^oiyiagsbla Aniersfoorisch Dagblad IN DE SCHADUW VAN DE SPHINX DE FRANSCHE ZIENERES FRAYA „DE PAPAVER" ARTIF0RT FAUTEUILS alleenverkoop Firma J.W.van ACHTERBERGH meubileering westsingel 10-13 FILMARTISTEN IN EGYPTE EEN BASKISCHE Aardige kinderjurkjes om te bewerken 55 ets. Schortjes vanaf 25 ets. Ontbijtiakens vanaf 1.10. Wol in vele soorten en prijzen Utrechtscheweg 8Sl - Tel. 15 Vaii hei rvi 10 JAAR GARANTIE De zwerftocht van Willy Fritsch door de woes' tijn. Leopoldine Konstantin: een vrouw van niveau en ontwikkeling. Renate Müller s relaas. Na het beëindigen van do op- name voor de groote geluidsfilm der U.F.A. „Seizoen in Cairo" ga- lukt het ons, Willy Fritsch, de hoofdrolspeler, een paar oogen- blikken te spreken te krijgen. Wekenlang hebben zij onder de Egyptische zon gefilmd Fritsch, zijn tegenspeelster Renate Müller, Leopoldine Konstantin hier voor den eersten keer voor de microfoon Gujtav Waldau pa. Regisseur Reinhold Schünzel heeft de mooiste en interessantste mo tieven op de geluidsfilm gebracht. De film brengt zelfs een naar zijn idee georganiseerden kameelwed strijd met jockeys in beeld. „Wat hebt U alzoo in het land der pyramiden meegemaakt vragen we nieuwsgierig aan Willy Fritsch, die bruin gebrand voor ons staat. „We hebben gewerkt en getrans pireerd 1" is het leuke antwoord. „Wanneer iemand een reis doet, dan heeft hij wat to vertellen.1" Willy knikt ernstig. „Juist." Dan, cenige oogenblikken later „Dat de wereld een dorp is, heeft Reinhold Schünzel kunnen be leven. Ik herinner me, hoe hij in Engelsch-Arabisch koeterwaalsch trachtte een forschen Soedan- neger iets duidelijk te maken, toen er plotseling een gemoede lijke grijns op het gezicht van den zwarte kwam Vertrouwelijk klopte hij onzen regisseur op den schouder en zei toen in vloeiend Duitsch „Mijn beer, is me dint een weerzien Kent U me niet meer? Ik ben toch de kok uit uw hotel We lachen hartelijk. Schünzel treedt op ons toe. „Beste Willy", zegt hij zachtjes „heb je eigenlijk al verteld, wat je in Cairo hebt uitgehaald Das gibt's nur einmal „Denk je dat hen dat interesseert vraagt. Fritsch aan Schünzel. „Natuurlijk." „Nu goed begint Willy Fritsch. Op zekeren morgen waren we met auto's de woestijn ingereden om daar eenige opna men te doen. Volgens het manuscript had ik onder de sphinx ruzie met mijn char mante collega Renate Müller, waar ik ove rigens natuurlijk niets van mag verradeD. Tegen den middag waren we gereed met ons werk. Vol verlangen wachtten we op onze wagens, die ons op een vastgestelden tijd zouden afhalen. Oneindig, angstwek kend stil, onwerkelijk lag het panorama om ons heen. Geen windje, geen zuchtje, niets! Onverdraaglijke hitte, een tropische warm te I Onze verkoelende dranken raakten langzamerhand op Van de auto s geen spoorPlotseling zoek ik naar mijn portefeuille, die behalve belangrijke papie ren ook eenig geld bevat. Hemel, zo is weg Maar waar is ze Daar herinner ik me, dat ik ze in de haast in de hotelkamer heb moeten laten liggen. De wagens zijn nog steeds niet te zien. Zoo spoed ik met een paar haastig verklarende woorden weg. Achter mij de waarschuwende kreten van mijn collega's: „Fritsch; Terug Onge hoorde lichtzinnigheid Kan een zonne steek krijgen Zachter °n zachter wor den de stemmen, totdat ze geheel verdwij nen en ik opgenomen wordt in het zwijgen der vreemde natuur. In rok en lakschoenen geschminkt, zon der hoofddeksel, stelt 0 zich dat eens voor ga, ren, struikel ik door het zand Voorbij de pyramiden. Minstens twee kilo meter. Een dergelijk ongewoon beeld ontstelt begrijpelijkerwijs de Oosterlingen, die ik ontmoet. Bedouïnen, negers, bijna geheel naakt, staren mij aan. En deze blikken ver raden mij, dat zij mij voor waanzinnig, voor een armen idioot houden. Kuchend bereik ik na een goed half uur uitgeput ons hotel. Juist, wanneer de auto's zich voor onze nog steeds braaf wachtende expeditie in beweging zettenOntstelt komt de gérant mij tegemoet, die dan eenige woor den in het Arabisch tegen een negerjongen zezt. Ik bestel ijswater en wankel naar mijn kamer. Ah gelukkig daar ligt inderdaad mijn portefeuille, onveranderd, precies zooals ik haar had laten liggen. Reeds eenige minuten later wordt er op de deur geklopt. De kellner met ijswater Zijn nieuwste flirt! Wllly Fritsch voor de Sphinx bij de buitenopnamen van „Seizoen in Cairo". verschijnt. Bovendien nog een ander, een mij volkomen onbekende man, een Egypte naar. Hij noemt een onuitspreekbaren naam, en voegt er nog ernstig aan toe „Ik ben dokterWanneer de wakkere men- schcnvriend mijn pols voelt, lach ik hem luid in het gezicht uit. „Ach, U houdt me voor een gek Neen, dat plezier kan ik U niet doen. niettegenstaande mijn zwerftocht door de woestijn dat moet ik toegeven rijkelijk woest was Wannneer dc dokter onder het uiten van verontschuldigingen weer verdwijnt, ver dwijnt ook de portefeuille itl mijn zorgvul dig afgesloten koffer. Het is mogelijk, dat de rol, die ik in „Seizoen in Cairo" moest spelen, mij zelf van de belangrijkheid van het geld overtuigd heeft. Ik ben n.l. in dezo film een rijke Amerikaan, die alleen voor zaken leeft, totdat eindelijk liefde voor een brutale Weensche Renate Müller hem totaal doet veranderen. Een gesprek met Leopoldine Konstantin. Een warme voorjaarszon straalt boven Neubabelsberg. Ik zit in de garderobe van Leopoldine Konstantin in de groote Ufa- geluidshal. We knipperen met onze oogen in de zon en babbelen. De kunstenares heeft nog eenigen tijd voordat de opnamen beginnen. Het is pas acht uur 's mor gens, maar in Neubabelsberg begint men al vroeg te werken. Op een tafeltje ligt een foto. Een zonne straal valt er op. Teeder beschouwt me vrouw Konstantin de kleine teekening. „Mijn huis op Sylt. Ik houd van dc Noord zee bizonder veel, do onverbiddelijke eer lijkheid van de zee, de geharde, ruwe men- schen boeien mij. Ik heb behoefte aan deze geslotenheid en eerlijkheid der natuur." „Bent u bij de zee geboren, mevrouw?" „Mijn moeder is een Hamburgsche, mijn vader een Weener. Met het Noorsche bloed van mijn moeder erfde ik het verlangen naar het Zuiden, naar zon en romantiek. En van mijn vader kreeg ik de liefde voor het Noorden, die iedere Oostenrijker in zich draagt. Ik was in Januari eenige dagen in de bergen en toen moest ik medewerken aan de nieuwe groote UFA-film „Seizoen in Cairo." „Naar Afrika moest ik en wel direct. Van het land der eeuwige sneeuw moest ik naar de zonnige woestijn. Ik was zeer blij. Het zwarte werelddeel een geheel nieuw land voor mij. Naar Egypte, naar de pyramiden, koningsgraven, het vaderland van den hei ligen 6carabee moesten we. Over Venetië gingen we het geheimzinnige werelddeel tegemoet. Steeds feller ging de zon bran den. Vreemder en eigenaardiger werden de menschen. Bonter en afwisselender werd het landschap. Eindelijk Cairo; Cairo elegant, internationaal publiek. Het leven in het hotel, donkere inboorlingen. Arabie ren. Ook Duitsch hoorde ik van de Arabie ren, evenals alle andere talen der wereld. Januari, Februari i6 nu niet juist de ge schikte tijd voor Cairo. De rijke Arabiei verlaat tegen dezen tijd zijn land en vlucht voor de onbarmhartige zon'van Afrika. Det> morgens om 7 uur begon on6 werk en tot zonsondergang, ongeveer vijf tot zes uur 's avonds, werd er gedraaid. U ziet, ik ben bruin als een Moriaan. We deden onze op namen in de woestijn, in het landschap, dai zoo geheel en al door do sphinx wordt be- heerscht." „Een vraag! Hoe is de sphinx? Is dc in druk werkelijk zoo geweldig, gaat er werke lijk zoo iets raadselachtigs van dit monu ment uit?" „Ja, dat is werkelijk zoo. Men kan niet zeggen waarom. Eerbiedig verstomt men bij het aanschouwen van dit beeld, dat als een geweldige zwijgende philosoof over de wereld in de verte staart. Men kan zich niet aan deze bctoovering onttrekken." „Welken indruk hebben de uyramiden op u gemaakt?" „Ze hebben mij wel geïmponeerd. Voor mij waren en blijven ze echter slechts ar chitectonische vormingen uit steen, die wel iswaar reeds duizenden jaren bestaan, maar het fascinecrende, bijna hypnotischo van de sphinx hebben ze niet." „Welken indruk hebben de pyramiden „Ik ben de filmmoeder van Willy Fritsch. Een amoureuze moeder, die graag haar jongen met een aardig meisje, Renate Mül Ier, getrouwd zou willen zien. Zij zelf heeft echter ook nog verlangens Dat weten haar kinderen en willen haar daarom ook weer laten trouwen. Dit vrouwenlot uit te beel den en zijn problemen op te lossen, was reeds een gelukkige en veelbelovende op gave." „Is dit uw eerste geluidsfilm?" „Ja. Ik hoop ook op de geluidsfilm het publiek datgene te brengen, wat van mij verwacht wordt, want ik heb mij met groote vreugde geheel voor de vertolking van die rol gegeven." Er wordt geklopt. Dc opnameleider: „Mag ik u verzoeken in het atelier te komen! De opnamen beginnen." We gingen samen naar het atelier. Men zou werkelijk meenen plotseling in Afrika te zijn. Groote hotelhallen, negers, Arabie ren hallucinaties? Neen werkelijkheid! Er wordt een scène opgenomen voor „Seizoen in Cairo." Het was werkelijk een plezier, dit gesprek met de kunstenares, een vrouw van niveau en ontwikkeling. Renate Müller vertelt van Cairo. Het is allerleukst verschillende men schen, vooral vrouwen, hun meening over een en het zelfde thema te laten uitspreken. Ik had reeds met Leopoldine Konstantin over haar indrukken van Cairo gesproken. In het geluidsfilmatelier kreeg ik Renate Müller te spreken. We konden een oogen- blik babbelen, omgeven door Arabieren, Turken, Negers en het heele internationale leven van een groot hotel in Cairo. Ik verzocht Renate Müller om een korte uiteenzetting over haar werk en haar in drukken in het warme Afrika. Ze lachte en meende: „Jawel, warm!!! We hebben van den eersten tot den laat- sten zonnestraal in de hitte van Afrika's woestijn gedraaid. Zoodra de zon onder ging, werd het onaangenaam koel. Het Zwarte Werelddeel oefende een groote aan trekkingskracht op mij uit. Toen ik van de UFA mijn manuscript kreeg over „Seizoen in Cairo", verheugde ik mij ten zeerste op deze nieuwe wereld. Dc woestijn lag in een oneindige uitgestrektheid voor mij! Zand, zand en nog eens zand. Heuvel op, heuvel af. Achter iedere heuvel ver wachtte ik een ander landschapsbeeld. Maar het was steeds hetzelfde: zand, hemel en een schroeiendo zon! Ik weet echter, dat er menschen zijn, die voor velo dagen met tenten er. dragers de woestijn intrekken. Het is daar gebruikelijk, dat de hotels hun gasten kok en bedienden mee geven, die buiten in do woestijn even goed voor de gasten zorgen als in het hotel. Voor deze menschen is dit een ontspan ning. We konden dikwijls drie dagen niet Ik verlangde gedurende mijn werk dikwijls naar ons Duitscbe Noorden. Den dag van het vertrek kon Ik nauwe lijks afwachten. Een verschrikkelijke zand storm haalde een streep door onze reke ning. Wc konden diewijls drie dagen niet draaien. Alleen met doeken voor mond en neus was het mogelijk den korten weg van huis naar de auto te gaan. Op tien meter afstand kon men niets zien. Net als bij de dichtste Londensche mist. Om eerlijk te zijn: ik leed zeer onder het klimaat. Dc Arabieren gaven ter eere van ons prachtige feesten. Men wilde ons zeker al het merkwaardige toonen. wat het land biedt. Ik heb natuurlijk overal een kijkje genomen. Ik was in het Arabierenkamp. Ik was ontsteld. Armoede, bedelaars, bouwvallige huizen. Zieke, hongerige, in lompen gekleedo kinderen, dio in scharen bedelen en schreeuwen. Deze kinderen heb ben geen ouders, geen onderdak, zijn ziek, meestal hebben zij ernstige oogontstekin gen. Een vrecselijke aanblik, dien men niet licht vergeet. In de stad echter waren do prachtige bazars, de paleizen der rijke Ara bieren. de geheclo internationale luxe. Men vermoedt niet. hoo dicht hier armoede en bittere ellendo naast rijkdom en weelde bui zen. Middenstand kent men niet. Men i3 óf arm óf rijk." NEDERLANDSCHE GELUIDSFILMS. Jan Pieter en zijn avonturen. Binnenkort zullen de eerste twee geluids films gereed komen van de serie: Jan Pie ter en zijn avonturen. Deze serie, die gemaakt wordt door Ma- nus Franken, behandelt de lotgevallen van een klein jongetje Jan Pieter en zijn con flicten met de groote wereld. De titels van de eerste filmpjes zijn: Jan Pieter en de veldwachter en Jan Pieter en zijn zusje. PAR1JSCHE BRIEVEN Klein hupsch vrouwtje met scherpe oogjes, komisch, maar ook waardig Zij kan ook zwijgen! P a r ij s, Augustus. De vermaarde hittegolven, die naar men zegt altijd kornen van uit Amerika, waar van men in vroeger jaren niet hoorde, zoo- dat men dan ok nin lor ktte >i> de uit werking ervan, die ondragelijke hittegol ven, die vroeger met een veel gezelliger woord in Frankrijk „canicule" heetten, „hondsdagen' bij ons, zijn ook dit jaar weer krachtig in Parijs werkzaam geweest. De theaters sluiten, voor publieke lezingen is het ook veel te warm, alleen de bioscoop doet ongestoord zijn plicht. Maar speciale Franschc, en Parijsche films zijn ook el ders te zien, en wat hier vertoond wordt is bij voorkeur Amerikaansch. Alleen tie metro vertoont opnieuw een goede kant. de lucht mag daar dan al wat bedorven zijn, het is in die ondergrondsche tunnels nu koel, zooals het er in den winter warm is. Misschien is het nu de tijd om een be zoek af te leggen bij madame Fraya. Ma dame Fraya is een zieneres en vertegen woordigt als zoodanig een kant van de Pa rijsche wereld waaraan de vreemdeling meestal niet denkt, een typisch mondaine belangstelling voor het bovennatuurlijke: zoo was het in vroeger eeuwen, aan het hof van Catharina de Médlcis al, zoo was het in do omgeving van Marie Antoinette, zoo in de tweede helft van de negentiende eeuw nog, wat de successen verklaart van aller lei magiërs, al of niet aangesloten aan het Rozenkruis, van beroemde figuren als Sta nislas de Guaita en van Vintras, die bij de groote wereld van zijn" tijd een soort Ras- poetin was. Iedereen heeft wel gehoord van Madame Lenormand, de beroemdste waar zegster misschien die Frankrijk heeft opge leverd; haar kaarten tenminste zijn ook in ons and druk verkocht, met een specia lo editie voor de koloniën, want ook op Ja va kon men ze op vele tafels zien liggen, in rijen en in kruisvorm, zooals de wetten van het ontsluieren van toekomstmysterien dat voorschrijven (Later werden deze kaarten, maar vruchteloos, beconcurreerd door een ander kaartspel van den „Groo- ten Italiaanschcn Spiritist Crusando"). Een andere historische zieneres, die veel oor logsprofetieën heeft gedaan die wel niet allemaal zij uitgekomen (maar als men een deel kan 7ien van wat de toekomst brengen zal is dat toch al meer dan menigeen zeg gen kan) was Madame de Thèbes. De Duit scbe regeering heeft gedurende de oorlog een dankbaar gebruik gemaakt van de zie nersgaven van zekere Sylvia, maar 1e Fransche regeering bad daartegenover h&èr zieneres: Madame Fraya, nog altijd in le ven. Zij was in Bordeaux bij Poincaré toen de Duitsche invasie noodlottig scheen te zul len worden voor Parijs. Zij had jaren lang een regeeringssubsidie; wellicht heeft zij dat nu nog: in ieder geval is zij nog altijd te raadplegen voor oud en jong, rijk en arm 's morgens veel volksvrouwen, 's middags dames van de wereld en actrices en haar adres is in de de Rue d'Edin- bourg, in het achtste arrondissement. Als het in haar vertrekken koel is, en de toe komst het den bezoeker niet te warm maakt, en de prijs met den crisistijd reke ning houdt (er worden, naar men zegt, ook gratis biljetten verstrekt) is het misschien het beste nog om zich in deze dagen te begeven naar Madame Fraya, inplaais van vruchteloos in La Semaine k Paris te on derzoeken hoeveel theaters er nog geslo ten zijn. Madame Fraya is van afkomst een Bas- kische. Twintig jaar geleden was zij nog een klein jong meisje, dat in Parija rond geleid werd door de bekende socialistische vrouwelijke journaliste, Séverinc. Van Sé- verine kreeg zij ook haar „nom de guerro" Fraya, die haar zeker geluk moet hebben gebracht, want de allereerste avond van haar optreden, op een liefdadigheidsbal, kreeg zij 30.000 francs bijeen; den volgen den dag leidde de redacteur van „Le Temps*' haar rond op alle krantenbureau's en in minder dan geen tijd werd zij beroemd. Zij ziet in do hand, of liever, zij ziet mis schien terwijl zij do hand vooral voor het contact neemt, in de nevelen, als onze Haagsche beroemdheid met de Fransche naam, Loubé. Zij is een klein hupsch vrouwtje, m^t scherpe oogjes, een rond dik gezicht, komisch, maar ook waard?*, zooals zooveel zieneressen, met een prach tiee paarlen ketting om de korte hals. als 7ij hoog bezoek ontvangt, en m°t allergek ste kru'leties nu het hoofd. Zij heeft ieder een gekend bijna alle staatsmannen heb ben vertrouwelijk met haar omgegartn: Briand mocht haar graag, de Franschc schrijver Pierre Loti schreef opgetogen over haar nadat hij haar bij Koningin Nathalie ontmoet had; de onlangs overleden dichte res Gravin de Noailles bezong haar in onge. tvvijfeld klassieke verzen. Politici en minis ters gelooven al even sterk in haar als de vrouwen van de wereld: aan den grooten so- cialistischen leider Jaurès voorspelde zij zijn gewelddadige dood, maar tot haar ver wondering moest zij toen bespeuren, dat hij die zelf al vooruit wist... Op het oogen blik is zij nog al pessimistisch aangelegd. Niet dat zij direct over de gevolgen van Hitler's oppermacht in Duitschland spreekt; over zulke dingen laat zij zich althans in het publiek niet uit. Maar de toekomst van de heele wereld, zegt zij. en ook hierin lij ken haar sombere oogenblikken sprekend op die van Madame de Thèbes, is allesbe halve rooskleurig' de wereld gaat nog groo te catastrophen tegemoet. Haar klanten echter vragen bijna altijd naar andere dingen: al3 de crisistijd hun zorgen baart, is het toch vooral als ouder deel van de eigen beslommeringen. Madame Fraya moet in dezen tijd, waarin zoo naar collectieve bewegingen gestuurd wordt, toch wel een groot geloof behouden aan het on uitroeibaar persoonlijke, individueelc in de menschen: vooral bij de vrouwen blijft de grootst» zorg nog altijd de liefde Weinig menschen vragen naar hun dood. Misschien ziet Madame Fraya die soms ook heel dui delijk in het verschiet, misschien zou zij soms de juiste datum kunnen zeggen, maar de omgang met zooveel menschen heeft haar natuurlijk wijs gemaakt, ook als zij niet van huis uit wijs zou zijn geweest, zijnde een geboren zienpres Zij weet niet alleen alles te zeegen, zij kan natuurlijk ook zwijgen, en ril vergeet zeker niet dat in dr» intimiteit die Mi baar vak hoort, de tact een groot bestanddeel r*nn* 7«in. POrOMAK.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 13