AMERSFOORTSCH DAGBLAD L BEGROOTING VAN AMSTERDAM WATERLEIDING AFGESNEDEN INCASSO'S Vrijdag 25 Augustus 1933 32 e Jaargang No. 48 STANDPUNT VAN DE MINDERHEID De belasting omhoog VREEMDELINGEN IN UNIFORM UIT DE STAATSCOURANT TELEFOON 384 en 697 - POSTREKENING 28800 NV|X' MIDDEN51ANDS- BANIK^g AMERSFOORT EN OMSTREKEN AMERSFOORT GEMEENTE AMSTERDAM GEDAGVAARD Yï?wcMeï8eaIse Bofepeake Vvuehtesagebak MAISON DE JAGER FEUILLETON MOORD OP ABBOTSHALL Bezwaar legen schrapping van subsidies, en tegen loonss \erlaging Amsterdam. 23 Augustus. Naar de waarnemend wethouder voor de Financiën, •de heer F.. J. Abrahams, in zijn voor de 3,ers gehouden uiteenzetting over de van daag verschenen begrooting over 1931 waarvan wij inmiddels verslag gaven ieeds mededeelde, kan een minderheid van het collego van B. en W. zich met de inge diende begrooting niet vereenigen. Omtrent het standpunt van deze minder heid, waarover wij in do persconferentie niets vernamen, kunnen wij thans het vol gende mcdedoelen: Ten volle erkennende de moeilijkheden, waarvoor ook do Rcgecring is geplaatst voor het sluitend maken der staatsbegroo- ting, do minderheid van oordeel, dat de wijze van verdeeling van do crisislasten tusscben Rijk en gemeenten de voornaam ste oorzaak is van do onmogelijkheid voor de meeste gemeenten, baar begrootingen op normale wijze sluitend te maken. In het hijzonder geldt dit voor een gemeente als Amsterdam, welke naast een belangrijke vermindering van inkomsten, haar uitga ven voor steun aan wcrkloozen en behocf- tigen, voor geneeskundige verzorging, voor school voeding e.d., als gevolg van de crisis in een ongekend tempo zag stijgen, zonder dat hiermede door de Regeering en don wetgever voldoende rekening wordt ge houden. Der burgerij dienen niet noodcloo3 lasten te worden opgelegd. Doch indien, zooals bij do samenstelling dezer Begrooting het ge val was, een keus moet worden gedaan tusschen' het over de geheele burgerij ver doelen van lasten, voortvloeiende uit alge- xneene maatschappelijke oorzaken en het opnieuw doen drukken dezer lasten op een deel der burgerij, i.e. het gemeeenteperso- neel, gepaard gaande met afbraak van so ciale bemoeiingen, dan acht de minderheid het verantwoord, naast een aantal maatre gelen van doortastende bezuinigingen, haar heus te vestigen op het eerste middel. De minderheid somt dan een aantal maatregelen van bezuiniging op, waartegen zij bezwaar heeft. Hieronder vallen o.m. het opheffen derden schooltijd aan schippers kinderen, ten bedrage van 7250.-— en het schrappen van subsidies, w.o. het Vacantie- kinderfeest 34.000}Christelijke, Roomsch Katholieke en Ons Huis Vacantiescholen (resp. 4675.—, 10.200.— en 22.000), als mede bezuiniging op de verstrekking van schoenen aan schoolgaande kinderen 50.000.—). Van een aantal maatregelen, behoorende loi de groep bezuinigingen op personeeluit- gaven, worden hier als de voornaamste ge noemd: verlaging toelagen nacht- en Zon dagsdienst zoomede voor bestuurders van eenmanswagens en autobussen; verminde ring van salarissen van leerlingverplegen- den, van jeugdig personeel en van vak onderwijzers en -onderwijzeressen. Daarnevens blijft het voornemen van de meerderheid tot lagere groepeering van een aantal ambtenaren en werklieden gehand haafd, terwijl daaraan nog een extra-kor ting op de salarissen van. ongehuwden en gehuwde vrouwelijke ambtenaren is toege voegd. Volledigheidshalve zij nog vermeld, dat de meerderheid van het College één middel tot versterking der inkomsten aanwijst, na melijk: Verdubbeling schoolgeld voorbereidend onderwijs 53.500.—. De ontvangpost tot een bedrag van 1.460.000, in hoofdstuk II opgenomen, zal moeten worden geleverd door een deel, zij het een groot deel van het personeel in dienst der Gemeente, wiens loon- en salarisgrenzen beneden bet nettobedrag van 2500.liggen. De betcekenis van het op te brengen be drag wordt duidelijk, wanneer men bedenkt, dat opbrengst van de tijdelijke korting op alle jaarwedden, waartoe de Raad op 6 Fuli j.l. besloot, geraamd werd op een be drag van 2.100.000.—. De voorgestelde verdubbeling van het schoolgeld voor het openbaar voorbereidend onderwijs, waarvan de opbrengst wordt ge raamd op 53.500, past kwalijk in het systeem: geen nieuwe lasten voor de bur gerij. In overeenstemming met haar opvatting, dat de begrooting sluitend dient te zijn, acht de minderheid het haar taak, na aan vaarding van in de bcgrootingscijfcrs ver werkte beperking der uitgaven en van ba ten uit reorganisatie e.d.. de middelen aan te geven, waarop naar haar inzichten het tekort zou dienen te verdwijnen. Het totaal van de posten, welke de min derheid op de begrooting wenscht gehand haafd te zien bedraagt 284.861 Minder ontvangst door bet niet verhoogen vsn schoolgeld 53.500 Niet toepassen van nieuwe loonsverlagingen 1.460.000 1.708.361 Omtrent het bedrag van dit tekort zij er op gewezen, dat een zijner factoren bestaat in de door de meerderheid tot ccn bedrag van 350.000 wenschclijk geachte verlaging \an het havengeld. De minderheid is van oordeel, dat, waar de noodzakelijkheid dier verlaging voor haar geenszins vaststaat en overleg om trent een zoo uniform mogelijke regeling der havengelden met de Regeering en Rot terdam en zoo mogelijk met Antwerpen ge- wcnscht is, dit bedrag van het tekort dient te worden afgetrokken. Het rcstecrcnde bedrag ad 1.448,131 zal, door een aantal nog in behandeling zijnde bezuinigingen en reorganisaties in zekere mate worden verlaagd. De middelen om het tekort, waarin dan nog te voorzien zal zijn, dekken, dienen door de burgerij te worden opgebracht, hetzij door een verboo ging van het aantal opcenten op de Ge meentefondsbelasting. hetzij door verhoo ging van het aantal opcenten op de Perso- neelc belasting. De minderheid heelt zich ook uog bera den over de vraag, of en op welke wijze in de Bcgrooting een bedrag dient te wor den opgenomen als storting in bet Crisis fonds. Het middel, hehvelk ook naar de mee ning der minderheid, in normale tijden niet als een bron van inkomsten aangewe zen zou zijn. on ook thans niet noodig zou zijn, zoo de Gemeente de beschikking had over ruimer belastingraogelijkheid. bestaat hierin, dat op de aan dc Gemeente ver schuldigde bedragen voor het gebruik van telefoon, waterleiding, gas en clectricitcit ten bate van het Crisisfonis een toeslag van 5% zou worden berekend. De opbrengst hiervan zal, zelfs bij een beperkte toepassing, een belangrijke bron van inkomsten voor het Crisisfonds betee- kenen. Men geeft zich, zoo zegt de minderheid tenslotte, aan ccn gevaarlijke illusie over, wanneer men der burgerij voorhoudt, dat zonder versterking van inkomsten dit mo gelijk zal zijn. Thans reeds is het skelet van de gemeentehuishouding duidelijk waarneembaar. Aan loon- cn salarisverla gingen komt eenmaal een einde, verdere afbraak van sociale bemoeiingen veroor zaakt aan de andere zijde weer grootcrc uitgaven, terwijl op don duur het toene mende tekort van het Crisisfonds, dringend voorziening vereischt. De minister geeft instructies aan de politie Dc Minister van Justitie heeft allen com missarissen van politie en den hoofden van rijks- en gcrnccnte-politie instructies gege ven omtrent het optreden tegen vreemde lingen in uniform en op uniform gelijken de kleedcrdrachten. In dit schrijven wordt er, volgens de „Te legraaf, aan herinnerd, dat een algeheel uniform verbod binnenkort zal worden uit gevaardigd. Ten aanzien van vreemdelin gen echter beveelt de minister reeds nu maatregelen aan. Bedoeld worden vreem delingen die een zoogenaamde uniform dragen, of op uniform gelijkende kleeding of speciale kentcckenen. Dezen moeten \v< r- den aangehouden, al kunnen zij niet straf rechtelijk worden vervolgd. Wanneer mocht blijken, dat zij nog niet op do hoogte zijn van dit verbod zal hun een waarschuwing gegeven worden. Vol doen zij hieraan niet en worden zij ten tweeden male aangehouden dan moeten zij over de grens worden gezet. De po'itie heeft wijders opdracht gekregen een kaart systeem bij te houden van de vreemdelin gen, die gcwaarschuw-d zijn of die uit het land zijn trewezen. In Dc Tijd lezen wij nog In verband met dit „Telegraaf"-bericht vernemen wij, dit de aanschrijving van den Minister van Justitie ongeveer tien dagen geleden door allo politic-autoriteiten is ontvangen Te Amsterdam zijn verleden week reeds eenige vreemdelingen aan politic-bureaux gebracht. Enkelen, die zonder middelen van beslaan waren, zijn over de grens gezet. Wij meenen te weten, dat de maatregel van den minister streng zal worden toege past. Ook aan vergaderingen, welke door bui tenlandcrs in ons land worden belegd en die een politiek karakter dragen, moet dooi de politie aandacht worden geschonken Benoemd tot recliter-plaatsvervanger in de rechtbank te Amsterdam rnr. A. Maas sen, gepcnsionncerd Indisch rechterlijk ambtenaar wonende te Amsterdam en uir. M. C. Bcrgsma, advocaat cn procureur, eveneens wonende te Amsterdam. DIRECTIE: A. H. MARTENS „Wat de gemeente doetis on- menschelijkaldus mr. Eggink Amsterda m, 24 Aug. Vandaag werd voor den president der Arrondissements rechtbank mr. J. W. Huysinga in kort ge ding de waterleidingkwestic in dc Van de Bossestraat behandeld. Namens de N.V. „De Burgerwoning", eigenaresse van perccelcn in de Van de Bossestraat, welke woningen sedert eenige dagen door de gemeente van waterlevering zijn afgesloten, had mr. D. Eggink de ge meente Amsterdam in kort geding gedag vaard orn dc waterlevering normaal te her vatten. Dc waterleiding was door de gemeente afgesneden, omdat de N.V. gedurende acht jaar heeft nagelaten cn geweigerd, do na vordering te voldoen wegens gebruik boven de contractueele hoeveelheid. Voor het kort geding bestond van dc zijde van de bewoners van do Van Bossestraat zeer groote belangstelling, zoodat mr. Huy singa niet in de presidentskamer, doch in een civiele Kamer zitting hield. De stadsadvocaat mr. van de Wall Bake ging in zijn pleidooi uitvoerig de voorge schiedenis van dit conflict na. Reeds in 1920 heeft de gemeente een aanvullende clausule gemaakt voor navordering wegens gebruik boven de contractueele hoeveelheid. Zeer vele huiseigenaren verzetten zich tegen de zen maatregel, verschillende civiele proces sen zijn in den loop der jaren over deze kwestie gehouden. Bij ccn der vonnissen van den kantonrechter werd beslist, dat de gemeente volkomen bevoegd is om nieuwe bepalingen in het reglement voor waterlei ding op te nemen. De reglementen houden de bepaling in, dat do gemeente dc bevoegdheid heeft, den watertoevoer af te snijden bij wanbetaling Men is nooit overgegaan om wegens de on derhavige kwestie tot afsluiten over te gaan. omdat de gemeente meende, dat de buiseigenaren zouden toegeven. Langzamer hand is deze hoop echter ijdel gebleken cn is men temeer daar deze maatregel door andere waterleidingmaatschappijen in den lando met succes werd toegepast overge gaan tot afsluiting. De gemeente hoopte, dat dc huiseigenaren rekening zouden houden met do belangen van bun huurders. De directie dier waterleiding heeft alle maatregelen genomen om dc huurders, middels kranen pp straat, tóch van water te voorzien. Het doel van dit kort geding aldus pl is zuiver eigenbelang van de eischercs, n.l. het onmogelijk maken van de navorde ring wegens meergebruik. Herhaaldelijk heeft men gedreigd met af sluiting, doch men beschouwde dit als bangmakerij, wat wel blijkt uit een Iele foontje van mr. Eggink, die zei: „Dat toch zeker een bangmakertje". Mr. Eggink „Daar protesteer ik tegen, ik heb dat. nóóit gezegd". Mr. v d Wall Bake „Ik heb t van hoo ren zeggen Voorts voorde pl. aan. d.it z i. de presi dent in dit geval niet bevoegd is. een be slissing te nemen, daar dit gelijk zou slaan aan een eindbeslissing Uitvoerig ging pl vervolgens do verschillende voorwaarden van watrrleverincr aan de liuiseigenarei na. Eischeres heeft dit geeft zii toe bij hei koopen der huizen óók de overeenkomst met fle waterleiding overgenomen, waari is vastgesteld, dat do geabonneerde wijzi gingen in het reglement aanvaardt, dus ook de benaling voor meerder gebruik. Geschillen tusschen partijen, als hier worden uitgemaakt door B. en W.. op dezen grond is eischeres niet ontvankelijk in haai ordering. Iïet is duidelijk, dat het hier niet gaat om het bedrag, maar over de vraag, of de gemeente gerechtigd is tot afsluiten over te gaan. Pl. concludeerde tot onbevoegdverklaring ubs. tot niet ontvankelijkheid van den eisch. Voorts meende pl., dat de vordering moet worden ontzegd, daar zij niet voldoen de i6 gefundeerd. In ieder geval zal de gevraagde dwangsom moeten worden afge wezen. Het woord was hierop aan mr. D. Eggink, voor repliek, optredende voor de N.V. „De Burgerwoning". In eerste instantie had pl. zich gerefereerd aan de dagvaarding. Mr. Eggink begon met namens genoemde N.V. te verklaren, dat deze N.V. ten zeerste begaan is met de ontbering en gebreken, waarin een honderdtal gezinnen zich thans bevindt. De directie der N.V. zal alle6 doen om zoo spoedig mogelijk de waterlevering te doen hervatten. De president, zoo merkt pl. voorts in zijn pleidooi o,m. op, is wel bevoegd in deze kwestie fe oordcelen; wél beeft de tegenpar tij aangevoerd, dat hier sprake i6 van een belangengeschil cn onderworpen aan het oordeel van B. en W., maar hij vergeet, dat eischeresse de rechtmatigheid van het reglement waarin dezo geschillenbepa- ling 6taat ontkent. Daar komt bij, dat het bevel tot het afsnijden van het water niet door den directeur der waterleiding wordt gegeven, doch door B. en W. De N.V. „De Burgerwoning" heeft nooit een contract geteekend, waarin zij accoord ging met de voorwaarden voor waterlevere- ring. Pl. ontkende, dat er meer water was gebruikt dan was vastgesteld. De controle meters zouden niet goed geweest zijn. „In één perceel zou meer water zijn geleverd, dan de inhoud van het hecle huis bedraagt." President: „Och meneer, 't loopt er van omlcr weer uit! liet is van het grootste belang, dat de president een bevestiging geeft in kort go- ding, een groot aantal burgers wordt ern stig gedupeerd. De gemeente die een monopolie van waterlovering bezit heelt de wet in eigen hand genomen. Op erger lijke wijze wordt de gezondheid van 100 ge zinnen bedreigd. De huurders werden de dupe van een geschil tusschen huiseigenaar gemeente, waarmee zij niets te maken hebben. Door do straatlcvering geeft de ge meente loc, verplicht te zijn voor water te zorgen. felle kleuren schilderde pl. den toe stand vyaarin dc bewoners door het afsnij den van het water zijn gekomen, ter illus tratie las hij eenige brieven van bewoners voor. Wat dc gemeente doet is onmensclie- lijk! roept pl. uit. Frappant is, dat andere gemeentediensten het met de houding van den dienst der waterleiding niet eens zijn, hetgeen hieruit blijkt, dat van de zijde van den woning- dienst aan den betrokken wethouder op grond van vrees voor huurstaking en op medische overwegingen schriftelijk is ver zocht dezen toestand niet langer tc besten digen. Tenslotte wees spr. er nog op, dat ongure elementen van de stemming onder de be woners misbruik trachten tc maken, zoodat het gemeentelijk optreden aan alle kanten verderfelijk is. Spr. concludeerde tot toewij zing van den eisch cn hij verzocht den pre sident in het belang dei- bewoners zoo spoe dig mogelijk een beslissing te nemen. Na een korte dupliek van mr. v. d. Wall Bake en eenigo aanvullingen van mr. Eg gink bepaalde de president dc uitspraak op Maandag 28 Augustus. Ifet publiek bewoners van de percee- lcn - - protesteerde tegen dc h. i late be slissing. H. v. d. PAVERT LANGESTRAAT 56. TEL. 113 Waarheid spreekt vergeefs voor die haar niet verstaan. Een detective-verhaal door PHILIP MAC DONALD Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S. 37 „Ik ben bang van niet," zei Anthony. „Je weet. het is zoo goed als beuezen dat geen twee menschen dezelfde vingerafdrukken hebben. Zij vergeleken die op het hout mét die op het stuk papier dat Boyd je liet vasthouden en hun deskundigen maken geen fouten. A propos ik vermoed, dot je je hebt gerealiseerd, bij het verhoor, hoe ze je .gesnapt hebben Deacon glimlachte. „Niet bij het verhoor, broeder, maar op het oogcnblik zelf. Ik heb veel te veel snap-den-moordenaar-verhalen in mijn tijd gelezen om niet te weten wat een speurhond wil, wanneer hij mij een stuk papier in handen geeft, cn vraagt, of ik het ooit gezien beb. Maar 't kon mij niet scheleu op dat oogenblik, bogrijp je, om- dot ik niet wist van die vervloekte vijl. Ik vraag, Gethryn, zijn we gek? Of is het al les een bloedige nachtmerrie? Ik verzeker fe, dat ik den baas niet vermoord heb, en toch, 't ding, waarmede hij gedood is, is vol van mijn vingerafdrukken! En voorzoo- ver ik weet zag ik 't moordwapen nooit te- voren- 't Klopt niet, is 't niet?" ,,'t Is zoo," zei Anthony. „Verdomd, ik zal bet laten kloppen. Maar, wat weet je van de onvergetelijke Vanda?" Deacon floot. „Iloe kwam je daar achter?" vroeg hij verbaasd. „Je kent mijn methodes, beste Deacon. Maar wat weet jc van Vanda? Behalve het feit, dat zij de meest wondervolle danse res van alle tijden is?" ..Iets welen doe ik eigenlijk niet, maar ik heb een klein, listig vermoeden, dat zij het liefje was van den baas." „Dat was zij. Maar. daar je niet werkelijk iets weet. maak ik er uit op. dat je rnij hierin niet verder helpen kunt." „Jammer niet. Aan den «enen kant is mijn vermoeden gegrond op iets, dat toe- vollig gebeurde, en aan den anderen kaut heb ik niet 't flauwste idee. waar je naar toe wilt." „Zij willen dal allen zeggen." zuchtte Anthony. „En het is juist, wal ik zou wil len. dat iemand mij vertelde, 't Doet cr niet toe. wij zullen doorgaan met de be wijsstukken. Heb je dit ooit gezien?" Hij nam uit een volle zijzak een klein papieren pakje, maakte het open, en gaf den inhoud Deacon in handen. Het was een knoetje vuil, zwart bevlekt zijden koord. Nieuwsgierig schudde de ge vangene het uit elkaar en liet het eene ein de op den grond vallen. Hij zag nu, dat hot op bepaalde afstanden geknoopt was, over de geheele lengte, die meer dan zestien voet was. „Zag het nooit in mijn leven." Hij keek op naar Anthony. „Wat is het?" „Blijkbaar een lang zijden koord," zei Anthony, „met, wat je waarschijnlijk zeg gen kunt, knobbels er op." „Ik bedoel waar vond je het Wat be- teekent het?" „Ik vond het", zei Anthony langzaam, „in je slaapkamer op Abbothshall. „Wat?" „In jouw kamer. Op een richel in dien wondervollcn ouden schoorsteen, ongeveer zes inches booger dau de schoorsteenman tel. Vandaar de vuilheid. Ik kan zien, dat het koord eens wit was, en nog niet zoo lang geleden." Deacon staarde op den grond. „Nou. 't is of bet daar in den schoorsteen geweest is sinds ik in 't huis kwam in Mei was dat of anders is 't daar ingebracht. Ik heb 't nooit vroeger gezien." „Goed." Anthony wond het koord op, wikkelde het in het papier en stopte het pakje weer in zijn zak. ..Maar wat bcteekent dat beestachtige stuk touw? \\at heeft het met mij of met jouw of met iets van deze geschiedenis tc maken? Vertel mij dat!" „Zal ik niet," zei Anthony. „Ik ben cr zelf nog niet zeker van. Je zult moeten wachten." Deacon haalde zijn breede schouders op. „Goed. 't Volgende alsjeblieft." Anthonic hond verdween in zijn borst zak. Uit een lccrcn portefeuille nam hij een bundeltje kranten uitknipsels. „Deze," zei hij, „vond ik in een volmaakt geheime la van de schrijftafel van je vroe- geren chef. Weet je iets er van af? Of, waarom ze daar waren?" Zwijgend las Deacon elk stuk. Toen bij ze gelezen had, zei Anthony: „En?" „Zij beteekenen niets in mijn jonge leven. Deze drie voddon het Zoeklicht, De St. Stephen Gazette en het weekblad Vox Populi waren altijd fel tegen den baas. Ik kan er geen touw aan vastmaken, waar je heen wilt, Gethryn. Werkelijk niet!" Anthony bromde. „Daar ga »je weer. 't Doet cr niet toe, maar vertel mij dan, of jc wist, dat Hoode deze uitknipsels bewaar de?" „Neen. „Had hij nooit over de voortdurende aan vallen van die drie bladen?" „Neen." „Neen? Jammer." Anthony stond op. „Ik moet gaan. Heb je nog iets noodig? Boeken? Eten? Tabak?" Deacon glimlachte. „Niets, dank je ten zeerste. Onze Arthur oude Digby-Coates, zooals je weet heeft dat dat alles ge bracht. Bracht me een pak boeken, een kist sigaren, cn zorgde, dat beslist volmaakt eten zou gebracht worden uit het Witte Paard door een net soort buffetjuffrouw. Hij heeft 't ook in orde gemaakt met den ad vocaat en wat cr bij hoort. Zij gaan probce- ren om Marshall tc krijgen. „Uitstekend! Marsshall is wel zoo wat de hoste advocaat, die cr is. Je hebt dus niets noodig?" „Niets. Zal ik jc morgen zien?" Anthony knikte. „Dat zal je. Vroeg in den middag waarschijnlijk, daar ik hoor, dat zo je later zuilen overbrengen. Goedennacht. En vergeet niet, dat ik je er uit zal zien tc krijgen op de ccn of andere manier." Zij schudden elkaar de hand. Een mi nuut later wandelde Anthony langzaam terug naar zijn logement, door de met kie zels bedekte straat. De zon was bezig te verdwijnen achter den topgevel van een huis boven op den heuvel, en de weg, die van goud geweest was. was nu vol bloed- roode vlekken. Hij huiverde. In d>t geheele moeras van twijfel cn in deze wildernis van slechtheid een wildernis, waarin onschuldige men schen klaarblijkelijk misdaden hadden ge pleegd waar ze niets mee te maken had den, waarin ieder zeker was behalve Antho ny Ruthven Gethryn voelde hij zich een zaam Zelfs dc donkcr-goudcn achtergrond van zijn gedachten, welke het beeld van do Dame van dc Sandaal voortdurend voor hem was, kon de zwarte verwarring niet wegnemen door welke zwartheid heen hij licht kon zien, maar nog niet de wejs naar he* licht. Dan gingen zijn gedachten naar D*:acon; naar zijn opgewektheid zijn ongedwongen manier van doen, zijn dapperheid, die tekoi* een hel van wanhoop maskeerde. Plotseling wekte de bewondering, die hij voelde, hem ecnigszins op. Zijn stap werd vlugger. „Dat is een man", mompelde hij „en een halve en ineens brak hij zijn woorden af. Hij was gebotst tegen iets, dat zacht en hard tegelijk was. Een meisje, dat rende. Een meisje, met wilde, rood-gcrando oogen en zonder hoed, met in wanorde ge-, raakt gouden haar. Vóór hij een excuus kon uitbrengen, bij na voor hij zich bewust was geworden van de botsing, was zij hem voorbij en 6truikel-i de langs den ongelijken weg, waarop da donkerroode vlekken van de ondergaande zon waren. Uit een open deur loerde een slordige vrouw, nieuwsgierig, met de nieuwsgierigheid van een brutaal wijf. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5