AMERSFÖORTSCH DAGBLAD TENTEN Zaterdag 19 Augustus 1933 32 e Jaargang No. 43 TWEEDE BLAD GEEN KORTING OP SOCIALE ZAKEN PIJNENBURG MAAKT KLEEDINGMAGAZIJfc ook in huur NIEUW PARIJS Langestraat 35 pj HET MYSTERIE VAN KAPITEIN BROOKS WIE TALMT MET BEPERKING TRAGISCHE GEVOLGEN VAN EEN OVERPLAATSING ONGELUKKEN FEUILLETON MOORD OP ABBOTSHALL Een ontkenning van minister Slotemaker de Bruine Donderdagavond vergaderde de raad der ge meente Zaandam o.m. ter behandeling van voorstellen van B. en W., die voortvloeien uit de jongste besluiten tot dekking van het tekort op de begrooting van 1933. Overeenkomstig deze beslissingen van den gemeenteraad, werd besloten om den amb tenaren en gemeentewerklieden twee pet huner wedden te korten als bijdrage in het weduwen- en weezenpensioen. Op voorstel van B. en W. werd besloten tot voor de heffing van een straatbclastin? als grondslag te nemen de belastbare op brengst der gebouwdo en ongebouwde eigendommen en bet percentage te bepalen op vier. De voorstellen van B. en W. betreffenu. bezuinigingen bij het openbaar onderwiji gav°n aanleiding tot breedvoerige bespre kingen. Deze voorstellen houden in ver grooting der klassen, ontslag en overplaat sing van vrijkomende leerkrachten, en de stichting van één in plaats van twee een trale scholen voor het zevende leerjaar. Dit laatste op aandrang van Ged. Staten. De voorstellen van B. en W. werden aan genomen met 13 tegen 7 stemmen. (Hbld.) NIEUWE LOONSVERLAGING TE NIJVERDAL. Nijver dal, 18 Aug. In hit reeds zwaar door de crisis getroffen Nijverdal heeft de voornaamste textielfabriek, n.l. de K.S.W. aldaar een nieuwe loonsverlaging tegen 4 September a.s. aangekondigd. Deze verla ging varieert voor de verschillende groepen van 5 tot 15%. In Nijverdal zelf is men zeer onder den indruk van deze loonsverlaging, te meer, omdat de actie van het gemeente bestuur bij h?t Rijk, om steun in de ge meentelasten to verkrijgen, niet gelukt is. Pill Is hij op Terschelling begraven of leeft hij nog? Rotterdam. 18 Aug. Op 16 Juni is van hier per Harwich-boot vertrokken de En- gelsche kapitein Brooks. Hij is niet in En geland aangekomen en omtrent zijn ver dwijning is niets bekend. Aangenomen werd dat hij onbemerkt over boord geslagen is. Zijn vrouw is echter de mcening toegedaan dat er misdaad in het spel is. Captain Brooks is naar Rotterdam gegaan om een schip te koopen. Volgens Mrs. Brooks wa ren er menschen, die belang hadden bij zijn verdwijning. Ongeveer een maand later i6 op Terschel ling aangespoeld het lijk van een man. Het werd dadelijk begraven en eerst eenigen tijd later kwam men op het idee, dat dit wel van kapitein Brooks kon zijn. Dezer dagen na is Mrs. Brooks naar Ter schelling geweest om te trachten het lijk ta identificeeren. Dit moest geschieden door enkele voorwerpen, die men daartoe achter gehouden had. Mrs. Brooks heeft cenige van die voorwerpen o.a. een paar gouden man chetknoopen met een afbeelding van Prin ses Mary en een monocle herkend, maar het horloge herkende zij niet. Zij iö daardoor nog ni>t volledig overtuigd, dat het lijk van haar man gevonden is Zij wordt hier'm nog versterkt door de raededeelingen van helderzienden, die zij zoowel in Londen al9 in Rotterdam geraadpleegd heeft. Deze ver klaarden beiden dat haar man niet dood is, maar ergens gevangen gehouden wordL Mrs Brooks is vandaag weer naar Enge land vertrokken en zai pogingen aanwen den het lijk naar Engeland te doen over brengen. Het lijk wordt opgegraven. Terschelling, 18 Augustus. Omtrent de geheimzinnige verdwijning van den En- gelschen kapitein Brooks vernemen wij nog nader, dat het lijk dat op Terschelling be graven is en waarvan men meende, dat dit het lijk was van Brooks, Maandag a.s. zal worden opgegraven door den begrafenis ondernemer H D Postma uit Harlingcn. Hat gerechtshof heeft zijn toestemming tot de opgraving reeds gegeven. Woensdag a.s. zal het lijk per s.s Groningen naar Londen worden vervoerd VERDRONKEN. Roelof Arend6veen, IS Aug. Heden avond omstreeks half zeven is het acht jarig zoontje van den heer Aengenent in de Wijde A ih den Veenpolder Woubrugge, te water geraakt en verdronken. Het lijkje is eenigen tijd later opgehaald. Die veroorzaakt ongelukken, zegt Minister Marchant Op de vragen van mejuffrouw Groeneweg betreffende de vanwege het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen op 20 Juli 1933 aan verschillende burge meesters verzonden circulaire omtrent op heffing van openbare scholen en betreffen de overleg met de Volksvertegenwoordiging omtrent eventueele verdere bezuinigings maatregelen voor het onderwijs: 1. Is het den Minister bekend, dat de circulaire betreffende opheffing van open bare scholen, op 20 Juli 11. vanwege het De partement verzonden aan verschillende Burgemeesters, groote onrust heeft gewekt en twijfel heeft doen rijzen aan de juistheid van 's Ministers opvatting omtrent het ka rakter van de openbare school, die niet al leen is bat onderwijsinstituut voor haar principieele voorstanders, maar ook de school is voor hen, die geen gelegenheid ter plaatse vinden voor bijzonder onderwijs naar eigen beginselen? 2. Is de Minister bereid, b.v. door wijzi ging in de redactie van genoemde circu laire, maatregelen te treffen om te voorko men, dat al te haastig voorstellen tot op heffing worden voorbereid en aangenomen, waarbij de burgerij geen tijd wordt gelaten om zich een bezonken oordeel te vormen en het opheffingsbesluit achteraf zal gevoeld worden als een overrompeling? 3. 16 de Minister bereid om met verdere bezuinigingsmaatregelen, waarvan de ge volgen voor onderwijs en/of personeel niet meer te achterhalen zijn, te wachten tot Zijn Excellentie de gelegenheid gevonden heeft zijn program van bezuiniging voor de naaste toekomst kenbaar te maken aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en voor zooveer mogelijk daarover met de Volks vertegenwoordiging overleg te plegen? luidt het antwoord van den heer Mar chant, Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen: 1. Het is den ondergeteekende bekend, dat de in vraag 1 bedoelde circulaire hier en daar onrust heeft gewekt. Dit is bij het nemen van maatregelen tot beperking van uitgaven voor het onderwij'6 verklaarbaar, doch veelal onvermijdelijk. De circulaire kan geen redelijken grond geven tot twijfel aan de juistheid van de opvatting, die de ondergeteekende huldigt ten aanzien van het in de vraag aangegeven tweeledige doel van de openbare school. 2. De ondergeteekende heeft de noodige maatregelen genomen om onvoldoend door dachte onherroepelijke besluiten te voorko men en aan belanghebbenden alle gelegen heid te bieden om hun bezwaren te zijner kennis te brengen. Te werk te gaan bij overrompeling is zijn voornemen niet ge weest. 3. De ondergeteekende blijft prijs 6tellen op zoo ruim mogelijke gelegenheid tot ver antwoording van zijn beleid aan de Staten- Generaal. Het nemen van verdere maatre gelen kan hij echter niet altijd uitstellen, totdat hij ter zake van voorafgaande maat regelen verantwoording zal hebben afge- leggd. Uitstel van enkele maanden, som tijds zelfs van enkele weken, Dadat hij zijn besluit heeft genomen, zou uitstel beteeke- nen van de noodige beperking der uitgaven voor een jaar. En die beperking is in hooge mate urgent. Zij dringt ernstiger bij den dag. Juist de zorg voor ons onderwijs houdt den ondergeteekende van deze urgentie steeds doordrongen. Wie talmt met de be perking, veroorzaakt ongelukken. Voor het plegen van overleg met de Sta ten-Generaal zal ruimschoots gelegenheid zijn bij de gedachtenwisseling over de voor stellen van wet, die reeds bij de Tweede Kamer zijn ingediend en die zullen volgen. BRAND IN „VELSEREND" TE SANTPOORT. Zolder van het hotel verwoest. IJ m u i d e n, 18 Aug. In den afgeloopen nacht omstreeks twaalf uur is brand uit gebroken in het tegenover de ruïne van Brederode gelegen hotel „Velserend" te Santpoort. De brandweer bestreed het vuur krachtig, doch kon ni3t voorkomen, dat de zolder van het gebouw geheel uitbrandde. Er bevonden zich geen gasten in het boteL De oorzaak van den brand is onbekend. (Telegraaf). De commissaris van politie te Eindhoven verzocht Woensdag inlichtingen omtrent de verblijfplaats van den remmer der NederL Spoorwegen, v. B., die sinds Maandag ver mist werd. Daar hij den laatsten tijd zwaar moedig was, vreesde men, dat hem een on geluk was overkomen. De vermiste is thans gevonden, zij het onder min of meer tragi sche omstandigheden. Het „Eindhovensch Dagblad" deelt over het gebeurde het volgende mede: De man die overgeplaatst was, had zich dit 6terk aangetrokken. Hij had deswege zijn huis met het daarbij hoorend stukje land moeten verkoopen en was daardoor zeer terneergeslagen. Maandag verliet hij in dienstkleeding het huis en werd er sinds dien niet meer in terug gezien. Allerwegen verrichtten familie en kennissen nasporin gen. die evenwel zonder resultaat bleven; ook de inmiddels gewaarschuwde politie kon geen 6poor van den vermiste ontdekken. Woensdagmiddag echter omstreeks half- twee zag men v. B. met wankelenden gang over den Koudenhoven6chen weg loopen, hij was nog in dienstkleeding Later bleek, dat bij ongemerkt eenige dagen in do schuur van den landbouwer v. G. aldaar had vertoefd. De man moet al dien tijd op een stapel stroobossen op den hooizolder hebben gelegen, waarop hij een leger ge maakt had. Vermoedelijk is hij bij het af dalen naar beneden gevallen, waarbij hij een ernstigen schok moet hebben gekregen. Toen hij n.l. op weg naar huis was, zakte hij plotseling ineen. Omwonenden waar schuwden een geneesheer, die spoedig aan wezig was en den ongelukkige met de in middels gearriveerde ziekenauto van den G. G. D. naar zijn woning aan de Loostraat liet overbrengen, waar zijn vrouw en drie kinderen hem in zóó bedenkelijken toestand vonden, dat hij nog dienzelfden dag van de laatste Heilige Sacramenten moest worden voorzien. AAN DEN DOOD ONTSNAPT. Het leven gered door een open staand portierraampje. Men schrijft ons: Donderdagmorgen reden de heer en mevr. P. uit Utrecht met een auto naar Tiel. Met een matig gangetje reden zij in Buren op den grindweg langs de Linge. Plotseling slipte de auto en rolde van de dijk, terwijl hij driemaal over den kop sloeg, en zoo het water in. Daar het een gesloten auto was, zouden de inzittenden zeer waarschijnlijk het leven er bij hebben ingeschoten, wan neer niet toevallig een portierraampje was opengelaten. Niet dan met de grootste in spanning, slaagden zij erin zich er door te wringen en boven op de auto te komen. In dien tusschen tijd waren er menschen bij de plaats des onheils gekomen die er evenwel werkloos bij toezagen. Do twee drenkelin gen riepen hen vertwijfeld toe: „Maar men schen help dan toch!" „Wij kunnen niet zwemmen," riepen zij toen. Gelukkig naderde zeer toevallig een wa gen met planken beladen. In een minimum van tijd werden de drenkelingen door mid del van enkele planken uit het water ge haald, en door een nabij wonende familie zeer liefderijk opgenomen en van droge kleeren voorzien. Naar aanleiding van de berichten om trent een vermindering der sociale uitga ven van ongeveer 42 millioen gulden op de Rijksbegrooting 1934 hebben wij ons tot den Minister van Sociale Zaken gewend met het verzoek daaromtrent eenige nadere in lichtingen te mogen ontvangen. Minister Slotemaker de Bruine was zoo welwillend deze te willen geven en begon met de opmerking te maken, dat de uit drukking „sociale zaken" nog al vaag is, daar ook andere Departementen sociale uit gaven hebben. „Maar wat mijn Departement betreft", al dus de Minister, „kan ik u mededeelcn, dat ik er voorshands in geslaagd ben om op mijn begrooting 1934 voor tuberculosebe strijding, kinderuitzending, drankbestrij ding, enz., dezelfde bedragen uit te trekken, als welke op de begrooting 1932 voorkwa men. Voor werkverschaffing, steunverle ning, moreele steun aan te werk gestelden en steun voor den opbouw van Drente, kwa men op de begrooting 1933 geen afzonder lijke artikelen voor. Deze zaken waren be grepen onder een ruim begrootingsartikel Echter heb ik voor elk van deze onderwer pen op de begrooting voor 1934 uitgetrok ken, datgene, wat tot nog toe voor deze posten uitgegeven is, zoodat op de genoem de uitgaven geen vermindering is toege past!" Vervolgens vroegen wij den Minister of hij een vermoeden had, hoe geruchten als bovenbedoelde, in de wereld kwamen. Hierop antwoordde de' Minister: „Ik ver moed, dat dit gerucht in verband staat met een zeer aanvankelijke raming, die des tijds, vóór mijn optreden, is gemaakt en die mij is gebleken zeer aan den ruimen kant te zijn. Ik herhaal echter, dat op de begrooting voor 1934 voorshands op sociale, moreele en hygiënische punten niet is ge kort". „Maar het Departement van Sociale Za ken zal toch ongetwijfeld ook bij moeten dragen in de algemeeno bezuiniging?" „Ik erken volledig mijn plicht om ernstig mede te werken aan een blijvende verla ging van 's Rijks uitgaven" antwoordde de Minister hierop. „Als ik voor sociale, mo reele en hygiënische voorzieningen hetzelf de heb uitgetrokken als vroeger, spreekt het vanzelf, dat er geld moet worden be spaaid, o.a. door versobering van de dien sten. Wanneer mijn begrooting verschijnt, zal wel blijken hoeveel daardoor gevonden is." VERDERE BEZUINIGINGEN TE ZAANDAM. Inkrimping bij onderwijsinrich tingen breedvoerig besproken. Met zijn auto in botsing bij Nijmegen N ij m e g e n, 18 Aug. D<? wielrenner Pij nenburg nam hedenmiddag met zijn Ford wagen in vrij groote vaart den oprit naar de Gravebrug te Nijmegen. Tegelijkertijd reed een motorrijder den weg op. De man werd door den Ford van Pijnenburg gegre pen en tegen den grond geslingerd. De wa gen van Pijnenburg slingerde door de bot sing en maakte een tweede aanrijding, dit maal met de auto van de fa. van B. te Nijmegen. Deze auto werd zoo zwaar be schadigd, dat zij moest worden wegge sleept Ook de motorfiets bleek zwaar be schadigd te zijn, terwijl de berijder ge kneusd werd en naar zijn woning gedragen moe6t worden. De politie nam Pijnenburg een verhoor af en maakte procesverbaal op. Pijnenburg kon zijn weg met zijn Ford vervolgen. HOOIBERG IN BRAND. Ouderkerk, 18 Augustus. Heden ont stond brand in den hooiberg van den vee houder H. N. de Dood, welke gelegen is aan de Ouderkerkerlaan te Ouderkerk a.d. Amstel. Door het nathouden van de schuur kon deze gespaard blijven. De hooiberg weri een prooi der v'aramen Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. DOODELIJKE AANRIJDING. Almelo, 18 Aug. Op den weg van Al melo naar Ootmarsum in de buurt van Reutum is een 3-jarig dochtertje van den landbouwer J. H in een onbewaakt oogen- blik den weg overgestoken en daarbij door een motorrijder uit Zulfen overreden De* vader, die het ongeluk zag gebeuren, snelde het kind na, maar zijn hulp kwam te laat en hij was bijna zelf onder den motor ge komen Zwaar gewond is het kind de ouder lijke woning binnengebracht, waar het eenige uren later aan de bekomen verwon dingen is overleden. NIEUWE GEMEENTESECRETARIS VAN ROERMOND. Roermond, 18 Aug. De gemeenteraad van Roermond benoemde hedenavond tot secretaris der gemeente den heer mr. I-I. L. M. Kramer, adjunct commies der afdee- ling Algemeene Zaken ter gemeentesecre tarie to Eindhoven. De nieuwbenoemde secretaris werd op 15 November 1901 te Den Bosch geboren. Wat de menschen het noodlot noemen, dat zijn meestal hun eigen domme streken. Een detective-verhaal door PHILIP MAC DONALD Geautoriseerde vertaling door II. A C. S. 32 Anthony werd het huis ingetrokken, de trappen op, en 6ir Arthur's kamer in Zij zaten in stoelen, die bij het raam geschoven waren. Anthony lag achterover in den zij nen, maar de oudere man draaide als een zenuwachtigo schooljongen, zittend op den rand van zijn stoel, terwijl hij zijn voeten eerst achteruit cn vervolgens naar buiten duwde, totdat ze uitstaken achter en op zij van de voorpooten. 't Was een bekende houding van hem, wanneer hij door 't een of ander in beslag genomen werd, en het amuseerde Anthony altijd. 't Duurde eenigen tijd vóór sir Arthur sprak. Hij scheen in zijn opgewondenheid moeite te hebben zijn woorder te vinden Zijn handen wreven over elkaar. „Godl" barstte hij opeens uit. „Wat moe ien wij doen?" „Wel, met die vrecselijke afschuwelijke vergissing." Opeens sprong hij overeind en ging voor Anthony staan. „Hoe is 't mogelijk heb je 't niet gehoord? Van Deacon?" Anthony schudde zijn hoofd. „Wel man ze hebben hem gearresteerd! De jury bij dc lijkschouwing sprak een be vel tot inhechtenisneming tegen hem uit. En de politic heeft hem gearresteerd. Hem ge arresteerd!" „Heel natuurlijk, als je er over nadenkt," zei Anthony. Sir Arthur staarde hem aan. „Meen je, dat je gelooft, dat hij 't deed?" brulde hij „Die jongen!" „Neen. Ik ben zeker, dat hij 't niet deed.' Sir Arthur liet een zucht van opluchting hooren. „De hemel zij gedankt! Maar Ge thryn, hoe komt het, dat je het niet ge hoord hebt? En, als je het niet gehoord hebt, hoe komt het, dat je niet verbaasd bent? Was je niet bij het verhoor?" „Alleen zeer in 't algemeen." zei Antho ny. „En ilc was niet verbaasd, omdat ik wist op grond van welke gegevens de po litie werkte. Vergeef me als ik onbeschei den lijk ik ben 't in werkelijkheid niet maar wat wij te doen hebben, is uit te vinden wie in wefkelijkheid Roodborstje doodde. De politie neemt aan, dat 'I Dea con de Sperwer is. U en ik gelooven, dat hij 't niet is, maar wij hebben te erkennen, dat de dingen, welke tegen hprn pleiten, juist zijn, buitengewoon juist. Zijn gestalte en kracht passen op wat de moordenaar deed. En bovenal: zijn vingerafdrukken werden gevonden op den Pijl en Boog. Dit laatste zal een uitlegging eischen, vooral voor een Engelscho jury, welke gewoonlijk niet weet, dat in den regel het werkelijke leven meer een sprookjesverhaal is dan Hans Andersen." „Ik weet 't, ik weet 't," bromde sir Ar thur. „Die vingerafdrukken. Ilij moet heb ben aangeraakt de de hoe noemen zij dat ding?" „Iloutvijl. Een vijl voor hout." „Ah, ja Hij veronderstel ik moet haar aangeraakt hebben. Moet 't hebben gedaan. Maar ik wil zweren, dat de jongen niets to maken heeft met met John's dood. En hij zei, dat hij 't ding nooit gezien had. En ik geloof hem!" „Zoo, hij had het ding nooit gezien," zei Anthony. Nu. dat is merkwaardig. Zeer merkwaardig!" .Maar sir Arthur luisterde niet. „Wat mij zoo'n beroerd gevoel geeft," barstte hij uit, „is, dat mijn verklaring meewerkt, dat het er slecht voor den jongen uitziet." „Op welke manier?" „Omdat zij mijn verklaringen eerst aan hoorden, en ik toen dien verschrikkelijken avond beschreef, vertelde ik, idioot, dat ik ben, dat Deacon in mijn kamer was geko men om kwart voor elf. Je moet weten, dat hij mij vroeg, hoe laat het was, en ik zei 't hom* dat is het, waardoor ik het mij herinner. Toen, later, kwam het alles uit van de klok in de studeerkamer, en nu zegt iedereen, dat de jongen de wijzers van de klok terug zette, omdat hij wist. dat hij een alibi had. O! 't is alles een afgrijselijke afschuwelijke vergissing!" „Dat is het, en wij zullen haar niet ver beteren door hier te zitten en te praten." Anthony kwam overeind. „A propos, vóór ik ga, vertel me: Wat is mevrouw Main- waring, wie is zij Hoe komt 't dat ik haar niet zie Waarom is zij eigenlijk bier Sir Arthur trok een leelijk gezicht. „Waar om je haar niet gezien hebt, kan ik niet vertellen. Waarom zij hier blijft, 't spijt mij het te zeggen, dat is om haar berucht heid. Een fatsoenlijk menscli zou het huis dadelijk verlaten hebben. Ik walg er van; ik had bijna sympathie voor de vrouw ge kregen. Ik zou weggegaan zijn, maar Laura verlangde, dat ik bleef. En zij is zóó apa thisch, dat zij niet van die Mainwaring wil afkomen." „Ik moet die dame ontmoeten," zei An thony. Sir Arthur keek naar hem met nieuws gierigheid, maar kreeg geen opheldering. „Werkelijk," zei Anthony, „ik moet bei de dames spreken." Sir Arthur keek weer naar hem, weer zonder resultaat. „Een laatste vraag," zei Anthony, „wat zonder vooroordeel denkt u van den huisknecht Robert Belford, met het fret- ten-gezicht?" „Ik was benieuwd of je over hem zoudt vragen," zei sir Arthur ongeduldig. „Ik had geen lust om iets te zeggen, omdat ik wer kelijk niets in zijn nadeel weet. Had nooit iets met hem te maken,feitelijk Hij be diende John, en wilde het mij doen, maar ik gebruik nooit een knecht, 't Is eenvou dig zóó, dat ik den vent niet kan uitstaan; zijn uiterlijk is voldoende om hem ver dacht te maken. En hij is sluwer dan ooit sinds sinds den moord." „Hm," bromde Anthony. ,,'t Is werkelijk erg ondankbaar van mij," zei sir Arthur, „om iets ten nadeele van den man te zeggen. Hij was de eene of eigenlijk een van de twee van de getui gen, die verklaarden dat ik hier in dezen stoel zat vanaf 10 uur tot nadat de arme oude John werd gevonden. Maar toch. alle scherts op zij, ik heb een zeer wezenlijk ge voel, dat mr. Belford tenminste meer weet dan hij verteld heeft" „Hm, ja," zei Anthony. „En nu op miss Hoode af. Waar kan ik haar vinden?" „Ik denk, dat zij ergens beneden is, maar ik ben er niet zeker van. Ik wil zeggen, Gethryn, je gaat haar toch niet aan een kruisverhoor onderwerpen? Ik bedoel, dat ik niet geloof, dat zij behoefte zal hebben aan een boel praten „Neen," zei Anthony, terwijl hij de kamer doorging, „waarschijnlijk zal zij dat niet." Sir Arthur deed zijn mond open om te spreken, maar bleef alleen, terwijl hij naar de gesloten deur staarde. Toen hij haar achter zich sloot, zag An thony juist een in 't zwart gekleed figuur verdwijnen, den hoek om boven aan de trap. Het was een rug, dien hij vroeger al gezien had. Het gaf den indruk van slui pende onrust en de haast, waarmede het verdwenen was, was op zichzelf al ver dacht. Anthony lachte. „Belford, mijn vriend," dacht hij, „als je heusch iets leelijks ge daan hebt, dan ben je bezig te vragen om ontdekt te worden." Hij liep door de trap af 's Avonds, toen Anthony vóór Laura Hoo de stond, bij de open ramen van den salon, vond hij haar nog minder innemend dan zij overdag hem geleken had. Zij was op gestaan, toen hij binnen kwam en, of schoon het magere gezicht met zijn scher pe trekken kalm was, speurde hij toch haar onrust. Zij gaf hem een teeken te gaan zit ten. Hij liet zich in den stoel wegzinken, zijn beenen over elkaar. {Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5