DIAMANT
DE BRAND IN
DEN RIJKSDAG
FEUILLETON
Haar Avonturier
Dinsdag 14 November 1933 AMERSFOORTSCH DAGBLAD 32 e Jaargang No. 117
TWEEDE BLAD
NOG GEEN ERKENNING
DER SOVJETUNIE
OVERAL IN OOSTENRIJK
BETOOGINGEN
Scherprechter benoemd
NOOIT WAS ER
Bak- en Braadvet
Een volgende vraag betreft de mededee-
ling van vergaderingen in het rijksdagge
bouw. Getuige vertelt: Omstreeks Nieuw
jaar kwam ik op de eerste verdieping voor
bij kamer 9 B, het communistische fractie
bureau, waarvoor een man stond met een
rood-frontstrijdersuniform en een pet op.
Toen ik de deur wilde openmaken, trok
de man mijn arm weg en zei: Hier komt
niemand in. Dczg vergadering wordt niet
gemeld.
Dr. Werner: Bestaat de mogelijkheid, dat
een der employé's, die Zondagdienst had,
in dien tijd behulpzaam was bij het nemen
van wasafdrukken van de sleutels.
Getuige: In het algemeen was ons perso
neel zeer betrouwbaar. Eenige employé's
waren lid van de K. P. D.
De volgende getuige is de chef-redacteur
van Telegraphen Union, dr. Gericke.
De president, dr. Bünger, doet mededce-
ling van een telegram, dat de senaat op 25
Sept.. heeft ontvangen van de z.g. interna
tionale commissie van onderzoek en dat
een groot aantal onjuistheden bevat.
Van het heele telegram blijft slechts het
feit over, dat de Volkische Beobachter in
zijn eerste éditio na den brand gemeld
beeft, dat de arrestant van Dergen zou
hebben geheeten.
Getuige: De Volkische Beobachter heeft
het bericht van et© Telegraphen Union ge
bruikt. Ik zelf ir©h dezen naam in het
T. U.-bericht gezet, omdat de verslaggever
mij had medegeöerild. dat de arrestant een
Nederlandsch comflmnist was en van Der
gen heette. Een half uur later deelde een
tweede telegram, mtj mede, dat do naam
Van der Lubbe zou zijn. Wo konden ech
ter eerst geen olficieele mededecling daar
omtrent verkrijgen. Reeds om 2.16 uur
's nacht kregen wij echter uit Amsterdam
van de politie aldaar een bericht met den
naam van der Lubbe en wel met ge
speld.
De redacteur van den Völkischen Beo
bachter verklaart: Als chef van den be
richtendienst kreeg ik na vele andere be
lichten van T. U. het bericht, dat een man,
van Dergen geheeten, gearresteerd was.
Wij hebben dat bericht gebruikt.
Dimitrof stelt vragen.
Dimitrof wensclit antwoord op drie vra
gen en wel:
(1) Wanneer en hoe de Volkische Beo
bachter van den rijksbrand op de hoogte
is gesteld;
(2) Wanneer en hoe laat de Volkische
Beobachter een interview heeft gehad met
minister-president Gönng, waarin werd
medegedeeld, dat bij Van der Lubbe een
lidmaatschapsboekje der communistische
partij was gevonden;
f3) Of de medewerker aan den Völkischen
Beobachter J. Zimmermann, die had be
weerd, dat hij, beklaagde Dimitrof, inder
tijd medeplichtig was aan het plegen van
den aanslag op de kathedraal te Sofia,
indentiek was aan do reeds verhoorde ge
tuige Drösche.
De procureur-generaal Werner verzoekt
de behandeling van dezo vragen af te wij
zen.
Dimitrof vraagt of de procureur-generaal
(geen officieele mededeelingen heeft ontvan
gen van de Bulgaarschc regeering over zijn
vorige straffen en over het feit, dat hij niet
identiek is aan Stephan Dimitrof.
Dr. Wem er: Ik kan slechts mededcelen,
dat heden een officieele verklaring van de
Bulsraarsche regeering is ontvangen, vol
gens welke Giorgi Dimitrof niet identiek
is aan den wegens den aanslag op de ka
thedraal veroordeelden Stephan Dimitrof
Dimitrof: Deelt u dat den Völkischen Beo
bachter en de geheele pers mede?
President: U moot zwijgen.
Tornier verzoekt den president eenige
vragen te mogen richten tot den hoofd
redacteur van Telegraphen Union, getuige
dr. Gericke. Hij wil voornamelijk weten, hoe
T. U. aan het bericht kwam, dat Torgler
en Kühnen tegen half 10 of 10 uur u:t het
rijksdaggebouw zouden zijn gevlucht.
President: Ik heb toch duidelijk gezegd,
dat ik thans het verhoor leid over de vraag
hoe de vergissing tot stand is gekomen 1
Als u er nog meer van wilt vragen, moet u
een dienovereenkomstig voorstel doen.
De redacteur van T. U. Fritz Gartner ver
klaart dan hoe hij aan den verkeerd ge
schreven naam van Van der Lubbe kwam.
De volgende getuige is de tuindersknecht
Oscar Müller, uit Glaslern, die in gezel
schap was van den eerder als getuige ge
hoorde Wandenbursche Orgd.iistaa, die
had verklaard, dat hij in October 1932 nabij
Constanz Van der Lubbe en een ander had
ontmoet, waarbij de onbekende had gezegd,
dat er spoedig geen rijksdag meer zou zijn
en dat men van Ven der Lubbe nog wel zou
hooren. Als het niet anders ging, zou men
het met vuur en zwavel doen.
Getuige Müller bevestigt, dat hij in Octo
ber 1932 met Organistka in de buurt van
Constanz was en hij beschrijft ds ontmoe
ting met de beide andere Wandenburschen,
van wie één Van der Lubbe moet zijn ge
weest
Van der Lubbe wordt dan voor de tafel
•geleid en getuige Müller zegt hem te her
kennen.
President tot Van der Lubbe: Ik heb u
reeds eenmaal gevraagd, toen do andere
getuige hier stond, en ik vraag het u nog
maals: Hebt u dezen getuige ooit op uw
weg ontmoet?
Van der Lubbe zacht: Ja, ik geloof het
wel.
Dr. Seuffert stelt voor in Nederland te
informeeren, waar Van der Lubbes verblijf
aldaar is geweest het vorige jaar.
De president stelt Van der Lubbe eenige
vragen herover, die echter geen resultaat
opleveren.
Dimitrof vraagt o.a. of Van der Lubbe
op zijn zwerftocht door Duitschland met
communisten in verbinding was gekomen.
Van der Lubbe: Neen, niet veel.
Dimitrof stelt op scherpen toon Van
der Lubbe verschillende vragen, o.a. of hij
bij deze ontmoeting of bij het contact met
verschillende communisten al had gespro
ken over de brandstichting in den rijks
dag.
De president interrumpeirt eenige ma
len en verzoekt Dimitrof zijn vragen op
ru6tigen toon te stellen, omdat hij anders
den indruk maakt, dat hij Van der Lubbe
wil intimideeren.
Woedend roept Dimitrof uit: „Hem wil
men sparen met zijn zwijgzaamheid!"
Dr. Seuffert vraagt tenslotte den presi
dent of het wel zin heeft, dat Dimitrof op
deze wijze Van der Lubbe nog verdere vra
gen stelt.
Hierna wordt de middagpauze gehouden.
Na de hervatting van de zitting wordt
als getuige gehoord het Nationaal-socialis-
tische Rijksdaglid Dr. Albrccht, die ten
tijde van den Rijksdagbrand aan den
Reichstagufer woonde. Hij had een griep
aanval en lag te bed. 's Avonds klopte het
dienstmeisje aan do deur en deelde hem
mede, dat de Rijksdag in brand stond. Ge
tuige was toen uit bed gesprongen en was
zonder boord en das en zonder hoed naar
het Rijksdaggebouw geloopcn om uit een
kast een aantal belangrijke acten te halen.
Bij het betreden van het gebouw was hij
tegengehouden, doch na zich als Rijksdag
lid te hebben geïdentificeerd werd hij door
gelaten en liep door de garderobe, de trap
op en door de glazen deur in de richting
van de groote zaal, waar alles dik in de
rook stond. Niettemin liep hij door, haalde
de papieren uit de kast en haastte zich
langs denzelfden weg terug In totaal was
hij slechts 3 of i minuten in den Rijksdag
geweest.
Torgler concludeert hieruit, dat het waar
schijnlijk deze getuige is geweest, die over
haast den Rijksdag heeft verlaten.
De portier van den Rijksdag Went en
een politie-officier hebben reeds vroeger de
verklaringen van Dr. Albrecht bevestigd.
Op een vraag van Torgler of hij niet ge-
looft, dat de krantenberichten over het zgn.
vluchten van Torgler en Koenen tegen 10
uur uit den Rijksdag op hemzelf betrekking
moet hebben, antwoordt Dr. Albrecht: „Dat
is reeds daarom onmogelijk, omdat ik al
leen zonder hoed, zonder das en zonder
boord ben geweest, en omdat er tusschen
ons niet slechts politiek, doch ook naar het
uiterlijk een groot verschil bestaat,"
Volgende getuige is de kapper Grawe uit
Henningsdorf, die zich in arrest bevindt en
met een invalide-wagentje voor de getui-
gentafel moet worden gereden. Hij deelt
mede, dat hij op 27 of '28 Februari 's och
tends tegen half 10 voor de deur een troep
je menschen had gezien, waarbij ook Van
der Lubbe stond. Hij maakte zijn vrouw
toen reeds op het gezicht van Van der
Lubbe opmerkzaam.
Van der Lubbe moet voor de tafel komen
en wordt opnieuw aan een langdurig ver
hoor onderworpen, waarbij het doodstil is
in de zahl.
Van der Lubbe's verklaringen zijn aar
zelend. worden zeer zacht gezegd en zijn
zoo in tcgenspraakk met elkaar, dat men
nauwelijks een duidelijk beeld van zijn ver
blijf te Henningsdorf krijgt.
President* „U zou op een der twee dagen
's ochtends in het portaal hebben gestaan.
Is dat juist?"
Van der Lubbe: „Bij do Nazis te Spandau
bij Henningsdorf."
President: „Wat wilde U dan in het huis?
Wist U wat voor menschen het waren
Van der Lubbe: „Eenvoudige."
President: „Hebt U de menschen ge
kend?"
Van der Lubbe: „Neen".
President: „Wat wilde U er dan doen?"
Van der Lubbe: „Ik wilde eten hebben".
Uit de verdere vragen blijkt, dat Van
der Lubbe te Spandau tegen den middag
naar een nationaal-socialistische demonstra
tie heeft gekeken, die op een plein werd
gehouden. Vandaar zou hij dan naar Hen
ningsdorf hebben gcloopen.
President: „Wist U, dat de menschen in
dit huis communisten waren?"
Van der Lubbe: „Neen. dat wist ik niet."
Dimitrof: „Is Van der Lubbe alleen van
Berlijn naar Spandau gegaan?"
Van der Lubbe: ..Alleen"
Dimitrof: „Is hij van Spajidau naar Hen
ningsdorf met iemand anders gegaan?"
Van der Lubbe: „Neen".
Op de vraag van Dimitrof. of hij den vol
genden ochtend met iemand anders naar
Berlijn is gegaan antwoordt Van der Lubbe
eveneens: „Alleen".
Dimitrof: „Is het juist, dat het geen toe
val is. dat Van der Lubbe in Henningsdorf
overnachtte?"
Van der Lubbe: „Ik wilde daar goed sla
pen."
Verdere vragen van Dimitrof zijn aanlei
ding voor den president om Van der Lub
be nogmaals te vragen of hij den brand
gesticht heeft.
Van der Lubbe antwoordt bevestigend.
Dimitrof: „Is het juist, dat hij het alleen
heeft gedaan?"
Van der Lubbe: „Ja".
President: „Was er niemand bij?"
Van der Lubbe: „Neen".
President: „Heeft ook niemand U gezegd
het to doen?"
Van der Lubbe: „Neen".
Torgler: „Hoe kwam Van der Lubbe aan
de vloeibare brandstof en heeft hij deze in
het gebouw gekregen?"
Van der Lubbe: „Die heb ik gekocht."
Op verzoek van Dr. Werner wordt hem
nogmaals gevraagd of hij inderdaad zelf
aan de vloeibare brandstof wist te komen.
Van der Lubbe geeft dan lachend ten ant
woord dat hij de pakjes bedoelt, de vuur
makers.
President: ..Daarmee kon U toch den
Riiksdag niet in brand steken."
Van der Lubbe: „Het waren alleen maar
vuurmakers."
Hiermede wordt de zitting gesloten tot
morgen.
CMen zie ook het Eerste Blad).
De AmerikaanscfaRussische
besprekingen tijdelijk
onderbroken
Washington, 11 Nov. (V.D.) De Ame-
rikaansch-Russischc onderhandelingen zijn
tijdelijk onderbroken, omdat Litwinof m
verband met de Kerenski-schulden, die de
voornaamste moeilijkheden vormen, nieuwe
aanwijzingen uit Moskou moet afwachten.
Naar verluidt, is de sovjet-regcering wel
iswaar bereid aan de Vereenigde Staten on
geveer tweederde van de Kerenski-schulden
te betalen, maar zij zou willen vermijden
deze schulden officieel te erkennen, omdat
zij dan op grond van het verdrag van Ra
pallo gedwongen zou zijn ook de oude schul
den aan Duitschland te erkennen. De Rus
sische regeering wil deze moeilijkheden om
zeilen door de Kerenskischulden niet offi
cieel te erkennen, maar voor eventueele
nieuwe Amerikaansche credieten hoogere
rente te betalen, waarvan het overschot zou
worden gebruikt voor een compensatie-
fonds voor de Kerenski-schulden.
Staatssecretaris Huil heeft Washington
verlaten, om zich naar New York te bege
ven, waar hij zich op de American Legion
zal inschepen om de reis naar Montevideo
te maken.
Washington, 11 Nov. (V.D.) De Ame-
rikaansch-Russischc onderhandelingen
schijnen, afgezien van het verschil van
meening omtrent de Kerenski-schuilden, op
nog andere moeilijkheden te stuiten. Roose
velt heeft Litwinof laten weten, dat de re
geering der Vereenigde Staten voor de offi
cieele erkenning der sovjet-unie door Ame
rika de voornaamste verschilpunten tus
schen de beide staten geregeld wenscht te
zien. Deze houding zal in conflict komen
mét de tot nog toe gevolgde politiek der sov-
jet-regeering die zich laat samenvatten in
de woorden: „eerst erkenning, daarna on
derhandelingen".
Japan en de onderhandelingen
tusschen Rusland en de Veree
nigde Staten.
Tokio, 12 Nov. (V.D.) Officieele kringen
blijven koel in hun houding tegenover de
onderhandelingen, welke door de Vereenig
de Staten en dc sovjet-unie worden gevoerd.
Uiteengezet wordt, dat, aangezien in Rus
land slechts 1.600.000 communisten een dic
tatoriaal bewind uitoefenen over 160 mil-
lioen, waarbij een stoutmoedige oppositie
bestaat tegen hetsovjetregiem, dc sovjetre-
geering groote zorgen heeft met de controle
der nationale eenheid en het winnen van de
sympathie der bevolking. Onder deze om
standigheden zal de erkenning der sovjet
unie door het machtige Amerika den sovjet
bestuurders zeer te pas komen en de midde
len bieden om propaganda te voeren bij het
Russische volk ten gunste van het sovjetbe-
stuur.
De sovjetambtenaren maken er een ge
woonte van het gevaar voor een buitenland
schen aanval te overdrijven als middel om
de eensgezindheid van het volk tot stand te
brengen, zooals in het verleden bewezen is.
toen Rusland het Britsche conservatieve
kabinet of het Fransche kabinet-Tardieu
als een vijand beschouwde.
Thans noemt Rusland Japan een aanval
Ier en acht het noodzakelijk, dat militaire
voorbereidingen tegenover Japan worden
getroffen als poging om het nationale besef
te stimuleeren en de sympathie van Ameri
ka en andere vreemde mogendheden te
verwerven. Voorts wordt uiteengezet, dat de
erkenning van sovjet-Rusland door de Ver
eenigde Staten geen radicale wijziging zal
brengen in den internationalen politieken
toestand, en vooral, dat dc Russisch-Ameri-
kaansclic samenwerking Japans onaan
tastbare positie in het Verre Oosten niet zal
verstoren.
ALGEMEENE AMNESTIE IN 3
DUITSCHLAND?
B e r 1 ij n, 13 Nov. (H.N.) Er loopen ge
ruchten, dat nu do verkiezingen een zoo
volledige overwinning voor do regecring
hebben gebracht, een tijdperk van verzoe
ning ingeleid zal worden. De regcering zou
thans geen bezwaar meer hebben tegen
het afkondigen van een algemeene amnes
tie, nu gebleken is. dat het geheele Duit-
scho volk do politiek der regeering goed
keurt.
In tal van plaatsen zijn aanslagen
gepleegd en hakenkruis:
vuren ontstoken
W e e n e n, 13 November. (V.D.) Ondanks
het afgekondigde standrecht moeten zelfs
de officieele instanties constateeren, dat
natlonaal-socialistischc bctooglngen in het
geheele land plaats vinden. Te Vorarlberg
waren de plaatsen Dornbim en Lustenau
gedurende drie kwartier zonder licht, aan
gezien nationaal socialisten den kabel had
den vernield. Op een andere plaats wilde
een patrouille der gendarmerie en Heim-
wehr drie verdachte personen aanhouden.
Op de sommatie te blijven staan werd ge
schoten. De mannen zijn in het donker on-
herkend ontkomen
Te Linz a. d. Donau heeft hij een heim-
wehrlokaal een ontploffing plaats gehad;
terwijl ook onder het balcon van de woning
van den directeur van de politic een bom
is ontploft. Ook in tal van aldcro plaatsen
zijn aanslagen gepleegd en hakenkruisvu
ren ontstoken. In de buurt van Bruck a. d.
Mur alleen reeds 20.
Te Weenen is de burgerwacht nog steeds
gemobiliseerd. De manschappen zijn onder
gebracht in het gebouw van de Bodenkre-
ditanstalt.
Scherprechter benoemd.
De zoon van den onlangs overleden vroe-
geren Oostenrijksche scherprechter Lang
heeft geweigerd de functie van scherprech
ter, die hem onmiddellijk na de afkondi
ging van het standrecht en de daarmee ge
paard gaando invoering van de doodstraf
door de regeering was aangeboden, te aan
vaarden.
Thans is tot scherprechter in Oostenrijk
benoemd een ander familielid van den
overleden Lang, de 50-jarige Johann Lang.
CHINA BREIDT ZIJN VLOOT UIT.
Sjanghai, 12 November. (V.D.). Do
Chineeschc regecring heeft, de eerste cre
dieten goedgekeurd voor den bouw van
pantserkruisers rnet een totale tonnemaat
van 160.000 ton. Dc schepen zullen in Ame
rika worden gebouwd.
zuiverder en heerlijker
bak- en braadvet dan
45 cis p. pond - 22; ets p. halt pond
ovec
De mensch is als een bloem; hij moet
bloeien en vrucht geven.
Een episode uit den Dertigjarigen Oorlog
Oorspronkelijke schets van
G. P. BAKKER.
Dan keek zij naar Saxon, die tegenover
den koning stond, en boven hem uitstak,
beschouwde zijn gelaat en ze peinsde:
„Twee zulke mooie mannen heb ik nooit
bij elkaar gezien".
Maar Marion sprak haar oordcel niet
uit. Juist wendde de koning zich tot haar
en met een diepe buiging begon zij:
„Majesteit! Ik heb de vrijheid genomen
mij tot u te wedden met het dringend ver
zoete mij onder uw bescherming te nemen.
Ik ben verloofd met graaf van Werdcn-
feld van het Berlijnsche hof".
„Ja, ja", viel de koning haar in do rede.
•■De hofmaarschalk van mijn zwager,
keurvorst Georg Wilhelm".
„Juist Uwe Majesteit. Overste Saxon heeft
mij, zooals u gelezen heeft, herhaaldelijk
uit de handen der soldaten en van veld
maarschalk Von Pappenheim gered."
„Dat heb ik gelezen", verklaarde de ko-
ning, „ofschoon ik het van Von Werden-
feld verstandiger gevonden had u zelf uit
Maagdenburg te halen inplaats van uwe
redding aan onzen vriend hier over te la
ten'
Toen keek hij Marion aan, begon luid te
lachen en Marion, ofschoon zij eigenlijk
boos behoorde te zijn, lachte hartelijk ma
de. Zij zag den deftigen, stijven hofmaar
schalk reeds als schooier vérkleed.
De eenige, die niet lachte, was Saxon.
„Sire", begon hij met een ernstig gelaat,
maar da koning, die hem begreep, zei
schertsend:
„Maar, overste, heb je den hofmaarschalk
wel eens gezien?
Eindelijk werd Zijne Majesteit weer ern
stig.
„Was uw vader ook generaal, prinses?"
„Zeker, Sire, generaal van Bethlen Ga-
bor, koning van Zevenbergen".
„Juist, de groote vijand van Oostenrijk.
Hij was het hoofd der protestanten, een
sluw heer. die dadelijk vrede sloot, als hij
do toekomst donker inzag, doch, als de ne
vel optrok, ook onmiddellijk den keizer
den oorlog weer verklaarde. En uw moe
der was een nichtje van den koning, een
romantisch huwelijk, prinses!"
„Maar", waasde Marion te vragen. „Hoe
weet Uw3 Majesteit alles zoo nauwkeu
rig?"
„Misschien zijn we nog een klein bJetje
familie!" legde hij uit.
Marion boog.
„Zeer vereerd, Sire!"
Maar met zijn aanstekelijken lach ant
woordde hij: „Van deze zijd 3 zeer verheugd
met zoo'n mooi nichtje. Overigens zal ik
u naar Berlijn laten geleiden. U kunt straks
vertrekken".
Hij belde. Zijn kamerdienaar verscheen.
„Wil je de prinses haar vertrek wijzen,
Sven?"
Marien gaf SaxoD de hand.
„Dank, hartelijk dank', zeide zij zacht,
haar stem areigd» haar te begeven, en
haastig trok zij haar hand tqrug.
Saxon keek haar verwonderd aan.
„Prinses". Hij maakte een stevige bui
ging, „Prinses, het Is mij een genoegen ge
weest u van dienst te kunnen zijn". De
toon van zijn stem klonk hïmzelf vreerad
en koel in de ooren.
Na een diepe reverence voor den koning
verdween Marion.
„Gaarne zou ik nog een paar woorden
met u spreken, overste", sprak d3 koning'
met zijn gewone beminnelijkheid.
„Wat zijn verder uw plannen? U was im
mers overste van Wallenst3in's kuras
siers!"
„Zeker, Sire, en in den laatsten tijd een
van zijn vertrouwde agenten, maar na
Maagdenburg heb ik besloten zijn dienst te
verlaten".
„Baron Von Rasjin, die hier eenige dagen
geleden vertoefde met brieven van den her
tog Von Friedland, sprak mij toevallig over
u. De hertog wil een bondgenootschap met
mij sluiten, misschien is u daarvan iet6
bekend?"
„Hot is mij niet geheel onbekend, Sire".
„Von Pappenheim stelde u den gene-
raalsrang in uitzicht- Waarom zoudt u geen
dienst in mijn leger nemen Ik heb behoef
te aan dappere, knappe hoofdofficieren, die
het land en den krijgsdienst volledig ken
nen. U is immers protestant?"
„Ja, Majesteit".
„Ik zal Rasjin een brief aan Wallcnstein
medegeven; dan is uw ontslag dadelijk ge
regeld. De hirtog zal mij gaarne dezen
dienst bewijzen"a
Saxon zweeg.
„Waarom aarzelt u?" De stem van den
koning klonk ongeduldig.
„Maagdenburg, Sire. Maagdenburg zit mij
nog altijd dwars. Waarom kwam Uwe Ma
jesteit niet tijdig te hulp?"
„Overste, U is een moedig man, een ko
ning in zijn eigen kamp te richten, maar
ik schat u er hooger om. Ik weet, dat de
val van Maagdenburg mij zal worden ver
weten, maar God is mijn getuige, dat ik
mij in dezen niet schuldig gevoel, al zal het
altijd een mijner droevigste herinneringen
blijven. Ik ben evenwel niet te trotsch om
mij te rechtvaardigen. Ik had redenen te
eelooven, dat do ves4 3 langer zou stanch
houden: er was voor een jaar proviand.
De inlichtingen bleken helaas onjuist. Er
waren twee partijen in het stadsbestuur.
De keurvorsten van Saksen en Branden
burg weigerden mij steun. Ik sta in een
vreemd land, den vijand in den rug
maar hier i6 het manifest, dat ik heb la
ten verspreiden in Duitschland en de Ne
derlanden. Lees het en geef mij dan uw
antwoord. Uw oordeel zal anders zijn".
„Sire!" sprak Saxon, 'geheel onder den
indruk van de gesproken woorden, „mijn
geringe krachten staan ter beschikikng van
Uwe Majesteit en van de zaak, waarvoor u
d3 zee is overgestoken."
De koning stak hem de hand toe. „Over-
ste, ik dank u".
„Wat is u voor landsman?"
„Ik ben een Nederlander",
„Een geus?"
„Een kleinzoon van een watergeus", luid-
do het bescheid.
Gustaaf Adolf k>ek den overste onder
zoekend aan, maar vroeg niet verder.
Hij sloeg Saxon vriendschappelijk op den
schouder en zeide:
„Ik zal beginnen u een paar cscadrons
van mijn beste Zweedsche kurassiers te
geven onder kapitein Von Ilolm met een
paar luitenants. Von Ilolm heeft dadelijk
het grootste vertrouwen in u gesteld".
„Majesteit!" verklaarde Saxon, „ik zal
dj werftrommels laten slaan en het zul
len weidra evenveel regimenten zijn. Mag
ik verder zelf mijn officieren benoemen
evenals bij Wallcnstein?'
„Toegestaan, luidde het prompte ant
woord. „Ik zal u een aanwijzing geven
op mijn schatmeester".
„Sire, dat zal voorloopig niet noodig
zijn".
„Kerel, je neemt geen dienst bij mij, ik
beschouw je als mijn bondgenoot. Volg dan
ook voorloopig maar je eigen weg Je hebt
mijn volle vertrouwen Tot ziens".
Een flinke handdruk. Saxon begreep
waarom Gustaaf Adolf zoo bemind was.
HOOFDSTUK XXV.
Reeds den volgenden morgen reed Saron
met zijn ruiters naar Ziesar en Zerbst. Hij
was den strijd met het keizerlijke leger be
gonnen.
Melchior en een twintigtal ruiters, on
der wie wachtmeester Jörgen, voegden zich
bij hem. Hij werd de adjudant van den
overste en Wolf werd uit de Oude Herberg
gehaald om zijn plaats als regimentshond
te hernemen
Nu begon een leven van vechten en
avonturen op de landwegen en in de wou
den. Saxon liet de werftrommels slaan en
velen meldden zich aan.
(Wordt vervolgd.)