken (rokken voor al de aandacht; een levensgroot naakt „Da- nae", de „Verloochening \an Petrus' en de „Terugkeer van den verloren Zoon Mocht één dezer werken Rusland verlaten, dan meende de Vereeniging, dat dit voor Ne derland behouden rnoest worden. De kroon op het 50-jarig bestaan der Vereeniging was wel, dat de „Verloochening van Petrus", te samen met het Titusportret, voor goed naar Nederland konden worden overgebracht. Spr. schildering op uitvoerige wijze de schoonheid der beide aangekochte werken, die zoowel van het dramatische als het ly rische kunnen van den meester in zijn moei lijksten tijd een uitnemende beeld geven. Hij bracht tenslotte dank aan het Comité 1930 en aan dc „handelskern" van het be stuur dei Vereeniging, de heeren Heldring cn Van Hasselt. In dezen dank betrok hij ook oud minister Terpstra cn de chef van de afdenling Kunsten cn Wetenschappen, die goedmaakten en inhaalden, wat in vroe ger ecuwen verzuimd is, Minister Tl. P Marchant, hierna het woord verkrijgende, zcidc, dat de regeering een laak heeft ten aanzien van de bevorde ring der waardecring van de beeldende kunst Deze taak kan zij echter niet alleen vol brengen en mede uit dit oogpunt is de sa menwerking met de Vereeniging „Rem brandt" geboren. Namens de regeering bood de minister aan dr. Heldring dc gouden Mu6eum-me dailie aan, als blijk van waardecring van diens krachtig werk in dezen, terwijl hij voorts mededeelde, dat het Hare Majesteit de Koningin behaagd heeft, den onder-voor zitter der Vereeniging, den heer J van Has selt, te benoemen tot ridder in de orde van den NederlancLschen Leeuw. (Applaus). Moge de vereeniging haar vaderlandsch werk zoo besloot spr. mei dezelfde toewijding blijven voortzetten. Hierna heeft burgemeester dr. W. de Vlugt een rede gehouden, waarin hij, na het belangrijke werk der Vereeniging te hebben geschetst, mededeeling deed van het feit, dat het gemeentebestuur dr. Hel dring op dezen dag, als erkenning van de groote verdiensten, die hij voor bet behou den en verwervan van Nederlandsche en andere kunstwerken heeft gehad, de gou den medaille der 6tad Amsterdam heeft toegekend. Spr. overhandigde den heer Heldring daarop de medaille met de daarop betrek king hebbende oorkonde. Met een kort woord heeft hierna dr. Hel dring voor de hem verleende onderschei dingen dank gezegd, ook voor die van den heer Van Hasselt, die wegens ongesteldheid de plechtigheid niet heeft kunnen bijwonen. Spr. deed voorts mededeeling van een gift aan de Vereeniging van een kunstlic-. vend echtpaar in den vorrn van Rem brandt's eerste portret van zijn vrouw Sas- kia, dateerend van 1633. De Vereeniging ont ving dit vorstelijk geschenk onder voor waarde, dat de schenkers gedurende hun leven over het vruchtgebruik blijven be schikken; nadien zal de Vereeniging het schiiderij moeten afstaan aan den Staat der Nederlanden ter plaatsing in het Rijks museum. Het kunstwerk zal over eenige da gen tijdelijk in het museum worden ten toongesteld. Tenslotte deelde dr. Heldring mede, dat onder de vele- telegrammen van geluk- wensch er één was ingekomen van de Be schermvrouwe der Vereeniging, H.M. de Koningin-Moeder. NEDERLANDSCHE JOURNALISTEN KRING. Het 50-jarig bestaan. In de bestuursvergadering van den Ne- derlandschen Journalisten Kring zijn de plannen voor de viering van het 50-jarig bestaan der verecniging "definitief vastge steld. De herdenking zal plaats hebben op Za terdag 14 October te 's-Gravenhage en op Zaterdag 21 October te Amsterdam. De op richtingsvergadering van den Kring is op 17 (Jetober 1883 te Amsterdam gehouden. De herdenking te 's-Gravenhage zal be staan uit een receptie* des middags in Hotel Paulez en een officieclen feestmaaltijd voor genoodigden cn leden in Hotel De Witte Brug. Bij de herdenking te Amsterdam zal de Kring officieel ontvangen worden door het gemeentebestuur der hoofdstad. Des mid dags wordt een algemeenc vergadering ge houden, waarin de heer D. Hans, voorzitter van den Kring, een herdenkingsrede zal uitspreken cn verder het woord zal worden gevoerd door de heeren II. Tci steeg, voor zitter van dc vereeniging „De Amsterdam- schc Pers", cn P. A. Haaxman, eere-lid van den Kring, den ecnigen journalist, die alle 50 jaren deel van den Kring heeft uitge maakt, en eventueel nog door anderen. Des avonds is in het Amstel-IIotcI een feeste lijke bijeenkomst voor* de leden met hun dames, gevolgd door een souper Do voor bereiding van de herdenking te Amster dam is in handen van het bestuur der vereeniging „Do Amster.iamsche Pers". Ter gelegenheid van liet feest zal een speciaal nummer van De Journalist ver schijnen. Bijzonderheden over een interessante sleepreis Amsterda m, 10 Juli Hedenmorgen is liet enorme, voor Amsterdamsche en Zaan- damsche houthandlearen bestemde hout vlot, dat 31 Mei 1.1. van Nordmaling in Zweden (Umco-district) is vertrokken, na een voorspoedige, doch allerminst gemak kelijke reis behouden te bestemder plaatse, do nieuwe houthaven van Zaandam, en dus niet in de hoofdstad, zooals oorspron kelijk in do bedoeling heeft gelegen, aan gekomen. Van Nordmaling tot Brunsbuttel is het vlot gesleept door de Zweedsche sleepboot „Prins Bernadotte", welke in laatstgenoem de haven assistentie heeft gekregen van de Duitschc sleepboot. „Heros", welke al slee pende, de reis tot IJmuiden heeft medege maakt en daarna weer is teruggekeerd, ter wijl van IJmuiden tot Zaandam een aan tal sleepbooten van Goedkoop assistentie heeft verleend In gezelschap van den Inspecteur voor de Scheepvaart, den heer van der Boom, zijn wij in de morgenuren aan boord van een boot der havenpolitie het Noordzeekanaal opgevaren, waar wij, even voorbij de Hem brug. voor do eerste maal kennis maakten met do „Prins Bernadotte". een zware, de Zweedscho vlag' voerende zee-sleepboot van TOO P.K., welko van de vermoeienissen van de reis lag uit te blazen. En even later ont dekten wij, in de niéuwe Zaandamsche houthaven, dicht bij den wal en met de sleepbooten van Goedkoop nog vlak in de buurt, het enorme vlot, waarvan het ge deelte, dat boven water uitstak, bclioudens de kleur, den indruk maakte van een ge weldigen onderzeeër. Zooals reeds gemeld is, is het vlot 250 voet lang en 30 voet breed; boven den waterspiegel bedraagt de hoogte 7 en daaronder 18 voet. Op den wal had zich een groot aantal kijklustigen verzameld; do officieele be langstelling concentreerde zich op 't water, waar wij o.a. de booten van den Rijksha- venmeester te IJmuiden cn van den Zaan- damschen havenmeester opmerkten Het relaas van de sleepreis. Omtrent do bijzonderheden van de reis en de constructie van het vlot heeft kapitein Nordin van de „Prins Bernadotte", een stoere, magere Zweed, aan wiens zeeman schap cn deskundigheid op het gebied van dergelijke sleepreizen het in de eerste plaats te danken is, dat dit technisch buitenge woon zware experiment op weergaloos knappo wijze tot een volmaakte oplossing is gebracht, eenige bijzonderheden medege deeld. Zoo deelde de kapitein mede, dat deze reis hem buitengewoon veel hoofdbrekens heeft gekost. Reeds veertig jaren onder neemt hij sleepreizen tusschen Zweden en Leningraden langs dc Zweedsche kust. Doch een afstand als deze 800 A 900 mijl on met zulk een enorm gevaarte achter zich, heeft hij nog nimmer afgelegd. Dc reis heeft één maand cn tien dagen ge duurd. waarbij hij veel zorg cn risico heeft moeten loopen. Bovendien is dit karwei ge paard gegaan met hooge onkosten; o.a. bij liet nemen van een sleepboot in het Kaiscr Wilhelmkanaal, terwijl bovendien de assu rantie tien procent bedroeg van do verze kerde waardo van het vlot. Onderweg heeft hij geruimen tijd oponthoud gehad in Hol- kenau aan het cone einde cn Brunsbuttel aan het andere einde van het kanaal; voorts i<* hij drie dagen wegens slecht weer achter Bornholm in dc Oostzee ton anker moeten gaan, welk eiland beschutting biedt tegen hooge zeeën. De afstand tusschen de sleepboot en het vlot, waarop zich geduren de dc gansche reis niemand bevonden heeft, bedroeg 27U M. liet werd gesleept met één tros, een zware staaldraad met, daarvoor een dikke manilla-lros. een z.g.n acht-dui- mcr. De Duitsche sleepboot, die te Bruns buttel heeft vastgemaakt, is zooals reeds gemeld bij IJmuiden teruggekeerd. Bij de aankomst vóór IJmuiden is het ge vaarte tegen de pier gestooten, waarbij een sleepboot van Wijsmuller assistentie heeft verleend door het weer in het vrije water te duwen. De schade aan pier en vlot toege bracht is volgens den kapitein van weinig beteekenis geweest Omtrent de constructie van het gevaarte deelde do kapitein voorts mede, dat het vlot uit verschillende onderdeden bestaat, wel ke op een afstand van circa ll/s Meter, met zware kettingen zijn vastgesjord, terwijl, over de geheele lengte van het vlot, twee zware kettingen zijn aangebracht, welke weer aan de dwarskettingen bevestigd zijn. De sleeptros was op zeer vernuftige en practischc wijze vastgemaakt, zoodat de trekkracht over de gehcele lengte van het vlot verdeeld werd. Alleen de waarde aan kettingen kan reeds op tienduizend gulden worden geschat. SCHIETPARTIJ AAN DE GRENS. Enschedé, 10 Juli. Gisteren werden bij de politie te Glanerbrug door Duitsche douanebeambten aangifte gedaan, dat in den afigcloopen nacht, vanaf Hollandsch gebied, op hen was geschoten. De verdach ten zijn eenige Nederlanders, die zij, voor de schietpartij begon, in het veld hadden ontmoet. Met jen jachtgeweer hadden zij ver schillende schoten gelost en slechts door in een greppel dekking te zoeken zijn de be ambten het gevaar ontsnapt. Met een re volver hadden zij het vuur beantwoord. De politie stelde terstond een onderzoek in en trof vlak bij de grens de 2 gebr. S. slapende in het veld aan, een jachtgeweer lag naast hen. Het tweetal is ter beschik king van de Justitie gesteld. Het is niet be kend waarom zij op de Duitschers hebben geschoten. DE ROOFOVERVAL TE BERKEL ENSCHOT. Den Bosch, 10 Juli. Het Gerechtshof te Den Bosch deed heden uitspraak in de zaak tegen W. K. uit Den Haag, die door de rechtbank te Breda was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaren, we gens inbraak en rijwieldiefstal op 18 Janu ari 1933 te Tilburg en den roofoverval op Mcje. Piggen. Het Hof veroordeelde K. tot 5 jaren gevangenisstraf zonder aftrek van voorarrest. De advocaat-generaal had jaar geeischt. Prof. Kielstra tot eere-- lid benoemd Coevorden, 10 Juli. Op de gisteren gehouden algemecne vergadering van den Koninklijken Bond van Ridders der Mili taire Willemsorde beneden den rang van Officier; werd Prof. Mr. J. C. Kielstra te Wageningen tot eere-lid benoemde, welke benoeming door Generaal Swart aan den Professor werd medegedeeld cn welke ver volgens door den Professor werd aanvaard. De heer J. Jongman te 's Gravenhage werd tot Voorzitter van den Bond gekozen, ter wijl tot bestuurslid is gekozen de heer W. C. Erkelens te Leiden. In het jaarverslag van clen Bond werd met dankbaarheid gewag gemaakt van het besluit van TI.M. de Koningin, om aan den Bond met ingang van 26 December 1932 het pracdikaat Koninklijke te verleenen. Aan het noenmaal heeft de heer Jong man het tienjarig bestaan van den Bond herdacht cn daarbij vooral hulde gebracht aan de stichters van het Fonds Ridderda- gen, welke de ridders altijd heeft gesteund. In bet bijzonder werd hulde gebracht aan den heer C. van Lennep, die een ovatie in ontvangst had to nemen, alsmede Generaal Swart de eere-voorzitter der Vereeniging. Namens den Raad van Beheer van de "lichting Fonds Ridderdagen, heeft de heer M. C. Koning den Bond toegewenscht voort te gaan op den ingeslagen weg en te ken nen gegeven dat zij die het fonds steunen dat beschouwen als het inlossen van eere schuld tegenover de Oost-Indische Militai ren. Na het noenmaal had de huldiging plaats van vijf ridders welke een jubileum vierden Ridder Vastenholt kreeg een kistje sigaren en ingepakt cadeau, omdat hij veertig jaar ridder is. De ridders Jongman. Van der Waarden, De Vries en Kant werden gehul digd ter gelegenheid van hun zilveren ju-> bileum. De heer Koning omschreef uitvoe rig de wapenfeiten, welke het gevolg heb ben gehad dat zij tot ridder werden be noemd en voegde daaraan toe. dat de be volking in de betrokken streken het na die successen niet weer heeft gewaagd zich te verzetten, terwijl daarna de welvaart intrad en de menschen het veel beter had« den als toen dc Indische machthebbers heerschtcn. Deze toespraak eindigde met een hoera voor Hare Majesteit de Koningin, Groot Meesteres der orde. Generaal Swart heeft de jubileerende rid-i ders. welke grootend eels onder hem ge diend hebben gefeliciteerd, waarna Ridder Jongman voor de huldiging dankte cn den heer Koning toewenschte, dat hij de hul diging zou mogen verrichten tot de laatste ridder, welke thans lid van den Bond is, leeft. De lieer Koning heeft daarna nog in het bijzonder den Burgemeester van Coevorden en de leden van het Van Ileutsz-Comité be dankt voor de schitterende ontvangt der ridder en de groote gastvrijheid welke bc« toond, een gastvrijheid welke bekend was, maar welke ver uitgmg boven hetgeen ver wacht kon worden. De Burgemeester van Coevorden, spre kende namens zijn bevolking verklaarde dat die bevolking gastvrijheid betoonde cn voor een hartelijke ontvangst zorgde, om dat zij waardeering heeft voor den bloem van het Indische leger. Hiermede was de Ridderdag te Coevorden afgeloopen en gingen de ridders Coevorden weer verlaten. Vreemde trappen, ach hoe steil, hoe moeilijk. DANTE. Een liefdesgeschiedenis uit bet oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. Naar bet Engelsch door W. II. C. B 6/ Voordat een van beiden haar kon be danken, was zij de deur al uit. Zij hadden haar aanwezigheid heelemaal vergeten, omdat zij er aan gewend waren dat ze bij na altijd bij hen was. Maar nu werd haar het langer hier blijven ondraaglijk; het was haar onmogelijk hun woorden van liefde langer aan te hooren. Want nu had zij haar eigen herinneringen, die zij mee zou nemen in het graf een mooi, gelukkig souvenir aan dat zalige oogenblik, toen de man, die dood scheen, had adem gehaald cn, in de meening verkeerend dat zij Do lores was, haar in zijn armen gesloten en gekust had. Het was dus maar beter heen te gaan cn buiten te beletten dat iemand hen zou storen. „Heeft zij je gevonden?" vroeg Dolores, toen Inez weg was. „Ja. Ze zei dat jij naar beneden wa6 ge gaan, om je vader te redden." *Ik geloof niet dat ik haar ooit heb be nijd", zei ze, haar handen op zijn schou ders leggend, „maar nu wel, want ik zou er alles voor hebben willen geven, je al lengs weer tot het leven te zien tcrugkee- ren, cn jij zou 'l ook liever hebben gehad, is 't niet?" Zachtjes lachte zij en kuste het antwoord van zijn lippen weg. „Als ik bij je was gebleven, dan was 't nog sneller gebeurd, lieveling. Je zou in je doodsdroom gevoeld hebben dat ik bij je was en je zou je handen naar ine hebben uitgestoken, om weer bij me terug te komen. Zeg dat 't zoo 16! Je zou me daar niet minuten lang met mijn gebroken hart hebben laten liggen, terwijl ik er naar verlangde ook te sterven en s»men te worden begraven. O, mijn kussen zouden je gauwer tot het le ven hebben doen terugkeeren „Ik droomde dat je me kuste en dat ik daardoor weer levend ben geworden." „Ga nu eens hier naast me zitten", zei ze dadelijk daarop. „Het zal me heel moei lijk vallen je alles te vertellen cn 't zal niet lang duren of men komt hier. O. laat men mij hier maar vinden; het komt er nu toch niet meer op aan, want, ik heb hun allen verteld dal ik vanavond al lang in je kamer was." „Hun allen verteld? Aan wien dan? Den koning? Wat zeg je toch?" vroeg hij met een bozorgd gezicht. „Den koning, bet hof, de hecle wereld. Maar 't valt mc veel zwaarder 't jou te vertellen". Zij bloosde en keek een anderen kant uit. „Het was de koning, die je wond de ik hoorde je vallen." „Hij heeft me een 6chram toegebracht Door den val ben ik eenigen tijd buiten kennis geweest'. „Ik hoorde Jiem zijn degen trekken. Je kent toch dat eigenaardige, zachte geluid, dat een degen maakt, die uit een loeren schede wordt getrokken? De koning deed 't snel, en ik wist dat je ongewapend was. Bovendien had je me beloofd je hand niet tegen hem op te heffen." „Ik herinner me dat mijn degen in de schede op tafel lag. Ik greep het wapen met schede en al, om me te verdedigen. Waar is 't nu gebleven? Zeker crgcn6 op den vloer." „Dat duet cr niet toe men zal 't wel weer vinden. Je viel; toen werd 't stil en even later hoorde ik mijn vader zeggen, dat hij je had gedood, terwijl je ongewapend wa6. Daarna gingen beiden heen. Ik was zelf half dood van verdriet, toen ik op den vloer naast je neer viel. Daar lag je, met je hoofd naar de deur en met éón arm uit gestrekt. Zoo zal ik je mijn leven lang vóór me zien, als ik er aan denk Toen moet Adonis me hebben gevonden en hij droeg me weg en Inez ontmoette me op het terras, nadat zij mijn vader in het open baar tot den koning had hooren zeggen dat hij je had vermoord cn de koning had het zelf gedaan. Begrijp je 't?" „Ja, ga voort". Don Jan luisterde adem loos en vergat zijn pijn, die hij af en toe nog voelde. „Toen ben ik naar beneden gegaan, en ik verzocht Don Ruy Gomez naast me op de treden van den troon te blijven staan. Iedereen was in de zaal, de Grandcs, de hertogen van Alva, Medina Sidonia, Me dina Celi, de Infantado, de prinses van Eboli, de ambassadeurs, iedereen, alle hof dames, honderden en honderden menschen, die me bijna allen kenden." „Wat heb je hun gezegd?' vroeg Don Jan zeer bezorgd. „Dat je hier was ge weest.?;' „Ja en nog veel meer. Het was na tuurlijk niet waar, maar ik hoopte dat men me zou gelooven. Ik zei" zij bloos de hevig. „O, ik durf 't je bijna niet te ver tellen! Kun je 't niet raden?" „Dat wij in het geheim waren getrouwd?" vroeg hij. „Dat had je kunnen zeggen". „Neen. Dat niet niemand zou dat heb ben geloofd. Ik vertelde hun," zij wacht te even om haar moed te verzamelen, cn toen kwamen de woorden vlug ha elkaar, alsof zij zich schaamden te worden ge hoord „ik vertelde hun dat mijn vader niet in de misdaad was betrokken, dat ik dit wist,, omdat ik \anavond ai lang in de kamer was geweest, ook toen je werd ge dood, en dat ik hier was, omdat ik je al les wat ik bezat, had gegeven, mijn leven, mijn ziel, mijn eer. alles." „Groote God!" riep Don Jan verschrikt uit. „En dat heb je gedaan om je vader te redden Een oogenblik had zij haar gezicht met beide handen bedekt. Toeri stond zij plot seling op cn ging in de kamer heen en weer loopen. „Ja. Dat heb ik gedaan Wat kon ik an ders doen? Het was beter dat ik mijn on dergang tegemoet ging en mijn loven in een klooster zou eindigen, dan dat rnijn vader zijn leven op het schavot zou laten, Wat zou er met Inez liPbben moéten ge beuren?" „En met je zelf?" Don Jan's oogen volg den haar met bewonderende liefde. „Dat zou er niet op aan gekomen zijn. Maar ik had mijn naam te grabbel ire- gooid zonder iets te bereiken. Men geloof de me wel, meen ik, maar de koning had, om zich zelf te redden, besloten dat mijn vader toch zou flteryen. Ik. ontmoette hem' toen men hem naar de gevangenis bracht. Toen hen ik naar den koning zelf gegaan en toen ik hem verliet, had ik zijn be velschrift om mijn vader dc vrijheid te hergeven, in handen. O, ik wou dat ik dat nog eens kon overdoen, en dat je er bij te-, genvvoordig was; dan zou je trotsch op me zijn. Ik zei hem ronduit dat hij je gedood had, ik hoorde hem dit bekennen, ik dreig de hem het aan het heele hof, de hecle wereld, gansch Spanje te vertellen, als liij mijn vader niet in vrijheid liet stellen. Maar dat andere kun je me dat ver geven, lieveling?" Ze stond nu met uilgestoken handen vóór hem, want zij vertrouwde hem met heel haar hart. „Je vergeven? Wat vergeven? Dat je het dapperste hebt gedaan, dat ooit een vrouw, deed „Ik dacht dat je t in den hemel wel zou begrijpen," zei ze. „Maar 'l is beter dat je 't nu op aarde begrijpt 's is me echter zwaar gevallen het te vertellen." Hij bracht haar beide blanke handen naar zijn lippen en kuste ze. „Wat je deed, was schitterend, maar het zal moeilijk zijn, heel moeilijk, 't onge daan te maken." „Wat komt dat er op aan? Wij welen immers dat 't niet waar is," zei ze. „Laat de wereld maar praten en denken wat ze wil „De wereld mag nooii openlijk een sma delijk woord van je zeggen," viel hij haar in de rede. „Denk je dal ik haar zou toe staan, wat ik den koning zelfs tusschen vier muren verbood? Wees daarover maar niet ongerust; liever zou ik sterven." 1 Wordt veryolgd^ J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5