de leidsche stadhuisbouw
wettelijke regeling der
afbetaling
'AMERSFOORTSCH DAGBLAD
Vrijdag 18 Augustus 1933
32 e Jaargang No. 42
adviescommissie brengt
haar rapport uit
MALAISE BIJ DE RIVIER-
VlSSCHERIJ
CREDIETGEVERS
VERGADEREN
FEUILLETON
MOORD OP
ABBOTSHALL
Waarom zij *t ontwerpt Blauw, schoon
dit zich niet aan het gestelde
program houdtde voorkeur
geeft
Het rapport der adviescommissie voor
den bouw van het nieuwe Leidsche stad
huis is thans gepubliceerd. Zooals hekend
hestaat deze commissie uit de heeren. dr.
H. E. van Gelder, voorzitter; dr G. C. Bre
mer. H. van der Kloot Meyburg, dr. ir. J.
H. Plantenga. A. M. de Blauw, leden en ir.
G. L. Driessen, lid-secretaris. In herinne
ring zij gebracht, dat het hier niet gold een
prijsvraag, doch een opdracht, volgens een
bepaald plan van eischen. Tot het maken
van een ontwerp zijn, ingevolge besluit van
den gemeenteraad, uitgenoodigd vijf archi
tecten: Blaauw, Kropholler, Mertens, J van
der Laan en B. Huurman, beide laatstge
noemden Leidsche architecten, omdat da
Leidsche gemeenteraad van oordeel was
cok twee Leidsche architecten te moeten la
ten mededingen.
In ons blad van Donderdagavond 6 Juli
hebben wij reeds gemeld, dat de advies
commissie van oordeel was. aan het plan
van den architect Blaauw de voorkeur te
moeten geven, hoewel deze zich niet ge
heel aan het program van eischen had ge
houden.
In het thans gepubliceerde officieele rap
port vonden wij de bevestiging van het
geen wij toen hebben gemeld.
De advie3-commissie komt, na in een
beschrijving en een uitvoerige beoordeeling
der plannen te zijn getreden, waaromtrent
wij ons voorbehouden er nader op terug
te komen, tot de volgende samenvatting een
eindoordeel.
„Voor de oplossing van het Leidsche
Raadhuisvraagstuk met behoud van den
ouden gevel waren naar de mecning van
onze Commissie in beginsel twee oplossin
gen mogelijk. De eerste zou zijn een ont
werp, dat in plattegrond en vormgeving
sterk de persoonlijke opvattingen van den
bouwkunstenaar weerspiegelt cn toch den
Breestraatgevel, noch als bouwmassa noch
in verschijning afbreuk doel.
De tweede zou zijn een ontwerp, dat zich
in algemeene vormgeving geheel onderge
schikt maakt aan het door den gespaarden
gevel beheerschte gedeelte, zonder copie
van het oude te zijn.
De geboden oplossingen, waarbij in eerst
genoemde richting gezocht is, hebben naar
de meaning der Commissie gefaald. De in
de tweede richting door den heer Blaauw
nagestreefde poging heeft echter een geluk
kiger resultaat opgeleverd. Dit moge blij
ken uit de samenvatting, welke de Com
missie op grond van de hiervóór gegeven
beoordeeling meent, zeer kort als volgt te
kunnen geven:
Het ontwerp Buurman, hoewel in zijn
indeeling verdiensten niet te ontkennen
zijn, kan tengevolge van de hiervóór ge
noemde bezwaren tegen de wijze van aan
sluiting aan den ouden gevel en tegen de
vormgeving in het algemeen, niet voor uit
voering worden aanbevolen.
Het ontwerp Kropholler geeft r.aar het
uitwendige een oplossing, welke tot eene
aanbeveling voor uitvoering zou kunnen
leiden, ware het niet, dat tegen de onver
brekelijke daarmede verbonden indeelingen
van de plattegronden en tegen sommige
gedeelten der binnenarchitectuur overwe
gend groote bezwaren bestaan.
Het ontwerp Van der Laan biedt onge
twijfeld, vooral in zijn indeeling veel goeds;
uit den algemeencn opzet, vormgeving en
ruimteontwikkeling spreekt echter te wei
nig het vercischte monumentale karakter,
terwijl de ontwerper er niet in is geslaagd
een goede aansluiting aan den ouden gevel
tot stand te brengen; tegen de aanbeve
ling voor eventueele uitvoering hiervan
heeft de Commissie daarom bezwaar.
Het ontwerp Mertens heeft uitstekende
elementen; de plattegrondindeeling, of
schoon niet zonder het gebrek van de te
lange en smalle gangen, is fraai; het vrij
toegankelijke binnenplein is zeer te prij
zen. Evenwel is de minder geslaagde vorm
geving een te ernstig bezwaar om het plan
voor uitvoering aan te bevelen.
Het ontwerp Blaauw ten slotte heeft èn
als monumentale oplossing èn als indee
ling uitstekende kwaliteiten; de vondst van
het open plein aan de Vischmarki mag bij
zonder gelukkig hectcn en de uitstekende
wijze, waarop niet slechts de oude gevel,
maar het gehcelc Breestraatgcbouw tot zijn
recht wordt gebracht, is zeer prijzenswaard.
Daartegenover staat, dat de ontwerper
zich ten opzichte van het terrein niet ge
houden heeft aan het gestelde program.
Waar onze Commissie zich wèl gebonden
acht door dit programma, dat door uw col
lege in dezen vorm is vastgesteld in over
eenstemming met de besluiten van den Ge
meenteraad, mag onze Commissie, hoezeer
het haar in dit geval ook moge spijten, op
dezen forrneclen grond, evenmin de uit
voering van dit ontwerp aanbevelen.
Zij zou nu uw college kunnen raden den
heer Blaauw op te dragen een tweede ont
werp te maken met handhaving zijner ge
dachte, doch binnen de grenzen van het
beschikbare terrein; zij is echter zoozeer
overtuigd, dat dit plan minder goed zou
zijn dan het voorgelegde, dat zij zich van
dezen raad moet onthouden Zij meent der
halve dat. gegeven de uitstekende kwalitei
ten van het plan, ontheffing dient te wor
den gevraagd van het raadsbesluit, dat de
drie perceelen aan de Vischmarkt en de
Breestraat buiten het bouwterrein houdt.
Deze ontheffing verleend zijnde kan naar
hare meening den heer Blaauw de opdracht
tot 'verdere uitwerking van zijn plan wor
den gegeven.
De Commissie blijft van oordeel, dat
daarin een onbillijkheid ligt tegenover de
andere uitgenoodigde architecten, die zich
angstvallig hebben onthouden van vrijhe
den, welke de heer Blaauw zich heeft ver
oorloofd. Zij betreurt het. dat de door haar
voorgestelde maatregel, die den architecten
althans een nieuwe kans gaf, niet kon wor
den toegepast. Zij ontveinst zich echter
niet, dat het toch twijfelachtig is of die
kans op een zóó gelukkige wijze zou zijn
benut geworden, dat de aan het plan
Blaauw verbonden voordeelen nóg zouden
zijn overtroffen.
Ten slotte moet men toch ook dit in het
oog houden, dat het groote belang voor
Leiden, dat het weder de beschikking krijgt
over een monumentaal en practisch raad
huis, zwaarder moet wegen dan persoon
lijke belangen. En de Commissie is een
stemmig overtuigd, dat het ontwerp Blaauw
aan dezen voor Leiden te stellen eisch
voortreffelijk beantwoordt".
Uit het rapport stippen wij nog aan, dat
naar het oordeel der Commissie de toren
van het ontwerp Blaauw uiterst gunstig is
gelegen in den hoek van het Vischmarkt-
plein, waardoor het oude beeld wordt her
steld. De over het algemeen gunstige vorm
herinnert aan den ouden toren, zonder
daarvan een copie te zijn. Enkele onderdee
len o.a. de groote ramen in den torenromp
komen minder geslaagd voor.
Het materiaal der nieuwe gevels bestaat
uit zandsteen. De kosten verbonden aan
de uitvoering \an het plan Blaauw wor
den geraamd op 1.'208.310.waaronder
begrepen is een bedrag van 247.000.—
voor bijkomende werken.
VIER KINDEREN VERDWAALD
OP TERSCHELLING.
's Nachts in een vluchlliuisje
aangetroffen.
De secretaris van de N.Z.H. Reddingmij,
Mauritskade 63, Amsterdam, deelt aan de
Tel. mede, dat dezer dagen, toen een storm
wind waaide over het eiland Terschelling
de secretaris van de plaatselijke Commissie
aldaar, de heer D. II. Doeksen, des avonds
ten 10 uur bericht ontving, dat voortdurend
werd gebeld door de telefoon van het
vluchthuis voor schipbreukelingen, dat zich
ver weg bevindt op de zich ten Oosten van
het eiland uitstrekkende Boschplaat. Onaf
zienbaar ver strekt zich daar de zandvlakte
uit. Bootsman Hek van de reddingboot te
Oosterend werd er met paard en kar heen
gezonden. Des nachts te 1 uur ontving de
heer Doeksen weder bericht. Er bevonden
zich vier kinderen in het vluchthui6je. Zij
waren '6 middags orn vier uur gaan fietsen
en bereikten met den stormwind mee ge
makkelijk het Amelandergat vanwaar ze
over de Boschplaat naar huis terug wilden
keeren. Maar dit viel niet mee. Afgemat
bereikten ze eindelijk het redd in chu is je.
Daar lazen zij de instructie en handelden er
naar zoodat de bewoonde wereld kennis
kreeg van hun verblijf. Aan het redding
huisje dankten zij hun behoud.
Steunmaatregelen gevraagd voor
de Woudrichemsche visschers
Het Tweede Kamerlid Drop heeft aan de
Ministers van Economische Zaken cn van
Sociale Zaken de volgende vragen gesteld:
I. is het den Ministers bekend:
a. dat tengevolge van de slechte vangsten
en de lage prijzen de uitkomsten der rivier-
visscherij zooals deze onder anderen en
voornamelijk vanuit Woudrichem wordt uit
geoefend, de beroepsvisschers in zeer slech
te omstandigheden zijn komen te verkeeren;
b. dat ook, doordat de zalmvangst onvol
doende is, bijv. over het eerste halfjaar 1933
te Woudrichem slechts zeven zalmen wer
den aangevoerd, terwijl dit aantal over 1932
nog 97 was, tegenover de jaren 1927 en 1928
nog 2570 en 1350, eendeel der beroepsvis
schers, dat ook als loonvisschers bij de zalm
visscherijen werd geplaatst, geen emplooy
kan vinden;
c. dat de sterk verhoogde invoer van aal
en paling uit Noorwegen en Denemarken op
de resultaten der aal- en palingvisscherij 'n
nadceligen invloed heeft;
d. dat het gevolg van alle voornoemde
omstandigheden is, dat de visschers te Wou
drichem zich reeds thans om ondersteuning
bij het gemeentebestuur moeten aanmelden,
terwijl dit nog het vorig.-jaar eerst in No
vember het geval was?
II. Isl het waar, dat het gemeentebestuur
van Woudrichem het in vraag I vermelde
op 15 Juli 1933 ter kennis van één der Minis
ters heeft gebracht, omdat de fïhanciecle
omstandigheden der gemeente het vaststel
len van een steunregeling voor deze groepen
visschers uiterst moeilijk maken, terwijl
voor de vaststelling van een van Rijkswege
gesubsidieerde steunregeling het feit, dat
deze groepen visschers tot nu toe niet als
crisiswerkloozen werden beschouwd, in den
weg staat?
III. Willen de Ministers ten spoedigste de
afdoening van het verzoek van het gemeen
tebestuur van Woudrichem bevorderen, het
zij door het treffen van steunmaatregelen
ten behoeve van het bedrijf o.m. door con-
tingcnteering van invoer van aal cn paling,
hetzij door opname van alle visschers in een
vast te stellen steunregeling met Rijks-sub
sidie en met hoogcrc normen dan die van
7 per week voor ongeorganiseerde cn 8
per week voor georganiseerde gezinshoof
den?
MARINEMUTATIE.
Bij beschikking van den minister van De
fensie is de officier-vlieger der 2e klasse
A. W. C. den Ouden den llen September
ae. geplaatst bij het vliegkamp .,De Koog".
's-Gravenhage, 17 Aug. In „Victoria"
heeft heden de Nederlandsche bond van
credietgevers een vergadering gehouden,
onder voorzitterschap van den heer J. Vcn-
nix. De aanleiding tot deze bijeenkomst
was het rapport, ingediend door de commis
si.? inzake wettelijke regeling van de afbe
talingsovereenkomst, welke commissie in
dertijd door de regeermg is benoemd Be
sproken werd een ontwerp van een adres,
dat de bond aan de regeering zal zenden.
De secretaris, mr. II. J. C Kok, lichtte het
ontwerp-adres toe. Hij merkte op, dat er
wetsontwerpen dreigen, die beoogen, den af-
betalingshaudel aan banden to leggen. Do
commissie, in 1930 door den minister van
Justiti3 ingesteld, telde geen leden met
practische ervaring var. den afbetalingslian-
dcl. De commissie heeft het vraagstuk ook
economisch beschouwd, maar zulk een be
schouwing ligt niet op onzen weg. Intus-
schen heeft dr. Van Genechten in „Econo
misch Statistische Berichten" de wetsont
werpen als economisch onoanvaardbaar ge-
qualificeerd. Het is ons bekend, dat de mi
nister aan het einde dezer maand de afbe
talingswetsontwerpen aan den Raad van
State zal sturen.
Een misstand is de cumulatie, de opeen-
hooping van schuld in één hand, die ze nfet
betalen kan. Wettelijke regeling kan dezen
misstand niet wegnemen, Wel het particu
lier initiatief, dat plaatselijke bureaux moet
stichten, welke cumuiatie moeten voorko
men. Een andere misstand is het mislei
dend optreden van colporteurs, die volgens
de wetsontwerpen certificaten moeten heb
ben, uitgereikt door de kamers van koop
handel, waarin echter als regel g?en men-
schen zitten met practische ervaring van
den afbetalingshandel. Aan een vaste com
missie van de Kamer van Koophandel moet,
zoo zette spr. uiteen, een adviseur met prac
tische ervaring worden toegevoegd. De eer
tificalen zouden moeten worden uitgereikt
door de landelijke organisaties van crediet
gevers, maar dia zouden dan ook alle ere
dietgevers moeten omvatten. Van de zijde
der koopers zijn nog misstanden £le ver-
waarloozing der goederen, die geleverd zijn,
en de onwil tot betaling.
De wetsontwerpen zijn niet geschikt orn
de misstanden weg te nemen. Dit kan wel
het particuliere initiatief
Onze grootste grief tegerj de wetsontwer
pen betreft het vergunningsstelsel, dat aan
leiding kon geven tot ongebreidelde ambte
lijke willekeur en onbillijkheid. Het wets
ontwerp heeft aen prijsgrens van 50, wel
ke totaal willekeurig is. Staat een hande
laar, die stofzuigers verkoopt van boven de
50, moreel daarom hooger dan een han
delaar in gramofoonplaten, die geen 50
kosten? Het zal voorkomen, dat, als goede
ren 10 duurder worden, men niet onder
het vcigunningsstelsel zal vallen, hoewel
men er eerst wel onder viel. Spr. ontwik
kelde nog me?r bezwaren, met name tegen
de regeling van het verhaal. Een huurkoo
per, wetende, dat een beperkte cessicrcge-
ling bestaat, zal licht onwillig worden tot
betaling. Dit leert de ervaring, met de geld
schieterswet opgedaan De wetsontwerpen
gaan te eenzijdig uit van de gedachte, dat
verhaal op het gehecc loon den arbeider
in ongelegenheid brengt. Een bezwaar be
treft ook h?t verplichte beraad van man en
vrouw, dat geheel in strijd is met den geest
onzer wetgeving tot nu toe.
In het algemeen is er trouwens geen re
den, waarom er een wettelijke regeling spe
ciaal Van het huurkoopstelscl zou moeten
komeji. In het rapport is een paragraaf ge
wijd aan de stelling, dat huurkoop tot woe
ker leidt. Maar daar staan wij, bonafide
crediitgevers, buiten. Wij heftbon geen groo-
tere winstmarge dan gemeentelijke instel-
lingen. Woeker kan voorkomen, in enkele
gevallen, maar die rechtvaardigen niet de
paragraaf. De vrees voor woeker levert den
•grond voor het vergunningsstelsel, dat voor
ons vernederend is. Zijn wij dan zoo slecht?,
vroegen wij ons af. En de vergunning zal
ontnomen kunnen worden, reeds als er
vrees bestaat voor misbruiken.
Bij de geldschieterswet handelen de amb-
t3naren naar hun geweten, maar de één
heeft een heel ander geweter dan de ander.
Dezelfde persoon zal te Amsterdam wel, in
den Haag geen vergunning krijgen. Ziehier
ambtV.ijkc willekeur. He', beroep op Gede
puteerde Staten ten deze zal die willekeur
niet kunnen voorkomen. Zoo zal het ook bij
de afbetalingswitten gaan Wij zullen ook
geen contracten mogen sluiten, waarin de
koopers van het recht op reclame afstand
doen.
Op allerlei ander gebied mogen zulke
contracten wel worden gesloten. De uitzon
dering voor ons is sterk af te keuren.
Er is geen we'tclijke regeling noodig, als
de bonafide credietgevers zich organiseeren
en de excessen tot een minimum terug to
brengen, door goede informatieburcaux,
door een stelsel van certificaten, door de
organisaties uit te reiken, enz. (Applaus).
Mr. Kok las vervolgens het ontwerp-adre3
voor.
Hierna werd gepauzeerd.
Na hervatting van de vergadering deel
de de heer Spiering, van Dordrecht, mee,
dat de Dordrechtsche vereeniging van cre
dietgevers met algemeene stemmen heeft
besloten, over te gaan naar den Ncderland-
schen bond van credietgevers (Applaus).
Dc heer Boas merkte voorts op, dat elke
bonafide handelaar het eolportage-systeem
verfoeit uit den grond van zijn hart, en
ook, dat het soms wel gewenscht is, de
handleekening te hebben van man en
vrouw. De desbetreffende bepalingen van
het wetsontwerp zijn niet zoo verwerpe
lijk. Bovendien geldt de eisch van de hand-
teckening van man en vrouw alleen voor
huurkoopcontracten, niet voor gewonen
aankoop. Als voorts overal in het land
bureaux bestonden als dat tc Rotterdam,
zou de cumulatie wel verminderen.
Dat het colportagesysteem aan wettelijke
banden wordt gelegd, moet elke bonafide
handelaar toejuichen. Ten opzichte van
het adres aan de regeering was spreker
niet zeer optimistisch gestemd. Wat be
treft de toetreding van de Dordtsche ver
eeniging tot den bond, stelde spreker in
het licht, dat de Rotterdamschc vereeni
ging goed is georganiseerd cn een goed
bureau heeft en dat er eerst goede plaatse
lijke vercenigingcn moeten zijn, voordat
alle plaatselijke vcrcenigingen overgaan
tot den bond.
Een andere spreker zette nog hierna uit
een, dat men met het adres niet veel zal
opschieten. De wet komt er toch. In het
adres moet ook staan, wat de bond zelf
zal doen ter verbetering van den toestand.
Mr. Kok, de gemaakte opmerkingen be
antwoordende, zcide, dat het wetsontwerp
een knap stuk werk is, maar dat het dc
vraag is of het te gebruiken is. Inderdaad
zijn er colporteurs, die contracten afsluiten
op een manier, die niet te pas komt.
Er ontwikkelde zich een gedachtenwis-
seling over de vraag, of men door een con-
trólcburcau van een vereeniging tegen de
cumulatie voldoende kon waken In tegen
stelling tot den heer Boas betoogden dc
voorzitter cn eenige andere aanwezigen, dat
men er alleen rnet contrólebureaux van
plaatselijke vereenigingen niet in alle ge
vallen van cumulatie komt.
Mr. Kok verklaarde nog, een stil ver
moeden te koesteren, dat het wetsontwerp,
indien het wordt ingediend, in de Tweede
Kamer duikelt. Het is hem bekend, dat er
belangrijke juridische bezwaren tegen be
staan.
Met de gebruikelijke plichtplegingen sloot
de voorzitter dc vergadering.
IIoop cn herinnering zijn rozen, die aan
denzelfden stam groeien als de werkelijk
heid, maar vrij zijn van doornen.
Een detective-verhaal door
PHILIP MAC DONALD
Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S.
31
i,'t Spijt mij," zeide zij, toen hij de deur
opende, „dat mr. Hastings niet kon komen.
Ik had gehoopt in de gelegenheid to zijn
hem persoonlijk te bedanken."
Anthony, ecnigszins pijnlijk getroffen,
monterde zichzelf op met de gedachte, dat
er een lach was geweest in haar stem. Hij
wierp een blik op haar gelaat. Het vertelde
hem niets. Haar reistasch werd naar bui
len gebracht en in den wagen gezet.
.,Ik rijd zelf," zei Anthony. „Wilt u voor
zitten?"
Zij glimlachte tegen hem cn ging op de
Plaats naast den bestuurder zitten.
Gehinderd door de beroering, die deze
glimlach binnen in hem teweeg bracht,
reed Anthony het hek uit den smallcn weg
naar de brug met een ongeoorloofde snel
heid. Maar daarna verminderde hij zijn
vaart, zich erg schamend. Een nieuwe sen
satie vQor Anthony Ruthven Gethryn.
„Het spijt me," zei hij, „maakte die snel
heid u angstig?"
Zij keerde hem haar gezicht toe, niet het
gespannen bleeke, dot hij verwacht had,
maar een blij, levenslustig van achter de
bekoorlijke sluier.
„Niet in 't minst," zeide zij, en haar lach
klonk in haar woorden. „U ziet, na gisteren
en alles wat u deedt voel ik mij hec-
lemaal veilig met u. Alsof u geen fout
zoudt kunnen maken. Onmogelijk!"
Anthony gloeide.
„Ja," zei ze. Ilcelemaal veilig, zoo voel ik
't." Een pauze. „Net zooals een klein meis
je zich voelt wanneer haar vader haar m5e
uit neemt, laten we zeggen op een tandem."
Anthony viel als uit den hemel, met een
slag. Goede God! „Vader!" Dus, hij had een
emotie opgewekt, welke overeen kwam met
die van een dochter? Ongelukkig voor hem,
moet iemand, die een auto bestuurt, zijn
oogen op den weg gericht houden: hij had
niet gezien de kleine glimlach van vroolij-
ke spot, welke dien laalstcn slag had ver
gezeld.
Hij reed, terwijl zij zwegen, cn dit duur
de totdat ze in Guilford waren. Hier moest
hij vaart minderen voor een wagen.
„Waart u op Abbotshall vanmorgen?"
kwam een zacht stemmetje naast hem.
Hij knikte.
„Hoe verliep het onderzoek? U moet we
ten dat ik niets gehoord heb, niets! Was
het was het zoo slecht als u zei, dat het
zijn zou?"
„Ik was cr zelf niet!" zei Anthony, ter
wijl hij zijn oogen gericht hield op den
weg vóór hem „maar uit wat ze mij ver
teld hebben, ben ik bang, dat het zoo was."
„Maar u zei, dat u daar was."
„In het huis, ja. Niet bij het onderzoek."
De fijne stem spotte met hem. „U houdt
cr zoo van om geheimzinnig to zijn, is 't
niet."
„De spijker op den kop! Ik geloof, dat 't
zoo is, daar hebt u gelijk in. Ik heb pas
een hoop jeugdigo trekken ontdekt, die
heelemaal niet passen bij mijn leeftijd."
Iets in zijn toon deed haar naar hem op
kijken van onder den brutalen rand van
haar kleine hoed. Zijn profiel zag er streng
uit; 't scheen magerder dan ooit.
,,'t Spijt mij, als ik nieuwsgierig was."
De fijne stem was fijner en zeer zacht.
Anthony keek verschrikt. „Goede God!
Neen! Ik meende dat niet. Kijk, ik zal 't u
vertellen. Ik ging naar Abbotshall, omdat
ik inbreker wilde spelen, op dc eerste ver
dieping. En de beste tijd om dit te doen
was toen iedereen beneden was voor het
onderzoek Begrijpt u?'
„Natuurlijk. Maar hoe spannend! Gaat u
door. Ik zal 't niemand vertellen!"
„Als ik dat niet geweten had," zei An
thony, „zou ik heelemaal niets gezegd heb
ben.
„Dank u wel. Vond. a iets wat u ver
wachtte te vinden?"
„Ja. Iets van wat ik vond, had ik
verwacht le zullen vinden; iets niet." Zijn
toon was beslist, en weer volgde een stilte.
Do snelheid van den grootcn wagen nam
toe. Spoedig waren zij in London's buiten
wijken.
„Waar gaat u logeeren?" vroeg Antho
ny.
„Brown's hotel. Mag ik daar eerst naar
toe?"
Hij bracht haar naar Brown's hotel, en
wachtte met de auto, totdat zij terugkwam.
Gedurende den rit naar Hastings' flat in
Kensington was er weinig gelegenheid voor
conversatie. Eens. terwijl hij behendig
stuurde tusschen een ophooping van het
verkeer door, begon hij, tusschen zijn lip
pen, den klaagzang van Roodborstje to
fluiten.
Nu waren ze bij Hastings' flat. Toen het
voorstellen voorbij was, werden zij alleen
gelaten in Hastings' studeerkamer, terwijl.
Hastings weggegaan was om den zieke
voort te bereiden.
Anthony nam zijn hoed op. „Ik moet
gaan," zei hij.
„Waarheen?"
„Naar Marling terug."
„O, mr. Gethryn!" riep Lucia uit. „Ging
u alleen naar Londen om mij te brengen?"
„Ja," zei hij na een pauze.
„IIoc verschrikkelijk lief van u! Maar
moest u al dien tijd verspillen?"
„Alles wat prettig is, zei Anthony in
orakeltaal, „is winst. Hebt u uw zuster ge
waarschuwd, dat Deacon waarschijnlijk zou
gearresteerd worden na het gerechtelijk
onderzoek?"
„Ja. En ik probeerde haar te overtuigen
dat zij geen angst moest hebben. Zoo ge
hoorzaamde ik bevelen, zooals u ziet."
„Geloofde u, dat er geen reden voor angst
was?"
Haar groote oogen ontmoetten dc zijne.
In hun donkere diepten zag hij kleine gou
den vonken dansen.
„Ja," zei zc.
Anthony boog. „Goeden avond" zei hij,
en was weg.
HOOFDSTUK X.
Vogels in de lucht
1.
Het was een paar minuten over half vijf,
toen Anthony de stoep afkwam, cn weer in
zijn wagen stapte. Door Londen reed hij
snel; buiten verschrikkelijk snel. Altijd,
wanneer hij zich onrustig voelde, zocht hij
troost in snelheid. Het was nog prettiger te
paard te zitten, maar de auto was beter
dan niets. Bovendien, was er geen werk to
doen?
Onderweg dacht hij veel. De eene helft
van zijn geest was bezig met een probleem
van x en y, de andere met een quantileit
nog duisterder zelfs dan x. 't Was die twee
de helft van zijn geest, die aan dc waar
digheid van Anthony Ruthven Gethryn
deed twijfelen. De sensatie was nieuw.
Toen hij door het groote hek van Ab
botshall reed en de oprijlaan op, sloeg de
klok van de stallen kwart voor zes! Als do
afstand van Kensington naar Marling is
wat zij zeggen, dat hij is, dan was het
woord „verschrikkelijk" niet misplaatst.
ITij liet den wagen stoppen. Om den hoek
van het huis kwam sir Arthur Digby-Coates
aanrennen. Al was het dikke, grijs-gevlekte
haar onbewogen gebleven door de wind van
de vaart, die hij had, toch was er een op
winding, een onstuimigheid over hem, op
te maken uit zijn fladderende das. uit zijn
kleeren, die zeer ongewoon was. Hijgend
kwam hij naar den wagen toe. „Gethryn,
Gethryn! Juist de man, die ik noodig had!
Waar ben je geweest?"
„Londen." Anthony was bijna norsch. Hij
was een droom aan 't droomen geweest
„Mijn God!" Sir Arthur trok aan zijn
boord, alsóf hij stikte. „Hoor eens! hoor
eens! ik moet met je praten. Maar rm,t
hier. Niet hier! Kom binnen! Kom binnen!
Mijn kamer zal 't beste zijn. Kom binnen!*'
(Wordt vervolgd).