AMERSFOORTSCH DAGBLAD Kootwijk blijft beschikbaar MODERNE BYOUTERIE Donderdag 10 Augustus 1933 32 e Jaargang No. 35 TWEEDE BLAD OOK NA 1 JANUARI DE AUTO-SLACHTOFFERS VOOREENDERDEKINDEREN FEUILLETON MOORD OP ABBOTSHALL Er bestaat veel kans op behoud van de golf van 1875 meter Het woord aan den omroep Het Handelsblad meldt: In een onderhoud, dat wij met den direc teur-generaal der P. T T., ir. M. H. Dararae, mochten hebben, is ons gebleken, dat het in de bedoeling ligt ook na 1 Januari 1931 de zander ter beschikking van den omroep te blijven stellen. 't Is met eenige aarzeling geweest, al dus zeide ons de heer Damme, dat wij den zender te Kootwijk ter beschikking van de omroepvcreenigingen hebben gesteld omdat er immers steeds een streven is bij die om- roepvereenigingen om over eigen zenders te mogen beschikken. Die zenderquaestio vormt een zeer gevoelig punt en wij hebben er ons zorgvuldig van onthouden het staats bedrijf op den voorgrond te plaatsen. Wij staan op het standpunt, dat de omroep zich zooveel mogelijk op eigen kracht en met eigen middelen moet ontwikkelen, maar in middels hebben wij niet uit het oog ver- loren, dat het staatsbedrijf op zijn beurt tot taak heeft altijd paraat te zijn en wij hebben dan ook de noodige technische er varing op omroep-gebied verkregen. Wij hadden onzen zakelijken omroep en ook I verder strekten zich onze bemoeiingen en proefnemingen uit. Daarentegen waren de zend-apparaten yan den Nederlandschen omroep niet bijgebleven, zij hebben geen gelijken tred gehouden met de technische vorderingen, hetgeen eon gevolg is van het feit, dat er tot heden toe geen machtigingen tot den bouw van eigen nieuwe zenders zijn verleend. Nu het een Nederlandsch belang was ge worden om het buitenland te toonen, dat wij de 1875 M. golf wenschen te behouden en die niet willen prijsgeven, nu er dus èn binnen- èn buitenlandsche redenen voor waren, hebben wij ons bereid verklaard den Kootwijkschen zender ter beschikking te stellen, en hebben wij onze aarzeling over wonnen. In dit geval, nu men algemeen ook in het land meer zend energie verlangde, waren wij 't erover eens wat gebeuren moest! In October komt de nieuwe radio-confe rentie bijeen en zal over de Nederlandsche lange golf beslist worden. Met October zou dan ook de reden vervallen kunnen zijn om via Kootwijk te zenden en daarna zou men 't desnoods weer met de oude zenders kunnen doen tot inzake de zendersquaestie beslist is. Maar daartegen bestond het be zwaar, dat dat dan alleen de groep, die nu op de lange golf zendt, bevoordeeld zou zijn geworden en de andere groep niet. Billijk heidshalve werd daarom reeds direct beslo ten de proef tot 1 Januari te laten voort duren. Onze bedoeling is 't evenwel in de lijn van onze tegemoetkomende houding te blij ven! Staan de omroepverecnigingen op het standpunt, dat zij na 1 Januari niet meer met de kleine energie willen volstaan zoo lang zij niet de gelegenheid hebben gehad het thans gebruikte zendbedrijf te moderni- seeren, dan zal de P. T. T. gaarne den zen der te Kootwijk langer ter beschikking stel len. Daartegen bestaat onzerzijds geen enkel bezwaar. Er moet dan natuurlijk een behoorlijke fiuancieole regeling komen. Thans zijn de financieele lasten voor de omroepverecni gingen tot een minimum beperkt en draagt de P. T. T uit een oogpunt van het natio naal belang bij de 1875 m-golf, een deel van de kosten. Maar of dit ook na 1 Januari zal geschieden staat niet vast. Een kleine ver hooging der kosten zal de omroep er voor over moeten hebben. In elk geval behoeft men zich dus niet ongerust te maken. Kootwijk kan behouden blijven. En zou 't mogelijk zijn de oude 1875 m-zender geheel buiten gebruik te stellen, dan zou mis schien het bedrag der kosten voor de om- roepvereenigingen niet hooger behoeven te worden. De materieeJe mogelijkheid is er dus.. Heeft de omroep zich reeds terzake tot u gewend? Nog niet. En acht u de kans groot op behoud van de 1875 m-golf voor Nederland? Ongetwijfeld zeer groot. De aanspraken voor Roemenië zullen niet te handhaven zijn. En de quaostie der eigen zenders van do omroepverecnigingen? Dan zou m<en tot samenwerking van de betrokken omroepvereenigingen moeten geraken. Er mag toch zeker in dezen tijd niet meer verspilling komen dan er reeds is. De N.D.O., die den lange golf-zendcr ex ploiteert, heeft nu gevraagd dezen zender tot 60 KW te mogen versterken... Dan zou Kootwijk niet meer noodig zijn Noen, maar u weet, de N.D.O. is geen neutraal lichaam en de Andere omroepver eenigingen maken daarvan nu eenmaal niet gaarne gebruik. Overigens zou een zender in reserve, eventueel die te Kootwijk, nooit een bezwaar zijn en de onderdeelen passen in alle mogelijke zenders De rapporten over Kootwijk zijn zeer gunstig en moderne stu dio's zullen op haar beurt aan de qualiteit der uitzendingen ten goede komen! Tot zooverre de even belangwekkende als bemoedigende mededeelingen van den heer Damme. Het woord is thans aan de omroep vcreenigingen! GEVAARLIJKE BRAND TE NIJMEGEN. Op een gashouder. Nijmegen, 9 Augustus. Hedenmiddag was men bezig met het sloopen van een 3000 M® groote gashouder op het terrein van de gasfabriek nabij het station. Bij het snijden van den wand is vermoedelijk een vonk van bet zuurstofsnijapparaat terecht gekomen in de olielaag, welke op het water om den gashouder drijft. Er ontstond een geweldige vlam van zes meter hoogte, die zich spoedig uitbreidde over een breedte van 100 Meter. Do brandweer van de gas fabriek was direct ter plaatse en was na een half uur het vuur meester. Er bestond groot gevaar voor een op 20 Meter afstand gelegen gashouder van 2000 M® inhoud, welke geheel met gas was gevuld. VAN BURINK PANTSERT ZIJN WONING. Om de ruiten te beschermen. Rotterdam, 8 Aug. „Ik heb genoeg van al die stukgeslagen ruiten in mijn wo ning. Er zijn er na do vergadering, die ik in het Gebouw voor Kunsten en Weten schappen heb gehouden, en waarin ik ge sproken heb over „De bezem door de Roode Bonzcnkliok". een stuk of drio aangegaan, zoodat ik mijn ruiten nu maar heb laten blindeeren." Zoo sprak het vroegere com munistische, revolutionair-socialistisch en ARMBANDEN, RINGEN, COLLIERS, - BROCHES, JAPONCLIPS - Amersfoorfsche Kunsthandel Utrechlscheweg 36 - Telefoon 1758 thans partijlooze gemeenteraadslid G. van Burink en terwijl hij dit zei, keek hij, in het deurgat slaande, met welgevallen naar het laatste groote hekwerk van dichtge- vlochten gaas, dat juist met groote ijzeren bouten voor het kantoorraam werd gesla gen. De beide ramen op do eerste verdieping van zijn woning in de Weenastraat alsmede de bovenlichten, waren reeds voorzien van dit dikke gaas en toen ook het kantoor van zijn „Actiecomité van winkeliers en exploi tanten van aanverwante bedrijven", vrijwel was dichtgeklonkcn met het dikke gaas, zag 's hoeren van Burink's eenvoudige huis er weinig vriendelijk meer uit. Het „pantseren" van do woning trok in deze vrij drukke straat heel wat nieuws gierigen. Het raadslid hielp zelf dapper rnee aan het vastklinken der laatste zware Ijzeren bouten die door het kozijn werden gedrévcn (Telegraaf). DE N.R.V. TE LUGANO Een NederhndscfcZu'its sersch feest Lugano, 9 Augustus. (V.D.) De tweede generale reis der Nederlandsche Reisver- eeniging naar Lugano onder leiding van den heer J. Panman, de dames S. Ch. Th Beynen en H. E. van Beynen en de heeien Paul Derjeu, J. A. A v. d. Horst, P. Lok en A. van Houtum mag, mede dank zij het buitenscwoon fraaie weer, uitstekend ge slaagd hceten. Het gezelschap, dat uit on geveer 350 personen bestaat, vertrok j.l. Zaterdagmorgen per extra-trein uit Utrecht ia Basel, waar overnacht werd, naar Lu gano, waar de deelnemers Zondagmiddag aankwamen. Dien avond had in Huguenin de begroeting door verschillende autoritei ten piaats. De algemeene leider, de - lieer Panman, begroette in hartelijke bewoordin gen den Nederlandschen consul, baron van Wassenaar, en diens secretaris, den heer Planje, alsmede den heer Fassbind, voor zitter van Pro Lugano. Daarna sprak baron van Wassenaar het Nederlandsche gezel schap toe. Ilij roemde de organisatie van oeze reis en huldigde in het bijzonder den heer Panman Hij wmschte onze landge- nooten eon aangenaam verblijf in Lugano toe en stelde tenglolte een dronk in op de stad Lugano (luid applaus). De heer W. Fassbind, voorzitter van Pro Lugano, voerde eveneens het woord. Hij wees op de overeenstemming in karakter van de Nederlandsche en Zwitsersche na ties, die beiden in hun geschiedenis heb ben getoond, dappere volken te zijn, die prijs stellen op hun onafhankelijkheid. Hij juichte het toe, dat ook Nederland den on- verzettelijken wil heeft getoond den gou den standaard te willen handhaven en wees er op, dat het tourisme er toe bij draagt de toenadering der volkeren te be vorderen. Do heer Fassbind dronk tenslotte op de broederschap tusschen de naties (le vendige instemming). De avond werd verder opgeluisterd door zang van mej. Beynen en van een klein koor uit Lugano, dat in dc zaal in natio nale kleederdracht verscheen. Zoowel de soliste, als het koor oogstten luid applaus De stemming tijdens dit feest was bijzon der opgewekt, zoodat bij velen deze begroe tingsavond een onvergetelijke herinnering heeft achtergelaten. Gedurende de verdere dagen van het ver blijf in Lugano worden verschillende ex cursies gemaakt. O.a. is per extra-boot en trein een dagtocht gemaakt naar het Como meer met bezoek aan de Villa Carlotta. Heden maakte het gezelschap een autotocht naar Milaan. De automobilist van ervaring maakt ongelukken; niet de pas beginnende rijder Het Centraal Bureau voor de Statistiek paste in zijn Statistiek over do sterfte enz. over het jaar 1931 voor de eerste maal de nomenclatuur toe, die in 1929 door de in ternationale commissie te Parijs werd toe gepast. Deze nieuwe nomenclatuur brengt c-cn vérgaande splitsing van de cijfers der verkeersongevallen, die, naar prof. van Log hem in de rubriek „Arts en Samenleving" van het Ned. Tijdschr. v. Geneesk. meent, wel bestemd is aan het streven naar veili ger verkeer een leidraad te geven. Met een aantal van 491 sterfgevallen op hun rekening zijn automobiel en rijwiel ln 1931 reeds belangrijke!' als doodsoorzaak dan gevreesde kinderziekten als mazelen, dinhterio of roodvonk. Bij bet bezien van de cijfers naar leeftijd en geslacht blijkt liet gevaar bovenal het kind. en in het bijzonder dan nog den jon gen te gelden. Beneden den leeftijd van 10 laar werden 118 jongens, tegen 48 meisjes, slachtoffer van een verkeersongeluk, een derde dus van het ceheeie aantal. De beteekenis van het automobielongcluk benadert men pas door, behalve het aantal dooden te tellen, ook rekening te houden met het aantal ziektegevallen. In 1932 von den er te Amsterdam 9442 verkeersongeval len plaats: 44 met doodolijken afloop, -193 met ernstig lichamelijk letsel. 1381 met licht lichamelijk letsel. De stad verliest niet meer dooden door automobielongelukken dan het platteland. Het cijfer voor Nederlandsche gemeenten erooter dan 100.000 inwoners was 5.9 per 100.000 inwoners per jaar; voor gemeenten, kleiner dan 5000 inwoners 6.2 De schrijver bespreekt dan de verschil lende richtingen in welke do prophylaxis zoekt. Dc noodzakelijkheid van het toezicht op kleine kinderen en van de opvoeding van schoolkinderen in de regelen van het verkeer laat zich uit de cijfers reeds aflei den. Het toezicht op de bestuurders is een minder eenvoudige zaak. Prof. van Loghera blijkt aan bet bewijs van rijvaardigheid geen praeventicve be teekenis te kunnen toekennen. De pas be ginnende rijder is trouwens niet de rijder, die ongelukken maakt. Het is do automo bilist van ervaring, die verlokt wordt tot een wiize van rijden, die voor hem zelvcn en zijn mcdcmenschcn gevaar oplevert. Evenmin beeft de geneeskundige keuring, zooals die in onj land wordt toegepast, preventieve beteekenis, zij beteekent niet veel meer dan een wassen neus. Zou zij ernstig worden opgevat een pe- liodiek, diepgaand onderzoek, waarbij ook op moreele defecten (roekeloosheid) zou moeten worden gelet dan zou zij een on dragelijke last worden, buiten verhouding tot haar praeventieve uitwerking. Wel acht de schrijver het psychotechnische onder zoek van den beroepschauffeur van belang, als mede het verscherpte toezicht op den arbeidsduur. Het hazenslaapje, dat oudtijds den koetsier van den verhuiswagen, op zijn lange nachtelijke ritten, misschien veroor loofd was, kan den autobestuurder niet worden gegund De grootste praaventieve beteekenis hoeft zeker bet politioneele toezicht. Door de macht van zijn motor is de automobilist telkens in verleiding sneller te rijden, dan onder dc gegeven omstandigheden veilig is; streng gehandhaafde voorschriften en strenge straffen zullen hem dus, voorzoo ver noodig, tot gematigd en voorzichtig rij den moeten dwingen. Ook dronkenschap dient streng te worden gestraft. Dit alles geldt niet slechts voor de stad, met de vele kruispunten, de dartele fietsers en de haastige voetgangers, doch ook voor de groote banen van het snelverkeer. Men krijgt den indruk, alsof op de wegen bui ten do centra do automobilisten zicb vrij als vogels voelen: onveilig inhalen en na latigheid bij tegemoetkomen in het dooven van lampen, schijnen eer regel, dan uit zondering. Terecht vraagt men in den laatsten tijd verscherpt toezicht op het materiaal; naar bet voorbeeld van do woning, die onbe woonbaar kan worden verklaard, zou men ook voertuigen die door hun materieele gebreken gevaar opleveren, willen sloopen. Ten aanzien van de verlichting der wo gen merkt de schrijver op: het lijdt geen twijfel dat de tot nog toe gebruikelijke wij ze van rijden, waarbij do automobiel, bui ten de centra, zelf zijn weg verlicht, uiterst primitief is. Men streeft dan ook naar een kunstverliclning. die krachtige autolampen overbodig zal maken Reeds heeft men een rechterlijke beslissing gewenscht over do vraag of men op een door Philips natrium- licht beschenen weg rnet gedoofde lampen mag rijden. Hier gaat men met de prij zenswaardige bedoeling de beteekenis van voldoende wcgverlichting eens goed te on derstrepen al te ver. Zwak lampe-schijn- sel hindert des te minder, naarmate de om geving lichter is, terwijl do beweging van de rijde lichtjes reeds van verre de aan dacht trekt. De bescheiden „stadslampen" zullen dus op een goed verlichten weg voor snelverkeer, zonder eenigen hinder haar dienst kunnen blijven doen. Tof nog toe was er weinig sprako van een indirecte zelfverlichting van het voer tuig Ziuden automobielen met lichtende koetswerken beschenen door verborgen lampjes niet bijdragen tot verhooging van verkeersveiligheid? POGING TOT MOORD. Een gevaarlijk man. Dinsdagavond omstreeks tien uur was de jongeman S. uit Bussum met zijn meisje op de Fransche Kampheide. Plotseling werd hij aangevallen door een persoon,, die hem onder den uitroep van „Ik zoek er nog meer," een snijwond toebracht in de linker zijde en een in den rechterarm. Daarna nam hij over het rijwielpad de vlucht. S. stelde zich onder behandeling van zijn huisarts, die de wonden hechtte. Inmiddels kreeg de 'politie mededeeling, dat iemand openbare schennis der eerbaar heid pleegdeV tegenover twee dames, even eens op de heide. Zijn signalement, dat zoo wel S. als de dames hadden opgegeven, was zeer vaag. Een uur later wist de politic echter iemand aan te houden die een reci divist is op dit gebied. De man bleef ont kennen. Er is echter op de plaats van de aanranding van S. een zakmes gevonden dat nog bebloed was. Een dergelijk zakmes had ook de aangehoudene in zijn bezit ge had. Deze, de 48-jarige W. uit Huizen, had bij de aanhouding ook een fluitje bij zich. S. had beweerd, dat de man onmiddellijk na den aanslag op een soort politiefluitje had geblazen. Woensdagochtend is de man door de mand gevallen wat den aanslag van S. aangaat. Hij werd voor den Officier van Justitie te Amsterdam geleid als verwacht van poging tot moord. STAPERLO TE SCHEVENINGEN, Naar wij vernemen, wordt het spelen van Straperlo in het Kurhaus te Scheve- ningcn 3 September a.s. gesloten met bet oog op het afloopen van het seizoen. Het ligt niet in het voornemen van den burgemeester verder eenig dergelijk spel in den ITaag of in Scheveningen toe to staan. Overwogen wordt in hoeverre en onder welke voorwaarden het volgend seizoen in het Kurhaus te Scheveningen het Straper- lo-spel zal worden toegelaten. Slechts een gezond volk kan groot van karakter zij'n. Een detective-verhaal door PHILIP MAC DONALD Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S. Naast een tafeltje, waarop een blad was gezet, stond zijn gastvrouw. Zij was bezig whisky te schenken uit een ftesch in een glas, ernstig in gedachten verzonken, wat aan haar schoonheid iets bekoorlijks gat. Anthony, nauwelijks wakker, uitte een kreet. Zij draaide zich opeens om. „U was in 6laap," zeide ze. en bloosde, terwijl ze met baar oogen staarde. „Ik ben zoo psychisch, wset u", zuchtte Anthony. „Ik werk altijd, wanneer geesten in de buurt zijn." Zij lachte, en het geluid 'gaf hem nog meer vreugde dan dat hij verwacht had. Evenals haar stein was het zacht, en met een zilveren klank. Ze hief de flssch weer op. „Zegt u hoe veel," zeide ze, en toen hij het gezegd had: „Sodawater?" „Graag een beetje." Hij nam het glas van haar aan, en proefde. „Mevrouw Lemasu- rier, Ik ben vandaag in een groeiende be wondering voor u. Maar nu overtreft u u zelf. Deze whisky is van voor-den-oorlog, denk ik?*' „Ja." Zij knikte, met haar gedachten el ders, barstte dan opeens los: „Vertel me, waarom doet u dit alles voor mij? Waar om steekt u u in al die moeilijkheden? Vertel 't mij toch!" Dezen avond putte Anthony's geest uit zijn Latijnsche voorraad: „Veni, vici vl- cisti!" zeida hij, en dronk z'n glas uit, HOOFDSTUK VIII. De onbekwaamheid van Margaret. Miss Margarett Warren, erg verfijnd in haar kleeding, heur gouden haar glad, alsof haar dag begon inplaats van te ein digen, zat aan haar tafel in Hastings ka mer. Vóór haar lag de blocnote, waarop zij, tien minuten geleden, Anthonys bood schap had geschreven. Zij kende haar van buiten Toen dc minuten voorbij gingen, werd zij hoe langer hoe meer ongerust over het wegblijven van haar patroon. Er was iets dat was duidelijk dat onmiddel lijk gedaan moest worden en er was ai reeds tijd verloren gegaan. Zij kende kolo nel Gethryn genoeg om zeker te zijn, dat zijn praten over een „reuzengrap" camou flage geweest was. „Neen, dit was alles iets, dat met den moord te maken had. Had hij niet met nadruk gezegd, dat rar. Hastings hem moest opbellen, zoodra hij dien man Masterson gevonden had? HIJ moest weten, soheen het, waar die man Masterson geweest was Donderdagavond, den avond, dat Hoode vermoord was." „Ik geloof niet," dacht Margaret, „dat te- mand dien Masterson kent. Dat is allemaal camouflage, dat is 't. En dan dat vreese- lijke latijn. Ik had een beter idee van ko lonel Gethryn. Daar heb je 't: „dit is van 't grootste gewicht. Gehoorzaam onmiddel lijk. Werkelijk Cicero!" Zij keek op haar horloge. Al een kwar tier tijd verknoeid. Zij kreeg een idee. Hastings was uitge gaan om te eten In dat geval kon hij, als hij daar werkelijk h2en gegaan was, nog in dat pseudo-klassieke restaurant „Do Haan" zijn. Zij zond er een boodschap heen, zoo snel mogelijk. Neen, de baas was er niet. „Verduiveld", z>i miss Warren. Zij keek weer op haar horloge. Twintig minuten over tien. Zij zette haar hoed op de kleine zwarte hoed. De a-inteekeningen van Anthony's bood schap legda zij op Hastings' tafel, met een haastig gekrabbeld briefje er bij. Vervol gens ging zij de trap af en Fleet Street in. Na drie mislukte pogingen vond zij een taxi-chauffeur, die 'naar wilde brengen naar Forest Road N.W. 5. De rit, zM de chauffeur, zou do kwestie van een half uur geweest zijn. Margaret gebruikte dezen tijd om twee verhalen te verzinnen, het ecne, als de man Mast arson boven de vijr- tig was, het andere, als hij beneden de vijftig was. 't Waren goede verhalen, en zij was er tevreden over. Het „beneden de vijftig" ging over een oud2 moeder, on juiste identiteit en een ziekelijke verloofde. Dat van „boven de vijftig" was nog beter en ging over een meisje uit Canada, een advertentie uit da „Times" van een ver dwenen personen, tranen, een verloren katje en een treinreis. Beide verhalen waren ver nuftig verzonnen om ruimschoots gelegen- hïid te geven desten man Masterson te on dervragen over zijn gaan en komen op Donderdagavond. Dc taxi stopte. De chauffeur opende het portier. „U bent er miss. Nummer 14." Toen zij betaalde, voelde zij aan haar hart, dat zij zich misdraag. Dat hinderde haar. Zij streed om dit gevoel baas te wor den, maar slaagde er niet in. De taxi hobbelde weg. De weg was stil; te stil, dacht Margaret. Het was er ook somber, te somber. Er waren te vvjinig lan taarns. Er was zelfs geen maan. Nergens waren cr verlichte vensters. Een nare, on herbergzame straat. Zij ontdekte, dat no. 14 een kazerne-hui9 was. Een groot zwart gebouw, waarin eens een groot koopman gewoond kon b ïbbcn, maar dat nu de toevlucht was voor rente nierende kruideniers, zonderlingen, klerken en gescheiden vrouwen Margaret liep langzaam de stoep op. Het portiershokje in het portaal was leeg. Op een van de koperen platen ontdekte zij. dat flat 6 B het hol was van een Jarncs Master son. Flat 6 B scheen het, was op de eerste verdieping. De lift was buiten dienst. Zij liep de trap op. In een vaart overdacht zij haar verhalen, ze punt voor punt keurend. Zij wenschte. dat ze niet gegaan was. gewacht had tot dat Hastings terug was! Vóór de deur van flat 6 B vermande zij zich, sprak zichzelf moed in, en drukto hard op de bel. Er was geen geluid van voetstappen; geen hand aan de knop van de deur maar dc deur zwaaide open. Margaret deinsde terug, terwijl ze een kreet inslikte. Een gilletje ontsnapte haar. *t Was zulk een dwaas gilletje, dat zij er, om lachen moest „Wees niet dwaas, Margaret," zei zo streng tegen zich zelf. „Heb je ooit van aan slagen gehoord bij open deur? Honderd per cent arbeidsbesparing." Maar baar hart bonsde hevig, toen zij het kleine portaal binnen ging. Uit een kamer, recht van haar, kwam een mannen stem. klagend, schel. „Wie is daar?" hoordo zij. „Kom binnen, voor den drommel, kom binnen!" Zij draaide den knop om en kwam in een slaapkamer, die goed gemeubeld was, maar ontzettend wanordelijk. Een bijna uit gedoofd vuur de temperatuur was dien dag boven dc 90 in de schaduw geweest sputterde bij tusschenpoozen poefjes zwarte rook uit den rommeligen haard. Het bedde goed was door elkaar gewoeld en verkreu keld; de helft lag op den grond. Een kleino tafel log op haar kant midden in de ka mer. Verkreukelde kranten lagen overal, overal. In een leunstoel bij den haard zat in elkaar gezakt een man. Zijn haar was in de war, zijn oogen helder, van koorts gloeiend. Sloppels van een zwarten b^ard waren op het magere gezicht Op zijn kaak- bcenen was een gloeiende blos. Een man, die. zooals men duidelijk zag, ziek~was, met hoogo koorts. Men moest medelijden hebben met Mar garet. Zij had geheel :ets anders als dit verwacht. Weer groep een vrees haar ann. Welk een dwaas was zij geweest om te gaan! Welk een dwaas! Deze man Master son was ziek; toch kon zij geen medelijden met hern hebben. Deze te heldere oogen. die op haar gericht waren, waren zoo kwaad aardig in zekeren zin. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5