DIAMANT DE BRAND IN DEN RIJKSDAG FEUILLETON Haar Avonturier Dinsdag 14 November 1933 AMERSFOORTSCH DAGBLAD 32 e Jaargang No. 117 TWEEDE BLAD NOG GEEN ERKENNING DER SOVJETUNIE OVERAL IN OOSTENRIJK BETOOGINGEN Scherprechter benoemd NOOIT WAS ER Bak- en Braadvet Een volgende vraag betreft de mededee- ling van vergaderingen in het rijksdagge bouw. Getuige vertelt: Omstreeks Nieuw jaar kwam ik op de eerste verdieping voor bij kamer 9 B, het communistische fractie bureau, waarvoor een man stond met een rood-frontstrijdersuniform en een pet op. Toen ik de deur wilde openmaken, trok de man mijn arm weg en zei: Hier komt niemand in. Dczg vergadering wordt niet gemeld. Dr. Werner: Bestaat de mogelijkheid, dat een der employé's, die Zondagdienst had, in dien tijd behulpzaam was bij het nemen van wasafdrukken van de sleutels. Getuige: In het algemeen was ons perso neel zeer betrouwbaar. Eenige employé's waren lid van de K. P. D. De volgende getuige is de chef-redacteur van Telegraphen Union, dr. Gericke. De president, dr. Bünger, doet mededce- ling van een telegram, dat de senaat op 25 Sept.. heeft ontvangen van de z.g. interna tionale commissie van onderzoek en dat een groot aantal onjuistheden bevat. Van het heele telegram blijft slechts het feit over, dat de Volkische Beobachter in zijn eerste éditio na den brand gemeld beeft, dat de arrestant van Dergen zou hebben geheeten. Getuige: De Volkische Beobachter heeft het bericht van et© Telegraphen Union ge bruikt. Ik zelf ir©h dezen naam in het T. U.-bericht gezet, omdat de verslaggever mij had medegeöerild. dat de arrestant een Nederlandsch comflmnist was en van Der gen heette. Een half uur later deelde een tweede telegram, mtj mede, dat do naam Van der Lubbe zou zijn. Wo konden ech ter eerst geen olficieele mededecling daar omtrent verkrijgen. Reeds om 2.16 uur 's nacht kregen wij echter uit Amsterdam van de politie aldaar een bericht met den naam van der Lubbe en wel met ge speld. De redacteur van den Völkischen Beo bachter verklaart: Als chef van den be richtendienst kreeg ik na vele andere be lichten van T. U. het bericht, dat een man, van Dergen geheeten, gearresteerd was. Wij hebben dat bericht gebruikt. Dimitrof stelt vragen. Dimitrof wensclit antwoord op drie vra gen en wel: (1) Wanneer en hoe de Volkische Beo bachter van den rijksbrand op de hoogte is gesteld; (2) Wanneer en hoe laat de Volkische Beobachter een interview heeft gehad met minister-president Gönng, waarin werd medegedeeld, dat bij Van der Lubbe een lidmaatschapsboekje der communistische partij was gevonden; f3) Of de medewerker aan den Völkischen Beobachter J. Zimmermann, die had be weerd, dat hij, beklaagde Dimitrof, inder tijd medeplichtig was aan het plegen van den aanslag op de kathedraal te Sofia, indentiek was aan do reeds verhoorde ge tuige Drösche. De procureur-generaal Werner verzoekt de behandeling van dezo vragen af te wij zen. Dimitrof vraagt of de procureur-generaal (geen officieele mededeelingen heeft ontvan gen van de Bulgaarschc regeering over zijn vorige straffen en over het feit, dat hij niet identiek is aan Stephan Dimitrof. Dr. Wem er: Ik kan slechts mededcelen, dat heden een officieele verklaring van de Bulsraarsche regeering is ontvangen, vol gens welke Giorgi Dimitrof niet identiek is aan den wegens den aanslag op de ka thedraal veroordeelden Stephan Dimitrof Dimitrof: Deelt u dat den Völkischen Beo bachter en de geheele pers mede? President: U moot zwijgen. Tornier verzoekt den president eenige vragen te mogen richten tot den hoofd redacteur van Telegraphen Union, getuige dr. Gericke. Hij wil voornamelijk weten, hoe T. U. aan het bericht kwam, dat Torgler en Kühnen tegen half 10 of 10 uur u:t het rijksdaggebouw zouden zijn gevlucht. President: Ik heb toch duidelijk gezegd, dat ik thans het verhoor leid over de vraag hoe de vergissing tot stand is gekomen 1 Als u er nog meer van wilt vragen, moet u een dienovereenkomstig voorstel doen. De redacteur van T. U. Fritz Gartner ver klaart dan hoe hij aan den verkeerd ge schreven naam van Van der Lubbe kwam. De volgende getuige is de tuindersknecht Oscar Müller, uit Glaslern, die in gezel schap was van den eerder als getuige ge hoorde Wandenbursche Orgd.iistaa, die had verklaard, dat hij in October 1932 nabij Constanz Van der Lubbe en een ander had ontmoet, waarbij de onbekende had gezegd, dat er spoedig geen rijksdag meer zou zijn en dat men van Ven der Lubbe nog wel zou hooren. Als het niet anders ging, zou men het met vuur en zwavel doen. Getuige Müller bevestigt, dat hij in Octo ber 1932 met Organistka in de buurt van Constanz was en hij beschrijft ds ontmoe ting met de beide andere Wandenburschen, van wie één Van der Lubbe moet zijn ge weest Van der Lubbe wordt dan voor de tafel •geleid en getuige Müller zegt hem te her kennen. President tot Van der Lubbe: Ik heb u reeds eenmaal gevraagd, toen do andere getuige hier stond, en ik vraag het u nog maals: Hebt u dezen getuige ooit op uw weg ontmoet? Van der Lubbe zacht: Ja, ik geloof het wel. Dr. Seuffert stelt voor in Nederland te informeeren, waar Van der Lubbes verblijf aldaar is geweest het vorige jaar. De president stelt Van der Lubbe eenige vragen herover, die echter geen resultaat opleveren. Dimitrof vraagt o.a. of Van der Lubbe op zijn zwerftocht door Duitschland met communisten in verbinding was gekomen. Van der Lubbe: Neen, niet veel. Dimitrof stelt op scherpen toon Van der Lubbe verschillende vragen, o.a. of hij bij deze ontmoeting of bij het contact met verschillende communisten al had gespro ken over de brandstichting in den rijks dag. De president interrumpeirt eenige ma len en verzoekt Dimitrof zijn vragen op ru6tigen toon te stellen, omdat hij anders den indruk maakt, dat hij Van der Lubbe wil intimideeren. Woedend roept Dimitrof uit: „Hem wil men sparen met zijn zwijgzaamheid!" Dr. Seuffert vraagt tenslotte den presi dent of het wel zin heeft, dat Dimitrof op deze wijze Van der Lubbe nog verdere vra gen stelt. Hierna wordt de middagpauze gehouden. Na de hervatting van de zitting wordt als getuige gehoord het Nationaal-socialis- tische Rijksdaglid Dr. Albrccht, die ten tijde van den Rijksdagbrand aan den Reichstagufer woonde. Hij had een griep aanval en lag te bed. 's Avonds klopte het dienstmeisje aan do deur en deelde hem mede, dat de Rijksdag in brand stond. Ge tuige was toen uit bed gesprongen en was zonder boord en das en zonder hoed naar het Rijksdaggebouw geloopcn om uit een kast een aantal belangrijke acten te halen. Bij het betreden van het gebouw was hij tegengehouden, doch na zich als Rijksdag lid te hebben geïdentificeerd werd hij door gelaten en liep door de garderobe, de trap op en door de glazen deur in de richting van de groote zaal, waar alles dik in de rook stond. Niettemin liep hij door, haalde de papieren uit de kast en haastte zich langs denzelfden weg terug In totaal was hij slechts 3 of i minuten in den Rijksdag geweest. Torgler concludeert hieruit, dat het waar schijnlijk deze getuige is geweest, die over haast den Rijksdag heeft verlaten. De portier van den Rijksdag Went en een politie-officier hebben reeds vroeger de verklaringen van Dr. Albrecht bevestigd. Op een vraag van Torgler of hij niet ge- looft, dat de krantenberichten over het zgn. vluchten van Torgler en Koenen tegen 10 uur uit den Rijksdag op hemzelf betrekking moet hebben, antwoordt Dr. Albrecht: „Dat is reeds daarom onmogelijk, omdat ik al leen zonder hoed, zonder das en zonder boord ben geweest, en omdat er tusschen ons niet slechts politiek, doch ook naar het uiterlijk een groot verschil bestaat," Volgende getuige is de kapper Grawe uit Henningsdorf, die zich in arrest bevindt en met een invalide-wagentje voor de getui- gentafel moet worden gereden. Hij deelt mede, dat hij op 27 of '28 Februari 's och tends tegen half 10 voor de deur een troep je menschen had gezien, waarbij ook Van der Lubbe stond. Hij maakte zijn vrouw toen reeds op het gezicht van Van der Lubbe opmerkzaam. Van der Lubbe moet voor de tafel komen en wordt opnieuw aan een langdurig ver hoor onderworpen, waarbij het doodstil is in de zahl. Van der Lubbe's verklaringen zijn aar zelend. worden zeer zacht gezegd en zijn zoo in tcgenspraakk met elkaar, dat men nauwelijks een duidelijk beeld van zijn ver blijf te Henningsdorf krijgt. President* „U zou op een der twee dagen 's ochtends in het portaal hebben gestaan. Is dat juist?" Van der Lubbe: „Bij do Nazis te Spandau bij Henningsdorf." President: „Wat wilde U dan in het huis? Wist U wat voor menschen het waren Van der Lubbe: „Eenvoudige." President: „Hebt U de menschen ge kend?" Van der Lubbe: „Neen". President: „Wat wilde U er dan doen?" Van der Lubbe: „Ik wilde eten hebben". Uit de verdere vragen blijkt, dat Van der Lubbe te Spandau tegen den middag naar een nationaal-socialistische demonstra tie heeft gekeken, die op een plein werd gehouden. Vandaar zou hij dan naar Hen ningsdorf hebben gcloopen. President: „Wist U, dat de menschen in dit huis communisten waren?" Van der Lubbe: „Neen. dat wist ik niet." Dimitrof: „Is Van der Lubbe alleen van Berlijn naar Spandau gegaan?" Van der Lubbe: ..Alleen" Dimitrof: „Is hij van Spajidau naar Hen ningsdorf met iemand anders gegaan?" Van der Lubbe: „Neen". Op de vraag van Dimitrof. of hij den vol genden ochtend met iemand anders naar Berlijn is gegaan antwoordt Van der Lubbe eveneens: „Alleen". Dimitrof: „Is het juist, dat het geen toe val is. dat Van der Lubbe in Henningsdorf overnachtte?" Van der Lubbe: „Ik wilde daar goed sla pen." Verdere vragen van Dimitrof zijn aanlei ding voor den president om Van der Lub be nogmaals te vragen of hij den brand gesticht heeft. Van der Lubbe antwoordt bevestigend. Dimitrof: „Is het juist, dat hij het alleen heeft gedaan?" Van der Lubbe: „Ja". President: „Was er niemand bij?" Van der Lubbe: „Neen". President: „Heeft ook niemand U gezegd het to doen?" Van der Lubbe: „Neen". Torgler: „Hoe kwam Van der Lubbe aan de vloeibare brandstof en heeft hij deze in het gebouw gekregen?" Van der Lubbe: „Die heb ik gekocht." Op verzoek van Dr. Werner wordt hem nogmaals gevraagd of hij inderdaad zelf aan de vloeibare brandstof wist te komen. Van der Lubbe geeft dan lachend ten ant woord dat hij de pakjes bedoelt, de vuur makers. President: ..Daarmee kon U toch den Riiksdag niet in brand steken." Van der Lubbe: „Het waren alleen maar vuurmakers." Hiermede wordt de zitting gesloten tot morgen. CMen zie ook het Eerste Blad). De AmerikaanscfaRussische besprekingen tijdelijk onderbroken Washington, 11 Nov. (V.D.) De Ame- rikaansch-Russischc onderhandelingen zijn tijdelijk onderbroken, omdat Litwinof m verband met de Kerenski-schulden, die de voornaamste moeilijkheden vormen, nieuwe aanwijzingen uit Moskou moet afwachten. Naar verluidt, is de sovjet-regcering wel iswaar bereid aan de Vereenigde Staten on geveer tweederde van de Kerenski-schulden te betalen, maar zij zou willen vermijden deze schulden officieel te erkennen, omdat zij dan op grond van het verdrag van Ra pallo gedwongen zou zijn ook de oude schul den aan Duitschland te erkennen. De Rus sische regeering wil deze moeilijkheden om zeilen door de Kerenskischulden niet offi cieel te erkennen, maar voor eventueele nieuwe Amerikaansche credieten hoogere rente te betalen, waarvan het overschot zou worden gebruikt voor een compensatie- fonds voor de Kerenski-schulden. Staatssecretaris Huil heeft Washington verlaten, om zich naar New York te bege ven, waar hij zich op de American Legion zal inschepen om de reis naar Montevideo te maken. Washington, 11 Nov. (V.D.) De Ame- rikaansch-Russischc onderhandelingen schijnen, afgezien van het verschil van meening omtrent de Kerenski-schuilden, op nog andere moeilijkheden te stuiten. Roose velt heeft Litwinof laten weten, dat de re geering der Vereenigde Staten voor de offi cieele erkenning der sovjet-unie door Ame rika de voornaamste verschilpunten tus schen de beide staten geregeld wenscht te zien. Deze houding zal in conflict komen mét de tot nog toe gevolgde politiek der sov- jet-regeering die zich laat samenvatten in de woorden: „eerst erkenning, daarna on derhandelingen". Japan en de onderhandelingen tusschen Rusland en de Veree nigde Staten. Tokio, 12 Nov. (V.D.) Officieele kringen blijven koel in hun houding tegenover de onderhandelingen, welke door de Vereenig de Staten en dc sovjet-unie worden gevoerd. Uiteengezet wordt, dat, aangezien in Rus land slechts 1.600.000 communisten een dic tatoriaal bewind uitoefenen over 160 mil- lioen, waarbij een stoutmoedige oppositie bestaat tegen hetsovjetregiem, dc sovjetre- geering groote zorgen heeft met de controle der nationale eenheid en het winnen van de sympathie der bevolking. Onder deze om standigheden zal de erkenning der sovjet unie door het machtige Amerika den sovjet bestuurders zeer te pas komen en de midde len bieden om propaganda te voeren bij het Russische volk ten gunste van het sovjetbe- stuur. De sovjetambtenaren maken er een ge woonte van het gevaar voor een buitenland schen aanval te overdrijven als middel om de eensgezindheid van het volk tot stand te brengen, zooals in het verleden bewezen is. toen Rusland het Britsche conservatieve kabinet of het Fransche kabinet-Tardieu als een vijand beschouwde. Thans noemt Rusland Japan een aanval Ier en acht het noodzakelijk, dat militaire voorbereidingen tegenover Japan worden getroffen als poging om het nationale besef te stimuleeren en de sympathie van Ameri ka en andere vreemde mogendheden te verwerven. Voorts wordt uiteengezet, dat de erkenning van sovjet-Rusland door de Ver eenigde Staten geen radicale wijziging zal brengen in den internationalen politieken toestand, en vooral, dat dc Russisch-Ameri- kaansclic samenwerking Japans onaan tastbare positie in het Verre Oosten niet zal verstoren. ALGEMEENE AMNESTIE IN 3 DUITSCHLAND? B e r 1 ij n, 13 Nov. (H.N.) Er loopen ge ruchten, dat nu do verkiezingen een zoo volledige overwinning voor do regecring hebben gebracht, een tijdperk van verzoe ning ingeleid zal worden. De regcering zou thans geen bezwaar meer hebben tegen het afkondigen van een algemeene amnes tie, nu gebleken is. dat het geheele Duit- scho volk do politiek der regeering goed keurt. In tal van plaatsen zijn aanslagen gepleegd en hakenkruis: vuren ontstoken W e e n e n, 13 November. (V.D.) Ondanks het afgekondigde standrecht moeten zelfs de officieele instanties constateeren, dat natlonaal-socialistischc bctooglngen in het geheele land plaats vinden. Te Vorarlberg waren de plaatsen Dornbim en Lustenau gedurende drie kwartier zonder licht, aan gezien nationaal socialisten den kabel had den vernield. Op een andere plaats wilde een patrouille der gendarmerie en Heim- wehr drie verdachte personen aanhouden. Op de sommatie te blijven staan werd ge schoten. De mannen zijn in het donker on- herkend ontkomen Te Linz a. d. Donau heeft hij een heim- wehrlokaal een ontploffing plaats gehad; terwijl ook onder het balcon van de woning van den directeur van de politic een bom is ontploft. Ook in tal van aldcro plaatsen zijn aanslagen gepleegd en hakenkruisvu ren ontstoken. In de buurt van Bruck a. d. Mur alleen reeds 20. Te Weenen is de burgerwacht nog steeds gemobiliseerd. De manschappen zijn onder gebracht in het gebouw van de Bodenkre- ditanstalt. Scherprechter benoemd. De zoon van den onlangs overleden vroe- geren Oostenrijksche scherprechter Lang heeft geweigerd de functie van scherprech ter, die hem onmiddellijk na de afkondi ging van het standrecht en de daarmee ge paard gaando invoering van de doodstraf door de regeering was aangeboden, te aan vaarden. Thans is tot scherprechter in Oostenrijk benoemd een ander familielid van den overleden Lang, de 50-jarige Johann Lang. CHINA BREIDT ZIJN VLOOT UIT. Sjanghai, 12 November. (V.D.). Do Chineeschc regecring heeft, de eerste cre dieten goedgekeurd voor den bouw van pantserkruisers rnet een totale tonnemaat van 160.000 ton. Dc schepen zullen in Ame rika worden gebouwd. zuiverder en heerlijker bak- en braadvet dan 45 cis p. pond - 22; ets p. halt pond ovec De mensch is als een bloem; hij moet bloeien en vrucht geven. Een episode uit den Dertigjarigen Oorlog Oorspronkelijke schets van G. P. BAKKER. Dan keek zij naar Saxon, die tegenover den koning stond, en boven hem uitstak, beschouwde zijn gelaat en ze peinsde: „Twee zulke mooie mannen heb ik nooit bij elkaar gezien". Maar Marion sprak haar oordcel niet uit. Juist wendde de koning zich tot haar en met een diepe buiging begon zij: „Majesteit! Ik heb de vrijheid genomen mij tot u te wedden met het dringend ver zoete mij onder uw bescherming te nemen. Ik ben verloofd met graaf van Werdcn- feld van het Berlijnsche hof". „Ja, ja", viel de koning haar in do rede. •■De hofmaarschalk van mijn zwager, keurvorst Georg Wilhelm". „Juist Uwe Majesteit. Overste Saxon heeft mij, zooals u gelezen heeft, herhaaldelijk uit de handen der soldaten en van veld maarschalk Von Pappenheim gered." „Dat heb ik gelezen", verklaarde de ko- ning, „ofschoon ik het van Von Werden- feld verstandiger gevonden had u zelf uit Maagdenburg te halen inplaats van uwe redding aan onzen vriend hier over te la ten' Toen keek hij Marion aan, begon luid te lachen en Marion, ofschoon zij eigenlijk boos behoorde te zijn, lachte hartelijk ma de. Zij zag den deftigen, stijven hofmaar schalk reeds als schooier vérkleed. De eenige, die niet lachte, was Saxon. „Sire", begon hij met een ernstig gelaat, maar da koning, die hem begreep, zei schertsend: „Maar, overste, heb je den hofmaarschalk wel eens gezien? Eindelijk werd Zijne Majesteit weer ern stig. „Was uw vader ook generaal, prinses?" „Zeker, Sire, generaal van Bethlen Ga- bor, koning van Zevenbergen". „Juist, de groote vijand van Oostenrijk. Hij was het hoofd der protestanten, een sluw heer. die dadelijk vrede sloot, als hij do toekomst donker inzag, doch, als de ne vel optrok, ook onmiddellijk den keizer den oorlog weer verklaarde. En uw moe der was een nichtje van den koning, een romantisch huwelijk, prinses!" „Maar", waasde Marion te vragen. „Hoe weet Uw3 Majesteit alles zoo nauwkeu rig?" „Misschien zijn we nog een klein bJetje familie!" legde hij uit. Marion boog. „Zeer vereerd, Sire!" Maar met zijn aanstekelijken lach ant woordde hij: „Van deze zijd 3 zeer verheugd met zoo'n mooi nichtje. Overigens zal ik u naar Berlijn laten geleiden. U kunt straks vertrekken". Hij belde. Zijn kamerdienaar verscheen. „Wil je de prinses haar vertrek wijzen, Sven?" Marien gaf SaxoD de hand. „Dank, hartelijk dank', zeide zij zacht, haar stem areigd» haar te begeven, en haastig trok zij haar hand tqrug. Saxon keek haar verwonderd aan. „Prinses". Hij maakte een stevige bui ging, „Prinses, het Is mij een genoegen ge weest u van dienst te kunnen zijn". De toon van zijn stem klonk hïmzelf vreerad en koel in de ooren. Na een diepe reverence voor den koning verdween Marion. „Gaarne zou ik nog een paar woorden met u spreken, overste", sprak d3 koning' met zijn gewone beminnelijkheid. „Wat zijn verder uw plannen? U was im mers overste van Wallenst3in's kuras siers!" „Zeker, Sire, en in den laatsten tijd een van zijn vertrouwde agenten, maar na Maagdenburg heb ik besloten zijn dienst te verlaten". „Baron Von Rasjin, die hier eenige dagen geleden vertoefde met brieven van den her tog Von Friedland, sprak mij toevallig over u. De hertog wil een bondgenootschap met mij sluiten, misschien is u daarvan iet6 bekend?" „Hot is mij niet geheel onbekend, Sire". „Von Pappenheim stelde u den gene- raalsrang in uitzicht- Waarom zoudt u geen dienst in mijn leger nemen Ik heb behoef te aan dappere, knappe hoofdofficieren, die het land en den krijgsdienst volledig ken nen. U is immers protestant?" „Ja, Majesteit". „Ik zal Rasjin een brief aan Wallcnstein medegeven; dan is uw ontslag dadelijk ge regeld. De hirtog zal mij gaarne dezen dienst bewijzen"a Saxon zweeg. „Waarom aarzelt u?" De stem van den koning klonk ongeduldig. „Maagdenburg, Sire. Maagdenburg zit mij nog altijd dwars. Waarom kwam Uwe Ma jesteit niet tijdig te hulp?" „Overste, U is een moedig man, een ko ning in zijn eigen kamp te richten, maar ik schat u er hooger om. Ik weet, dat de val van Maagdenburg mij zal worden ver weten, maar God is mijn getuige, dat ik mij in dezen niet schuldig gevoel, al zal het altijd een mijner droevigste herinneringen blijven. Ik ben evenwel niet te trotsch om mij te rechtvaardigen. Ik had redenen te eelooven, dat do ves4 3 langer zou stanch houden: er was voor een jaar proviand. De inlichtingen bleken helaas onjuist. Er waren twee partijen in het stadsbestuur. De keurvorsten van Saksen en Branden burg weigerden mij steun. Ik sta in een vreemd land, den vijand in den rug maar hier i6 het manifest, dat ik heb la ten verspreiden in Duitschland en de Ne derlanden. Lees het en geef mij dan uw antwoord. Uw oordeel zal anders zijn". „Sire!" sprak Saxon, 'geheel onder den indruk van de gesproken woorden, „mijn geringe krachten staan ter beschikikng van Uwe Majesteit en van de zaak, waarvoor u d3 zee is overgestoken." De koning stak hem de hand toe. „Over- ste, ik dank u". „Wat is u voor landsman?" „Ik ben een Nederlander", „Een geus?" „Een kleinzoon van een watergeus", luid- do het bescheid. Gustaaf Adolf k>ek den overste onder zoekend aan, maar vroeg niet verder. Hij sloeg Saxon vriendschappelijk op den schouder en zeide: „Ik zal beginnen u een paar cscadrons van mijn beste Zweedsche kurassiers te geven onder kapitein Von Ilolm met een paar luitenants. Von Ilolm heeft dadelijk het grootste vertrouwen in u gesteld". „Majesteit!" verklaarde Saxon, „ik zal dj werftrommels laten slaan en het zul len weidra evenveel regimenten zijn. Mag ik verder zelf mijn officieren benoemen evenals bij Wallcnstein?' „Toegestaan, luidde het prompte ant woord. „Ik zal u een aanwijzing geven op mijn schatmeester". „Sire, dat zal voorloopig niet noodig zijn". „Kerel, je neemt geen dienst bij mij, ik beschouw je als mijn bondgenoot. Volg dan ook voorloopig maar je eigen weg Je hebt mijn volle vertrouwen Tot ziens". Een flinke handdruk. Saxon begreep waarom Gustaaf Adolf zoo bemind was. HOOFDSTUK XXV. Reeds den volgenden morgen reed Saron met zijn ruiters naar Ziesar en Zerbst. Hij was den strijd met het keizerlijke leger be gonnen. Melchior en een twintigtal ruiters, on der wie wachtmeester Jörgen, voegden zich bij hem. Hij werd de adjudant van den overste en Wolf werd uit de Oude Herberg gehaald om zijn plaats als regimentshond te hernemen Nu begon een leven van vechten en avonturen op de landwegen en in de wou den. Saxon liet de werftrommels slaan en velen meldden zich aan. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5