HET PROCES TE LEIPZIG AMERSFOORTSCH DAGBLAD FEUILLETON Haar Avonturier Zaterdag 30 September 1933 ZIJN DE DUITSCHE RECHTERS OBJECTIEF? TWEEDE BLAD Bmoeolaed M MOORDAANSLAG TE AMSTERDAM TREINONTSPORING Mr. Stomps is daarvan ten stelligste overtuigd Nu men mot vrij grootc stelligheid kan aannemen, dat ik in het proces van den rijksdagbrand 'te Leipzig en Berlijn niet de gelegenheid zal hebben als gekozen ver dediger voor Van der Lubbe op te treden, vervallen niet alleen mijn bezwaren om in enkele artikelen uwen lezers te vertellen van de ervaringen en belevenissen van deze, wel zeldzaam interessante episode, maar voldoe ik zelfs gaarne aan uw ver zoek om uit de veelheid van indrukken een en ander mede te doelen. Veel van wat ik zal vertellen, zal u reeds bekend zijn uit de versckillendo berichten, die ill de Nederlandschc dagbladen zijn verschenen, maar voor zooveel mij dat mo gelijk is, zal ik trachton er voor u een af gerond geheel van te maken. Ik ben er mij van bewust, dat het buiten gewoon moeilijk is, om thans een objectieve beschouwing te geven over de Duitsche toe standen Bijna even moeilijk, zoo niet on mogelijk, moet bet zijn, om met hetzelfdo Fokker-vliegtuig heen en terug naar Indië te vliegen, en dan met een volledig oordeel over Indie, Indische toestanden en Indische politiek terug te komen. Gelegenheid om mij in Holland voor te bereiden, heb ik niet gehad. Zooals ieder in Nederland had ik met belangstelling de be richten over het op handen zijnde proces en ook de verslagen van de voorstelling in Londen gevolgd en had mij daarbij niet kunnen onttrekken aan het gevoel, dat wat men in Londen trachtte te bewijzen, juist door do wijze, waardoor men het be wijs wilde leveren, niet juist kon zijn. Aan den anderen kant wil ik niet verhelen, dat ook ik behoorde tot degenen, die geneigd waren te gelooven, dat de brand in den rijksdag, hetzij direct, hetzij indirect dooi de nazi's was veroorzaakt en het spijt mij te moeten verklaren, dat mijn objectiviteit zóó gering was, dat ook ik behoorde tot de genen die oordeelden in ongunstigen zin over het standpunt, dat het hoogste Duit sche gerecht zou innemen ten opzichte van dit proces, zonder hiervoor positieve argu menten te hebben. Plotseling, slechts luttele dagen voor mijn vertrek, kreeg ik het verzoek van fa milie en vrienden van Van der Lubbe om te trachten hem in Leipzig als verdediger bij te staan en wat ik toen van die men schen hoorde, deed mij vrijwel terstond twijfelen aan do juistheid van de overtui ging, die zich bij mij, zoowel als bij zoove- len in ons land door een langdurige stem mingmakerij, had gevestigd. Dc nazi's beschuldigden de communisti sche partij van een georganiseerde brand stichting met het doel om oproer te ver wekken en trachtten daarvoor overstelpen de bewijzen aan te brengen. De communisten hunnerzijds trachtten de brandstichting aan de nazi's zelf in de schoenen te schuiven. Dat waren de twee lezingen, die in Ne derland opgang deden en waarvan, al naar eigen inzicht, de eene deze, dc andere die lezing aanvaardde, en nu kwamen daar bij mij praten de familieleden en naaste vrienden van Marinus van der Lubbe en vertelden mij uitvoerig van dc politieke gezindheid van dezen jongeman en maak ten het voor mij aannemelijk, dat dc daad van de brandstichting was geweest de daad van een enkeling, een daad, die nimmer door Van der Lubbe verricht kon zijn on der pressie of positieve medewerking van «le nazi's, een daad, die door Van der Lub be evenmin gedaan kon zijn in samenwer king met dc leiders van do K. P. D., om- dat de politieke inzichten in den primi tieven geest van Van der Lubbe zoo he melsbreed verschilden van do geldende ideeën in de K.P.D., en drie dagen later reeds zat ik in een vliegtuig naar Leipzig, zonder iets te weten van het Duitsche strafrecht en strafprocesrecht. U zult zich kunnen indenken, dat ik onderweg menig maal gedacht heb: „Wat ben je begonnen, hoe wil je hier ooit den goeden weg kun nen vinden?" Maar een vlucht naar Leip zig duurt slechts VA uur en veel lijd tot piekeren had ik dus gelukkig niet! Mijn eerste daad in Leipzig was dan ook een boekwinkel binnen te stappen en het Duit sche strafrecht en strafprocesrecht met commentaar te koopen, mij met den Nc- dcrlandschen consul in verbinding te stel len, met den president van bet Hof en met wat de Duitschers noemen den „Offizial Vcrteidiger", en toegevocgdcn verdediger van Van der Lubbe, dr. Souffcrt. Dien dag kon ik met geen der heeren meer een onderhoud bewerkstelligen, sloot mij op in mijn kamer en doorvloog op zeer oppervlakkigo wijze de Duitscho strafwet. Woensdag, den dag vóór dc terechtzitting zou beginnen, had ik hot eerste contact met den consul-generaal der Nederlanden, dank zij wiens bemiddeling weldra dc deur van dc kamer van den president van den vierden straf-scnaat van het rijksgerecht voor mij werd geopend. Inmiddels had ik hardnekkig getracht mij to wennen aan het idee, dat ik vrij moest zijn van elke vooringenomenheid, waarmede ik in Holland was behept ge weest en in het bijzonder had ik er over nagedacht, hoe een Nederlander, die na tionaal voelt en die er van overtuigd is, dat zijn rechtspraak en bovenal de rechtspraak van zijn hoogste rechtscollege boven elke verdenking verheven is, hoe d i o Neder lander reageeren zou, indien hij moest be merken, dat de hcelc wereld om hem heen tc voren luidkeels verkondigde, dat er geen recht gesproken zal worden, dat z ij n hoog ste rechtscollege niet meer zou zijn een zelfstandig orgaan, maar een orgaan, vol ledig ondergeschikt gemaakt aan den wil der regeering. Het was mij bekend, dat dit zelfde gerecht een van do belangrijkste nieuwe bepalingen van de Hitler-regeo- ring, n.l. het persverbod, onverbindend had verklaard; eveneens was het mij bekend, dat in het geruchtmakende ge9Chil tus- schen Pruisen cn het rijk dit Leipziger ge recht een der regccring niet welgevallige beslissing had durven nemen en ik voelde, dat het onredelijk was om to beginnen met te veronderstellen ,dat dit gerecht niet; ob jectief zon zijn. In een volgend artikel hoop ik u uiteen to zettenr" waarom ik overtuigd ben ge raakt van dc objectiviteit van dit rechter lijke college en ik hoop u ten korte schets te kunnen geven van de wijze van proces- voeren volgens dc Duitsche wet, die in we zen niet 7-0 zeer van da onze verschilt als op het oog wel lijkt. Mr. B. W. SIOMPS. (Nadruk verboden.) Heemstede, 23 September. Mevrouw Bakker-Nort gelooft niet aan de objectiviteit der Leipzigsche rechters. Het Volk heeft een onderhoud gehad met mevrouw BakkerNort, lid der Londcn- schc juristencommissie. Dat rar. Stomps, verklaarde Mevr. Bak ker, zoo vast aan die objectiviteit van de Duitsche rechters gelooft, is mij een raadsel. Juist omdat Leipzig niet objectief kan zijn, hebben wij in Londen het u bekende onder zoek naar den rijksdagbrand gehouden. Voor ons zijn in Londen menschen versche nen, die een eerlijke getuigenverklaring in Leipzig zelf óf met den dood, of met gevan genisstraf zouden hebben bekocht. Het is immers niet voor tegenspraak vatbaar, dat ieder denken in Duitschland, dat afwijkt van de nationaal-sociali6tische leerstellin gen, stelselmatig wordt onderdrukt. Ik behoef u toch waarlijk geen opsom ming tc geven van de wreedheden, waarmee deze onderdrukking gepaard gaat. Kan men nu inderdaad volhouden, dat de menschen, op wier getuigenissen de Londenschc con clusies zijn gebouwd, in Leipzig vrij zouden hebben kunnen spreken? En verondersteld, dat zij den moed zouden hebben gehad naar Leipzig tc gaan, zouden dc nazi's zich dan niet tienvoudig hebben gewroken op liun familieleden en vrienden in Duitschland, zooals zij dat hebben gedaan met dc kinde ren van Scheidemann? Wie gelooft nog in dc objectiviteit van Duitsche rechters, wanneer het mogelijk is, dat de voornaamste beklaagden vijf maan den lang geboeid in hun cellen liggen? Is er één Duitsch blad, dat daartegen heeft durven protesteeren? Mr. Stomps zal de ccnige zijn met zijn geloof in dc objectivi teit der Duitsche rechtspraak in Leipzig. Geen communistische sympathieën? En waarop grondt mr Stomps zijn be wering, dat wij in Londen communistische sympathieën zouden hebben gehad? Alleen reeds do namen van hen, die deel uitmaak ten van dc Londenschc commissie, zijn vol doende waarborgen voor het tegendeel Geen van hen behoort tot of is lid van de communistische partijen. Mag ik een paar namen noemen? Daar is in de eerste plaats de jonge Bran- ting, de Zwccdsehe socialist, dio aan den reformistischen kant van zijn partij 6taat. Mr. Gaston Bcrgery, Fransch socialist, ver klaard tegenstander van het communisme. Mr. Dc Moro Giafferi, een van Ilerriot's beste cn vertrouwdste vrienden, die lid is van de burgerlijko sociaal-radicale partij. Mr. Vald Hvidt, een Dccnsch liberaal. En mag ik de rij sluiten met mijzelf, zei mevr. Bakker. U weet toch, dat ik lid ben van de Vrijzinnig-democratische partij? Zijn dat nu menschen, van wie men kan beweren, dat zij communistische sympathieën hebben? Ik kan veeleer uitdrukkelijk verklaren, dat met opzet in'deze commissie alleen ju risten zijn benoemd die van het communis me zijn verwijderd. In zijn openingsrede heeft Sir Stafford Cripps. procureur-gene raal in de vorige Arbeidsregeering! toch zeker ook geen communistisch georiënteer de regeering! nadrukkelijk vastgesteld, dat dc commissie volstrekt niet3 uitstaande wilde hebben met het bekende Bruinboek, waarover is beweerd, dat het ten deele van communistisclicn oorsprong zou zijn. Zóó streng hebben wij scheiding gemaakt tus- schcn ons en de communisten. Juist om tc komen tot een onpartijdig onderzoek heeft men in Londen iedcren communist of com munistenvriend er buiten gehouden. AANVARING OP HET KANAAL GENTTERNEUZEN. Ter neuzen, 30 Sept. Hedennacht heeft alhier op het kanaal GentTerneuzen een aanvaring plaats gehad. Het 2000 ton groote Engelsche stoomschip Dripburgh op weg van Antwerpen naar Gent is nabij het Nederlandschc plaatsje. Driekwart, in aan varing gekomen met het 300 ton groote Engelsche stoomschip Todnes. Dc Todnes die op weg was van Gent naar Terneuzen is teruggekeerd naar Gent om aldaar te dokken. Terneuzen, 30 Sept. Het Engelsche stoomschip Wisbeck dat gistermorgen na bij Nieuwcsluis, aan den grond was ge- loopen, is gisteravond omstreeks 11 uur vlot getrokken. Door den inmiddels opge komen mist was het schip verhinderd zijn reis naar Terneuzen voort tc zetten, zoodat het pas hedenmorgen alhier arriveerde. Ilcl schip heeft geen schade bekomen, doch heeft averij aan de beschoeiing cn een twintigtal palen omver geloopen. ONVERANTWOORDELIJK RIJDEN IN DEN MIST. Botsing met doodeiijken afloop. Gisteravond is op den Groningschen Straatweg onder den rook van Leeuwarden een ernstig ongeluk gebeurd. Twee motor rijders Varen op weg naar Leeuwarden, terwijl in de richting Groningen een per sonenauto en een vrachtauto reden. Het was erg mistig cn daarom onverantwoor delijk van den bestuurder van do vracht auto, om de personenauto te willen inha len. Toen hij voorbij reed, doken plotseling lichten van de motorrijwielen voor hem op. Dc berijder van één daarvan, een zoon van den heer Vricscnbcrg to Leeuwarden werd tegen don grond gesmakt. Het motor rijwiel werd vernield en de berijder kreeg een ernstige hersenschudding en een bloed uitstorting in de hersenen, liet slachtoffer is por ziekenauto naar een der ziekenhui zen tc Leeuwarden vervoerd, waar bij wel dra overleed. KINDERWAGEN ONDER EEN RACE-AUTO. Kind met gebroken leden- maten opgenomen en over leden. Noord w ijker hout, 30 Sept. Gister avond reed op den Zilkcrduinweg de 16- jarige dochter van P. Duivenvoorde met een kinderwagen, waarin het ccn-jarig kindje van dc familie D. Op het moment dat het jonge meisje den weg overstak, na derde uit de richting Haarlem een race auto bestuurd door een 2dcn luitenant, ter wijl van don anderen kant een luxe auto naderde. Doordat de luxe auto het meisje links passeerde heeft de bestuurder van dc race-auto den kinderwagen niet bijtijds opgemerkt, met het gevolg dat deze wa gen onder dc auto terecht kwam. De kin derwagen werd geheel vernield. Het kindje moest met gebroken ledematen naar de Maria-stichting tc Haarlem worden ver voerd, waar het 's avonds is overleden. De race-auto is in beslag genomen. Naar de schuldvraag wordt een onderzoek ingesteld. Het 16-jarig meisje kwam met den schrik vrij. HET HEENGAAN VAN DEN BURGE MEESTER VAN WIJCHEN. Naar aanleiding van het met ingang van 14 September op eigen verzoek verleend eervol ontslag aan den burgemeester van Wijchen, jhr. H. L T. M. van Rljckevorssel, heeft de Raad van Wijchen een motie aan genomen en besloten deze ter kennis te brengen van II.M. de Koningin, den mi nister van Binnenlandsche Zaken en den Commissaris der Koningin in de provin cie Gelderland. De motie luidt* De Raad der gemeente Wijchen, keunis genomen hebbende van het aan jhr. van Rijckevorssel met ingang van 14 September 1933 op eigen verzoek verleend eervol ont slag als burgemeester der gemeente Wij chen; overwegende dat deze geheel onver wachte ontslagneming den Raad ten zeer ste heeft getroffen, overwegende dat het volkomen vaststaat, dat deze ontslagne ming is gevraagd onder den druk van tot nog toe niet medegedeelde en bijgevolg voor den Raad onbekende redenen; over wegende dat naar het oordeel van den Raad het eindresultaat dezer zaak mogelijk op onvoldoende of wel eenzijdige gegevens be rust; overwegende, dat waar de Raad met den burgemeester als voorzitter het bestuur der gemeente vormt, het rechtvaardigheids gevoel toch zeker met zich brengt, dat doze aangelegenheid volkomen tot klaarheid wordt gebracht; besluit deze motie ter ken nis te brengen van II.M. de Koningin, den minister van Binnenlandsche Zaken cn den commissaris der Koningin in do pro vincie Gelderland. peyiedzc&udsche^andfmsta I DOOS 20 CT.- TUBE 55 EW 60 CT. Logementhouder levens gevaarlijk gewond Amsterdam, 29 Sept. De be woners van de Boomstraat bij de Noordermarkt zijn hedenavond laat opgeschikt door een drama waar van een ongeveer 25-jarige loge menthouder het slachtoffer is ge worden. Toen de man tc omstreeks 11 uur in ecnigszins beschonken toestand het logement binnen kwam, klonk plots de knal van een revolverschot. Door een kogel in den sla-ip getrof fen stortte de man neer. Spoedig was er publiek aanwezig en ook de politie was gauw ter plaatse. Onder leiding van inspecteur Boa werd een onderzoek ingesteld naar den dader, dat tot nu toe zonder resul taat gebleven Is. Op aanwijzing van ecnige perso nen zoekt de politie naar een zekere „Joop", een vroegcren klant van het slachtoffer. In hoogst zorgwekken- den toestand werd de getroffene naar het Ziekenhuis vervoerd. De dader gearresteerd. Ir den loop van den nacht is door de politie gearresteerd de buffetbediende. dio wordt verdacht op den logementhouder in de Boomstraat het noodlottig schot tc heb ben gelost. De man heeft bekend, maar zegt uit zelfverdediging tc hebben gehan deld. Hij is door dc politie ingesloten. Een rangeerder gedood, een gewond Alkmaar, 29 Sept Hedenmid dag omstreeks één our i6 op het emplacement te Alkmaar een grind- trcin door tot nu toe onbekende oorzaak uit do rails geloopen. Op dat moment waren tweo personen met dezen trein bezig te rangecrcn. Een van hen, zekere K. uit Uitgeest schijnt tusschen twee wagens te zijn gekomen met het noodlottig gevolg dat de man werd gedood. De ander werd gewond, doch zijn toestand is naar omstandigheden redelijk wel. Het treinverkeer naar Amsterdam ondervond door deze ontsporing go- ruimen tijd vertraging, doch om streeks half drie kon het treinver keer weer zijn normalo- verloop verkrijgen. DE MOORD IN DEN GROOTEN IJ-POLDER Nog geen spoor van den dader. Amsterdam, 28 Sept. Do publicaties in de Pers over het nachtelijk drama in den Grooten IJ-polder hebben tot gevolg gehad, dat ecnige personen zich in verbinding heb ben gesteld met do politie van het bureau Marnixstraat (Raampoort), welke het on derzoek in deze zaak leidt. Hun inlichtin gen, die naar zij meenden zouden kunnen leiden tot do ontdekking van dengone dio den boerenarbeider G Verhoef heeft dood geschoten, bleken bij onderzoek, naar wij te middernacht vernamen, op niets to zijn uit- geloopen. Een episode uit den Dertigjarigen Oorlog Oorspronkelijke schets van G. P. BAKKER. Het tumult was verschrikkelijk. Hij zag verminken, dooden, martelen, wurgen. Hij zag een Kroaat een zuigeling dood steken in de armen der moeder, toen de jonge vrouw zich op den grond werpte naast het verminkte lijk van haar man. En niets kon hij doen, niets dan krampachtig de vuisten ballen. Niemand werd gespaard, geen jongens, geen meisjes, geen grijsaards, geen vrouwen. Hij zou de vrouw daarboven niet kunnen redden door haar naar Von Pappenhcim te brengen. Hij zou haar niet kunnen bescher- men. Zij zou den veldmaarschalk nooit bereiken. Alleen reeds baar verschijnen op straat zou het allergrootste leed over haar brengen. Hij snelde terug. Zij zat nog lang op dezelfde plaats. Zij was heel angstig geworden. Het duurde reeds geruimen tijd. Zij begreep het zelf niet, maar ze hoopte op de terugkomst van den man, die nog zoo kort geleden haar de grootste beleediging aangedaan had, die een vrouw kan ondervinden. En toch ze verlangde innig naar zijn terugkomst Ilct rumoer naderde, de boodschapper keerde niet weer. Zou hij gedood zijn Met kwam heelcmaal niet bij haar op to veron derstellen, dat hij niet zou kunnen terug koeren of zich zou aansluiten bij de plunde raars. Ze trad naar het venster om in de diepe nis te kijken of ze op straat iets van hem kon ontdekken, maar haar voet gleed uit; ze voelde dat zc in iets vochtigs, iets glibbe rigs stapte en zag een bloedplas bij dc deur van het zijkamertje. De plas werd grootcr en grooter. Ze trok dc deur open, doch met een slag gooide ze vol ontzetting die haastig weer dicht. Op den vloer had ze het lichaam van den hopman zien liggen, den dolk in de keel, badend in bloed. Haar belager lag in de kleine kamer, er was voor haar geen twijfel moaelijk. Maar wie was dan de ander Dc man, dien zij had willen dooden en die de klccren van haar vijand droeg. Een vluchteling Misschien een redder in haar grooten nood, maar dan waagde dio vreemdeling nu weer zijn leven voor haar. voor de derde maal. Haar gedachten draai den rond als een drenkeling in een draai kolk. Met moeite hield ze zich op de been. Het schemerde baar voor de oogeu. Ze zeeg terug in haar stoel, niet in staat juiste beel den tc vormen; slechts één feit hamerds in haar hersens: ze had getracht haar bevrij der, haar weldoener te vermoorden. Zoo vond Saxon haar. Het smartelijk lachje om haar lippen, de roode voetstap pen, de bloedplas op den vloer voor de deur vertelden hem alles. Zij had de waarheid ontdekt; dat zag hij ook aan haar gelaat en aan den schuldbcwusten verlegen blik, blijk baar ongewoon in die anders zoo trotsche oogon, en hij begreep hoe moeilijk dit alle6 moest wezen voer een vrouw, een trotsche vrouw. Zij zei„lk heb alles begrepen. Nu eerst. U moet me wel voor een dom gansje gehou den hebben. Maar wie bent u „Een avonturier, die zich heeft gemengd In zaken, die hem volstrekt niet aangaan. Een bemoeial, die een toevlucht zocht en ecu jonge vrouw bedreigd zag. Dc jonge vrouw lag in zwijm, maar u bent mij geen dank verschuldigd", weerde hij af. ..Die Waal trachtte mij tc vermoorden „Dus", sprak zc, „clan hoeft u mij twee keer het leven gered." „Helaas neen", antwoordde Saxon. „Ik vocht voor mijn eigen leven, maar het schijnt dat onze belangen samengaan. Uw plan is mislukt, dc straten zijn onbegaan baar. Ik zie geen uitweg. De plunderende benden komen steeds dichterbij. En de mannen van straks waren kwispelende schoothondjes bij deze niets en niemand ontziende duivels." Om haar tijd tot nadenken te geven, keek Saxon naar buiten. Hij zag dc schemering vallen. Op ccnigen afstand laaide een roode gloed, dc harde wind was overgegaan in een locicndcn storm. Boven de vurige, flikke rende vlammen stegen breede rookwolken op als een reusachtige, sombere roofvogel die angstwekkend vleugels en klauwen uit spreidde hoven de geteisterde stad, die ge doemd was te sterven. HOOFDSTUK VI. Terwijl Saxon In de groote nis voor het venster zich verdiepte in den ondergang van Maagdenburg, maakte hij er in zijn hart den Zweedschen koning, Gustaaf Adolf, een ver wijt van, dat hij, die eenige dagmarschen van deze veste verwijderd was, niet ter hulpe was gesneld. Saxon was een uvonturier, had onder Wal- lenstcin gestreden, die hem eigenhandig den groeten gouden halsketting om den hals had gehangen cn de politiek van zijn ouden meester was hem niet onbekend. Na Wallcnstcin's ontslag was hij nog aan hem verbonden gebleven, zooals vele andere officieren, en het tooneel van den strijd boe zemde hen de grootste belangstelling in. De val van Maagdenburg zou een grooto veran dering brengen in den toestand van het on gelukkige Duitschland. Het zou een grootc slag zijn voor de protestantsche keurvorsten, maar deze verdelgingsoorlog van Tilly, den nieuwen opperbevelhebber van den keizer en „Wallcnstcin's opvolger", die overal ver woestte cn uitgemoorde landen achter zich liet, moest den Zweedschen koning ten goede komen. Tot het uiterste geprikkeld en door angst gedreven zouden de vorsten tenslotte partij voor Gustaaf Adolf moeten kiezen, cn met hem optrekken tegen den keizer. Zoo was het ook met Pommeren gegaan. Dc woorden van Gustaaf Adolf, gesproken tot den ouden vorst van Pommeren, Bo gisla „Kiest of u mij of den keizer tot vriend begeert. Ziet de voetstappen der keizerlijke soldaten in uw land of die dei mijne in Usedom" hadden toen den door slag gegeven. Want de keizerlijke troepen roofden en moordden. De Zwcedsche soldaat betaalde alles, wat hij noodig had; niets van vreemden raakte hij aan. De verwoesting van Maagdenburg zou. Zoo verdiept was Saxon in zijn beschou wingen, dat hij niet bemerkte, dat de vrouw naast hem stond, tot Ml zijn schouder aan-, raakte en vroeg: „Hebt u een weg tot redding gevonden?" Saxon schrok op. „Neen", antwoordde hij. „Ik dacht aan iets anders!" „Aan iets anders, in dezen toestand?" vroeg ze en er klonk een ongeduldige toon in haar 6tem. „Aan iets anders?" „Ja", klonk zijn rustig antwoord. „Aan de gevolgen van deze verwoesting. Maar u heeft gelijk, we moeten aan ons eigen lot denken. „Een mensch, wien steed6 gedachte op gedachte in 't binnenste ontspruit, blijft ver van 't doel, daar d'eene kracht de andere verzwakt", vervolgde hij. „Vrij naar Dante", zei ze. „Maar is het ou het oogenblik voor bet zeggen van ver zen? Wat is u eigenlijk: een krijgsman of een dichter?" Hij was volstrekt niet uit het veld gesla gen. Langzaam, bijna peinzend, antwoordde hij: „Soms weet ik het werkelijk zelf niet. Maar ik zei u toch: een avonturier, die uit trok om de wereld te veroveren" Er kwam een flauwe glimlach op zijn gelaat De vrouw keek hem verwon uerd aan. Zij begreep er niets van. Zij haalde de schou ders op, maar zijn kalm gedrag had haar een beetje geru6t gesteld. Ofschoon ze wist, dat hun toestand hachelijk was, voelde ze zich toch niet meer zoo angstig. „De brand breidt zich over de stad uit", sprak Saxon, uit het venster kijkend, en wees haar op de vlammenzee. „Vluchten kunnen we niet. Hier blijven evenmin. Spoe dig kunnen de soldaten hier komen of kan de brand naar deze zijde overslaan". (Wordt vervolgd-I

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5