De 50 jarige Journalistenkring
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
Haar Avonturier
Dinsdag 17 October 1933
32 e Jaargang No. 93
Druk bezochte receptie
Dr. Colijn's waardeering
voor de pers
TWEEDE BLAD
eo
NEDERLANDERS
VOOR
GAAN
Inkrimping van den
veestapel
Feestmaaltijd, waaraan Prins Hendrik,
enkele ministers en tal van
andere autoriteiten
deelnamen
Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan
van den Ned. Journalistenkring werd Za
terdagnamiddag in de zalen van hotel
Paulez te Den Haag een receptie gehouden,
waarbij tal van autoriteiten en particulie
ren, evenals verscheidene deputaties van
vereenigingen en instellingen op allerlei
gebied, van hun belangstelling hadden doen
blijken.
Het voltallig bestuur, met den voorzitter,
den heer D. Hans, aan het hoofd, nam de
gelukwenschen in ontvangst te midden van
een lusthof van bloemstukken.
Onder de aanwezigen werden opgemerkt
de ministers van Binnenlandsche Zaken,
mr. J. A. de Wilde, van Economische Zaken,
mr. T J. Verschuur, van Sociale Zaken,
prof J. R. Slotemaker de Bruine, van Fi
nanciën, mr. P. J. Oud, en van Defensie,
mr. dr. L. N. Deckers, voorts de oud-minis
ters jhr. mr. D. J. de Geer, mr. J. Schok
king. mr. S. de Vries, J. J. C. van Dijk, mr.
J. Terpstra, den vice-president van den
Raad van State, jhr. mr F. Beelaerts van
Blokland, mr. B. C. J. Loder, oud-president
van het Perm. Hof van Int. Justitie en voor
zitter van het eere-gerecht6hof van journa
listen. generaal jhr. W. Röell. commandant
veldleger en gouverneur der residontie
die in een hartelijke toespraak zijn waar
deering uitte voor de prettige samenwer
king tusschen legerautoriteiten en pers
de heeren J. W. Henny, A. W. Sythoff en
Rob. Peereboom, namens de Ncd. Dagblad
pers (directeurenvereeniging), jhr. mr. Ch.
Feith, president van en mr. A. Tak, procu
reur-generaal bij den Hoogen Raad, het vol
tallig bestuur van de buitenlandsche pers-
vereeniging, de heeren H L. van Manen en
Van Dijk. directeuren van de Ned. Spoor
wegen, vertegenwoordigers van verschillen
de fraaties in de Tweede Kamer en tal van
andere autoriteiten.
Voorts waren zeer vele telegrammen ge
zonden, terwijl, zooals gezegd, een over
groot aantal bloemstukken de zaal wel
haast tot eon lusthof maakte.
Zaterdagavond had in de groote zaal van
hotel ,.De Witte Brug" te 'sGravenhage do
feestmaaltijd plaats ter herdenking van het
50-jarig bestaan. De zaal was keurig ver
sierd met de vele bloemstukken, die den
kring op dezen dag waren toegezonden.
De maaltijd werd bijgewoond door Z.K.H.
Prins Hendrik, die vergezeld was van zijn
adjudant, den luitenant ter zee lo klasse
J. W. Termijtelen.
Tot de genoodigden aan dezen maaltijd
behoorden de heeron dr H. Colijn, minis
ter-president; mr. J. A. de Wilde, minister
van Binnenlandsche Zaken; mr. H. P. Mar
chant, minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen; prof. mr. J R. Slotemaker
de Bruine, minister van Sociale Zaken; jhr.
mr. D. J. de Geer, minister van Staat; jhr.
mr. F. Beelaerts van Blokland, vice-voor-
zitter van den Raad van State; mr. W. L
baron de Vos van Steen wijk, voorzitter der
Eerste Kamer; jhr. mr. Ch Ruys de Boeren
brouck, minister van Staat, voorzitter der
Tweede Kamer; F. M L. baron van Geen,
particulier secretaris van H. M. de Ko
ningin; mr. J C. baron Baud, kamerheer
van Prinses Juliana; dr B. C. J. Ioder,
voorzitter van het ecre-gerechtshof voor de
journalistiek; jhr. mr. dr. H. A. van Karne-
bcek, minister van Staat, Commissaris der
Koningin in Zuil-Holland; verschillende
burgemeesters, w.o.ook .die van i Utrecht;
dr. C. J. K. van Aalst, president der Neder
landsche Hajidel-Maatschappij; ir. M. H.
Damme, directeur-generaal der P.T.T.; S. F.
van Oss, Den Haag; J. W. Henny en mr.
W. G. J. Veenhoven, voorzitter en secre
taris van „De Nederlandsche Dagbladpers";
J. B. Vesters, voorzitter .van de R. K. Jour-
nalistenvereeniging; Henri Asselin, voorzit
ter buitenlandsche peravereeniging; J. H.
Rogge, voorzitter van het Persmuseum.
De heer D. Hans, Kringvoorzitter, was
tafelpresident. Bij den aanvang van den
maaltijd bracht hij een dronk uit op Hare
Majesteit de Koningin. Hij wen9chte in dien
dronk te vertolken dank en hoop. Eerbie
dige dank voor de wijze, waarop de Ko
ningin zich in en tijdperk van 35 jaar aan
Haar volk had gege\en, hoop. dat Haar
leven nog menig jaar gespaard zou mogen
worden.
Geestdriftig stemden de aanwezigen hier
mede in. Het strijkje spccld het Wilhelmus,
dat werd meegezongen.
Toespraak van den Kring-
voorzitter.
In den loop van den maaltijd nam de
voorzitter het woord om de aanwezigen te
verwelkomen.
Hij bracht allereerst eerbiedig dank aan
Prins Hendrik voor zijn aanwezigheid. Zich
daarna richtend tot den minister-president,
zeide bij. dat de Kring zich hartelijk over
diens aanwezigheid verheugde èn omdat in
hem de leiding van het Kabinet tegen
woordig was, èn omdat bet voor den Kring
een onderscheiding is, dat dr. Colijn tot zijn
leden behoort. Het is thans voor cle tweede
maal geweest, dat iemand van den Kring
tot de hooge functie van minister-president
werd geroepen: in 1901 was het dr. Kuyper,
nu dr. Colijn.
Ook den overigen aanwezigen ministers
bracht spr. dank.
Tot elkder overige genoodigden richtte
spr. vervolgens een afzonderlijk en speciaal
woord van welkom.
Gekomen tot „de bevriende pers-mogend-
heden", bracht spr een groet aan de ver
tegenwoordigers van allerlei vereenigingen
en colleges op journalistiek gebied, in het
bijzonder dankte hij daarbij de directeuren
vereeniging „De Nederlandsche Dagblad
pers" voor veel ondervonden medewerking.
Vervolgens tot den Kring zélf komend,
herdacht 6pr. dc heeren mr L. J. Plemp van
Duivcland, eere-voorzitter, en C. K. Elout,
die wegens verblijf in het buitenland niet
aanwezig konden zijn, en huldigde hij ver
volgens een drietal veteranen: de heeren
P. A. Haaxrnan, D. A. van Waalwijk en
Maurits 'Wagenvoort. En tenslotte richtte
hij zich tot.de Kring-leden zélf. Wij moeten
ons riep spr. uit bewust zijn van het
onschatbare voorrecht, dat wij, Nederland
sche journalisten, in ons gezegend Neder
land nog in het volle bezit zijn van de pers
vrijheid. Deze is ons dagelijksch brood. Met
die vrijheid staan cn vallen wij. Maar de
persvrijheid is niet slechts een pers-belang,
het is een algemeen volksbelang. Voorbeel
den in andere landen bewijzen, wat er van
den journalist wordt, wanneer die vrijheid
hem ontvalt Spr. verklaarde zich niet te
kunnen voorstellen, dat het in ons vader
land ooit daartoe zou komen, maar, dan
moeten wij, journalisten, zelf daartoe me
dewerken en dc vrijheid blijven hanteeren
op waardige wijze. Wanneer tegenwoordig
ln allerlei weekbladen die' vrijheid wordt
misbruikt, wanneer declen des volks tegen
elkaar worden opgehitst dan geschiedt dat
vrijwel steeds door niet-beroeps-journalis
ten, door politici van klein formaat, wicn
wij het recht op den naam journalist ont
zeggen. Tot alle werkelijke Nederlandsche
journalisten roep ik zei spr. bij ons
gouden feest uit: de persvrijheid is een
parel van groöte waarde, rnaar alleen als
gij hern als zoodanig behandelt, is hij veilig.
Spr. besloot zijn rede met het uitbrengen
van een dronk op 's Krings gasten en in
het bijzonder op Prins Hendrik, wiens ac
tleve voortdurende belangstelling voor alles
wat volk en volksleven betreft hem recht
geven op onze eerbiedige waardeering.
Minister Colijn spreekt.
De volgende redenaar was dc minister
president dr. H. Colijn.
De voorzitter zoo zeide deze o.a. is
begonnen met er op te wijzen, dat er drie
ministers aanwezig zijn', en hij heeft zelf al
gezegd, dat deze alle drie van het gilde zijn,
doch er 19 nog eèn andere reden waarom
zijn beide erabtgenooten cn spr. hier aan
wezig zijn. Het journalistiek beroep en met
name de pers, heeft voor de Regeering een
bijzondere beteekenis. Het liefst ziet zij de
journalisten als vrienden en er is zelden
een betere gelegenheid tot het sluiten van
vriendschap te vinden, dan aan een ge-
meenschappelijken maaltijd.
De drie ministers zijn hier echter aanwe
zig, niet alleen om zich te verlustigen in
den maaltijd, maar ook om andere rede
nen. Hot ia volkomen juist wat de heer
Hans heeft gezegd, dat zij de schatbewaar
ders zijn van de vrijheid van het woord,
dat aan hen is toevertrouwd; alleen dan,
wanneer ln tijden als deze, de pers haar
roeping.verstaat en te midden van zooveel
woelingen deze roeping weet te vervullen,
dan ook kunt gij zeggen, dat de vrijheid van
de pers, met de vrijheid van het woord een
waarborg vormen-voor een goede staatkun
de. Juist om die reden is het van buitenge
wone beteekenis de voorzitter zeide het
zoo terecht tot de journalisten dat zij
zelf in de eerste plaat9 de hoeders behoo-
ren te zijn van de zegeningen, welke de
persvrijheid verschaft Gelukkig achtte spr.
zich, namens de Regeering te kunnen zeg
gen, dat, over het algemeen, de Regecring
door de Nederlandsche pers wordt gesteund.
Het is dan ook daarom, dat de Regeering
heeft gemeend het niet alleen btj woorden
te moeten laten, maar ook op andere wijze
van haar waardeering te doen blijken. Er
zijn aldus spr. veel 'verdienstelijke
journalisten. Toch hebben wij er een uitge
kozen. Do minister-president deelde hierop
den heer G. Polak Daniels (secretaris van
den Kring) mede, dat deze op voordracht
van den minister van Binnenlandsche Za
ken door H. M. dc Koningin was benoemd
tot officier in dc orde van Oranje-Nassau.
(Langdurig applaus).
Vervolgens bood spr. den gedecoreerde
een persoonlijk blijk van waardeering aan
in don vorm van de versierselen, behooren-
de bij de hem zoocven medegedeelde onder
scheiding.
Hierna' klonk wederom het Wilhelmus.
De heer Polak Danrëls dankte voor deze
onderscheiding in welgekozen bewoordin
gen.
Vervolgens ia nog het woord gevoerd door
de heeren Dr. B. J. Loder, oud-president van
het Perm. Hof van Internationale Justitie
oud-minister Jhr. Mr. Dr. II. A. van Karne-
beek, Ir. M. H. Damme, directeur-generaal
van P.T.T., J. W. Henny, vorozitter van don
Directeurenvereeniging „De Nederlandsche
Dagbladpers". J. B. Vesters, voorzitter der
R. K. Joumalistenvereeniging. C. R. Th
baron Kraycnhoff, burgemeester Van Lau-
schot van den Bosch, Mr. J J. van Bothuis
vorozitter der Haagsche Journalistonverecn.
en Henry Asselin, voorzitter der buitenland
sche persvereeniging.
Het orgaan van den Ned. Journalisten
kring <s in feestgewaad verschenen in ver
band met het gouden kringjubileum.
Na een optimistisch artikel van den voor
zitter cn redacteur vinden we een bloem
lezing van stemmen door autoriteiten, 0.0
van dr. Colijn die „over het geheel het ka
rakter van de Nederlandsche Pers van
ernsdigen aard en den toon waardig'
noemt. Ook is zijn ervaring, dat onze jour
nalisten vertrouwen verdienen, als men
hun vertrouwen schenkt.
Wij vermelden voorts eer. groet van den
eere-voorzitter Plemp van Duiveland die
sinds cmd September in Bome woont, cn
die o.rn. lof toezwaait aan Hans voor wat
deze heeft gedaan voor de sociale en econo
mische positie van den journalist in Neder-
.and; alsook een bijdrage van den voorzit
ter der Directeurenvereeniging over de
„werkelijk uitstekende verstandhouding en
samenwerking".
Dan volgen brokstukken geschiedenis,
o.a. een interessant artikel van C. K. Elout
over de voorzitters van den Kring, herinne
ringen van D. Hans, een onderhoud dat dc
nestor P. A. Haaxman gehad heeft met een
van de oprichters van den Kring D. A. van
Waalwijk; voorts herinneringen van Dek
king, Cantor, een bijdrage over den Kring
en de Regeering. een artikel van A. J. Lieve
goed over de wetenschap van het dagblad-
wezen. en uitingen van Kringlcden. die
meer of minder optimistisch en geestdrif
tig in proza of rijm dc „vrije pers in het
vrije land" verheerlijken. Een wat bitterder
toon laat daartusschen zeer verhuld
J. J. dc Roode hooren. en ook dr. Ritter Jr.
doet even de schaduwzijde zien als hij zegt:
„Er liggen schatten van talent, van erudi
tie. van cultuurbelangstelling in het tegen
woordige geslacht van journalisten, maar
hoe vaak worden die gaven onvruchtbaar
gelaten, omdat van den dagbladschrijver
vaak in de eerste plaats geëischt wordt, dat
hij voldoet aan de domste eischen van het
publiek".
Dr. Henri Polak meent, dat de Kring als
vakverceniging een «vaardige plaats onder
de zusteren inneemt.
Volgens de overtuiging van J. F. Anker
smit zal de Kring te sterker staan( naar
mate hij zich tot het vakvereenigingswerk
bepaalt en daarop uitsluitend al zijn kracht
concentreert.
Uiteraard is het nummer druk versierd
met foto's, en vele journalisten kunnen er
zichzelf in aanzien.
Amersfoort. 19 October, ,,'t Boom
pje." Verkooping van de perceelen Arn-
hemscheweg 96, Alb. Cuypstraat 1, Groen
markt 10, Papenhofstede 2, Bloemendal-
schestraat 14 en Rozemarijnsteeg 8 en 10.
24 October. Sterfhuis Aldcgondcstraat 42.
Verkooping van een inboedel. V/s uur
n.m.
27 October. De Keizerskroon. Verkooping
van 85 dekklecden. 10 uur v.m.
Baarn. 25 October Villa F.mmalaan
1. Verkooping van een gedeeltelijke inboe
del. 10 uur v.m.
26 October. Hotel Groeneveld. Verkooping
van de Boerenhofstede „de Katoenbaai."
Beperking van toelating van vreem
delingen tot universitaire
examens
Ingediend is een wetsontwerp tot tijde
lijke beperking van de bevoegdheid van
hen, die niet dc Nederlandsche nationaliteit
of liet Nederlandsch onderdaanschap bezit
ten, tot het afleggen van examens aan de
Technische Hoogeechool te Delft, van uni
versitaire examens en van andere examens
die de bevoegdheid tot het bekleedcn van
ambten cn bedieningen verlecncn, alsmede
tot het verkrijgen van het recht deze amb
ten on bedieningen uit te oefenen.
De toelichting merkt op, dat de wet het
afleggen van examens en het verkrijgen
van bevoegdheden, aan de examens verbon
den, onbeperkt toelaat.
Reeds is van universitaire zijde erop ge
wezen, dat, ofschoon thans nog niet met
zekerheid te zeggen is, in welke mate het
aantal gegadigden het noodzakelijk zal ma
ken te dezer zake maatregelen te nemen,
het wenschelijk is, dat aan de regeering tij
dig de bevoegdheid wordt gegeven om, voor
zoover noodig, terstond in te grijpen. De
toelating van een groot aantal buitenlan
(Iers tot de universitaire cn daarmede ge
lijk te stellen examens, inzonderheid tot de
examens, waaraan het recht ontleend wordt
tot het uitoefenen van beroepen als advo
caat, geneesheer, apotheker en tandarts, kan
tot ongewenschtc toestanden aanleiding ge
ven. Dit klemt te meer omdat het hier voor
namelijk geldt vreemdelingen, die in hun
land reeds de bevoegdheid tot het'uitoefe-
nen van deze beroepen verworven hebben
cn zullen trachten in korten tijd voor aan
vullende examens die bevoegdheid ook in
Nederland te verwerven. I11 de tegenwoor
dige bijzondere tijdsomstandigheden kan
het noodzakelijk zijn, hiertegen op te treden
Dit wordt met het ingediende wetsontwerp
beoogd.
Levering aan de rundvee
centrale
De minister van Economische Zaken
maakt bekend, dat door de Crisis Rundvee
Centrale gelegenheid zal worden geboden
aan haar te leveren: drachtig rundvee in
alle soorten en kwaliteiten (uitgezonderd
kunnen worden bij de afname zeer hoog-
drachtige dieren) op een daartoe bijzonder
aangewezen plaats op of bij de veemarkten
een aantal met namo genoemden ge
meenten.
Voor Utrecht wordt als datum genoemd
Zaterdag 21 October van 8—10 u.
Het ligt in de bedoeling van de C.R.C.
wekelijks mede te deelen op welke plaat
sen vee zal worden afgenomen. Uit den
aard der zaak is het niet mogelijk reeds
thans op alle plaatsen welke daarvoor in
aanmerking komen, vee af te nemen.
De algemecne werkwijze bij de overne
ming zal in het kort zijn als volgt:
De aangeboden dieren zullen volgens de
gebruikswaarde worden ingedeeld in de na
volgende klassen:
Klasse A: Dieren met volle gebruikwaar-
de;
Klasse B: dieren welke niet geheel vol
waardig zijn;
Klasse C: dieren welke meer afwijken In
gebruikswaarde.
Overigens zal zoo noodig gebruik worden
gemaakt van klasse A plus; voor dieren
met hooge gebruikswaarde doch gering ge
wicht; klasse C min: voor minderwaardige
dieren.
In het bijzonder wordt nog gemeld dat
ongeveer l'/s-jarige, in den winter afkalven
de pinken ook kunnen worden geleverd en
het niet de bedoeling is dieren, welke voor
afmestcn geschikt zijn en door uiergebre
ken daarvoor in aanmerking komen, over
te riemen.
De som van overneming zal worden be
paald naaf^het levend gewicht in dien zin,
dat wordt betaald:
Voor dierun in klasse A plus: 34 cent per
kg., voor dieren in klasse A: 30 cent per kg.;
voor dieren in klasse B: 25 cent per kg.;
voor dieren in klasse C: 20 cent per kg.
Bovenstaande prijzen zullen vóór 1 Janu
ari 1934 niet lager worden gesteld dan
hoogstens 4 cent onder de bovengenoemde.
Wanneer na slachting blijkt, dat dieren
niet drachtig zijn, zullen de prijzen met 20
pCt. worden verminderd.
Van dieren in klasse C min worden de
prijzen per stuk bepaald
Betaling zal zoo spoedig mogelijk plaats
hebben door de C. R. C„ terwijl elke leve
rancier dadelijk na de levering een bon
voor zijn levering ontvangt.
In aansluiting op het desbetreffende kon.
besluit deelt de minister van Economische
Zaken mede, dat het bedrag der heffing op
rundvee is vastgesteld op tweemaal het be
drag dat als accijns op het geslacht wordt
betaald.
Mijdt den drank achter het stuur.
Een episode uit den Dertigjarigen Oorlog
Oorspronkelijke schets van
G. P. BAKKER.
Alleen mocht hij zijn belangstelling too
nen in dc vroolijke eekhoorntjes, die van
tak op tak wipten met zeldzame snelheid
en volstrekt niet bang waren. Ze lachten,
gooiden hem met dorre takjes cn oude dop
pen en bezorgden hem meer ergenis dan
vreugde.
„Zoo n domme hond" spotten zc, „hij kan
niet ecn6 klimmen".
„Tuig!" blafte Wolf terug en nam veracr
geen notitie meer van die kleine pretma
kers.
Op de hoogte gekomen, zagen ze in de
verte de verwoeste stad, die kort geleden
zich zoo fier verhief aan den oever der Elbe
als eeri prachtig, kostbaar juweel, te mid
den der Duitache landouwen
En nu lag daar die mooie rijke Hanze
stad als een zwarte afgebrande ruïne
„De Sint-Johanneekerk met haar twee
hooge torenspitsen is tot op de muren ver
woest", zei Marion, „en ook de Sint-Ulrich.
met haar mooie graftombes, de Sint-Jacob,
dc Sint-Katharina. O! Alle kerken zijn ver
dwenen, de armenhuizen, hospitalen, scno-
len. paleizen, alle huizen zijn weg".
„Ja", antwoordde Saxon. „Zie, de gehee-
le Oude Markt, liet prachtige raadhuis, de
apotheek, niets is gespaard. De Breede Weg
cn de omliggende straten zijn niet mepr te
vinden, alles slechts een zwarte plek. Weg
het gasthuis „In den Gouden Arm", het
mooie huis van Thomas Maurilz, het wijn
huis „De Gouden Kroon". Ik zie nog 6lechts
4,.f«irte verbrokkelde stukken muur'.
„Geen 6teon schijnt op den anderen be-
blevcn. Daar ongeveer", wees Marion, „op
den hoek van de Pralatcnstraat, stond eens
het Anhalter Hof".
„Maar daar op de Nieuwe Markt staat
nog de Dom. Er moest toch een kerk blij
ven staan voor het Te Deum, het dankge
bed aan God voor dc verovering der stad,
dat heden za' plaats vinden", bracht Mel-
chor bitter in het midden.
„Ja, en dat schijnt het Onze Lieve Vrou
wenklooster te zijn.".
„Ginds staan nog eenlge visscher6wonin-
gen aan de Elbe en de Sundcrbcrgbrug",
merkte Marion op, verdiept in de aan
schouwing.
„Zie je die stippen in de rivier?" vroeg
Saxon aan Melchior.
„De onaangename reuk is me dadelijk
reeds opgevallen", antwoordde deze.
„Alle bruggen-zijn weg. Ook de torens en
poorten liggen in puin, de vesting is vol
komen geslecht, waardeloos geworden voor
den Zweedschen koning", 6prak Saxon.
„Maar hier vergezelt de straf de misdaad.
Ook voor Tilly is, de stad nu van geen
waarde meer. Onbegrijpelijk".
„Maagdenburg ie weg", herhaalde Marion
met tranen in dc stem. „Och, Saxon, zie je
daar de puinhopen, een zwart gebrand stuk
van den Romaanschcn toren, dat is alles en
anders niets, niet meer
Zij keerde zich af van het schouwspel
van dood cn verwoesting, greep den avon
turier bij den arm alsof ze steun hij hem
zocht en treurig zei ze:
„Laten we weggaan. Het i6 alles zoo vree-
sclijk".
Met droevige gezichten aanvaardden zij
den terugtocht, de mannen met een kil
len blik in de oógen, en zelfs Melchior, die
in talrijke oorlogen verschrikkingen van
allerlei aard had beleefd, schudde het grij
ze hoofd cn sprak:
„Het.is een schande. Nooit zal lk weer
mijn zwaard trekken voor den keizer van
Oostenrijk o m't even onder welken aan
voerder".
Saxon knikte.
„Zoo zullen velen in Duitschland er over
denken", oordeelde hij.
Toen Marion in de herberg teruggekeerd
was, vernam ze van Rudolf, dat hij twee
betrouwbare boodschappers uitgezonden
had.
Eèn naar Berlijn met het perkament, dat
de aanwijzing gaf, waar ze de schatten
hadden begraven. De ander naar de leger
plaats van veldmaarschalk Von Pappen
heim, om zekerheid te verkrijgen, dat haar
oom aan het bloedbad was ontkomen.
HOOFDSTUK XIV
„Je speelt valsch",, klonk een luide stem
„Voor dat object d'art", hij wees op een
ring met een groote lapis lazulli, „heb ik
straks zes daalders uitbetaald gekregen en
nu zou ik er tien voor geven! En ai* dob
belsteen deugt ook niet".
De beschuldigde, een ruwe lansknecht
met een groote rooic snor, keek den jongen
ruiter kalin aan.
„Neem die woorden terug", sprak hij.
,.Of bij God het zal je 't leven kostenen
hij greep naar het lange rapier, dat naast
hem stond.
„Waarom hem te vermoorden?" vroeg de
derde speler. „Zijn zakken zijn al leeg. Je
zoudt er geen stuiver bij winnen."
„Is dat als een beleediging bedoeld?"
schreeuwde lansknecht.
De ai/der lachte slechts.
„Wie durft hier beweren, dat ik valsch
speel!scheeuwde de lansknecht, den kring
brutaal rondziende.
„Ik!" sprak een lange kurassier, die het
spel met belangstelling gevolgd had. „Ik heb
je drie malen een dobbelsteen zien verrui
len en je deedt het vervloekt onhandig"
„En jij", vervolgde hij tot den jongen
ruiter, „bet is je eigen domme, srhuld. Wat
doe je te dobbelen met voetvolk."
De lansknecht vloog op. „Ik zal Je..
„Bewaar je kalmte, edele dief!" viel de
kurassier hem in de rode. „Ik heb grooton
lust je den nek te breken
„Ga naar het kamp", sprak hij tot den
verliezer. „Als je iets terug wilt hebben, is
er maar één weg hem straks buiten op
wachten en vermoorden. Het zal wel niet
zoo moeilijk zijn".
„Wel allemachtig", riep de valsche spe-
'er.
Hij stond op, greep een lange leeren hand
schoen, die naast hem op de bank lag, maar
de kurassier greep met ijzeren kracht d-n
arm van den speler, draaide dien een hal-
ven slag om en eenige zware looden kogels
rolden over de tafeL
„De inleiding tot een duel zou op d«'ze
wijze het einde beteekencn", sprak de Ku
rassier rustig. „Een geducht wapen, listig
verzonnen. In de punt van elke vinger een
Daar dikke kogels, een goede slag op liet
hoofd en jc bent er geweest".
Uiterst bedaard legde hij zijn groote. vlak
ke hand boven het hoofd van den ópeler en
drukte hem zonder eenige inspanning neer
op zijn stoel, de hand bleef op het hoofd rus
ten
Dc vrienden keken onrusrig toe.
„Geef don jongen twintig daalders terug;
hij is totaai geplukt." De hand drukte iets
zwaarder.
De valsche speler keek met nijdige oogen.
„Au, schei uit", riep hij toen cn schoof twin
tig daalders over de tafel.
De kurassier narn het geld met de linker
hand, reikte het den ruiter.
„Naar het kamp", herhaalde hij. „Speel
nooit weer met voetvolk".
Do jongen wilde nog iets in het midden
brengen, maar luid klonk het bevel „Ga!"
De kurassier keerde zich rustig af
zonder acht te slaan op den valschen blik
van den lansknecht cn zette zich aan een
ledige tafel.
Hot 6pel ging door alsof cr niets gebeurd
was.
..Een pracht van een sieraad", riep dö lans
knecht, een doekspeld op de tafel leggend,
„gedragen door de vrouw van den burge
meester zaliger gedachtenis, een prachtig
radenu vo»r de vrouw uwer keuze Schenk
haar dit juweel en zij zal uw liefde niet
kunnen weerstaan.
(Wordt vervolgd.^