DIAMANT
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
FEUILLETON
DE BEGROOTING VAN SOCIALE ZAKEN
V erkoopmgeo
Haar Avonturier
Vrijdag 10 November 1933
32e Jaargang No. 114
MOORD TE HEESCH
KOERLAND EN HET PROCES
VAN DER LUBBE
TWEE WINDHOOZEN
Bak- en Braadvet
TWEEDE KAMER
DEMORALISEERENDE INVLOED
DER WERKLOOSHEID
Goedkooper wonen nood
zakelijk geacht
De kwestie van den arbeidsduur
Aan liet Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer betreffende de begrooting voor So
ciale Zaken wordt het volgende ontleend:
Eenige leden klaagden over de toelich
ting op de begrooting, welke h.i. te sober is.
Men verklaarde niet in te zien waarom
voor den nieuwbenoemden directeur-grne-
raal van de werkverschaffing en steunver
leerting een salaris van 9150 moest wor
den uitgetrokken, dat belangrijk uitgaat
boven dat van andere liooge ambtenaren
met zeker niet minder verantwoordelijke
taak, terwijl omtrent zijn geschiktheid nog
slechts varwachtingen kunnen worden ge
koesterd.
Wederom drongen verscheidene leden
aan op het tot stand brengen van een wet
telijke regeling, die bindendverklaring van
collectieve arbeidsovereenkomsten mogelijk
maakt.
Sommige leden achtten naast de Bedrijfs
raden wet een andere wet noddig, die de
economische samenwerking tusschen de
ondernemers bevordert cn zoo noodig
voorschrijft.
Vele leden vroegen den minister, wat
diens plannen zijn met betrekking tot een
wettelijke verkorting van den arbeidsduur
in daarvoor in aanmerking komende be
drijven.
Ten einde den demoraliseerenden invloed
der werkeloosheid zooveel mogelijk te be
perken, zouden sommige leden het zelfs
gewettigd achten, in die bedrijven, waar dit
technisch mogelijk is, de arbeiders zoo noo
dig om de andere week of halve dagen te
laten werken. Deze leden zouden aan de
aldus zelf-werkeloos wordende arbeiders in
den vorm van een uitkeering bij gedeelte
lijk werkeloosheid een redelijke compen
satie willen verschaffen voor het verlies aan
inkomsten, dat zij op deze wijze zouden
lijden.
Welke plannen de minister met betrek
king tot de verdeeling der beschikbare ar
beidsgelegenheid over meer arbeiders ook
heeft, in ieder geval drong men aan op den
grootst mogelijken spoed.
Andere leden meenden te dezen opzichte
een waarschuwende stem te moeten laten
hooren en op voorzichtigheid te moeten
aandringen. Proefnemingen, die het be
drijfsleven in, nog grootere moeilijkheden
zouden brengen, moeten worden nagelaten.
Opnieuw werd er op gewezen, dat voor
een aantal groepen van werknemers de be
palingen der Arbeidswet nog steeds niet
géiden. In bet bijzonder werd met kracht
aangedrongen op invoering der Arbeidswet
voor de chauffeurs.
Ook voor het kantoorpersoneel werd door
verscheidene leden een werktijdenregeling
gewaagd.
Voorts werd een werktijdenregeling ge
vraagd voor de binnenscheepvaart en voor
het hotel-, café- en restaurantpersoneel.
Verscheidene leden waren van oordeel,
dat maatregelen genomen moeten worden
tot vérgaande beperking van vrouwen
arbeid, speciaal van dien der gehuwde
vrouw. Nu de werkeloosheid zoo groot is,
bestaat daartoe nog te meer reden. Som
mige leden zouden zelfs een volstrekt ver
bod van loonarbeid der gehuwde vrouw
wenschen, met uitzondering slechts voor
kostwinsters.
Verscheidene leden bepleitten een verbod
van het te werk stellen van meisjes bene
den 16 jaar in fabrieken en werkplaatsen.
Verscheidene leden drongen met kracht
aan op zoo groot mogelijke beperking van
het aantal overwerkvergunningen. Deze
schijnen nog vrij veelvuldig en vrij gemak
kelijk te worden verleend.
Gevraagd werd, of van de Regeering be
slissende stappen inzake de unificatie der
sociale verzekering kunnen worden ver
wacht. Vele leden drongen aan op instel
ling van een Rijkskindertoeslagfonds.
De zware lasten, die in dezen tijd op den
consument worden gelegd, doen hun druk
vooral voelen op de groote gezinnen. Daar
om moeten maatregelen worden getroffen
om dien gezinnen het dragen dier lasten
eenigszins gemakkelijker te maken.
Andere leden, die de gedachte aan in
stelling van een kindertoeslagfonds of
-fondsen op zich zelf niet willen afwijzen,
meenden, dat de bedrijven thans een zoo
moeilijken tijd doormaken, dat het ondoen
lijk is, hun nieuwe lasten op te leggen.
Vrijwel algemeen was men van oordeel,
dat huurverlaging van de bestaande en
bouw van goedkoope nieuwe arbeiderswo
ningen noodzakelijk en urgent is. Nu aller
wegen de loonen zijn gedaald en nog dalen,
de steunbedragen worden vermindgerd,
zelfs huurtocslagen worden ingetrokken,
zijn de huurprijzen niet meer in overeen
stemming met hetgeen de arbeiders daar
voor redelijkerwijze kunnen besteden. Dien
tengevolge neemt het euvel, dat twee ge
zinnen één woning bewonen, toe, terwijl
goede woningen leeg komen te staan.
Ten einde de huurprijzen der bestaande
woningen te kunnen vermideren, werd er
op aangedrongen, dat het Rijk op de voor
schotten, krachtens de Wonigwet verstrekt,
een flink gedeelte zal afschrijven. Ook werd
gepleit voor verlaging van de rente dezer
voorschotten.
Sommige leden stolde de vraag, of do
Regccring een norm wil stellen vooo huur-
maxima, hetgeen andere leden zeer wen-
schelijk zouden achten.
Van verschillende zijden werd de vraag
gesteld, waarom de verleden jaar in uit
zicht gestelde credietcn voor het „op gang
helpen" van de nijverheid, meer speciaal de
10 millioen voor den particulieren woning
bouw, niet verstrekt zijn.
Verscheidene leden hadden ernstig be
zwaar tegen liet besluit van den minister
de bijdrage voor onderhoud van Woning
wetwoningen te verminderen met 5.
resp. 10.per jaar.
Opnieuw werd aangedrongen op het go
ven van loontoeslagen, in het bijzonder aan
den landbouw, al ware 't. slechts in bepaal
de streken en op bepaalde tijden van het
jaar.
Andero leden hadden tegen het geven
van loontoeslagen enrstige bezwaren.
Verscheidene leden klaagden over de lage
loonen in de werkverschaffing.
Verscheidene leden drongen aan op ver
strekking van goedkoope aardappelen aan
werkeloozen.
Tenslotte vroegen eenige leden, of in de
wijze van stempelen niet een verandering
kan worden gebracht, ten einde de worke
loozen zooveel mogelijk weg te houden uit
de omgeving der stempellokalen, die broei
nesten zijn van het extremisme.
TARIEFACCOORD MET POLEN.
Naar wij vernemen hebben de 2 October
te Parijs aangevangen Poolsche onderhan
delingen, welke van Nedcrlandsche zijde
door den heer Lamping, directeur van den
econornischen voorlichtingsdienst, en van
Poolsche zijde door dr. Lychowski, direc
teur van handel te Warschau, d.d. 8
November geleid tot de parafeering van oen
iariefaccoord door genoemde hoofdambte
naren. De tekst van het accoord zal bin
nenkort worden bekend gemaakt.
HR. MS. „HERTOG HENDRIK".
H.M. Hertog Hendrik onder bevel van ka
pitein ter zee C. Terpoorten, bevond zich
Woensdagmiddag 12 uur ter hoogte van
Kaap St. Vincent.
Een 35*jarige zwerver met
een mes doodgestoken
Heesch, 9 November. Hedenna-
middag omstreeks half zes is to
Heesch vermoord de 35-jarige J. van
Boxtel, een zwerver uit Udm. Deze
had hedenmorgen met een aantal
woonwagenbewoners de paarden
markt in Oss bezocht, waarvan hij
in den namiddag in gezelschap ven
genoemde personen in de richting
van Heesch terugkeerde. Onderweg
hadden zij een café bezocht, waarna
vermoedelijk een woordenwisseling
is ontstaan.
Omstreeks half zes kwam van B. het café
van v. d. Wetering, dat aan den Rijksweg
op een kruispunt nabij het woonwagen
kamp staat, binnenloopen met den uitroep
„ik ga dood".
De vrouw des huizes waarschuwde on
middellijk dr. Binsbcrgen uit Nistelrode die
spoedig ter plaatse was. Deze achtte over
brenging van v. B. naar het ziekenhuis te
Den Bosch noodzakelijk, daar van B. een
levensgevaarlijken messteek in de borst
had. Tijdens het transport naar liet zieken
huis is het slachtoffer overleden.
Ook de burgemeester van Heesch, de heer
Offermans was inmiddels gewaarschuwd,
die in samenwerking met de politie direct
een onderzoek instelde Ook het Parket uit
Den BoGch, dat te LJden vertoefde, werd ge
waarschuwd. Dit was spoedig ter plaatse.
Het onderzoek werd nu overgenomen door
den Officier van Justitie. Hedenavond laat
was men er nog niet in geslaagd eenig
spoor van den dader evt. daders te vinden.
Omtrent de oorzaak tast men eveneens nog
in het duister.
Vragen van het Kamerlid
Schalker
Het Tweede Kamerlid, de hear Schalker,
beeft aan den voorzitter der Tweede Ka
mer verzocht de volgende schriftelijke vra
gen aan den betrokken minister tc mogen
stellen:
1. Is het den minister bekend, dat in het
proces voor het Duitsche rijksgerechtshof,
waar, naast vier andere beklaagden ver
schillende getuigenverklaringen zijn afge
legd omtrent van der Lubbe's verblijf in
bet jaar 1932 en wel door den getuige Or-
nitslia omtrent zijn verblijf tc Constanz
eenige dagen voor 15 Oct. 1932, en door den
getuige Ilelmer omtrent zijn verblijf te
Berlijn in den zomer in Oct. 1932?
2. Is het den minister bekend, dat van
der Lubbe van 21 Juni tot 2 Oct. 1932 in
verschillende Ncderlandsche gevangenissen
vertoefd heeft?
3. Is het den minister bekend, dat ge
noemde M. van der Lubbe blijkens zijn
handteekening van ontvangst van zijn in-
validiteitsrcnte, tc vinden in de gegevens
van de rijksverzekeringsbank, in Neder
land vertoefde op de volgende data 4, 11. 19
en 25 Oct., 1, 15, 22 en 29 Nov., 6, 13, 20 en
27 Dec. 1932?
4. Heeft de minister deze gegevens om
trent van der Lubbe's verblijf en het per
soonlijk in ontvangst nemen van zijn inva-
liditeitsrente, aan te vullen door do dota
van zijn verblijf in het ziekenhuis to Lei
den, reeds aan het Duitsche rijksgerechts
hof medegedeeld?
5. Indien dit nog niet of nog niet geheel
geschied is, wil de minister hiertoe over
gaan, gezien het feit, dat Ncderlandsche
advocaten tot het genoemde proces geen
toegang hebben gekregen?
Over den algemeenen weers*
toestand valt weinig te
zeggen
Onze weerkundige medewerker schrijft
ons:
Op weerkundig gebied is de laatste dagen
niet veel bijzonders gebeurd, want na het
stormachtige weer der vorige week is plot
se.'ing een toestand van rust ingetreden. Er
zou dus weinig aanleiding zijn iets over het
weer te zeggen, maar ik kreeg uit betrouw
bare bron de mededeelinp, dat de vorige
week twee maal een windhoos in de nabij
beid van Den Haag is gezien, de eerste maal
Vrijdagmiddag omstreeks kwart voor
twee en Zaterdag omstreeks donzelfden tijd.
Volgens de mij gegeven inlichtingen trok
ken deze windhoozen ten Oosten van Den
Haag voorbij. Heel duidelijk moet 'een slurf
vormig, naar beneden gericht aanhangsel
van een donkere wolk zijn gezien. Of daar
bij ergens een stormachtige windstoot is op
getreden kan mij niet medegedeeld worden.
Het is echter wel mogelijk, dat deze er niet
geweest is, want als de slurf niet tot den
grond gereikt heeft kan de hoos overgetrok
ken zijn zonder dat men op den grond iets
van een windvlaag of schade door een
windhoos opgemerkt heeft
Over den algemeenen weerstoestand, die
thans heerscht, valt weinig te zeggen. Na
het wegtrekken en opvullen van de storm-
depressie, die verleden week over de Noord
zee trok, heeft het gebied van hoogen druk.
dat over Zuidwest-Europa ligt, zich weer
naar het Noordoosten uitgebreid en de
heerschappij over het weer in ons land her
wonnen, waardoor een niet-actieve weers
toestand is ontstaan. Dat daarbij de tempe
ratuur over het algemeen wat hooger is ge
worden, is het gevolg van het ophouden
van den aanvoer van koude lucht uit het
hooge Noorden. Weliswaar is de windrich
ting de laatste dagen over de Noordzee van
Noordelijke richting naar de lucht, welke
door dezen wind wordt aangevoerd, komt
uit een warmen Zuidwestelijken lucht
stroom, die tusschen IJsland en Schotland
het Europcesch gebied binnendringt.
Daar intussclien de depressies bij IJsland
weer dieper geworden z«in neemt de kans
toe, dat de niet-actieve weerstoestand na
één of twee dagen in actieve overgaat
(Nadruk verboden).
45 ets p.
22J ets p. half pond
B a a r n. 21 en 22 Nov. Smutslaan 12,
Vcrkooping van een volledigen inboedel.
10 uur v.m.
23 Nov. Hotel „Ia Promenade": Ver-
kooping van het perceel Smutslaan 12 en
eenige perceelen grond. 8 uur n.m.
Maarsbergen. 16 Nov. Koffiehuis
„Groot Bloemenheuvcl." Verkooping van
een dubbel woonhuis Maarn A 186 en 187 en
een huis Maarsbergen B 49.
Voortgezet worden de algemeene beschou
wingen over de rijksbegrooting 1934. De
heer De Geer ziet weinig reden voor critiek
op de houding der regeering. Spreker waar
schuwde tegen den Nationaal Sociaiisti-
schen bond van den heer Mussert en te-
strijdt het fascisme speciaal voor Neder
land. Spreker vertrouwt dat het ve'band
tusschen regeering en parlement niet ver
broken zal worden Spreker is in het n ue-
meen het eens met het beleid van dezen mi
nister van financiën
Spreker waarschuwt tegen optimisme wat
de tegenwoordige crisis betreft. Bij het uit
voeren van openbare werken wordt reke
ning gehouden ook met de leeningscapacn
teit van den staat.
De heer De Visser (comm.) betoogt,
dat de bourgeoisie 'grijpt naar de gruwelijk
ste middelen om de ontbinding der kapi
talistische maatschappij tegen te gaan. Do
regeering koerst in de richting van het fas
cisme onder het masker van schijn-demo-
cratie.
Het uitplunderingssysteem van de crisis
slachtoffers wordt voortgezet.
Een tweetal moties betreffende de rech
ten der ambtenaren en het ingrijpen der
regeering ten opzichte van loondruk door
pariticulieren wordt niet voldoende onder
steund cn komt dug niet inbehandeling.
De heer F 1 e s k e ns (r.k.) maakt met
zijn fractie bezwaar tegen de verhooging
van den suikeraccijns. Spreker betoogt, dat
de gemeenten de dupe worden van het stre
ven naar eén sluitende rijksbegrooting.
Handhaaft de regeering de goudbasis, dan
zullen vele ingrijpende maatregelen noodig
zijn. Niettemin zal die handhaving de beste
weg zijn. Het ontbreken van maatregelen
voor het groote gezin heeft de r.k. fractie
onaangenaam getroffen.
De heer Sneevliet (rev. soc.) heeft
hierna onder meer uiteengezet, dat het op
e eneinde loopt met het kapitalisme, dat
e encrisis doormaakt en waarbij we een
stormvloed van het fascisme zullen beleven.
Het is thans een strijd voor het zijn of niet-
zijn van het privaat bezit en we staan daar
bij ook voor een strijd van zijn of niet-zijn
van de arbeidersklasse.
De heer Kersten (st.ger.) betoogde in
den breede, dat de verwerping van Gods
Woord de bron was van de tegenwoordige
ellende. De spr. beweerde ook, dat 't Par
lement zich zeiven naar beneden haalt en
het een propagandaplaats voor extremische
theorieën was 'geworden. Verder kwam hij
op tegen subsidicering van de kunst, moe
digde de regeering aan tot krachtiger in
grijpen enz.
De heer Van der Tempel (s.d.a.p.) zet
te uiteen, dat de steun aan den landbouw
verkeerd werkt, drong aan op meer hulp
voor de scheepvaart cn pleitte weer voor
een Industriebank.
De heer R o e s t a m (comm.) heeft hierna
gepoogd een 6chendrëde tegen de Regeering
te houden, doch maakte het zoo bar, dat de
Voorzitter hem het woord onmam.
Nadat ten slotte de heer P. Arts de be
ginselen van zijn partij, de Kath. Democra
tische Partij, had uiteengezet, zou minister
Colijn het woord verkrijgen, doch deze zal
heden de gelegenheid vinden om do spre
kers te beantwoorden, en na hern vermoe
delijk nog wel eenige andere leden van het
Kabinet.
Menigeen heeft zijn vriend verlogen door
dat bij hem de waarheid zeide.
Een episode uit den Dertigjarigen Oorlog
Oorspronkelijke schets van
G. P. BAKKER.
42
„Weet jij hoe ze hem noemden in Wal-
lenstein's leger?"
„Neen".
„Den dollen prins".
„Was hij dan een prins?"
„Wel neen. daar geloof ik niets van. Zijn
naam is Saxon. Hij schijnt door Wallen-
stein geadeld te wezen, een stoutmoedige
avonturier. Kent geen gevaar en heeft de
manieren van een vorst. Zelfs de veldmaar
schalk kwam onder zijn bekoring".
„Een gare rat, listig en sterk".
„Die tien ruiters kan hij toch niet al
leen verslagen hebben, zelfs niet met zijn
wachtmeester".
„Geen sprake van, maar tegenwoordig
worden er meer soldaten dood gevonden.
Gisteren drie, opgehangen aan een boom".
Marion keek Saxon veelbeteekenend aan:
bij knikte begrijpend.
„Wij dwalen af. Meen jij, dat we kans
hebben de prinses te vinden?"
„Zeker, zij moeten hier in het bosch zijn.
.Vanochtend zijn twee schooiers, een groote
man en een groote vrouw, in Leuchtenberg
geweest en dat is een bezitting van de prin
ses".
„Hoe weet je dat?"
„De veldmaarschalk vertelde het mij. In
deze buurt i3 zij bekend".
„Wij zijn van den versten kant begon
nen te zoeken, jagen ze nu op".
„Ik wou, dat wij ze vonden".
„En ik dan. Ik zou haar meenemen naar
de legerplaats en tegen den veldmaarschalk
zeggen: „Excellentie, ik ben genegen haar
te trouwen. Ik ben goed katholiek en zij
zal het worden".
„En als zij niet wil?" vroeg de kapitein.
„Niet wil. O, ho". Hij lachte schamper.
..Er zijn honderden geoorloofde middelen.
Zij kunnen haar schatten niet vinden, zij
is op miraculeuze wijze ontkomen de
duivel toovenarij. Zij is een ketter, staal
mpt den duivel in verbinding. Eerst komt
de scherprechter, scheert al de haren van
haar lichaam, om te zoeken naar het dui
velsteeken, dan de pijnbank dat is nog
maar het begin".
..Kerel, schei uit
Saxon was opgestaan, zijn gelaat was
wit van woede, zijn vuisten knepen zich
krampachtig samen, de adem stokte hem
in den keel. Hij greep zijn zwaard.
Maar Marion legc|e hem de handen cp
de schouders. „Stil", zeide ze, „ik wil
niet
„Zeg, hoor ie iets?" fluisterde de luite
nant. „Ik meende dat ik iets in die strui
ken hoorde'. Hij stond op.
Marion deed alle moeite Saxon te ver
hinderen te voorschijn te treden. Zij fluis
terde:
„Neen. neen. Zij gaan straks wel weg**.
„Ja. nu hoor ik ook praten", zeide dc
kapitein heel zacht
Ze keken in het struikgewas zagen
blijkbaar Saxon en trokken hun zwaarden.
„Geef je over, je leven wordt gespaard",
brulde de kapitein.
„Wacht even", schreeuwde Saxon terug,
„ik kom, wat moet je?"
,,'t Is de overste als zwerver verkleed",
riep luitenant Von Lisse en deed een uit
val, toen Saxon door het struikgewas
kwam maar deze pareerde gemakkelijk
den slag, die door de takken gebroken
werd.
Met één sprong stond de avonturier mid
den op den weg.
De beide huzaren vielen hem nu tege
lijk aan. maar de houwen werden telkens
krachtig opgevangen.
Saxon vocht zeer voorzichting. Hij be
paalde zich de zwaarden der anderen af te
weren, viel niet aan, waagde niets, wachtte
een gelegenheid af. Hij moest overwinnen
Marion mocht niet aan deze kerels over
geleverd worden.
Von Lisse trachtte langs hem heen ach
ter hem te komen, doch overal ontmoette
bij de punt van het bliksemende rapier van
den avonturier.
Marion keek van uit het struikgewas
naar het gevecht.
„Als Saxon valt, schiet ik mij dood",
dacht ze.
Toen bedacht Von Lisse een krijgslist.
Hij sloeg naar Saxon met al zijn kracht.
Saxon weerde af. beukte terug. Het zwaard
«rleed af op den helm, maar Von Lisse zeeg
buiten westen neer.
De kapitein viel met frisschen moed aan.
Saxon voelde dat zijn tegenpartij een be
kwaam schermer was. Hij pareerde een
paar uitvallen. Dc huzaar deed een schijn-
slag naar de linkerdij, snel gevolgd door
een steek naar het voorhoofd: de coup de
Nevers (den stoot van Ncvers). Saxon ving
den stoot tijdig op. Razend vlug bukte hij
zich en stiet zijn rapier midden in dc borst
schuins onder de schouderbedekking van
zijn tegenstander.
Op hetzelfde moment klonk een schot.
Saxon sprong zijwaarts draaide zich om
en zag den luitenant achterover zinken
door een kogel in het hoofd getroffen, zijn
sabel viel dof op den grond.
Marion stond naast hem, het rookend
pistool nog in de bevende hand. Zij trilde
op haar beenen.
„Ik heb hem doodgeschoten", stamelde
zij verschrikt. Hij was niet gewond
deed maar zoo Hij stond achter je rug
op wilde je verraderlijk van achteren
doorboren toen moest ik schieten".
„Marion!" schreeuwde Saxon. Jij hebt
mij het leven gered".
Voor zij er op bedacht was. sloeg hij zijn
armen om haar heen en drukte zijn lippen
op de hare. Saxon voelde haar warmen
mond hartstochtelijk terugzoenen. Een
oogenblik gaf hij zich over aan haar lief
de, toen trachtte zij zich uit zijn om
helzing te bevrijden.
„Neen, Saxon!", zeide zij. „Neen, hot
mag niet het mag niet, ik ben
„Dat kan mij geen zier schelen", riep de
avonturier, en weer drukte hij haar heftig
tegen zich aan. .Jij hebt rnij het leven ge
red en ik wil je bedanken, lieveling
lieveling"
Zij liet hom begaan.
„Er valt nu toch niet tegen hem te redp-
neeren", dacht ze.
Eindelijk zei ze: ,.Nu is hel genoeg.
Zoo'n warm bedankje heb ik nog nooit
van mijn leven gehad".
Saxon boog zich over Von Lisse. Hij was
dood. maar de kapitein ademde nog.
De avonturier legde hem aan den kant
van den weg in het struikgewas neer, ver
bond de ernstige wonde, nam een veld-
flesch uit de tasch van een der paarden
en zette die bij de rechterhand van den
huzaar. „Nu moeten je manschappen je
maar vinden", zuchte hij. „Misschien heb
ik al te veel tijd aan je verspild".
„Weet je wat we nu gaan doen?" vroeg
Saxon.
„Nu?"
„Wij rijden weg op de paarden, vóór an
dere ruiters ons achtervolgen. Ik zal het
grootste nemen, jij liet kleinste. Ga er
maar schrijlings opzitten. Ik zal wel voor
rijden binnen eenige uren hebben vvo
al een heel eind afgelegd".
Toen zag Saxon aan den eschdoorn zijn
luit hangen „Ditmaal zal je mij niet ver
raden", zei hij.
Marion antwoordde: „Ik zag haar han
gen. toen we in de struiken zaten. Mijn
hart bonsde van angst dat die mannen
haar zouden zien".
Saxon trad naar de paarden, die rustig
stonden te wachten. Hij tilde Marion op
het kleinste der twee, slingerde zichzelf
op een groot, bruin strijdros.
„En nu, vooruit, liefste!" schreeuwde
hij, „naar hot Noorden, naar Branden
burg!"
(Wordt vervolgd).