AMERSFQORTSCH DAGBLAD v. d. Lubbe als „Wanderbursche' Omtrek Dinsdag 17 October 19v 32 e Jaargang No. 93 Hij nam deel aan een bezichtiging van den Rijksdag DE BERECHTING DER MUITERS •i tiet proces te berlijn Dimitrof stelt vragen, die niet te beantwoorden zijn Dr. Werner. In i bureau der communistische tractie zijn blanco kaarten gevonden met den vol genden inhoud: Geldig slechts voor den ■lag van afgifte. Kaart tot het betreden van de wachtzaal bij ingang 2 voor..... Ber lijn den..i. 19... Een van deze kaarten is, zonder inge vuld te zijn. onderteekjnd door den afge vaardigde Radel. Getuige Prodoebl: De fiacties moeten toch met zulke belangrijke formuliersn bij het hoofdbureau terecht. Wie e.kn dergelijke kaart had. moest zicli er mee aan het bureau melden en evengoed een briefje in vullen. Hij kon niet zoo maar naar binnen. President: Acht u het toelaatbaar, dat zulke kaartm, zonder op naam te zijn in gevuld, werden weggestuurd met de onder- teekming van een afgevaardigde? Getuige: Dat kon wel gewoonte zijn ge weest. De betrokkene vulde dan zelf zijn naam in. De volgende g.'tuige, de beheerder van het rijksdag-restaurant Jiirgens. wordt 'ge hoord over de ontvreemding van tafella kens en servetten uit de vroegere ijskast, die in het restaurant staat Getuige Jür- gens verklaarde, dat hij na den brand de kastdeur open had gïvonden; de kellners beweerden, dat do deur gesloten was 'ge weest, doch het is een feit, dat het slot niet goed werkt -2n dat, als men de sleutel een tweede maal omdraaide, het slot dikwijls weer opensprong. Niettemin is het merk waardig, dat Van der Lubbe juist dezo kast heeft uitgezocht Er ontbraken acht tafellakens. Van der Lubbe zelf had slechts over één tafellaken gesproken, dat hij achter zich aar. had ge sleept. Hierna wordt de middagpauze ge houden. Bij do hervatting der zitting na de mid dagpauze wordt als eerste getuige do stof feerder Otto Borchart. gehoord. Hij beves tigt, dat de brandstichter, om bij bet gor dijn van de stenografenkamer te komen; de grendel van deze kamer heeft moeten openen en bet trapje af moest. Zooals bekend is, heeft van der Lubbe in dertijd verklaard, dat hij met het. branden de gordijn door dc zaal bad gcloopen. De volgende getuige is de employé Schmal, die met zekerheid verklaart van der Lubbe reeds den dag van den brand 's middags in het rijksdagegebouw te hebben gezien. Hij was hem bij het verlaten van liet rijks daggebouw op den hoek tegen gekomen. Hij vertelde o.m.: Hij maakte een ongunstigen indruk op mij en ik dacht nog: dat ziet er zoo dicht bij den rijksdag verdacht uit Toen hij drie of vier dagen later een por tret van van der Lubbe zag. wist hij zeker, dat van der Lubbe die man is geweest Bij confrontatie lieb ik hem met zeker heid herkend. Hij moet ook iets in de hand hebben gehad, toen ik hem bij den rijksdag ontmoette. Zijn houding was voorover ge bogen. President: Herkent u hem nu ook weer? Van der Lubbe, hef het hoofd eens op. kijk eens hier naar de tafel. Van der Lubbe staat op, maar maakt geen beweging om naar de tafel te kijken of het hoofd op te heffen. Getuige Schmal: Ik herken hem. De president spreekt van der Lubbe op nieuw toe. Antwoord toch eens, ben je buiten bij den rijksdag geweest? De tolk vertaalt dc vraag, doch van der X.ubbe blijft zwijgen. President: In Leipzig lieeft hij tweemaal na elkaar nadrukkelijk zelf gezegd, dat hij op den middag van den brand bij bet rijks daggebouw is geweest. Uit liet. dossier memoreert dc president, dat getuige Schmal op 28 Maart tweemaal is verhoord. Om twee uur 's middags had hij van der Lubbe bij den rijksdag gezien en hij was beslist van mcening, dat hij het lijksdaglid Torgler bij dc tramhalte had gezien. Aan dit laatste had getuige echter toegevoegd, dat hij omtrent zijn ontmoeting met Torgler niets met zekerheid kon zog gen, omdat hij zich ten aanzien van deze ontmoeting met den dag kon hebben ver gist. Dr. ParisiusJ „Uit liet dossier moet ronstateerd kunnen worden, dat beklaagde Van der Lubbe bij zijn eerste verhoor be weerde, pas tegen 5 uur 's middags voor de eerste maal bij den Rijksdag te zijn gc weest. Pas nadat door het verhoor van Schmal vastgesteld was dat Van der Lub be reeds om 2 uur dien middag, daar is gezien, heeft ook Van der Lubbe toegege ven, dat hij reeds eerder bij bet gebouw Was. Mijn inziens is liét feit niet van be lang ontbloot, dat men tot de conclusie moet komen, dat beklaagde om te begin nen wou probeeren zijn aanwezigheid tus- fcehen 2 en 5 uur bij het Rijksdaggebouw stil te houden. De president constateert order uit bet 'dossier dat beklaagde Van der Lubbo bij zijn eersto verhoor door commissaris Dr- Brachwitz verklaarde: „Op den dag van 'den brand was ik al om half vijf bij het Rijksdaggebouw". Dit verhoor geschiedde bp 28 Februari. Toen later get. Schmal Ifijn verklaring aflegde dat hij beklaagde op 27 Februari om 2 uur bij het Rijksdag gebouw had gezien, had Van der Lu tbc dit toegegeven. Dimitrof wil weer van getuige Schmal vorschillendo dingen weten. Hij vraagt: „Tot welke partij behoort deze getuige?" Getuige Schmal: „Ik was lid van het Centrum tot aan de ontbinding van deze partij. Toen ik niet politiek was aangeslo ten. stend ik toch altijd dicht bij het Cen trum." Dimitrof: „Heeft getuige, iets ontvangen van de belooning. die was uitgeloofd voor opheldering van de zaak?" President: „Deze belooning is in het ge heel niet uitbetaald." Volgens de verklaring van de volgende getuige Wenig had Van der Lubbe eonigen tijd voor den brand aan een bezichtiging van den Rijksdag deelgenomen. Dit moet geweest zijn in de weck van 19 tot 2i Fe bruari. Van der Lubbe behoorde tot een groep „Wanderburschendie tegen 2 uur op het bureau van de hoofdbode kwamen; om vrijkaarten voor de rondgang ie krij gen. Deze groep viel getuige bijzonder op en Van der Lubbe, die in het midden van de groep stond, wordt door getuige dan ook met stelligheid herkend. Dr. Sack legt den getuige een foto voor. waarin getuige Van der Lubbe echter niet herkent en verwarring van dezen man met Van der Lubbe acht hij uitgesloten. Hij vindt zc zelfs niet op elkaar lijken. Dr. Parisius: „Het gaat hier om het por tret van den student Perl. die ook reeds in de zittingen te Leipzig een rol heeft ge speeld. Get. Wenig verklaart dus met zekerheid dat hij dezen Perl niet voor Van der Lubbe houdt.' De volgende getuige is de Rijksdugcm- ployc Franz Holdack, die zich herinnert dat op een dag tusschcn één en vier weken voor den bland, drie „Wanderburschen", onder zijn leiding aan een rondgang door den Rijksdag deelnamen. Een hunner was bem opgevallen door zijn brecde schou wers en zijn hooge kuif. Toen het portret van den brandstichter in de krant gepubli ceerd werd. herinnerde getuige zich on middellijk dezen „Wanderbursche.' Ook zijn beide collega's hadden onmiddellijk verklaard dat zij dezen man bij een rond gang al eerder gezien hadden. Zij hadden toen nog gezegd: „Die kereld heeft een ge zicht als een misdadiger". Dc overtuiging van getuige, dat hij met Van der Lubbe te doen had was. zooals uit het dossier bleek, door confrontatie nog bevestigd. Op verzoek van Dr. Sack worden dc drie laatste getuigen Schmal, Wenig en Hol dack nog eens samen gehoord. Dr. Sack wenscht dat ook dezen getuigen de vraag wordt voorgelegd of op den dag van den brand of kort. te voren. Rijksdagpersoneel met verlof was gezonden. Alle drie getui gen verklaren, dat hun van zoodanige ver loven niets bekend is. Volgende getuige is de employe Otto Gericke, die vaak groepen bezoekers door den Rijksdag heeft rondgeleid. Op 28 Fe bruari zag hij in een krant het portret van Van der Lubbe. liet viel bem op dat hij dezen man al eens bij een rondgang zien moest hebben. Ook nu in de rechts zaal herkent getuige -Van der Lubbe. Dan i\^rdt gehoord dc monteur Rudolf Schoiz, die voor dc verlichting in den Rijksdag zorg draagt. Getuige verliet des avonds tegen 8 uui zijn werkplaats, die in den kelder is gelegen. Tien minuten later kwam hij uit portaal II en volgde den gobruikelijken weg om dc lichten in den Rijksdag 1e doovcn. De zittingszaal was donker, een brandlucht viel niet te bespeu ren en er was niets ongewoons tc zien Langs het restaurant was hij naar de twee: de verdieping gegaan, door de gehcele tweede verdieping en toen naar dc eerste verdieping. Toen hij voorbij de fractieka mers der Communisten liep. was dc ruit, die in den gang uitzicht naar buiten gaf, nog heel. Ook had hij nergens scherven gevonden. De getuige verklaart voorts om 20 uur 38 bij portier Wendt in portaal V" tc zijn aangekomen. Hij overhandigde deze den sleutel. Toen hij even stond te praten hoor de hij boven voctsslappcn. Afgevaardigde Torgler kwam met afgevaardig Koenen en de secretaresse der communistische partij naar beneJen. Getuige nam van Torgler den sleutel in ontvangst. Het was toen 20 uur 43. Dr. Werner-vraagt dan of dc kelder, waar ilc z.g. ondcraardsche gang in uitmondt, was gesloten. Getuige Gericke antwoordt bevestigend, Dimitrof: Is het mogelijk, dot de brand stichters door den onderaardschcn gang in het Rijksdaggebouw zijn gekomen. Voorzitter: Deze aangelegenheid is nog niet aan dc orde. De vraag is in dezen vorm ook onmogelijk, aangezien dat een oordeel van den getuige cischt, dat hij niet kan hebben. Dr. Sack: Ik wraak de vraag van Dimi trof. Het staat nog niet vast of cr een brandstichter of meer zijn geweest. Dimitroff: Ik zou willen weten van welke partij dc getuige lid is. Getuige: Ik ben nog nooit lid van een partij geweest. Dimitroff: Hoc is uw politieke overtui ging? Voorzitter: Dat is daarmede toch al ge zegd. Dimitroff: Maar hoe heeft hij gestemd op welke partij? Voorzitter: Aangezien het stemrecht in Duitschland geheim is. kan ik een der gelijke vraag niet toelaten. De zitting wordt verdaagd tot Dinsdag ochtend. j(Van een bizonderen berichtgever) Berlijn, 16 Oct. (Per telefoon). Dimitrof is weer aanwezig. Eén der bijzitters leest te zijnen behoeve een verslag voor van de behandeling der zaak gedurende Dimitrof's uitsluiting. Het kost hem blijkbaar groote moeite zich tc bedwingen en te zwijgen. Na de voorlezing maakt hij weer de bekende drukke bewegingen om het woord te vra gen, doch de voorzitter roept onmiddellijk de getuigen op. Dimitrof zal nog wel ceii6 gevaar loopen uitgesloten te worden. Een paar maal nog had hij gelegenheid getui- on te vragen naar hun politieke richting Als dezen antwoorden tot geen partij to be- hooren, vraagt bij hoe zij hebben gestemd, een indiscrete vraag, die de voorzitter na tuurlijk niet toeliet. Hij vraagt andere ge tuigen met druk-schrijvend gebaar of ze de verschillende protocollen, schijnbaar met el kaar in tegenspraak, ook weer getcekend hebben Hij schudt daarbij medelijdend lachend het hoofd. Overigens blijkt ook nu weer, dat in tegenstelling im-t beweringen in het bruinboek er geen S.S.- »;ïi S.A.-man non na den brand plotseling in grootcn ge tale zijn komen opduiken en dal op den dag van den brand geen beambten verlof hebben gehad. Het bruinboek zegt. dat zoo veel personeel was weggezonden orn de brandstichters in hun spel niet te storen. Verklaringen van getuigen in verband met de aanwezigheid in het njksdaggebouw van Torgler en zijn heengaan waren slechts gunstig voor hem. Weer bleek uit alles dc achting der oude beproefde rijksdagbeamb- tcn voor den rnensch Torgler. luidlooze w ijze uitgesneden?) in het paleis een punt kunnen uitzoeken, waar een en kele, maar dan ook geweldige brandhaard langen tijd had kunnen woeden, zonder be merkt te worden. Het paleis van den rijks dag is een zoo geweldig complex, dat een brand, die binnenin uitbrak, van geen en kele zijde van buiten af gezien had kun nen worden voor het to laat was. V. d. Lubbe deed precies het omgekeerde van wat als logisch beschouwd moest worden. Hij klom met een groote vlam in dc hand naar binnen en stak onmiddellijk zware gordijnen aan, die voor een restauratieven ster hingen. En nog wel naar den plein- kant, zoodat dc vlammen onmiddellijk daarna gezien moesten worden. En ook ge zien zijn. Te mijl zijn rinkelende ruit oor zaak was, dat twee voorbijgangers hem nog naar binnen zagen klimmen. Hij ren de met zijn brandende lappen on zijn vuur makers door de benedenverdieping en stichtte brandjes in een reeks kamers al weer aan de straatzijde. Mét liet gevolg, dat zich steeds meer toeschouwers daarheen begaven en een agent zelfs een scherp schot op hem loste. Dat hij desondanks nog een minuut of tien vorder kon razen en ten slotte de groote zittingszaal in brand kon steken, die de hoofdverwoesting zou worden en den koepel in gevaar zou bren gen, is uitsluitend te danken geweest aan de omstandigheid, dat het geweldige pa lcis vrijwel geheel verlaten was en het politie en brandweer veel tijd kostte, voor dat ze ontdekt hadden welk portaal geopend was, zoodat dc nachtportiers gewaarschuwd konden worden. Een andere medewerker schrijft ons d.d li October uit Berlijn: We hebben nu ccnigc weken van het pro ces achter ons liggen en het ziet cr naar uit, alsof we nog niet eens op de helft zijn aan gekomen Rechters, beklaagden, verdedi gers en verdere vaste klanten zijn naar Ber lijn verhuisd. Kii hier vergadert men nu al weer ccnigc dagen in. het gebouw zelf, dat dooi Marinus van der Lubbe met zooveel succes op 27 Februari in brand gestoken was. Men heeft al een nachtelijke recon tructie in loco bijgewoond en kan nog een recks van zulke ..Lokaltcrmlnc" verwach ten. Het hoogste Duitschc gerechtshof van een bijna pijnlijke ..Gründlichkeit". Zelf.-» de allerkleinste bizonderheid wordt met engelengeduld nagopluisd en uiteenge rafeld, wat wel een zeer conscicntieuscn in druk maakt, maar aan den anderen kant ten gevolge heeft, dat men door do boomen het bosch niet meer ziet; en wat van meer belang is: dat de getuigen door het vele vra gen zelf ten slotte niet meer weten, wat ze nu wel en wat ze.-niet gezien hebben en steeds nadrukkelijker aan hun verklaringen bij het voorloopig ondei'zoek herinnerd moe ten worden. Nauwelijks is aan te nemen, dat Van der Lubbe een normaal mensch is. In tusschcn zijn we natuurlijk wel een heel stuk opgeschoten. We weten nu ten minste, wat onze landgenoot v. d. Lubbe eigenlijk uitgespookt heeft. Hij heeft in dc laatste dagen, aan dc groote brandstichting voorafgaande, pogingen gedaan, om een ar beidskan tooi* in Bcrlijn-Xeuköln. daarna het Bcrlijnsche Centrale Raadhuis en ten slotte het vroegere paleis van den e\-keizer in brand te steken. Toen dezo drie brandjes spoedig gcbluscht bleken, is v. d. Lubbe in den avond van den 27cn Februari den rijks dag binnengeklommen. *s Middags, zoolang het nog licht was, had bij een inspectie tocht rondom het gebouw geile an cn daarbij stellig geconstateerd, van welke zijde hij het best naar binnen kon,klimmen. Deze plek was niet slecht door hem uitgezocht Dat hebben wc gisteravond bij het onder zoek in loco nog eens kunnen constatecren. Maar wel zeer wonderlijk is het. dat v. d. Lubbe, die naar zijn eigen verklaring tegen den muur naar dc zeer hoog gelegen ven stors van de bel étage, waarin het restau rant ligt, opgeklauterd was ofschoon er een veel gemakkelijker weg voor hem open stond zonder eenigen voorzorgsmaatre gel een groote ruit ingeslagen heeft en toen met een brandenden vuurmaker in de hand naar binnen is geklommen. Is dat een bewijs, dat het toch niet erg pluis in zijn binnenste was? Men moet het haast geloovcn. Deze heclc brandstichting is ten slotte met zooveel onverschilligheid uitge voerd, dat men nauwelijks kan aannemen dat v. d. Lubbe een normaal mensch was op het oogenblik, waarop hij in Berlijn ziju anarchistische werkzaamheid begon. Van Duitschc zijde 6chijnt men weinig neiging te bezitten, op dit vraagstuk nader in tc gaan. Wc hebben heel in het begin in Leipzig een psychiater over v. d. Lubbe gehoord, die een opmerkelijk kort verslag van zijn bevindingen uitbracht en tot. de conclusie kwam, dat ..Rinus" volkomen normaal i.s. Maar laten wc een oogenblik in het midden, of d. Lubbe tijdens het pro ces simuleert, waar hij den indruk van een versuften idioot maak? en die rol met merk waardige, al te groote wilskracht door speelt, dan blijft toch. de wijze, waarop hij zijn brandstichting in den rijksdag uitge voerd heeft, die namelijk eerder aan de daad van een razend geworden fanaticus dan aan een goed voorbereide cn uitge voerde handeling van een gewieksten revo lutionnair herinnert. Van der Lubbe had* op het oogenblik, waarop hij voor het venster van de groote restauratic stond, alle voordcelcn aan zijn zijde. Het is nog niet bekend, of hij dit ook geweten beeft. Maar de mogelijkheid bestond, dat men hem verteld had, dat op dit uur van den avond in het geweldige gebouw geen rondes gedaan worden. Hij had zeker meer dan een uur tijd om rustig alles voor te bereiden. Hij had, nadat hij naar binnen gekomen was, (waarom een ruit verbrijzeld en niet op de bekende ge- De arrestatie van Torgler en de Bulgaren voorbarig? Van der Lubbe moet of volkomen op dc hoogte van de gcheelc situatie geweest zijn en het er eenvoudig op hebben laten aankomen, dat hij snel genoeg was en zijn ontdekkers tc vlug af dan wel, lilj w; absoluut niet op de hoogte, ook lang niet zoo sluw en berekenend, als men het nog ltijd wil voorstellen cn practisch slechts door het toeval bevoordeeld. Totdat dan toch zijn arrestatie volgde. Het getuigenverhoor heeft ons, voorloo- pig althans, van dc juistheid der tweede lezing overtuigd. Men moet aannemen, dat d. Lubbe geen helpers gebod heeft. Dc Duitsche politic heeft weliswaar den Duit- schcn communist Torgler cn dc drie Bul garen gearresteerd en later materiaal bij een gezocht om daarmede tc bewijzen, dat deze brandstichtingen door het internatio nal!' communisme zijn voorbereid, zoodat v. d. Lubbe slechts een werktuig van mach ten achter de schermen zou geweest zijn. (Waartegenover buiten Duitschland en in 't algernoen vijanden van -t Duitsche na lionaal-socialisme nog altijd wordt volge houden, dat t. d. Lubbe als een werktuig in handen van fascistische leiders van het Nieuwe Duitschland moet beschouwd wor den). De eerlijkheid gebiedt, hier vast te le cn, dat tot nu toe noch licl een noch het ander waarschijnlijker geworden is. Wij hebben den stellige» indruk, dat de arres tatie van Torgler cn van de drie Bulgaren voorbarig geweest is en dat we inderdaad met een reeks van nihilistische daden van v. d. Lubbe te doen hebben, die hij misschien met links-radicalen in Neder land en in Duitschland wel eens bespro ken kan hebben, maar van welker uitvoe ring niemand behalve hij zelf op de hoog te nas. Zijn ..brandweg" door den rijksdog was naicf voor een zoogenaamde zorgvuldige voorbereiding. Alles was aan hot toeval overgelaten. Geen enkel gordijn, geen cn Kei meubelstuk van tc voren met benzine of petroleum gedrenkt. De weinige vuur makers, die v. d. Lubbe bij zich had, bic ken natuurlijk onvoldoende. Hij moest ser vetten en tafellakens, ten slotte zijn eigen klcercn in brand steken om nieuwe vlanv men tot zijn beschikking te krijgen. Hij was zoo weinig op de hoogte van dc lig ging der kamers, gangen en zalen, dat hij driemaal uitkwam op een plaats, waar hij reeds branden gesticht had, terwijl het er toch voor hem op aankwam, zooveel mogelijk nieuwe haarden aan te leggen in den kortst mogelijken tijd. Hij was zoo overhaast, dat hij niet eens constateerde of men zijn daden ook onmiddellijk van dc straat af ontdekken kon. Hij raasde ten slotte niet naakt bovenlijf, met zweet be dekt en als dader op honderd meter her kenbaar, door de zulcn zonder cr aan te denken dat hij. van alle verdere middelen tot brandstichting beroofd, eindelijk aan eigen veiligheid moest denken. Wat toch in het volkomen donkere cn verlaten pa lcis niet moeilijk uit te voeren zou zijn ge weest Neen, hij liet zich pakken als een echte gek, die geen uitweg meer ziet en die in eens alle zelfhehcersching verloren heeft. En sindsdien was hij of onzinnig-geest- driftig over zijn daad, dan wel zoo ter neergeslagen en infantiel als we hem nu al weken lang meemaken. Maar van de geweldige „achtergronden" hooren wc weinig meer. Nergens zijn de enorme massa's brand- stichtingsmatcriaal gevonden, die dc „hel pers van v. d. Lubbe" in bet gebouw ge sleept zouden hebben. Nergens is een twee de dader gevonden. Behalve dan misschien de geheimzinnige „weglooper", die slechts door één enkelen getuige is „gezien". Ner gens is cenig bewijs voor samenwerking met het communismemaar ook ner gens voor provocatieve handelingen van Duitschc officieelc zijde ontdekt. Heeft de officieele aanklager nog groote verrassingen in portefeuille? Of eindigt straks dit proces met een bla mage voor alle instanties, die uit de nihi listische handeling van een half-gekken „idealist" een cause celèbre van ongehoor de afmetingen hebben willen maken? H, Inhoud der ienlastelegging So er aba ja, 16 Oct. (Aneta). De ten laste legging voor de eerste groep van de muiters aan boord van de „De Zeven Pro vinciën" is heden aan de beklaagden be- teekend. Deze ten laste legging houdt in primair dat deze eerste groep onder den Inland- schen matroos der eerste klasse J. K. Ka- wilarang opzettelijk en in vereeniging de aan boord van de „De Zeven Provinciën" zich bevindende officieren en onderofficie ren van hun vrijheid van handelen beroof de en/of zich met bedreiging met geweld tegen hen verzette en/of op dezelfde wijze hen heeft gedwongen hun diensten als zcc-officicr, officier van den Marinestoom vaartdienst of onderofficier na te laten door, uitvoering gevend aan een beraamd plan om met het schip eigenmachtig tegen den wil van den commandant en officieren onder stoom te gaan en naar Soerabaja terug te keeren, zich door gewelddadige verbreking van de geweerrekken en for ceering der afsluiting van de voormunitie-» bergplaats van wapenen en munitie mees ter tc maken. Dc ten laste legging richt zich tegen het openlijk dragen van wapens, het bezst hou den van voor- en middenschip, toegangen tot het voorschip, machinekamers, stook plaatsen en brug, tegen het gewapend ver richten van schild wachtdiensten, terwijl nog wordt opgemerkt dal de bedreiging met geweid niet weinig werd versterkt door een geweerschot bij nadering van cenige officieren, die gedwongen werden zich uitsluitend op het achterschip op te houden. Voorts wordt ten laste gelegd dat zij het schip onder stoom hebben gebracht en ge houden en dc officieren en onderofficieren vijf achtereenvolgende dagen in een ge dwongen positie aan boord hebben ge houden. Den hoofdman Kawilarang wordt be paaldelijk ten laste gelegd bel voeren der navigatie, bet leiding geven bij het sloep- htjschen, bedreiging met een pistool van den luitenant ter zee der tweede klasse H. L. van Boven, daarbij van dezen officier vorderend ccnigc schepelingen die zich bij de officieren hadden gevoegd, uit te leve ren. Ook den kwartiermeester Tuhurnena wordt ten laste gelegd dc navigatie te heb ben gevoerd, althans tijdens de vaart van dc „De Zeven Provinciën" op de brug wacht te hebben gcloopen en geweren met scherpe patronen te hebben geladen. De matroos der eerste klasse Manuputly wordt er o.a. van beschuldigd den luitenant ter zee der derde klasse P. Cool en den of ficier van den marinestoomvaartdienst der tweede klasse G. Smits met wapens te heb ben gedwongen de campagne niet te verla ten en een pistool te hebben gericht op den sergeant-bottelier Roomer. I)en anderen beklaagden wordt deelname nan liet sloephijschen, ankerlichten en dienstdoen als roerganger ten laste gelegd. De matroos der tweede klasse Mohamad Sarif wordt beschuldigd van deelname aan den inval door ccnigc gewapende schepe lingen in het verblijf der officieren met bet doel eenigc geweren van de officieren te rug te vorderen. De matroos der dórde klasse Ramelan wordt beschuldigd van deelname aan het opvoeren van patronen voor het ~ixA c.M- gesclmt cn het beletten aan de aanwezige officieren en onderofficieren do brug to bezetten of naar het voorschip door te drin gen, hetwelk door de luitenants ter zee Van Boven. Dekker, De Vos van Steenwijk, Koppen, Ritsema van Eek cn Agelink van Rentergcm werd geprobeerd, terwijl ge noemde Kaïnclan bovendien een scherp schot uil een geweer loste, hetwelk slechts geen doel trof door onzuiver richten. De stoker der tweede klasse Soehardjo wordt er nog van beschuldigd de luitenants ter zee Cool en Stegeman gevankelijk uit hun hut te hebben gelicht en weggevoerd onder bedreiging met wapens. Behalve de primaire ten laste legging is nog een subsidiaire uitgebracht tegen tien dezer negentien beklaagden, waarin hun op zcttelijkc behulpzaamheid aan diverse strof- bare handelingen wordt omschreven. Het ligt in de bedoeling Dinsdagmorgen 31 October a.s. de eerste zitting van den Zeekrijgsraad inzake dc muiterij aan boord van de „De Zeven Provinciën" te doen aanvangen. HET „VLAGINCIDENT" OP DE LEUSDERHEIDE. Utrecht, 17 October. De rochtbank deed hedenmorgen uitspraak in de zaak tegen dc negentien verdachten, die zich voor veertien dagen geleden te verant woorden hadden gehad wegens het weg maken en vernietigen van een vlag van de „Dageraad". Het betrof hier oen scher- mulseling op de Leusderhcide tusschen kampeerende jongelui De officier eischto tegen ieder der verdachten f 10 boete sub- sidair 5 dagen hechtenis. Do rechtbank achtte het bewijs niet geleverd en 6prak de verdachten mitsdien vrij.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 9