AMERSFOORTSCH DAGBLAD
L
BEGROOTING VAN AMSTERDAM
WATERLEIDING AFGESNEDEN
INCASSO'S
Vrijdag 25 Augustus 1933
32 e Jaargang No. 48
STANDPUNT VAN DE
MINDERHEID
De belasting omhoog
VREEMDELINGEN IN
UNIFORM
UIT DE STAATSCOURANT
TELEFOON 384 en 697 - POSTREKENING 28800
NV|X' MIDDEN51ANDS- BANIK^g
AMERSFOORT EN OMSTREKEN
AMERSFOORT
GEMEENTE AMSTERDAM
GEDAGVAARD
Yï?wcMeï8eaIse
Bofepeake
Vvuehtesagebak
MAISON DE JAGER
FEUILLETON
MOORD OP
ABBOTSHALL
Bezwaar legen schrapping van
subsidies, en tegen loonss
\erlaging
Amsterdam. 23 Augustus. Naar de
waarnemend wethouder voor de Financiën,
•de heer F.. J. Abrahams, in zijn voor de
3,ers gehouden uiteenzetting over de van
daag verschenen begrooting over 1931
waarvan wij inmiddels verslag gaven
ieeds mededeelde, kan een minderheid van
het collego van B. en W. zich met de inge
diende begrooting niet vereenigen.
Omtrent het standpunt van deze minder
heid, waarover wij in do persconferentie
niets vernamen, kunnen wij thans het vol
gende mcdedoelen:
Ten volle erkennende de moeilijkheden,
waarvoor ook do Rcgecring is geplaatst
voor het sluitend maken der staatsbegroo-
ting, do minderheid van oordeel, dat de
wijze van verdeeling van do crisislasten
tusscben Rijk en gemeenten de voornaam
ste oorzaak is van do onmogelijkheid voor
de meeste gemeenten, baar begrootingen op
normale wijze sluitend te maken. In het
hijzonder geldt dit voor een gemeente als
Amsterdam, welke naast een belangrijke
vermindering van inkomsten, haar uitga
ven voor steun aan wcrkloozen en behocf-
tigen, voor geneeskundige verzorging, voor
school voeding e.d., als gevolg van de crisis
in een ongekend tempo zag stijgen, zonder
dat hiermede door de Regeering en don
wetgever voldoende rekening wordt ge
houden.
Der burgerij dienen niet noodcloo3 lasten
te worden opgelegd. Doch indien, zooals bij
do samenstelling dezer Begrooting het ge
val was, een keus moet worden gedaan
tusschen' het over de geheele burgerij ver
doelen van lasten, voortvloeiende uit alge-
xneene maatschappelijke oorzaken en het
opnieuw doen drukken dezer lasten op een
deel der burgerij, i.e. het gemeeenteperso-
neel, gepaard gaande met afbraak van so
ciale bemoeiingen, dan acht de minderheid
het verantwoord, naast een aantal maatre
gelen van doortastende bezuinigingen, haar
heus te vestigen op het eerste middel.
De minderheid somt dan een aantal
maatregelen van bezuiniging op, waartegen
zij bezwaar heeft. Hieronder vallen o.m. het
opheffen derden schooltijd aan schippers
kinderen, ten bedrage van 7250.-— en het
schrappen van subsidies, w.o. het Vacantie-
kinderfeest 34.000}Christelijke, Roomsch
Katholieke en Ons Huis Vacantiescholen
(resp. 4675.—, 10.200.— en 22.000), als
mede bezuiniging op de verstrekking van
schoenen aan schoolgaande kinderen
50.000.—).
Van een aantal maatregelen, behoorende
loi de groep bezuinigingen op personeeluit-
gaven, worden hier als de voornaamste ge
noemd: verlaging toelagen nacht- en Zon
dagsdienst zoomede voor bestuurders van
eenmanswagens en autobussen; verminde
ring van salarissen van leerlingverplegen-
den, van jeugdig personeel en van vak
onderwijzers en -onderwijzeressen.
Daarnevens blijft het voornemen van de
meerderheid tot lagere groepeering van een
aantal ambtenaren en werklieden gehand
haafd, terwijl daaraan nog een extra-kor
ting op de salarissen van. ongehuwden en
gehuwde vrouwelijke ambtenaren is toege
voegd.
Volledigheidshalve zij nog vermeld, dat
de meerderheid van het College één middel
tot versterking der inkomsten aanwijst, na
melijk:
Verdubbeling schoolgeld voorbereidend
onderwijs 53.500.—. De ontvangpost tot
een bedrag van 1.460.000, in hoofdstuk II
opgenomen, zal moeten worden geleverd
door een deel, zij het een groot deel van
het personeel in dienst der Gemeente,
wiens loon- en salarisgrenzen beneden bet
nettobedrag van 2500.liggen.
De betcekenis van het op te brengen be
drag wordt duidelijk, wanneer men bedenkt,
dat opbrengst van de tijdelijke korting op
alle jaarwedden, waartoe de Raad op 6
Fuli j.l. besloot, geraamd werd op een be
drag van 2.100.000.—.
De voorgestelde verdubbeling van het
schoolgeld voor het openbaar voorbereidend
onderwijs, waarvan de opbrengst wordt ge
raamd op 53.500, past kwalijk in het
systeem: geen nieuwe lasten voor de bur
gerij.
In overeenstemming met haar opvatting,
dat de begrooting sluitend dient te zijn,
acht de minderheid het haar taak, na aan
vaarding van in de bcgrootingscijfcrs ver
werkte beperking der uitgaven en van ba
ten uit reorganisatie e.d.. de middelen aan
te geven, waarop naar haar inzichten het
tekort zou dienen te verdwijnen.
Het totaal van de posten, welke de min
derheid op de begrooting wenscht gehand
haafd te zien bedraagt 284.861
Minder ontvangst door bet niet
verhoogen vsn schoolgeld 53.500
Niet toepassen van nieuwe
loonsverlagingen 1.460.000
1.708.361
Omtrent het bedrag van dit tekort zij er
op gewezen, dat een zijner factoren bestaat
in de door de meerderheid tot ccn bedrag
van 350.000 wenschclijk geachte verlaging
\an het havengeld.
De minderheid is van oordeel, dat, waar
de noodzakelijkheid dier verlaging voor
haar geenszins vaststaat en overleg om
trent een zoo uniform mogelijke regeling
der havengelden met de Regeering en Rot
terdam en zoo mogelijk met Antwerpen ge-
wcnscht is, dit bedrag van het tekort dient
te worden afgetrokken.
Het rcstecrcnde bedrag ad 1.448,131 zal,
door een aantal nog in behandeling zijnde
bezuinigingen en reorganisaties in zekere
mate worden verlaagd. De middelen om
het tekort, waarin dan nog te voorzien zal
zijn, dekken, dienen door de burgerij te
worden opgebracht, hetzij door een verboo
ging van het aantal opcenten op de Ge
meentefondsbelasting. hetzij door verhoo
ging van het aantal opcenten op de Perso-
neelc belasting.
De minderheid heelt zich ook uog bera
den over de vraag, of en op welke wijze
in de Bcgrooting een bedrag dient te wor
den opgenomen als storting in bet Crisis
fonds.
Het middel, hehvelk ook naar de mee
ning der minderheid, in normale tijden
niet als een bron van inkomsten aangewe
zen zou zijn. on ook thans niet noodig zou
zijn, zoo de Gemeente de beschikking had
over ruimer belastingraogelijkheid. bestaat
hierin, dat op de aan dc Gemeente ver
schuldigde bedragen voor het gebruik van
telefoon, waterleiding, gas en clectricitcit
ten bate van het Crisisfonis een toeslag
van 5% zou worden berekend.
De opbrengst hiervan zal, zelfs bij een
beperkte toepassing, een belangrijke bron
van inkomsten voor het Crisisfonds betee-
kenen.
Men geeft zich, zoo zegt de minderheid
tenslotte, aan ccn gevaarlijke illusie over,
wanneer men der burgerij voorhoudt, dat
zonder versterking van inkomsten dit mo
gelijk zal zijn. Thans reeds is het skelet
van de gemeentehuishouding duidelijk
waarneembaar. Aan loon- cn salarisverla
gingen komt eenmaal een einde, verdere
afbraak van sociale bemoeiingen veroor
zaakt aan de andere zijde weer grootcrc
uitgaven, terwijl op don duur het toene
mende tekort van het Crisisfonds, dringend
voorziening vereischt.
De minister geeft instructies
aan de politie
Dc Minister van Justitie heeft allen com
missarissen van politie en den hoofden van
rijks- en gcrnccnte-politie instructies gege
ven omtrent het optreden tegen vreemde
lingen in uniform en op uniform gelijken
de kleedcrdrachten.
In dit schrijven wordt er, volgens de „Te
legraaf, aan herinnerd, dat een algeheel
uniform verbod binnenkort zal worden uit
gevaardigd. Ten aanzien van vreemdelin
gen echter beveelt de minister reeds nu
maatregelen aan. Bedoeld worden vreem
delingen die een zoogenaamde uniform
dragen, of op uniform gelijkende kleeding
of speciale kentcckenen. Dezen moeten \v< r-
den aangehouden, al kunnen zij niet straf
rechtelijk worden vervolgd.
Wanneer mocht blijken, dat zij nog niet
op do hoogte zijn van dit verbod zal hun
een waarschuwing gegeven worden. Vol
doen zij hieraan niet en worden zij ten
tweeden male aangehouden dan moeten zij
over de grens worden gezet. De po'itie
heeft wijders opdracht gekregen een kaart
systeem bij te houden van de vreemdelin
gen, die gcwaarschuw-d zijn of die uit het
land zijn trewezen.
In Dc Tijd lezen wij nog
In verband met dit „Telegraaf"-bericht
vernemen wij, dit de aanschrijving van
den Minister van Justitie ongeveer tien
dagen geleden door allo politic-autoriteiten
is ontvangen
Te Amsterdam zijn verleden week reeds
eenige vreemdelingen aan politic-bureaux
gebracht. Enkelen, die zonder middelen van
beslaan waren, zijn over de grens gezet.
Wij meenen te weten, dat de maatregel
van den minister streng zal worden toege
past.
Ook aan vergaderingen, welke door bui
tenlandcrs in ons land worden belegd en
die een politiek karakter dragen, moet dooi
de politie aandacht worden geschonken
Benoemd tot recliter-plaatsvervanger in
de rechtbank te Amsterdam rnr. A. Maas
sen, gepcnsionncerd Indisch rechterlijk
ambtenaar wonende te Amsterdam en uir.
M. C. Bcrgsma, advocaat cn procureur,
eveneens wonende te Amsterdam.
DIRECTIE: A. H. MARTENS
„Wat de gemeente doetis on-
menschelijkaldus mr. Eggink
Amsterda m, 24 Aug. Vandaag werd
voor den president der Arrondissements
rechtbank mr. J. W. Huysinga in kort ge
ding de waterleidingkwestic in dc Van de
Bossestraat behandeld.
Namens de N.V. „De Burgerwoning",
eigenaresse van perccelcn in de Van de
Bossestraat, welke woningen sedert eenige
dagen door de gemeente van waterlevering
zijn afgesloten, had mr. D. Eggink de ge
meente Amsterdam in kort geding gedag
vaard orn dc waterlevering normaal te her
vatten.
Dc waterleiding was door de gemeente
afgesneden, omdat de N.V. gedurende acht
jaar heeft nagelaten cn geweigerd, do na
vordering te voldoen wegens gebruik boven
de contractueele hoeveelheid.
Voor het kort geding bestond van dc zijde
van de bewoners van do Van Bossestraat
zeer groote belangstelling, zoodat mr. Huy
singa niet in de presidentskamer, doch in
een civiele Kamer zitting hield.
De stadsadvocaat mr. van de Wall Bake
ging in zijn pleidooi uitvoerig de voorge
schiedenis van dit conflict na. Reeds in 1920
heeft de gemeente een aanvullende clausule
gemaakt voor navordering wegens gebruik
boven de contractueele hoeveelheid. Zeer
vele huiseigenaren verzetten zich tegen de
zen maatregel, verschillende civiele proces
sen zijn in den loop der jaren over deze
kwestie gehouden. Bij ccn der vonnissen
van den kantonrechter werd beslist, dat de
gemeente volkomen bevoegd is om nieuwe
bepalingen in het reglement voor waterlei
ding op te nemen.
De reglementen houden de bepaling in,
dat do gemeente dc bevoegdheid heeft, den
watertoevoer af te snijden bij wanbetaling
Men is nooit overgegaan om wegens de on
derhavige kwestie tot afsluiten over te
gaan. omdat de gemeente meende, dat de
buiseigenaren zouden toegeven. Langzamer
hand is deze hoop echter ijdel gebleken cn
is men temeer daar deze maatregel door
andere waterleidingmaatschappijen in den
lando met succes werd toegepast overge
gaan tot afsluiting.
De gemeente hoopte, dat dc huiseigenaren
rekening zouden houden met do belangen
van bun huurders.
De directie dier waterleiding heeft alle
maatregelen genomen om dc huurders,
middels kranen pp straat, tóch van water te
voorzien.
Het doel van dit kort geding aldus pl
is zuiver eigenbelang van de eischercs,
n.l. het onmogelijk maken van de navorde
ring wegens meergebruik.
Herhaaldelijk heeft men gedreigd met af
sluiting, doch men beschouwde dit als
bangmakerij, wat wel blijkt uit een Iele
foontje van mr. Eggink, die zei: „Dat
toch zeker een bangmakertje".
Mr. Eggink „Daar protesteer ik tegen, ik
heb dat. nóóit gezegd".
Mr. v d Wall Bake „Ik heb t van hoo
ren zeggen
Voorts voorde pl. aan. d.it z i. de presi
dent in dit geval niet bevoegd is. een be
slissing te nemen, daar dit gelijk zou slaan
aan een eindbeslissing Uitvoerig ging pl
vervolgens do verschillende voorwaarden
van watrrleverincr aan de liuiseigenarei
na. Eischeres heeft dit geeft zii toe bij
hei koopen der huizen óók de overeenkomst
met fle waterleiding overgenomen, waari
is vastgesteld, dat do geabonneerde wijzi
gingen in het reglement aanvaardt, dus
ook de benaling voor meerder gebruik.
Geschillen tusschen partijen, als hier
worden uitgemaakt door B. en W.. op dezen
grond is eischeres niet ontvankelijk in haai
ordering.
Iïet is duidelijk, dat het hier niet gaat
om het bedrag, maar over de vraag, of de
gemeente gerechtigd is tot afsluiten over te
gaan.
Pl. concludeerde tot onbevoegdverklaring
ubs. tot niet ontvankelijkheid van den
eisch. Voorts meende pl., dat de vordering
moet worden ontzegd, daar zij niet voldoen
de i6 gefundeerd. In ieder geval zal de
gevraagde dwangsom moeten worden afge
wezen.
Het woord was hierop aan mr. D. Eggink,
voor repliek, optredende voor de N.V. „De
Burgerwoning". In eerste instantie had pl.
zich gerefereerd aan de dagvaarding.
Mr. Eggink begon met namens genoemde
N.V. te verklaren, dat deze N.V. ten zeerste
begaan is met de ontbering en gebreken,
waarin een honderdtal gezinnen zich thans
bevindt. De directie der N.V. zal alle6 doen
om zoo spoedig mogelijk de waterlevering
te doen hervatten.
De president, zoo merkt pl. voorts in zijn
pleidooi o,m. op, is wel bevoegd in deze
kwestie fe oordcelen; wél beeft de tegenpar
tij aangevoerd, dat hier sprake i6 van een
belangengeschil cn onderworpen aan het
oordeel van B. en W., maar hij vergeet,
dat eischeresse de rechtmatigheid van het
reglement waarin dezo geschillenbepa-
ling 6taat ontkent. Daar komt bij, dat
het bevel tot het afsnijden van het water
niet door den directeur der waterleiding
wordt gegeven, doch door B. en W.
De N.V. „De Burgerwoning" heeft nooit
een contract geteekend, waarin zij accoord
ging met de voorwaarden voor waterlevere-
ring. Pl. ontkende, dat er meer water was
gebruikt dan was vastgesteld. De controle
meters zouden niet goed geweest zijn. „In
één perceel zou meer water zijn geleverd,
dan de inhoud van het hecle huis bedraagt."
President: „Och meneer, 't loopt er van
omlcr weer uit!
liet is van het grootste belang, dat de
president een bevestiging geeft in kort go-
ding, een groot aantal burgers wordt ern
stig gedupeerd. De gemeente die een
monopolie van waterlovering bezit heelt
de wet in eigen hand genomen. Op erger
lijke wijze wordt de gezondheid van 100 ge
zinnen bedreigd. De huurders werden de
dupe van een geschil tusschen huiseigenaar
gemeente, waarmee zij niets te maken
hebben. Door do straatlcvering geeft de ge
meente loc, verplicht te zijn voor water te
zorgen.
felle kleuren schilderde pl. den toe
stand vyaarin dc bewoners door het afsnij
den van het water zijn gekomen, ter illus
tratie las hij eenige brieven van bewoners
voor. Wat dc gemeente doet is onmensclie-
lijk! roept pl. uit.
Frappant is, dat andere gemeentediensten
het met de houding van den dienst der
waterleiding niet eens zijn, hetgeen hieruit
blijkt, dat van de zijde van den woning-
dienst aan den betrokken wethouder op
grond van vrees voor huurstaking en op
medische overwegingen schriftelijk is ver
zocht dezen toestand niet langer tc besten
digen.
Tenslotte wees spr. er nog op, dat ongure
elementen van de stemming onder de be
woners misbruik trachten tc maken, zoodat
het gemeentelijk optreden aan alle kanten
verderfelijk is. Spr. concludeerde tot toewij
zing van den eisch cn hij verzocht den pre
sident in het belang dei- bewoners zoo spoe
dig mogelijk een beslissing te nemen.
Na een korte dupliek van mr. v. d. Wall
Bake en eenigo aanvullingen van mr. Eg
gink bepaalde de president dc uitspraak op
Maandag 28 Augustus.
Ifet publiek bewoners van de percee-
lcn - - protesteerde tegen dc h. i late be
slissing.
H. v. d. PAVERT
LANGESTRAAT 56. TEL. 113
Waarheid spreekt vergeefs voor die haar
niet verstaan.
Een detective-verhaal door
PHILIP MAC DONALD
Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S.
37
„Ik ben bang van niet," zei Anthony. „Je
weet. het is zoo goed als beuezen dat geen
twee menschen dezelfde vingerafdrukken
hebben. Zij vergeleken die op het hout mét
die op het stuk papier dat Boyd je liet
vasthouden en hun deskundigen maken
geen fouten. A propos ik vermoed, dot je
je hebt gerealiseerd, bij het verhoor, hoe ze
je .gesnapt hebben
Deacon glimlachte. „Niet bij het verhoor,
broeder, maar op het oogcnblik zelf. Ik heb
veel te veel snap-den-moordenaar-verhalen
in mijn tijd gelezen om niet te weten wat
een speurhond wil, wanneer hij mij een stuk
papier in handen geeft, cn vraagt, of ik
het ooit gezien beb. Maar 't kon mij niet
scheleu op dat oogenblik, bogrijp je, om-
dot ik niet wist van die vervloekte vijl. Ik
vraag, Gethryn, zijn we gek? Of is het al
les een bloedige nachtmerrie? Ik verzeker
fe, dat ik den baas niet vermoord heb, en
toch, 't ding, waarmede hij gedood is, is
vol van mijn vingerafdrukken! En voorzoo-
ver ik weet zag ik 't moordwapen nooit te-
voren- 't Klopt niet, is 't niet?"
,,'t Is zoo," zei Anthony. „Verdomd, ik zal
bet laten kloppen. Maar, wat weet je van
de onvergetelijke Vanda?"
Deacon floot. „Iloe kwam je daar achter?"
vroeg hij verbaasd.
„Je kent mijn methodes, beste Deacon.
Maar wat weet jc van Vanda? Behalve het
feit, dat zij de meest wondervolle danse
res van alle tijden is?"
..Iets welen doe ik eigenlijk niet, maar ik
heb een klein, listig vermoeden, dat zij het
liefje was van den baas."
„Dat was zij. Maar. daar je niet werkelijk
iets weet. maak ik er uit op. dat je rnij
hierin niet verder helpen kunt."
„Jammer niet. Aan den «enen kant is
mijn vermoeden gegrond op iets, dat toe-
vollig gebeurde, en aan den anderen kaut
heb ik niet 't flauwste idee. waar je naar
toe wilt."
„Zij willen dal allen zeggen." zuchtte
Anthony. „En het is juist, wal ik zou wil
len. dat iemand mij vertelde, 't Doet cr
niet toe. wij zullen doorgaan met de be
wijsstukken. Heb je dit ooit gezien?" Hij
nam uit een volle zijzak een klein papieren
pakje, maakte het open, en gaf den inhoud
Deacon in handen.
Het was een knoetje vuil, zwart bevlekt
zijden koord. Nieuwsgierig schudde de ge
vangene het uit elkaar en liet het eene ein
de op den grond vallen. Hij zag nu, dat hot
op bepaalde afstanden geknoopt was, over
de geheele lengte, die meer dan zestien voet
was.
„Zag het nooit in mijn leven." Hij keek
op naar Anthony. „Wat is het?"
„Blijkbaar een lang zijden koord," zei
Anthony, „met, wat je waarschijnlijk zeg
gen kunt, knobbels er op."
„Ik bedoel waar vond je het Wat be-
teekent het?"
„Ik vond het", zei Anthony langzaam, „in
je slaapkamer op Abbothshall.
„Wat?"
„In jouw kamer. Op een richel in dien
wondervollcn ouden schoorsteen, ongeveer
zes inches booger dau de schoorsteenman
tel. Vandaar de vuilheid. Ik kan zien, dat
het koord eens wit was, en nog niet zoo
lang geleden."
Deacon staarde op den grond. „Nou. 't is
of bet daar in den schoorsteen geweest is
sinds ik in 't huis kwam in Mei was dat
of anders is 't daar ingebracht. Ik heb
't nooit vroeger gezien."
„Goed." Anthony wond het koord op,
wikkelde het in het papier en stopte het
pakje weer in zijn zak.
..Maar wat bcteekent dat beestachtige
stuk touw? \\at heeft het met mij of met
jouw of met iets van deze geschiedenis
tc maken? Vertel mij dat!"
„Zal ik niet," zei Anthony. „Ik ben cr
zelf nog niet zeker van. Je zult moeten
wachten."
Deacon haalde zijn breede schouders op.
„Goed. 't Volgende alsjeblieft."
Anthonic hond verdween in zijn borst
zak. Uit een lccrcn portefeuille nam hij een
bundeltje kranten uitknipsels.
„Deze," zei hij, „vond ik in een volmaakt
geheime la van de schrijftafel van je vroe-
geren chef. Weet je iets er van af? Of,
waarom ze daar waren?"
Zwijgend las Deacon elk stuk. Toen bij ze
gelezen had, zei Anthony: „En?"
„Zij beteekenen niets in mijn jonge leven.
Deze drie voddon het Zoeklicht, De St.
Stephen Gazette en het weekblad Vox
Populi waren altijd fel tegen den baas.
Ik kan er geen touw aan vastmaken, waar
je heen wilt, Gethryn. Werkelijk niet!"
Anthony bromde. „Daar ga »je weer. 't
Doet cr niet toe, maar vertel mij dan, of jc
wist, dat Hoode deze uitknipsels bewaar
de?"
„Neen.
„Had hij nooit over de voortdurende aan
vallen van die drie bladen?"
„Neen."
„Neen? Jammer." Anthony stond op. „Ik
moet gaan. Heb je nog iets noodig? Boeken?
Eten? Tabak?"
Deacon glimlachte. „Niets, dank je ten
zeerste. Onze Arthur oude Digby-Coates,
zooals je weet heeft dat dat alles ge
bracht. Bracht me een pak boeken, een kist
sigaren, cn zorgde, dat beslist volmaakt
eten zou gebracht worden uit het Witte
Paard door een net soort buffetjuffrouw. Hij
heeft 't ook in orde gemaakt met den ad
vocaat en wat cr bij hoort. Zij gaan probce-
ren om Marshall tc krijgen.
„Uitstekend! Marsshall is wel zoo wat de
hoste advocaat, die cr is. Je hebt dus niets
noodig?"
„Niets. Zal ik jc morgen zien?"
Anthony knikte. „Dat zal je. Vroeg in den
middag waarschijnlijk, daar ik hoor, dat zo
je later zuilen overbrengen. Goedennacht.
En vergeet niet, dat ik je er uit zal zien tc
krijgen op de ccn of andere manier."
Zij schudden elkaar de hand. Een mi
nuut later wandelde Anthony langzaam
terug naar zijn logement, door de met kie
zels bedekte straat. De zon was bezig te
verdwijnen achter den topgevel van een
huis boven op den heuvel, en de weg, die
van goud geweest was. was nu vol bloed-
roode vlekken.
Hij huiverde. In d>t geheele moeras van
twijfel cn in deze wildernis van slechtheid
een wildernis, waarin onschuldige men
schen klaarblijkelijk misdaden hadden ge
pleegd waar ze niets mee te maken had
den, waarin ieder zeker was behalve Antho
ny Ruthven Gethryn voelde hij zich een
zaam Zelfs dc donkcr-goudcn achtergrond
van zijn gedachten, welke het beeld van do
Dame van dc Sandaal voortdurend voor
hem was, kon de zwarte verwarring niet
wegnemen door welke zwartheid heen hij
licht kon zien, maar nog niet de wejs naar
he* licht.
Dan gingen zijn gedachten naar D*:acon;
naar zijn opgewektheid zijn ongedwongen
manier van doen, zijn dapperheid, die tekoi*
een hel van wanhoop maskeerde. Plotseling
wekte de bewondering, die hij voelde, hem
ecnigszins op. Zijn stap werd vlugger.
„Dat is een man", mompelde hij „en
een halve en ineens brak hij zijn
woorden af. Hij was gebotst tegen iets, dat
zacht en hard tegelijk was. Een meisje, dat
rende. Een meisje, met wilde, rood-gcrando
oogen en zonder hoed, met in wanorde ge-,
raakt gouden haar.
Vóór hij een excuus kon uitbrengen, bij
na voor hij zich bewust was geworden van
de botsing, was zij hem voorbij en 6truikel-i
de langs den ongelijken weg, waarop da
donkerroode vlekken van de ondergaande
zon waren. Uit een open deur loerde een
slordige vrouw, nieuwsgierig, met de
nieuwsgierigheid van een brutaal wijf.
(Wordt vervolgd).