^bildagshh Het mooiste jaargetijde VEERTIG JAAR TOONEELSPELER Superbe vergezichten overal BIJ JAN MUSCH LICHTBRONNEN DER OUDHEID AMERIKAANSCHE NOTITIES Een Hollandsche kweekerij op Long Island Waarom er nog geen molen staat (Van onzen correspondent). New-York. 22 Oct. 1933. Indian Summer! Het mooiste jaargetij in Amerika. Niet te warm en niet te koud, zon nig dag in, dag uit. *s Nachts een lichte vorst om de pompoenen mooi rijp te krij gen, des morgens een nevel, waar de zon na een paar uurtjes warm doorheen breekt en overdag de meest opwekkende temperatuur, kortom, een weertje, dat men het heele jaar zou willen genieten. En dan du natuur zelf! Grond en hoornen en struiken nemen de felste kleuren aan, van wijnrood tot saf fraangeel en omdat de Indiaansche zomer nooit last heeft van regenbuien of wind- stormen blijven alle bladeren dagen, ja weken aan de boomen zitten. Daartusschen door zijn de late verwelkers, die lang groen blijven. Het taaie hoogc gras, dat m den zomer kniehoog opgegroeid is, de roest bruine zuringstejjgels en vele andere soor ten onkruid, dio In glorieuze kleuren den winterslaap ingaan, vormen een tapijt vól schakeeringen, dat opvallend afsteekt bij de zoo eentonig groene atmosfeer van 's zo mers. Waar men dezer dagen heenrijdt: de heu vels van Westchester in, de Hudson langs of over Long Island, overal treft het oog superbe vergezichten, die een paar maan den geleden ook wel mooi waren, maar die nu aan intensiteit gewonnen hebben. Geen wonder, dat duizenden, die hun auto met Labor Day niet voor den winter opgeborgen hebben, van de week-end gebruik maken orn er op uit te gaan en van dezen tijd te ge nieten, die begin November afgeloopen is. De wegen zijn minder stoffig en een ietsje minder druk en dan is er nog een andere groote aantrekkelijkheid! Nu komen de plattelanders voor den dag met hun pro ducten pompoenen, appelen, cider, maïs, eieren, squash, allerlei groenten en vruch ten, die de stedeling duur bij zijn winkel in de buurt moet koopen, liggen daar kcrsch- versch en voor een kleinigheid opgestapeld. De farmers doen goede zaken dezer dagen. Er zijn lieden, die hun auto letterlijk volla den en thuis aan buren en vrienden het grootste deel met een zoet winstje over doen. De „road stand" is een Amerikaan- sche instelling geworden, sinds de auto een huishoudarlikel werd van iedereen. Zoo reed ik gisteren over de Northern Boulevard van Long Island, een immense autoheirbaan over de heele lengte van dit eiland. Hier en daar een nauwe oudcrwet- sche kronkelweg, waar twee wagens elkaar kunnen passecrcn, maar voor het grootste deel een cementen racebaan met vier rij- lanen naast elkaar. Overal onderbroken door automatisch aan- en uitgaande ver keerslichten, zoodat mijlen achtereen geen politie-agcnt te zien is en de stroom auto's in iedere windrichting zonder moeite kan doorrijden. Kijk eens om, wanneer u Long Island op rijdt: daarachter ligt New-York met zijn fantastische wolkenkrabbershori zon: de Empire State, de Chrysler en de Wall Street gebouwen steken violet tegen den hemel op in een vage ne\cl van rook ou mist. Long Island zelf is vlak, zoo vlak. dat het haast met ons land te vergelijken is. Plaatsen als Bayside, Roslyn, Glenn Cove zijn niet heuvelachtiger dan de omstreken van Arnhem en zij maken denzclfdcn in druk.... op z'n Amerikaansch. llier \indt men de grootc villa's en buitengoederen van schatrijke New-Yorkers, wier namen de „society page" van de kranten vullen. Long Island is nog altijd de verzamelplaats van de New-Yorkscbe chic en hoe verder men van de stad komt hoe rustiger en deftiger het wordt en hoe meer men er de schitte rende buitenverblijven van de schatrijke Amerikanen aantreft Op twintig mijl af stand van de stad kan men gerust zeggen heelemaal buiten te zijn en daar is. in tegenstelling met elders op hot vasteland, elke vierkante meter grond privé bezit en vol historie. Maar langs de wegen rijen zich de benzine-stations en de „road stands" vol cider en pumpkins, precies als elders. Zoo reed ik over Route 25 A alle wegen heb hen hier een nummer en makkelijker rijden is moeilijk denkbaar. Roode lichten knipten aan sloppen en groene kwamen er voor in de plaats doorrijden, tot ik in Brook- villc belandde. En daar aan den rechter kant van den weg wist ik den tuin van den Hr. Scheepers te liggen, den bekenden IIol- Iandschen bollen-importcur en tuinarchitect. Men kan het haast niet voorbijrijden! Zulk een typische llollandsche schuur met een ophaalbrug ervoor staat aan den rechter kant van 25A, dat geen landgenoot er langs kén rijden zonder de opmerking- dat komt me bekend voor! En alsof het niet genoeg is, staat op het brcedc grasveld ervoor een tent, waarvan vroolijk de Hollandsche en Amerikaanschc vlag wappert. In die tent ziet men vanaf den weg een vrouwenfiguur in Volendamsch costuum, die druk bezig is met haar klanten. „Bulb sale" staat er op twee borden langs den weg, „Tulips, hya cinths, daffodils" en wat die niet trekken, doet het Volendamsch costuum. Wanneer ik de oprijlaan ben binnengetreden en den tent binnenstap, waar manden en doozen vol bloembollen opgestapeld liggen, vind ik een Amerikaansche familie verdiept in de calalogus en bezield van een ware bestel- woede. Vijf en tien dollarbiljetten komen te voorschijn en onze charmante Volcndam- sche, een geboren Aalsmecrsche, verzekert haar klanten van een prompte levering. De auto snort weg en ik heb gelegen heid mijn nieuwsgierigheid te bevredigen. Hoe gaan de bollenzaken? Is de tont een succes? Komen er veel bezoekers en zijn het nieuwe klanten of ouden? Het ant woord van „Scheepers' Dutch Girl", zoo- als zij over heel Long Island -bekend is, liii.dt, dat zij eiken dag tot zes lyir in detent aanwezig is en dat zij nu .weken van hou derde dollars aan bloembollen meemaakt. Tegen de koude dringt iict tot het publiek door, dat zij voor liet volgende voorjaar bollen in den grond moeten stoppen en van heinde en ver komen zij aan om hun inkoopen te doen vóór ;dc vor^t inzet. Zij komen opzettelijk of zij rijden toevallig langs. Of liever zij suizen langs over de vierdubbele cementen baan. Dan bij het diehterbijkomen of passecren werpt de persoon aan het stuur of de andere inzit tenden een blik opzij een vreemd soort boerderij met zandloopergordijntjes achter de ramen, een ophaalbrug er voor En dan die tent met een vreemde vlag en meisje op klompen en met een kanten kap op? Dat is Holland en dat beteekent bollen. De banden slecpen al over het ce ment, de wagen draait of rijdt achteruit, zonder verder te delibereeren wordt uitge stapt en geïnformeerd. Hoeveel kosten ze en kunnen we ze direct meenemen? En de meeste mcnschcn, die voor het eerst komen, laten de gelegenheid niet voorbijgaan om het huis achter de brug gen te gaan bekijken en zich daar door de Dutch Girl te laten inlichten omtrent zulke wonderlijckc saecken als een kope ren beddenwarmer, een voctcnstoof of een vijzel met stamper. Hetgeen alles erg „cute" en „interesting" gevonden wordt, maar inderdaad heeft de Hr. Scheepers er een prachtige verzameling oude kasten, klokken, tegels, porcclcin en andere be zienswaardigheden. die naar hier gebracht zijn. Wat de meeste bezoekers niet te zien krijgen, dat is het pakhuis vol kisten bol len, het hard werkende personeel, dat in de lange zalen werkt, die mij de herinne ring aan de loodsen in de buurt van Ilil- lcgersberg en Sassenheim teruggaven. Achter het huis strekt zich een groote tuin ^uit, waar.de paden gevormd worden door platte stukken rots, die als stukken mozaïek in het mollige grastapijt passen. Groepen boomen en heesters staan er smaak vol verspreid en berekend voor het grootst mogelijke effect, want ten slotte is dit heele terrein erin sièrtuin, een perma nente tentoonstelling in den tijd, dat onze tulpen, narcissen en hyacinthen in volle glorie staan. Hetgeen eind April begin- Mei plaats heeft. Een ding is bijzonder jammer en wel, dat de Hr. Scheepers, ten minste voorloo- pig, zijn illusie heeft moeten opgeven om een echte vaderlandsche molen op het dak van zijn gebouw te hebben. In de eer ste plaats vraagt het er om het doet aan een lange Zaansche loods denken met de verdere eigenschappen van n L'trccht- sche boerenwoning. Het is kaal, het is ruet af zonder de molen. Ten tweede zou de molen een onschatbare reclame zijn, niet alleen vanaf den weg, maar ver ir» den omtrek. Long Island is vlak, de zee winden stormen er altijd over heen, de wieken van de molen zouden altijd rond draaien en wat de Volendamsche kanten kap nu in het klein gedaan krijgt zou dan nog gemakkelijker gaan een grooter toename van bezoek en bekendheid. De heele buurt bestaat uit rijke buitengoede ren of „nurseries", tuinderijen en kwee- kcrijen de tuin van onzen landgenoot heel wel een heel eigen cachet. Over de mislukte oprichting van de molen zou nog een apart verhaaltje te schrijven zijn, waarin een wonderlijk licht geworpen zou moeten worden op landgenoolen. die di rect fabelachtige prijzen gaan vragen, wanneer hun arbeid of product voor Ame rika opgevraagd wordt en op Amerikanen, din hoowol 70 goon Hollandsche molen in elkaar zouden zetten al probeerden ze 't nog zoo hard, aankomen met den eisch van binnenlandscho arbeiders, die bij een vakverecniging van Urn: icrluï zijn aange- me niet, dan ligt do molen, aangekocht, in sloten. Kortom de plek is op>jn. Vergis ik stukken verlaakt te wachten op verzending maar de noodigo kleinzieligheid verhin dert het mooie plan. Laten wc hoppen, dat de Hr. Scheepers in den toekomst zijn ide aal kan verwezenlijken en de witte een den 's zomers onder de bruggen doordrij ven, terwijl de wieken over hen heen zoe men. De zon ging onder, het werd kil en tijd om op te stappen. Een groote open wagen raasde langs, de inzittenden zwaaiden met hun arm bekenden of een groet aan de kap en klompen? Toen kreeg ik nog uit knipsels van kranten te lezen, waarin verslagen stonden over lezingen door deze hard werkende Aalsmeersche op Long Is land gehouden en waarmee zij haar deel bijdraagt tot de grootere bekendheid van ons nationale product. Een interessant plekje, dit Brookville, zoowel voor ons als voor de Amerikanen. Op den keper beschouwd kan van rivaliteit tusschen film en tooneel geen sprake zijn De tijd met Heijermans het gelukkigst Het is misschien een opmerkelijk ver schijnsel iioc Jan Musch één van Xcèr- lands grootc en meest-geviprdc tooneel kun stenaars weinig „populair" js in de alle- ctöagsche beteckeiiis van het woord. Ik ge loof niet, dat het Muscli -r die in het ge wone leven een uiterst sober en eenvoudig, en zelfs weinig spraakzaam, man blijkt te zijn ooit veel geïnteresseerd heeft of een ieder, dien hij op straat, of elders, tegen komt, hem wel kent en bij zichzelvcn denkt: daar gaat Muscli, de grootc Op de trom geslagen om de aandacht te trekken van „tho man in the street" heeft hij nim mer. Hoogst zelden men kan gerust zeg gen: nóóit ziet men hem in de hoofd stedelijke centra, waar, na de verschillende voorstellingen, dc artistcn elkaar rendez vous plegen te geven. Musch heeft met angstvallige nauwgezetheid vermeden een „wandelend affiche" van zich te maken. Iemand, die lal van jaren inel hem sa- mengewerki heeft, zeide mij onlangs en hij bedoelde daarmede een onverholen ap preciatie dat Musch des avonds van den trein of den schouwburg regelrecht „niet een trammetje naar huis gaal en aller minst behoefte heeft in openbare gelegen heden naar zich te doen wijzen. Ilij heeft zijn naam louter en alleen aan artistieke prestaties willen ontleencn. E11 dat hij daarin ten volle geslaagd mag heeten, zul zeker niemand kunnen ontkennen. Veertig jaren van harden en onvcrflauwden arbeid waarbij zorgen en decepties maar zelden op het appèl ontbraken heeft deze se- neuse kunstenaar thans achter den rug. Uit het kleine straatjoggic dat zoo gaarne langs Amsterdam's oude straten ravotte, en in zijn fel-kloppcnd hartje het ontembaar verlangen naar voetlicht en décor voedde is in den loop der jaren een tooneclkun- stcnaar gegroeid, dien men onder de groo- ten is gaan rekenen, en die zoo zijn wieg binnen andere grenzen gestaan had een belangrijke rol op het internationale plan zou hebben gespeeld. Jan Musch is een ernstig man. Zijn kunst en volhardend streven leggen daar van een onwedersprekelijk getuigenis af. I11 zijn leven is regelmaat en,eene onwrik bare doelstelling. En het is frappant om te conslateeren, hoo Musch's intérieur gelegen aan één der schilderachtige grach ten der hoofdstad in volkomen harmo nie met zijne persoonlijkheid is gebracht zware stemmige boekenkasten, een spinet, dat aan vroegere eeuwen doet denken, een groote vleugel, rustige schilderijen, meube len en tapijten in gedempte en kalmeeren- de kleuren en daarboven uit: een Boeddha beeld, dat necrblikt in mildheid en wijs heid. Ik zei U reeds: Jan Mu6ch maakt den indruk geen onmiddellijk-bcreide prater te zijn. Hij geeft ongaarne mecningen over mcnschcn eh toestanden, die hij met voor de volle honderd procent heeft doordacht en verantwoorden kan Bezonnen en voor zich tig is hij. Hij overstelpt den interviewer niet met een stroom oordeelvellingen en voorspellingen. En dat juist geeft liet wei nige, wat hij. zegt, waarde en beleekenis. Het komt niet uit den mond van een lic'nt- vaardig-sprekend mensch. Vast ben ik ervan overtuigd, vertelde JAN MUSCH. Musch mij, dat het tooneel ondanks alle tijdperken van inzinking, die liet doorge maakt hééft en nóg doormaken zèl, zijne plaats in liet cultureele leven zal blijven handhaven. Men schermt zoo gaarne met dc zware en fnuikende concurrentie van den film cn ik weet ook terdege, dat deze niet onderschat moet worden maar in laatste instantie staan tooneel cn Illm geheel los van elkander. Zij hebben ieder hun eigen specifieke bekoringen, en op den keper beschouwd, kan dus van ccne rivali teit geen sprake zijn. Dc planken behouden rn.i. de magie van het gesproken woord, dat opwelt uit de ziel, het hart, van den kun stenaar, en daarvoor zal men weer gevoe lig worden. En dat woord, die bloedlevende klank, zal nimmer vervangen kunnen wor den door de mechanische stem, die het filmapparaat te bicden heeft. De mensch van dezen zenuwachtigen. in-zich-zelf-vcr- sliiklen, tijd heeft geen geduld meer om te „luisteren", maar wanneer vroeg of laat dc bezinning, de kalmte teruggekomen zal zijn, dan zal ook het tooneel weer gaan bloeien. Voor zoover men althans hier van „bloeien" kan spreken, want U moet niet vergeten, dat Holland eigenlijk geen „too- neellandis. zooals Duitschland en Frank rijk dat 'geweest zijn. Men is hier altijd blij wanneer een excuus gevonden kan worden 0111 niet naar het théater te gaaiu In mijn veertigjarige loopbaan heb ik, behalve de huidige depressie, nog twee periodes van „verlies der publieke belangstelling" beleefd, en beide keeren heeft het zich weer automatiscn herstek'. Ditmaal is liet wat hardnekkiger een gevolg van de ccono mische crisis, die maar niet lot een einde wil komen maar ook deze catastrophe zullen we te hoven komen. Of het tooneel zich in do toekomst langs andere banen zal moeten bewegen, wéét ik niet. Ik ben looneelspcler cn geen profeet Voorspellingen in dil opzicht lijken mij altijd dwaas en ongemotiveerd. Dacht U. dat Rembrandt of Jan Steen theorieën ten beste gegeven hebben over de wijzen waarop nè, hen geschilderd zou dienen te worden? Onzin! Wanneer U mij vraagt in welke jaren ik als acteur het gelukkigst geweest ben dan antwoord ik zonder bedenken: toen ik collaboreerde met Herman Heijermans. Avond aan avond 6pcclde» we .Tropen adel" voor uitverkochte huizen Dat was wel aangenaam, maar het beste van dit financicelc succes was, dat wc op de lite raire matinées geven konden wat we wil den, wat ons als kunstenaars bevredigde cn artistieke voldoening 6chonk. Het kwam er niet op aan of alle stoelen bezet waren. 'sAvond6 verdienden wc 'geld genoeg! En wat kan een waarachtig tooneelspeler wet- komcr zijn dan de mogelijkheid aan zijne kunstzinnige adspiraties te voldoen9 Die is per saldo méér waard dan klinkend goud! HANS P. VAN DEN \ARDWEG. Dieren doen dienst als toortsen De pit is ouder dan de kaars De overwinning van den mensch op da duisternis is in den loop der eeuwen slechts zeer langzaam cn met moeite bevochten. Dit zal iedereen opvallen, die dc collectie van primitieve verlichtingen in ons insti tuut bezoekt. Zelfs de kaars is nog een uit- nding van tamelijk langen datum ge weest; zij betcckcnde een uitkomst wanneer i»r na zonsondergang werkzaamheden of ce- remoniëen verricht moesten worden, want zij gaf een constant blijvend licht geduren de vele uren. Als regel moest men zich te vreden stellen met veel slechtere lichtbron nen; wat men hiervoor gebruikte, hing 111 hoogc mate af van de natuurlijke hulpmid delen, waarover men in het betrokken land beschikte. Zij verschilden sterk van elkaar in verschillende dcelen der wereld, doch op- allend is liet telkens terugkecrend gebruik van dierenlichamen als toortsen. Het meest bekende voorbeeld biervan le veren dc bewoners der Shetland-eilandén, die de kleine, zeer vette „stormy petrcT' als toorts gebruikten. Dit zeevogeltje met zijn zwarte cn witte vecrcn en zijn lange vleu gels zou zelfs olie uit bet darmkanaal laten loopen, als het gevangen werd. De eiland bewoners staken een pit in dc keel van do doodc vogel, lieten deze branden en verkre gen dan een zwak licht in hun sombero hutten. De grootc alk, een uitgestorven vogelsoort uit de Noordelijke kustgebieden van den Atlantischen Oceaan, werd wel als brand stof gebruikt cn soms ook voor verlichting. De oude Denen lieten een pit van mos branden, waarvan het cene uiteinde gesto ken was in liet lijf van den groote pinguïn, dat een grootc hoeveelheid vet bevat. Zeer interessant is ook de gewoonte oni dc zeer vette „kaarsvisch" (een soort zalm, die op dc N.W. kust \an Noord Amerika voorkomt) te drogen en vervolgens in een gespleten stok als toorts te laten branden. Vermoedelijk was hierbij een pit geheel overbodig. De visschers op de banken voor Newfoundland sneden dc staart van een zekere kleine haaiensoort in reepen en ge bruikten deze als verlichting, terwijl ook op dc kusten van Nieuw-Zeeland visschen als toortsen worden gebruikt. Ook toortsen van plantaardig materiaal zijn vaak intci cssant Dc bast van do Mcxicaansche „kaarsboom" bevat van na ture zooveel was, dat men reeds van een klein stukje goed licht \erkrijgt; het is ecln ter spoedig opgebrand. Verder is in alle lan den, in alle tijdperken der geschiedenis het hout van naaldboomen zeer gezocht geweest voor toortsen. Men vindt er toespelingen op in dc antieke literatuur en waar deze boo men slechts bekend waren, werd hun vet- houdend hout gewaardeerd als lichtbron. Een sterk yethoudonde dennesoort in den Amerikaanschen staat Virginia staat plaat selijk zelfs bekend onder den naam „licht- hout", stukken van dit hout worden vroe ger verbrand in een pan terzijde van den schoorsteenmantel cn zelfs thans dienen zij als verlichting in dc hutten van arme blan ken en negers. Vroeger zag men in Louisia na vaak negers met bundels van dit hout op het hoofd loopen om het in Nieuw Or leans te gaan verkoopen. In onze verzameling vindt men ook tal van meer ingewikkelde toortsen, die zoowel bij primitieve als bij beschaafde volken in gebruik zijn. De kaarsen hebben zich eerst later ontwikkeld uit in was gedrenkte pitten; bij het maken van toortsen bemerk te men als vanzelf, dat met was doordrenkt touw een stevige, zij liet ook primitieve, lichtbron was.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 13