AMERSFQORTSCH DAGBLAD
v. d. Lubbe als „Wanderbursche'
Omtrek
Dinsdag 17 October 19v
32 e Jaargang No. 93
Hij nam deel aan een
bezichtiging van
den Rijksdag
DE BERECHTING DER
MUITERS
•i
tiet proces te berlijn
Dimitrof stelt vragen, die
niet te beantwoorden
zijn
Dr. Werner.
In i bureau der communistische tractie
zijn blanco kaarten gevonden met den vol
genden inhoud: Geldig slechts voor den
■lag van afgifte. Kaart tot het betreden van
de wachtzaal bij ingang 2 voor..... Ber
lijn den..i. 19...
Een van deze kaarten is, zonder inge
vuld te zijn. onderteekjnd door den afge
vaardigde Radel.
Getuige Prodoebl: De fiacties moeten
toch met zulke belangrijke formuliersn bij
het hoofdbureau terecht. Wie e.kn dergelijke
kaart had. moest zicli er mee aan het
bureau melden en evengoed een briefje in
vullen. Hij kon niet zoo maar naar binnen.
President: Acht u het toelaatbaar, dat
zulke kaartm, zonder op naam te zijn in
gevuld, werden weggestuurd met de onder-
teekming van een afgevaardigde?
Getuige: Dat kon wel gewoonte zijn ge
weest. De betrokkene vulde dan zelf zijn
naam in.
De volgende g.'tuige, de beheerder van
het rijksdag-restaurant Jiirgens. wordt 'ge
hoord over de ontvreemding van tafella
kens en servetten uit de vroegere ijskast,
die in het restaurant staat Getuige Jür-
gens verklaarde, dat hij na den brand de
kastdeur open had gïvonden; de kellners
beweerden, dat do deur gesloten was 'ge
weest, doch het is een feit, dat het slot niet
goed werkt -2n dat, als men de sleutel een
tweede maal omdraaide, het slot dikwijls
weer opensprong. Niettemin is het merk
waardig, dat Van der Lubbe juist dezo
kast heeft uitgezocht
Er ontbraken acht tafellakens. Van der
Lubbe zelf had slechts over één tafellaken
gesproken, dat hij achter zich aar. had ge
sleept. Hierna wordt de middagpauze ge
houden.
Bij do hervatting der zitting na de mid
dagpauze wordt als eerste getuige do stof
feerder Otto Borchart. gehoord. Hij beves
tigt, dat de brandstichter, om bij bet gor
dijn van de stenografenkamer te komen; de
grendel van deze kamer heeft moeten
openen en bet trapje af moest.
Zooals bekend is, heeft van der Lubbe in
dertijd verklaard, dat hij met het. branden
de gordijn door dc zaal bad gcloopen.
De volgende getuige is de employé Schmal,
die met zekerheid verklaart van der Lubbe
reeds den dag van den brand 's middags
in het rijksdagegebouw te hebben gezien.
Hij was hem bij het verlaten van liet rijks
daggebouw op den hoek tegen gekomen.
Hij vertelde o.m.:
Hij maakte een ongunstigen indruk op
mij en ik dacht nog: dat ziet er zoo dicht
bij den rijksdag verdacht uit
Toen hij drie of vier dagen later een por
tret van van der Lubbe zag. wist hij zeker,
dat van der Lubbe die man is geweest
Bij confrontatie lieb ik hem met zeker
heid herkend. Hij moet ook iets in de hand
hebben gehad, toen ik hem bij den rijksdag
ontmoette. Zijn houding was voorover ge
bogen.
President: Herkent u hem nu ook weer?
Van der Lubbe, hef het hoofd eens op. kijk
eens hier naar de tafel.
Van der Lubbe staat op, maar maakt
geen beweging om naar de tafel te kijken
of het hoofd op te heffen.
Getuige Schmal: Ik herken hem.
De president spreekt van der Lubbe op
nieuw toe. Antwoord toch eens, ben je
buiten bij den rijksdag geweest?
De tolk vertaalt dc vraag, doch van der
X.ubbe blijft zwijgen.
President: In Leipzig lieeft hij tweemaal
na elkaar nadrukkelijk zelf gezegd, dat hij
op den middag van den brand bij bet rijks
daggebouw is geweest.
Uit liet. dossier memoreert dc president,
dat getuige Schmal op 28 Maart tweemaal
is verhoord. Om twee uur 's middags had
hij van der Lubbe bij den rijksdag gezien
en hij was beslist van mcening, dat hij het
lijksdaglid Torgler bij dc tramhalte had
gezien. Aan dit laatste had getuige echter
toegevoegd, dat hij omtrent zijn ontmoeting
met Torgler niets met zekerheid kon zog
gen, omdat hij zich ten aanzien van deze
ontmoeting met den dag kon hebben ver
gist.
Dr. ParisiusJ „Uit liet dossier moet
ronstateerd kunnen worden, dat beklaagde
Van der Lubbe bij zijn eerste verhoor be
weerde, pas tegen 5 uur 's middags voor
de eerste maal bij den Rijksdag te zijn gc
weest. Pas nadat door het verhoor van
Schmal vastgesteld was dat Van der Lub
be reeds om 2 uur dien middag, daar is
gezien, heeft ook Van der Lubbe toegege
ven, dat hij reeds eerder bij bet gebouw
Was. Mijn inziens is liét feit niet van be
lang ontbloot, dat men tot de conclusie
moet komen, dat beklaagde om te begin
nen wou probeeren zijn aanwezigheid tus-
fcehen 2 en 5 uur bij het Rijksdaggebouw
stil te houden.
De president constateert order uit bet
'dossier dat beklaagde Van der Lubbo bij
zijn eersto verhoor door commissaris Dr-
Brachwitz verklaarde: „Op den dag van
'den brand was ik al om half vijf bij het
Rijksdaggebouw". Dit verhoor geschiedde
bp 28 Februari. Toen later get. Schmal
Ifijn verklaring aflegde dat hij beklaagde
op 27 Februari om 2 uur bij het Rijksdag
gebouw had gezien, had Van der Lu tbc
dit toegegeven.
Dimitrof wil weer van getuige Schmal
vorschillendo dingen weten. Hij vraagt:
„Tot welke partij behoort deze getuige?"
Getuige Schmal: „Ik was lid van het
Centrum tot aan de ontbinding van deze
partij. Toen ik niet politiek was aangeslo
ten. stend ik toch altijd dicht bij het Cen
trum."
Dimitrof: „Heeft getuige, iets ontvangen
van de belooning. die was uitgeloofd voor
opheldering van de zaak?"
President: „Deze belooning is in het ge
heel niet uitbetaald."
Volgens de verklaring van de volgende
getuige Wenig had Van der Lubbe eonigen
tijd voor den brand aan een bezichtiging
van den Rijksdag deelgenomen. Dit moet
geweest zijn in de weck van 19 tot 2i Fe
bruari. Van der Lubbe behoorde tot een
groep „Wanderburschendie tegen 2 uur
op het bureau van de hoofdbode kwamen;
om vrijkaarten voor de rondgang ie krij
gen. Deze groep viel getuige bijzonder op
en Van der Lubbe, die in het midden van
de groep stond, wordt door getuige dan
ook met stelligheid herkend.
Dr. Sack legt den getuige een foto voor.
waarin getuige Van der Lubbe echter niet
herkent en verwarring van dezen man
met Van der Lubbe acht hij uitgesloten.
Hij vindt zc zelfs niet op elkaar lijken.
Dr. Parisius: „Het gaat hier om het por
tret van den student Perl. die ook reeds in
de zittingen te Leipzig een rol heeft ge
speeld.
Get. Wenig verklaart dus met zekerheid
dat hij dezen Perl niet voor Van der
Lubbe houdt.'
De volgende getuige is de Rijksdugcm-
ployc Franz Holdack, die zich herinnert
dat op een dag tusschcn één en vier weken
voor den bland, drie „Wanderburschen",
onder zijn leiding aan een rondgang door
den Rijksdag deelnamen. Een hunner was
bem opgevallen door zijn brecde schou
wers en zijn hooge kuif. Toen het portret
van den brandstichter in de krant gepubli
ceerd werd. herinnerde getuige zich on
middellijk dezen „Wanderbursche.' Ook
zijn beide collega's hadden onmiddellijk
verklaard dat zij dezen man bij een rond
gang al eerder gezien hadden. Zij hadden
toen nog gezegd: „Die kereld heeft een ge
zicht als een misdadiger". Dc overtuiging
van getuige, dat hij met Van der Lubbe
te doen had was. zooals uit het dossier
bleek, door confrontatie nog bevestigd.
Op verzoek van Dr. Sack worden dc drie
laatste getuigen Schmal, Wenig en Hol
dack nog eens samen gehoord. Dr. Sack
wenscht dat ook dezen getuigen de vraag
wordt voorgelegd of op den dag van den
brand of kort. te voren. Rijksdagpersoneel
met verlof was gezonden. Alle drie getui
gen verklaren, dat hun van zoodanige ver
loven niets bekend is.
Volgende getuige is de employe Otto
Gericke, die vaak groepen bezoekers door
den Rijksdag heeft rondgeleid. Op 28 Fe
bruari zag hij in een krant het portret van
Van der Lubbe. liet viel bem op dat hij
dezen man al eens bij een rondgang
zien moest hebben. Ook nu in de rechts
zaal herkent getuige -Van der Lubbe.
Dan i\^rdt gehoord dc monteur Rudolf
Schoiz, die voor dc verlichting in den
Rijksdag zorg draagt. Getuige verliet des
avonds tegen 8 uui zijn werkplaats, die in
den kelder is gelegen. Tien minuten later
kwam hij uit portaal II en volgde den
gobruikelijken weg om dc lichten in den
Rijksdag 1e doovcn. De zittingszaal was
donker, een brandlucht viel niet te bespeu
ren en er was niets ongewoons tc zien
Langs het restaurant was hij naar de twee:
de verdieping gegaan, door de gehcele
tweede verdieping en toen naar dc eerste
verdieping. Toen hij voorbij de fractieka
mers der Communisten liep. was dc ruit,
die in den gang uitzicht naar buiten gaf,
nog heel. Ook had hij nergens scherven
gevonden.
De getuige verklaart voorts om 20 uur
38 bij portier Wendt in portaal V" tc zijn
aangekomen. Hij overhandigde deze den
sleutel. Toen hij even stond te praten hoor
de hij boven voctsslappcn. Afgevaardigde
Torgler kwam met afgevaardig Koenen en
de secretaresse der communistische partij
naar beneJen. Getuige nam van Torgler
den sleutel in ontvangst. Het was toen 20
uur 43.
Dr. Werner-vraagt dan of dc kelder, waar
ilc z.g. ondcraardsche gang in uitmondt,
was gesloten.
Getuige Gericke antwoordt bevestigend,
Dimitrof: Is het mogelijk, dot de brand
stichters door den onderaardschcn gang
in het Rijksdaggebouw zijn gekomen.
Voorzitter: Deze aangelegenheid is nog
niet aan dc orde. De vraag is in dezen
vorm ook onmogelijk, aangezien dat een
oordeel van den getuige cischt, dat hij niet
kan hebben.
Dr. Sack: Ik wraak de vraag van Dimi
trof. Het staat nog niet vast of cr een
brandstichter of meer zijn geweest.
Dimitroff: Ik zou willen weten van welke
partij dc getuige lid is.
Getuige: Ik ben nog nooit lid van een
partij geweest.
Dimitroff: Hoc is uw politieke overtui
ging?
Voorzitter: Dat is daarmede toch al ge
zegd.
Dimitroff: Maar hoe heeft hij gestemd
op welke partij?
Voorzitter: Aangezien het stemrecht in
Duitschland geheim is. kan ik een der
gelijke vraag niet toelaten.
De zitting wordt verdaagd tot Dinsdag
ochtend.
j(Van een bizonderen berichtgever)
Berlijn, 16 Oct. (Per telefoon). Dimitrof
is weer aanwezig. Eén der bijzitters leest
te zijnen behoeve een verslag voor van de
behandeling der zaak gedurende Dimitrof's
uitsluiting. Het kost hem blijkbaar groote
moeite zich tc bedwingen en te zwijgen. Na
de voorlezing maakt hij weer de bekende
drukke bewegingen om het woord te vra
gen, doch de voorzitter roept onmiddellijk
de getuigen op. Dimitrof zal nog wel ceii6
gevaar loopen uitgesloten te worden. Een
paar maal nog had hij gelegenheid getui-
on te vragen naar hun politieke richting
Als dezen antwoorden tot geen partij to be-
hooren, vraagt bij hoe zij hebben gestemd,
een indiscrete vraag, die de voorzitter na
tuurlijk niet toeliet. Hij vraagt andere ge
tuigen met druk-schrijvend gebaar of ze de
verschillende protocollen, schijnbaar met el
kaar in tegenspraak, ook weer getcekend
hebben Hij schudt daarbij medelijdend
lachend het hoofd. Overigens blijkt ook nu
weer, dat in tegenstelling im-t beweringen
in het bruinboek er geen S.S.- »;ïi S.A.-man
non na den brand plotseling in grootcn ge
tale zijn komen opduiken en dal op den
dag van den brand geen beambten verlof
hebben gehad. Het bruinboek zegt. dat zoo
veel personeel was weggezonden orn de
brandstichters in hun spel niet te storen.
Verklaringen van getuigen in verband met
de aanwezigheid in het njksdaggebouw van
Torgler en zijn heengaan waren slechts
gunstig voor hem. Weer bleek uit alles dc
achting der oude beproefde rijksdagbeamb-
tcn voor den rnensch Torgler.
luidlooze w ijze uitgesneden?) in het paleis
een punt kunnen uitzoeken, waar een en
kele, maar dan ook geweldige brandhaard
langen tijd had kunnen woeden, zonder be
merkt te worden. Het paleis van den rijks
dag is een zoo geweldig complex, dat een
brand, die binnenin uitbrak, van geen en
kele zijde van buiten af gezien had kun
nen worden voor het to laat was. V. d.
Lubbe deed precies het omgekeerde van
wat als logisch beschouwd moest worden.
Hij klom met een groote vlam in dc hand
naar binnen en stak onmiddellijk zware
gordijnen aan, die voor een restauratieven
ster hingen. En nog wel naar den plein-
kant, zoodat dc vlammen onmiddellijk
daarna gezien moesten worden. En ook ge
zien zijn. Te mijl zijn rinkelende ruit oor
zaak was, dat twee voorbijgangers hem
nog naar binnen zagen klimmen. Hij ren
de met zijn brandende lappen on zijn vuur
makers door de benedenverdieping en
stichtte brandjes in een reeks kamers al
weer aan de straatzijde. Mét liet gevolg, dat
zich steeds meer toeschouwers daarheen
begaven en een agent zelfs een scherp
schot op hem loste. Dat hij desondanks
nog een minuut of tien vorder kon razen
en ten slotte de groote zittingszaal in brand
kon steken, die de hoofdverwoesting zou
worden en den koepel in gevaar zou bren
gen, is uitsluitend te danken geweest aan
de omstandigheid, dat het geweldige pa
lcis vrijwel geheel verlaten was en het
politie en brandweer veel tijd kostte, voor
dat ze ontdekt hadden welk portaal geopend
was, zoodat dc nachtportiers gewaarschuwd
konden worden.
Een andere medewerker schrijft ons d.d
li October uit Berlijn:
We hebben nu ccnigc weken van het pro
ces achter ons liggen en het ziet cr naar uit,
alsof we nog niet eens op de helft zijn aan
gekomen Rechters, beklaagden, verdedi
gers en verdere vaste klanten zijn naar Ber
lijn verhuisd. Kii hier vergadert men nu al
weer ccnigc dagen in. het gebouw zelf, dat
dooi Marinus van der Lubbe met zooveel
succes op 27 Februari in brand gestoken
was. Men heeft al een nachtelijke recon
tructie in loco bijgewoond en kan nog een
recks van zulke ..Lokaltcrmlnc" verwach
ten. Het hoogste Duitschc gerechtshof
van een bijna pijnlijke ..Gründlichkeit".
Zelf.-» de allerkleinste bizonderheid wordt
met engelengeduld nagopluisd en uiteenge
rafeld, wat wel een zeer conscicntieuscn in
druk maakt, maar aan den anderen kant
ten gevolge heeft, dat men door do boomen
het bosch niet meer ziet; en wat van meer
belang is: dat de getuigen door het vele vra
gen zelf ten slotte niet meer weten, wat ze
nu wel en wat ze.-niet gezien hebben en
steeds nadrukkelijker aan hun verklaringen
bij het voorloopig ondei'zoek herinnerd moe
ten worden.
Nauwelijks is aan te nemen, dat
Van der Lubbe een normaal
mensch is.
In tusschcn zijn we natuurlijk wel een
heel stuk opgeschoten. We weten nu ten
minste, wat onze landgenoot v. d. Lubbe
eigenlijk uitgespookt heeft. Hij heeft in dc
laatste dagen, aan dc groote brandstichting
voorafgaande, pogingen gedaan, om een ar
beidskan tooi* in Bcrlijn-Xeuköln. daarna
het Bcrlijnsche Centrale Raadhuis en ten
slotte het vroegere paleis van den e\-keizer
in brand te steken. Toen dezo drie brandjes
spoedig gcbluscht bleken, is v. d. Lubbe in
den avond van den 27cn Februari den rijks
dag binnengeklommen. *s Middags, zoolang
het nog licht was, had bij een inspectie
tocht rondom het gebouw geile an cn daarbij
stellig geconstateerd, van welke zijde hij het
best naar binnen kon,klimmen. Deze plek
was niet slecht door hem uitgezocht
Dat hebben wc gisteravond bij het onder
zoek in loco nog eens kunnen constatecren.
Maar wel zeer wonderlijk is het. dat v. d.
Lubbe, die naar zijn eigen verklaring tegen
den muur naar dc zeer hoog gelegen ven
stors van de bel étage, waarin het restau
rant ligt, opgeklauterd was ofschoon er
een veel gemakkelijker weg voor hem open
stond zonder eenigen voorzorgsmaatre
gel een groote ruit ingeslagen heeft en toen
met een brandenden vuurmaker in de
hand naar binnen is geklommen. Is dat
een bewijs, dat het toch niet erg pluis in
zijn binnenste was? Men moet het haast
geloovcn. Deze heclc brandstichting is ten
slotte met zooveel onverschilligheid uitge
voerd, dat men nauwelijks kan aannemen
dat v. d. Lubbe een normaal mensch was op
het oogenblik, waarop hij in Berlijn ziju
anarchistische werkzaamheid begon.
Van Duitschc zijde 6chijnt men weinig
neiging te bezitten, op dit vraagstuk nader
in tc gaan. Wc hebben heel in het begin
in Leipzig een psychiater over v. d. Lubbe
gehoord, die een opmerkelijk kort verslag
van zijn bevindingen uitbracht en tot. de
conclusie kwam, dat ..Rinus" volkomen
normaal i.s. Maar laten wc een oogenblik in
het midden, of d. Lubbe tijdens het pro
ces simuleert, waar hij den indruk van een
versuften idioot maak? en die rol met merk
waardige, al te groote wilskracht door
speelt, dan blijft toch. de wijze, waarop hij
zijn brandstichting in den rijksdag uitge
voerd heeft, die namelijk eerder aan de
daad van een razend geworden fanaticus
dan aan een goed voorbereide cn uitge
voerde handeling van een gewieksten revo
lutionnair herinnert.
Van der Lubbe had* op het oogenblik,
waarop hij voor het venster van de groote
restauratic stond, alle voordcelcn aan zijn
zijde. Het is nog niet bekend, of hij dit
ook geweten beeft. Maar de mogelijkheid
bestond, dat men hem verteld had, dat op
dit uur van den avond in het geweldige
gebouw geen rondes gedaan worden. Hij
had zeker meer dan een uur tijd om rustig
alles voor te bereiden. Hij had, nadat hij
naar binnen gekomen was, (waarom een
ruit verbrijzeld en niet op de bekende ge-
De arrestatie van Torgler en de
Bulgaren voorbarig?
Van der Lubbe moet of volkomen op dc
hoogte van de gcheelc situatie geweest
zijn en het er eenvoudig op hebben laten
aankomen, dat hij snel genoeg was en zijn
ontdekkers tc vlug af dan wel, lilj w;
absoluut niet op de hoogte, ook lang niet
zoo sluw en berekenend, als men het nog
ltijd wil voorstellen cn practisch slechts
door het toeval bevoordeeld. Totdat dan
toch zijn arrestatie volgde.
Het getuigenverhoor heeft ons, voorloo-
pig althans, van dc juistheid der tweede
lezing overtuigd. Men moet aannemen, dat
d. Lubbe geen helpers gebod heeft. Dc
Duitsche politic heeft weliswaar den Duit-
schcn communist Torgler cn dc drie Bul
garen gearresteerd en later materiaal bij
een gezocht om daarmede tc bewijzen, dat
deze brandstichtingen door het internatio
nal!' communisme zijn voorbereid, zoodat
v. d. Lubbe slechts een werktuig van mach
ten achter de schermen zou geweest zijn.
(Waartegenover buiten Duitschland en in
't algernoen vijanden van -t Duitsche na
lionaal-socialisme nog altijd wordt volge
houden, dat t. d. Lubbe als een werktuig
in handen van fascistische leiders van het
Nieuwe Duitschland moet beschouwd wor
den).
De eerlijkheid gebiedt, hier vast te le
cn, dat tot nu toe noch licl een noch het
ander waarschijnlijker geworden is. Wij
hebben den stellige» indruk, dat de arres
tatie van Torgler cn van de drie Bulgaren
voorbarig geweest is en dat we inderdaad
met een reeks van nihilistische daden
van v. d. Lubbe te doen hebben, die hij
misschien met links-radicalen in Neder
land en in Duitschland wel eens bespro
ken kan hebben, maar van welker uitvoe
ring niemand behalve hij zelf op de hoog
te nas.
Zijn ..brandweg" door den rijksdog was
naicf voor een zoogenaamde zorgvuldige
voorbereiding. Alles was aan hot toeval
overgelaten. Geen enkel gordijn, geen cn
Kei meubelstuk van tc voren met benzine
of petroleum gedrenkt. De weinige vuur
makers, die v. d. Lubbe bij zich had, bic
ken natuurlijk onvoldoende. Hij moest ser
vetten en tafellakens, ten slotte zijn eigen
klcercn in brand steken om nieuwe vlanv
men tot zijn beschikking te krijgen. Hij
was zoo weinig op de hoogte van dc lig
ging der kamers, gangen en zalen, dat hij
driemaal uitkwam op een plaats, waar
hij reeds branden gesticht had, terwijl het
er toch voor hem op aankwam, zooveel
mogelijk nieuwe haarden aan te leggen in
den kortst mogelijken tijd. Hij was zoo
overhaast, dat hij niet eens constateerde
of men zijn daden ook onmiddellijk van
dc straat af ontdekken kon. Hij raasde ten
slotte niet naakt bovenlijf, met zweet be
dekt en als dader op honderd meter her
kenbaar, door de zulcn zonder cr aan te
denken dat hij. van alle verdere middelen
tot brandstichting beroofd, eindelijk aan
eigen veiligheid moest denken. Wat toch
in het volkomen donkere cn verlaten pa
lcis niet moeilijk uit te voeren zou zijn ge
weest
Neen, hij liet zich pakken als een echte
gek, die geen uitweg meer ziet en die in
eens alle zelfhehcersching verloren heeft.
En sindsdien was hij of onzinnig-geest-
driftig over zijn daad, dan wel zoo ter
neergeslagen en infantiel als we hem nu
al weken lang meemaken.
Maar van de geweldige „achtergronden"
hooren wc weinig meer.
Nergens zijn de enorme massa's brand-
stichtingsmatcriaal gevonden, die dc „hel
pers van v. d. Lubbe" in bet gebouw ge
sleept zouden hebben. Nergens is een twee
de dader gevonden. Behalve dan misschien
de geheimzinnige „weglooper", die slechts
door één enkelen getuige is „gezien". Ner
gens is cenig bewijs voor samenwerking
met het communismemaar ook ner
gens voor provocatieve handelingen van
Duitschc officieelc zijde ontdekt.
Heeft de officieele aanklager nog groote
verrassingen in portefeuille?
Of eindigt straks dit proces met een bla
mage voor alle instanties, die uit de nihi
listische handeling van een half-gekken
„idealist" een cause celèbre van ongehoor
de afmetingen hebben willen maken?
H,
Inhoud der ienlastelegging
So er aba ja, 16 Oct. (Aneta). De ten
laste legging voor de eerste groep van de
muiters aan boord van de „De Zeven Pro
vinciën" is heden aan de beklaagden be-
teekend.
Deze ten laste legging houdt in primair
dat deze eerste groep onder den Inland-
schen matroos der eerste klasse J. K. Ka-
wilarang opzettelijk en in vereeniging de
aan boord van de „De Zeven Provinciën"
zich bevindende officieren en onderofficie
ren van hun vrijheid van handelen beroof
de en/of zich met bedreiging met geweld
tegen hen verzette en/of op dezelfde wijze
hen heeft gedwongen hun diensten als
zcc-officicr, officier van den Marinestoom
vaartdienst of onderofficier na te laten
door, uitvoering gevend aan een beraamd
plan om met het schip eigenmachtig tegen
den wil van den commandant en officieren
onder stoom te gaan en naar Soerabaja
terug te keeren, zich door gewelddadige
verbreking van de geweerrekken en for
ceering der afsluiting van de voormunitie-»
bergplaats van wapenen en munitie mees
ter tc maken.
Dc ten laste legging richt zich tegen het
openlijk dragen van wapens, het bezst hou
den van voor- en middenschip, toegangen
tot het voorschip, machinekamers, stook
plaatsen en brug, tegen het gewapend ver
richten van schild wachtdiensten, terwijl
nog wordt opgemerkt dal de bedreiging
met geweid niet weinig werd versterkt
door een geweerschot bij nadering van
cenige officieren, die gedwongen werden
zich uitsluitend op het achterschip op te
houden.
Voorts wordt ten laste gelegd dat zij het
schip onder stoom hebben gebracht en ge
houden en dc officieren en onderofficieren
vijf achtereenvolgende dagen in een ge
dwongen positie aan boord hebben ge
houden.
Den hoofdman Kawilarang wordt be
paaldelijk ten laste gelegd bel voeren der
navigatie, bet leiding geven bij het sloep-
htjschen, bedreiging met een pistool van
den luitenant ter zee der tweede klasse H.
L. van Boven, daarbij van dezen officier
vorderend ccnigc schepelingen die zich bij
de officieren hadden gevoegd, uit te leve
ren.
Ook den kwartiermeester Tuhurnena
wordt ten laste gelegd dc navigatie te heb
ben gevoerd, althans tijdens de vaart van
dc „De Zeven Provinciën" op de brug
wacht te hebben gcloopen en geweren met
scherpe patronen te hebben geladen.
De matroos der eerste klasse Manuputly
wordt er o.a. van beschuldigd den luitenant
ter zee der derde klasse P. Cool en den of
ficier van den marinestoomvaartdienst der
tweede klasse G. Smits met wapens te heb
ben gedwongen de campagne niet te verla
ten en een pistool te hebben gericht op den
sergeant-bottelier Roomer.
I)en anderen beklaagden wordt deelname
nan liet sloephijschen, ankerlichten en
dienstdoen als roerganger ten laste gelegd.
De matroos der tweede klasse Mohamad
Sarif wordt beschuldigd van deelname aan
den inval door ccnigc gewapende schepe
lingen in het verblijf der officieren met bet
doel eenigc geweren van de officieren te
rug te vorderen.
De matroos der dórde klasse Ramelan
wordt beschuldigd van deelname aan het
opvoeren van patronen voor het ~ixA c.M-
gesclmt cn het beletten aan de aanwezige
officieren en onderofficieren do brug to
bezetten of naar het voorschip door te drin
gen, hetwelk door de luitenants ter zee
Van Boven. Dekker, De Vos van Steenwijk,
Koppen, Ritsema van Eek cn Agelink van
Rentergcm werd geprobeerd, terwijl ge
noemde Kaïnclan bovendien een scherp
schot uil een geweer loste, hetwelk slechts
geen doel trof door onzuiver richten.
De stoker der tweede klasse Soehardjo
wordt er nog van beschuldigd de luitenants
ter zee Cool en Stegeman gevankelijk uit
hun hut te hebben gelicht en weggevoerd
onder bedreiging met wapens.
Behalve de primaire ten laste legging is
nog een subsidiaire uitgebracht tegen tien
dezer negentien beklaagden, waarin hun op
zcttelijkc behulpzaamheid aan diverse strof-
bare handelingen wordt omschreven.
Het ligt in de bedoeling Dinsdagmorgen
31 October a.s. de eerste zitting van den
Zeekrijgsraad inzake dc muiterij aan boord
van de „De Zeven Provinciën" te doen
aanvangen.
HET „VLAGINCIDENT" OP DE
LEUSDERHEIDE.
Utrecht, 17 October. De rochtbank
deed hedenmorgen uitspraak in de zaak
tegen dc negentien verdachten, die zich
voor veertien dagen geleden te verant
woorden hadden gehad wegens het weg
maken en vernietigen van een vlag van
de „Dageraad". Het betrof hier oen scher-
mulseling op de Leusderhcide tusschen
kampeerende jongelui De officier eischto
tegen ieder der verdachten f 10 boete sub-
sidair 5 dagen hechtenis. Do rechtbank
achtte het bewijs niet geleverd en 6prak
de verdachten mitsdien vrij.