HET PROCES
TE LEIPZIG
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
FEUILLETON
Haar Avonturier
Zaterdag 30 September 1933
ZIJN DE DUITSCHE
RECHTERS OBJECTIEF?
TWEEDE BLAD
Bmoeolaed
M
MOORDAANSLAG
TE AMSTERDAM
TREINONTSPORING
Mr. Stomps is daarvan ten
stelligste overtuigd
Nu men mot vrij grootc stelligheid kan
aannemen, dat ik in het proces van den
rijksdagbrand 'te Leipzig en Berlijn niet
de gelegenheid zal hebben als gekozen ver
dediger voor Van der Lubbe op te treden,
vervallen niet alleen mijn bezwaren om in
enkele artikelen uwen lezers te vertellen
van de ervaringen en belevenissen van
deze, wel zeldzaam interessante episode,
maar voldoe ik zelfs gaarne aan uw ver
zoek om uit de veelheid van indrukken een
en ander mede te doelen.
Veel van wat ik zal vertellen, zal u reeds
bekend zijn uit de versckillendo berichten,
die ill de Nederlandschc dagbladen zijn
verschenen, maar voor zooveel mij dat mo
gelijk is, zal ik trachton er voor u een af
gerond geheel van te maken.
Ik ben er mij van bewust, dat het buiten
gewoon moeilijk is, om thans een objectieve
beschouwing te geven over de Duitsche toe
standen Bijna even moeilijk, zoo niet on
mogelijk, moet bet zijn, om met hetzelfdo
Fokker-vliegtuig heen en terug naar Indië
te vliegen, en dan met een volledig oordeel
over Indie, Indische toestanden en Indische
politiek terug te komen.
Gelegenheid om mij in Holland voor te
bereiden, heb ik niet gehad. Zooals ieder in
Nederland had ik met belangstelling de be
richten over het op handen zijnde proces
en ook de verslagen van de voorstelling in
Londen gevolgd en had mij daarbij niet
kunnen onttrekken aan het gevoel, dat
wat men in Londen trachtte te bewijzen,
juist door do wijze, waardoor men het be
wijs wilde leveren, niet juist kon zijn. Aan
den anderen kant wil ik niet verhelen, dat
ook ik behoorde tot degenen, die geneigd
waren te gelooven, dat de brand in den
rijksdag, hetzij direct, hetzij indirect dooi
de nazi's was veroorzaakt en het spijt mij
te moeten verklaren, dat mijn objectiviteit
zóó gering was, dat ook ik behoorde tot de
genen die oordeelden in ongunstigen zin
over het standpunt, dat het hoogste Duit
sche gerecht zou innemen ten opzichte van
dit proces, zonder hiervoor positieve argu
menten te hebben.
Plotseling, slechts luttele dagen voor
mijn vertrek, kreeg ik het verzoek van fa
milie en vrienden van Van der Lubbe om
te trachten hem in Leipzig als verdediger
bij te staan en wat ik toen van die men
schen hoorde, deed mij vrijwel terstond
twijfelen aan do juistheid van de overtui
ging, die zich bij mij, zoowel als bij zoove-
len in ons land door een langdurige stem
mingmakerij, had gevestigd.
Dc nazi's beschuldigden de communisti
sche partij van een georganiseerde brand
stichting met het doel om oproer te ver
wekken en trachtten daarvoor overstelpen
de bewijzen aan te brengen.
De communisten hunnerzijds trachtten
de brandstichting aan de nazi's zelf in de
schoenen te schuiven.
Dat waren de twee lezingen, die in Ne
derland opgang deden en waarvan, al naar
eigen inzicht, de eene deze, dc andere die
lezing aanvaardde, en nu kwamen daar
bij mij praten de familieleden en naaste
vrienden van Marinus van der Lubbe en
vertelden mij uitvoerig van dc politieke
gezindheid van dezen jongeman en maak
ten het voor mij aannemelijk, dat dc daad
van de brandstichting was geweest de daad
van een enkeling, een daad, die nimmer
door Van der Lubbe verricht kon zijn on
der pressie of positieve medewerking van
«le nazi's, een daad, die door Van der Lub
be evenmin gedaan kon zijn in samenwer
king met dc leiders van do K. P. D., om-
dat de politieke inzichten in den primi
tieven geest van Van der Lubbe zoo he
melsbreed verschilden van do geldende
ideeën in de K.P.D., en drie dagen later
reeds zat ik in een vliegtuig naar Leipzig,
zonder iets te weten van het Duitsche
strafrecht en strafprocesrecht. U zult zich
kunnen indenken, dat ik onderweg menig
maal gedacht heb: „Wat ben je begonnen,
hoe wil je hier ooit den goeden weg kun
nen vinden?" Maar een vlucht naar Leip
zig duurt slechts VA uur en veel lijd tot
piekeren had ik dus gelukkig niet! Mijn
eerste daad in Leipzig was dan ook een
boekwinkel binnen te stappen en het Duit
sche strafrecht en strafprocesrecht met
commentaar te koopen, mij met den Nc-
dcrlandschen consul in verbinding te stel
len, met den president van bet Hof en met
wat de Duitschers noemen den „Offizial
Vcrteidiger", en toegevocgdcn verdediger
van Van der Lubbe, dr. Souffcrt.
Dien dag kon ik met geen der heeren
meer een onderhoud bewerkstelligen, sloot
mij op in mijn kamer en doorvloog op zeer
oppervlakkigo wijze de Duitscho strafwet.
Woensdag, den dag vóór dc terechtzitting
zou beginnen, had ik hot eerste contact
met den consul-generaal der Nederlanden,
dank zij wiens bemiddeling weldra dc deur
van dc kamer van den president van den
vierden straf-scnaat van het rijksgerecht
voor mij werd geopend.
Inmiddels had ik hardnekkig getracht
mij to wennen aan het idee, dat ik vrij
moest zijn van elke vooringenomenheid,
waarmede ik in Holland was behept ge
weest en in het bijzonder had ik er over
nagedacht, hoe een Nederlander, die na
tionaal voelt en die er van overtuigd is, dat
zijn rechtspraak en bovenal de rechtspraak
van zijn hoogste rechtscollege boven elke
verdenking verheven is, hoe d i o Neder
lander reageeren zou, indien hij moest be
merken, dat de hcelc wereld om hem heen
tc voren luidkeels verkondigde, dat er geen
recht gesproken zal worden, dat z ij n hoog
ste rechtscollege niet meer zou zijn een
zelfstandig orgaan, maar een orgaan, vol
ledig ondergeschikt gemaakt aan den wil
der regeering. Het was mij bekend, dat dit
zelfde gerecht een van do belangrijkste
nieuwe bepalingen van de Hitler-regeo-
ring, n.l. het persverbod, onverbindend had
verklaard; eveneens was het mij bekend,
dat in het geruchtmakende ge9Chil tus-
schen Pruisen cn het rijk dit Leipziger ge
recht een der regccring niet welgevallige
beslissing had durven nemen en ik voelde,
dat het onredelijk was om to beginnen met
te veronderstellen ,dat dit gerecht niet; ob
jectief zon zijn.
In een volgend artikel hoop ik u uiteen
to zettenr" waarom ik overtuigd ben ge
raakt van dc objectiviteit van dit rechter
lijke college en ik hoop u ten korte schets
te kunnen geven van de wijze van proces-
voeren volgens dc Duitsche wet, die in we
zen niet 7-0 zeer van da onze verschilt als
op het oog wel lijkt.
Mr. B. W. SIOMPS.
(Nadruk verboden.)
Heemstede, 23 September.
Mevrouw Bakker-Nort gelooft
niet aan de objectiviteit der
Leipzigsche rechters.
Het Volk heeft een onderhoud gehad met
mevrouw BakkerNort, lid der Londcn-
schc juristencommissie.
Dat rar. Stomps, verklaarde Mevr. Bak
ker, zoo vast aan die objectiviteit van de
Duitsche rechters gelooft, is mij een raadsel.
Juist omdat Leipzig niet objectief kan zijn,
hebben wij in Londen het u bekende onder
zoek naar den rijksdagbrand gehouden.
Voor ons zijn in Londen menschen versche
nen, die een eerlijke getuigenverklaring in
Leipzig zelf óf met den dood, of met gevan
genisstraf zouden hebben bekocht. Het is
immers niet voor tegenspraak vatbaar, dat
ieder denken in Duitschland, dat afwijkt
van de nationaal-sociali6tische leerstellin
gen, stelselmatig wordt onderdrukt.
Ik behoef u toch waarlijk geen opsom
ming tc geven van de wreedheden, waarmee
deze onderdrukking gepaard gaat. Kan men
nu inderdaad volhouden, dat de menschen,
op wier getuigenissen de Londenschc con
clusies zijn gebouwd, in Leipzig vrij zouden
hebben kunnen spreken? En verondersteld,
dat zij den moed zouden hebben gehad naar
Leipzig tc gaan, zouden dc nazi's zich dan
niet tienvoudig hebben gewroken op liun
familieleden en vrienden in Duitschland,
zooals zij dat hebben gedaan met dc kinde
ren van Scheidemann?
Wie gelooft nog in dc objectiviteit van
Duitsche rechters, wanneer het mogelijk is,
dat de voornaamste beklaagden vijf maan
den lang geboeid in hun cellen liggen? Is
er één Duitsch blad, dat daartegen heeft
durven protesteeren? Mr. Stomps zal de
ccnige zijn met zijn geloof in dc objectivi
teit der Duitsche rechtspraak in Leipzig.
Geen communistische sympathieën?
En waarop grondt mr Stomps zijn be
wering, dat wij in Londen communistische
sympathieën zouden hebben gehad? Alleen
reeds do namen van hen, die deel uitmaak
ten van dc Londenschc commissie, zijn vol
doende waarborgen voor het tegendeel
Geen van hen behoort tot of is lid van de
communistische partijen. Mag ik een paar
namen noemen?
Daar is in de eerste plaats de jonge Bran-
ting, de Zwccdsehe socialist, dio aan den
reformistischen kant van zijn partij 6taat.
Mr. Gaston Bcrgery, Fransch socialist, ver
klaard tegenstander van het communisme.
Mr. Dc Moro Giafferi, een van Ilerriot's
beste cn vertrouwdste vrienden, die lid is
van de burgerlijko sociaal-radicale partij.
Mr. Vald Hvidt, een Dccnsch liberaal. En
mag ik de rij sluiten met mijzelf, zei mevr.
Bakker. U weet toch, dat ik lid ben van de
Vrijzinnig-democratische partij? Zijn dat nu
menschen, van wie men kan beweren, dat
zij communistische sympathieën hebben?
Ik kan veeleer uitdrukkelijk verklaren,
dat met opzet in'deze commissie alleen ju
risten zijn benoemd die van het communis
me zijn verwijderd. In zijn openingsrede
heeft Sir Stafford Cripps. procureur-gene
raal in de vorige Arbeidsregeering! toch
zeker ook geen communistisch georiënteer
de regeering! nadrukkelijk vastgesteld,
dat dc commissie volstrekt niet3 uitstaande
wilde hebben met het bekende Bruinboek,
waarover is beweerd, dat het ten deele van
communistisclicn oorsprong zou zijn. Zóó
streng hebben wij scheiding gemaakt tus-
schcn ons en de communisten. Juist om tc
komen tot een onpartijdig onderzoek heeft
men in Londen iedcren communist of com
munistenvriend er buiten gehouden.
AANVARING OP HET KANAAL
GENTTERNEUZEN.
Ter neuzen, 30 Sept. Hedennacht
heeft alhier op het kanaal GentTerneuzen
een aanvaring plaats gehad. Het 2000 ton
groote Engelsche stoomschip Dripburgh op
weg van Antwerpen naar Gent is nabij het
Nederlandschc plaatsje. Driekwart, in aan
varing gekomen met het 300 ton groote
Engelsche stoomschip Todnes. Dc Todnes
die op weg was van Gent naar Terneuzen
is teruggekeerd naar Gent om aldaar te
dokken.
Terneuzen, 30 Sept. Het Engelsche
stoomschip Wisbeck dat gistermorgen na
bij Nieuwcsluis, aan den grond was ge-
loopen, is gisteravond omstreeks 11 uur
vlot getrokken. Door den inmiddels opge
komen mist was het schip verhinderd zijn
reis naar Terneuzen voort tc zetten, zoodat
het pas hedenmorgen alhier arriveerde. Ilcl
schip heeft geen schade bekomen, doch
heeft averij aan de beschoeiing cn een
twintigtal palen omver geloopen.
ONVERANTWOORDELIJK RIJDEN
IN DEN MIST.
Botsing met doodeiijken afloop.
Gisteravond is op den Groningschen
Straatweg onder den rook van Leeuwarden
een ernstig ongeluk gebeurd. Twee motor
rijders Varen op weg naar Leeuwarden,
terwijl in de richting Groningen een per
sonenauto en een vrachtauto reden. Het
was erg mistig cn daarom onverantwoor
delijk van den bestuurder van do vracht
auto, om de personenauto te willen inha
len. Toen hij voorbij reed, doken plotseling
lichten van de motorrijwielen voor hem
op. Dc berijder van één daarvan, een zoon
van den heer Vricscnbcrg to Leeuwarden
werd tegen don grond gesmakt. Het motor
rijwiel werd vernield en de berijder kreeg
een ernstige hersenschudding en een bloed
uitstorting in de hersenen, liet slachtoffer
is por ziekenauto naar een der ziekenhui
zen tc Leeuwarden vervoerd, waar bij wel
dra overleed.
KINDERWAGEN ONDER EEN
RACE-AUTO.
Kind met gebroken leden-
maten opgenomen en over
leden.
Noord w ijker hout, 30 Sept. Gister
avond reed op den Zilkcrduinweg de 16-
jarige dochter van P. Duivenvoorde met
een kinderwagen, waarin het ccn-jarig
kindje van dc familie D. Op het moment
dat het jonge meisje den weg overstak, na
derde uit de richting Haarlem een race
auto bestuurd door een 2dcn luitenant, ter
wijl van don anderen kant een luxe auto
naderde. Doordat de luxe auto het meisje
links passeerde heeft de bestuurder van
dc race-auto den kinderwagen niet bijtijds
opgemerkt, met het gevolg dat deze wa
gen onder dc auto terecht kwam. De kin
derwagen werd geheel vernield. Het kindje
moest met gebroken ledematen naar de
Maria-stichting tc Haarlem worden ver
voerd, waar het 's avonds is overleden. De
race-auto is in beslag genomen.
Naar de schuldvraag wordt een onderzoek
ingesteld. Het 16-jarig meisje kwam met
den schrik vrij.
HET HEENGAAN VAN DEN BURGE
MEESTER VAN WIJCHEN.
Naar aanleiding van het met ingang van
14 September op eigen verzoek verleend
eervol ontslag aan den burgemeester van
Wijchen, jhr. H. L T. M. van Rljckevorssel,
heeft de Raad van Wijchen een motie aan
genomen en besloten deze ter kennis te
brengen van II.M. de Koningin, den mi
nister van Binnenlandsche Zaken en den
Commissaris der Koningin in de provin
cie Gelderland. De motie luidt*
De Raad der gemeente Wijchen, keunis
genomen hebbende van het aan jhr. van
Rijckevorssel met ingang van 14 September
1933 op eigen verzoek verleend eervol ont
slag als burgemeester der gemeente Wij
chen; overwegende dat deze geheel onver
wachte ontslagneming den Raad ten zeer
ste heeft getroffen, overwegende dat het
volkomen vaststaat, dat deze ontslagne
ming is gevraagd onder den druk van tot
nog toe niet medegedeelde en bijgevolg
voor den Raad onbekende redenen; over
wegende dat naar het oordeel van den Raad
het eindresultaat dezer zaak mogelijk op
onvoldoende of wel eenzijdige gegevens be
rust; overwegende, dat waar de Raad met
den burgemeester als voorzitter het bestuur
der gemeente vormt, het rechtvaardigheids
gevoel toch zeker met zich brengt, dat doze
aangelegenheid volkomen tot klaarheid
wordt gebracht; besluit deze motie ter ken
nis te brengen van II.M. de Koningin, den
minister van Binnenlandsche Zaken cn
den commissaris der Koningin in do pro
vincie Gelderland.
peyiedzc&udsche^andfmsta
I DOOS 20 CT.- TUBE 55 EW 60 CT.
Logementhouder levens
gevaarlijk gewond
Amsterdam, 29 Sept. De be
woners van de Boomstraat bij de
Noordermarkt zijn hedenavond laat
opgeschikt door een drama waar
van een ongeveer 25-jarige loge
menthouder het slachtoffer is ge
worden.
Toen de man tc omstreeks 11 uur
in ecnigszins beschonken toestand
het logement binnen kwam, klonk
plots de knal van een revolverschot.
Door een kogel in den sla-ip getrof
fen stortte de man neer. Spoedig
was er publiek aanwezig en ook de
politie was gauw ter plaatse. Onder
leiding van inspecteur Boa werd
een onderzoek ingesteld naar den
dader, dat tot nu toe zonder resul
taat gebleven Is.
Op aanwijzing van ecnige perso
nen zoekt de politie naar een zekere
„Joop", een vroegcren klant van het
slachtoffer. In hoogst zorgwekken-
den toestand werd de getroffene
naar het Ziekenhuis vervoerd.
De dader gearresteerd.
Ir den loop van den nacht is door de
politie gearresteerd de buffetbediende. dio
wordt verdacht op den logementhouder in
de Boomstraat het noodlottig schot tc heb
ben gelost. De man heeft bekend, maar
zegt uit zelfverdediging tc hebben gehan
deld. Hij is door dc politie ingesloten.
Een rangeerder gedood,
een gewond
Alkmaar, 29 Sept Hedenmid
dag omstreeks één our i6 op het
emplacement te Alkmaar een grind-
trcin door tot nu toe onbekende
oorzaak uit do rails geloopen. Op
dat moment waren tweo personen
met dezen trein bezig te rangecrcn.
Een van hen, zekere K. uit Uitgeest
schijnt tusschen twee wagens te zijn
gekomen met het noodlottig gevolg
dat de man werd gedood. De ander
werd gewond, doch zijn toestand is
naar omstandigheden redelijk wel.
Het treinverkeer naar Amsterdam
ondervond door deze ontsporing go-
ruimen tijd vertraging, doch om
streeks half drie kon het treinver
keer weer zijn normalo- verloop
verkrijgen.
DE MOORD IN DEN GROOTEN IJ-POLDER
Nog geen spoor van den dader.
Amsterdam, 28 Sept. Do publicaties
in de Pers over het nachtelijk drama in den
Grooten IJ-polder hebben tot gevolg gehad,
dat ecnige personen zich in verbinding heb
ben gesteld met do politie van het bureau
Marnixstraat (Raampoort), welke het on
derzoek in deze zaak leidt. Hun inlichtin
gen, die naar zij meenden zouden kunnen
leiden tot do ontdekking van dengone dio
den boerenarbeider G Verhoef heeft dood
geschoten, bleken bij onderzoek, naar wij te
middernacht vernamen, op niets to zijn uit-
geloopen.
Een episode uit den Dertigjarigen Oorlog
Oorspronkelijke schets van
G. P. BAKKER.
Het tumult was verschrikkelijk. Hij zag
verminken, dooden, martelen, wurgen. Hij
zag een Kroaat een zuigeling dood
steken in de armen der moeder, toen de
jonge vrouw zich op den grond werpte naast
het verminkte lijk van haar man. En niets
kon hij doen, niets dan krampachtig de
vuisten ballen. Niemand werd gespaard,
geen jongens, geen meisjes, geen grijsaards,
geen vrouwen.
Hij zou de vrouw daarboven niet kunnen
redden door haar naar Von Pappenhcim te
brengen. Hij zou haar niet kunnen bescher-
men. Zij zou den veldmaarschalk nooit
bereiken. Alleen reeds baar verschijnen op
straat zou het allergrootste leed over haar
brengen.
Hij snelde terug.
Zij zat nog lang op dezelfde plaats. Zij
was heel angstig geworden. Het duurde
reeds geruimen tijd. Zij begreep het zelf
niet, maar ze hoopte op de terugkomst van
den man, die nog zoo kort geleden haar de
grootste beleediging aangedaan had, die een
vrouw kan ondervinden.
En toch ze verlangde innig naar zijn
terugkomst
Ilct rumoer naderde, de boodschapper
keerde niet weer. Zou hij gedood zijn Met
kwam heelcmaal niet bij haar op to veron
derstellen, dat hij niet zou kunnen terug
koeren of zich zou aansluiten bij de plunde
raars.
Ze trad naar het venster om in de diepe
nis te kijken of ze op straat iets van hem
kon ontdekken, maar haar voet gleed uit;
ze voelde dat zc in iets vochtigs, iets glibbe
rigs stapte en zag een bloedplas bij dc deur
van het zijkamertje. De plas werd grootcr
en grooter. Ze trok dc deur open, doch met
een slag gooide ze vol ontzetting die haastig
weer dicht. Op den vloer had ze het lichaam
van den hopman zien liggen, den dolk in de
keel, badend in bloed. Haar belager lag in
de kleine kamer, er was voor haar geen
twijfel moaelijk. Maar wie was dan de
ander Dc man, dien zij had willen dooden
en die de klccren van haar vijand droeg.
Een vluchteling Misschien een redder in
haar grooten nood, maar dan waagde dio
vreemdeling nu weer zijn leven voor haar.
voor de derde maal. Haar gedachten draai
den rond als een drenkeling in een draai
kolk. Met moeite hield ze zich op de been.
Het schemerde baar voor de oogeu. Ze zeeg
terug in haar stoel, niet in staat juiste beel
den tc vormen; slechts één feit hamerds in
haar hersens: ze had getracht haar bevrij
der, haar weldoener te vermoorden.
Zoo vond Saxon haar. Het smartelijk
lachje om haar lippen, de roode voetstap
pen, de bloedplas op den vloer voor de deur
vertelden hem alles. Zij had de waarheid
ontdekt; dat zag hij ook aan haar gelaat en
aan den schuldbcwusten verlegen blik, blijk
baar ongewoon in die anders zoo trotsche
oogon, en hij begreep hoe moeilijk dit alle6
moest wezen voer een vrouw, een trotsche
vrouw.
Zij zei„lk heb alles begrepen. Nu eerst.
U moet me wel voor een dom gansje gehou
den hebben. Maar wie bent u
„Een avonturier, die zich heeft gemengd
In zaken, die hem volstrekt niet aangaan.
Een bemoeial, die een toevlucht zocht en ecu
jonge vrouw bedreigd zag. Dc jonge vrouw
lag in zwijm, maar u bent mij geen dank
verschuldigd", weerde hij af. ..Die Waal
trachtte mij tc vermoorden
„Dus", sprak zc, „clan hoeft u mij twee
keer het leven gered."
„Helaas neen", antwoordde Saxon. „Ik
vocht voor mijn eigen leven, maar het
schijnt dat onze belangen samengaan. Uw
plan is mislukt, dc straten zijn onbegaan
baar. Ik zie geen uitweg. De plunderende
benden komen steeds dichterbij. En de
mannen van straks waren kwispelende
schoothondjes bij deze niets en niemand
ontziende duivels."
Om haar tijd tot nadenken te geven, keek
Saxon naar buiten. Hij zag dc schemering
vallen. Op ccnigen afstand laaide een roode
gloed, dc harde wind was overgegaan in een
locicndcn storm. Boven de vurige, flikke
rende vlammen stegen breede rookwolken
op als een reusachtige, sombere roofvogel
die angstwekkend vleugels en klauwen uit
spreidde hoven de geteisterde stad, die ge
doemd was te sterven.
HOOFDSTUK VI.
Terwijl Saxon In de groote nis voor het
venster zich verdiepte in den ondergang van
Maagdenburg, maakte hij er in zijn hart den
Zweedschen koning, Gustaaf Adolf, een ver
wijt van, dat hij, die eenige dagmarschen
van deze veste verwijderd was, niet ter
hulpe was gesneld.
Saxon was een uvonturier, had onder Wal-
lenstcin gestreden, die hem eigenhandig den
groeten gouden halsketting om den hals had
gehangen cn de politiek van zijn ouden
meester was hem niet onbekend.
Na Wallcnstcin's ontslag was hij nog aan
hem verbonden gebleven, zooals vele andere
officieren, en het tooneel van den strijd boe
zemde hen de grootste belangstelling in. De
val van Maagdenburg zou een grooto veran
dering brengen in den toestand van het on
gelukkige Duitschland. Het zou een grootc
slag zijn voor de protestantsche keurvorsten,
maar deze verdelgingsoorlog van Tilly, den
nieuwen opperbevelhebber van den keizer
en „Wallcnstcin's opvolger", die overal ver
woestte cn uitgemoorde landen achter zich
liet, moest den Zweedschen koning ten
goede komen. Tot het uiterste geprikkeld
en door angst gedreven zouden de vorsten
tenslotte partij voor Gustaaf Adolf moeten
kiezen, cn met hem optrekken tegen den
keizer.
Zoo was het ook met Pommeren gegaan.
Dc woorden van Gustaaf Adolf, gesproken
tot den ouden vorst van Pommeren, Bo
gisla „Kiest of u mij of den keizer tot
vriend begeert. Ziet de voetstappen der
keizerlijke soldaten in uw land of die dei
mijne in Usedom" hadden toen den door
slag gegeven. Want de keizerlijke troepen
roofden en moordden. De Zwcedsche soldaat
betaalde alles, wat hij noodig had; niets van
vreemden raakte hij aan.
De verwoesting van Maagdenburg zou.
Zoo verdiept was Saxon in zijn beschou
wingen, dat hij niet bemerkte, dat de vrouw
naast hem stond, tot Ml zijn schouder aan-,
raakte en vroeg:
„Hebt u een weg tot redding gevonden?"
Saxon schrok op.
„Neen", antwoordde hij. „Ik dacht aan
iets anders!"
„Aan iets anders, in dezen toestand?"
vroeg ze en er klonk een ongeduldige toon
in haar 6tem. „Aan iets anders?"
„Ja", klonk zijn rustig antwoord. „Aan
de gevolgen van deze verwoesting. Maar u
heeft gelijk, we moeten aan ons eigen lot
denken.
„Een mensch, wien steed6 gedachte op
gedachte in 't binnenste ontspruit, blijft ver
van 't doel, daar d'eene kracht de andere
verzwakt", vervolgde hij.
„Vrij naar Dante", zei ze. „Maar is het
ou het oogenblik voor bet zeggen van ver
zen? Wat is u eigenlijk: een krijgsman of
een dichter?"
Hij was volstrekt niet uit het veld gesla
gen. Langzaam, bijna peinzend, antwoordde
hij:
„Soms weet ik het werkelijk zelf niet.
Maar ik zei u toch: een avonturier, die uit
trok om de wereld te veroveren" Er kwam
een flauwe glimlach op zijn gelaat
De vrouw keek hem verwon uerd aan. Zij
begreep er niets van. Zij haalde de schou
ders op, maar zijn kalm gedrag had haar
een beetje geru6t gesteld. Ofschoon ze wist,
dat hun toestand hachelijk was, voelde ze
zich toch niet meer zoo angstig.
„De brand breidt zich over de stad uit",
sprak Saxon, uit het venster kijkend, en
wees haar op de vlammenzee. „Vluchten
kunnen we niet. Hier blijven evenmin. Spoe
dig kunnen de soldaten hier komen of kan
de brand naar deze zijde overslaan".
(Wordt vervolgd-I