XXX
SMOKING
AVONDKLEEDING
f44.-
Cognac Vieux
J. A. Schoterman
Zn.
RINTEL
per flesch f3,75
INSTELLING VAN EEN VERKEERSFONDS
BEGIN DER „COÖRDINATIE
Centrale Commissie van
Advies voorgesteld
NAAR MAAT
Vanaf
TT
T
VARKENSMAüKT 13-15 TEL. 582
DE POSTJAGER OP
WAALHAVEN
HUMORHOEKJE
E
Bijzonder aanbevolen
Wijnhandel
Utr.straat 17 Gevestigd 1878
Telefoon 14S
De autoen rijwielbelasting moet
9 millioen meer opbrengen
Ingediend is een wetsontwerp tot
instelling van een verkeersfonds.
Aan de memorie van toelichting
wordt ontleend, dat, evenals tot
voor korten tijd overal elders, ook
in ons land het verkeer van perso
nen en goederen over de verschil
lende verkeerswegen plaats vindt
zonder onderling verband. Zoo is
het onvermijdelijk, dat het vervoer
zich over de verschillende vervoer
middelen niet verdeelt op de ratio
neelste manier en ook, dat de juiste
verhouding tusschen de grootte van
het vervoer en de zich ter beschik
king stellende vervoermiddelen ont
breekt.
In tijden van welvaart schijnt het
beschikken over vele parallel loo-
pende verkeersmiddelen met hun
onderlinge concurrentie en dienten
gevolge lage tarieven, oppervlakkig
gezien, een voordeel. In dezen cri
sistijd echter beseft men, dat de
overheid moet ingrijpen om de
overmaat tc beperken, vooral nu
haar verhouding tot het grootste
verkeersbedrijf meebrengt, dat zij
groote sommen moet bijpassen om
do tekorten op dat bedrijf te dek
ken.
Van overheidswege zal 't verkeer
moeten worden gezien als één ge
heel en zullen maatregelen van
coördinatie van verschillende ver
keersmiddelen in het leven moeten
worden geroepen, zoodat de verlie
zen van de gemeenschap geringer
worden, maar tevens waarborgen
worden gegeven, dat het vervoer
tegen matigen prijs plaats vindt.
in het Rijksbudget moet worden uitge
drukt, dat het verkeer een eenheid is en
dat alleen in samenwerking een goed resul
taat te krijgen is. Dit streven wordt be
lichaamd in de oprichting van een ver
keersfonds, waarin de voorzieningen wor
den getroffen ter versterking van het on
derling verband der verkeersmiddelen te
land, te water en door de lucht. Komt dit
fonds tot stand, dan zullen alle Rijksuitga
ven voor het verkeer over de spoorwegen,
de tramwegen, de waterwegen, do landwe
gen en door de lucht ten laste van dit
fonds komen, welke uitgaven dan vooreerst
zullen moeten worden gedekt door de in
komsten, welke de verschillende verkeeren
aan het Rijk opbrengen.
Het instellen van een verkeersfonds
brengt mee het opheffen van het wegen
fonds. De opbrengst der wegen- en die der
rijwielbelasting zullen niet uitsluilond voor
wegenverbetering worden gebruikt, maar
zullen, met de andere inkomsten van het
verkeerefonds, tot bestrijding der gezamen
lijke uitgaven voor het verkeer dienen.
Eigenaardige verhoudingen op
hot gebied der waterwegen.
De eigenaardige verhoudingen op het ge
bied der waterwegen maken het moeilijk,
reeds nu het waterverkeer, evenals het mo
tor- en rij wiel verkeer, rechtstreeks door een
verkeersbelasting te treffen en aan de
Rijkskosten van het verkeer te laten mee
betalen. Het waterverkeer is zoo groote
eischon aan het Rijksbudget gaan stellen,
dat de gewone dienst de noodige gelden niet
meer kon leveren cn men groote werken
op den kopitaaldicnst der Rijksbegrootlng
bracht, waardoor de druk op den gewonen
dienst eerst langzaam voelbaar wordt. Maar
naast deze vergemakkelijkte financiering
behoort te staan de nauwkeurige overwe
ging van de rentabiliteit der op langer ter
mijn gefinancierde werken, omdat men
anders het recht niet heeft, dep toekomsti-
gen belastingbetaler te belasten.
De berekening van de rentabiliteit der
waterwegen verkeert nog ölechts ln haar
kinderschoenen. Zij Is voor het eerst op
grooterc schaal toegepast voor de ontwor
pen Twenthekanalen. waarbij de moeilijk
heden van zulk een berekening eerst recht
zijn gebleken. Ook zal meer aandacht moe
ten worden geschonken aan de gevolgen
van de opening van nieuwe verkeerswegen
voor de rentabiliteit van bestaande.
En het luchtverkeer, dat zoovele voor-
deelen biedt, zal zich zoodanig ontwikke
len, dat de uitgaven der overheid daarvoor
niet uitsluitend tot winst aanleiding geven,
maar aan andere verkeersmiddelen verlies
kunnen berokkenen.
De concurrentie voor de, on
donks alles onmisbare, spoor
wegen.
Al zijn de groote tekorten van spoor- en
tramwegondernemingen niet alleen aan de
concurrentie der andere verkeersmiddelen
te wijten cn heeft met name de afgeraeene
crisis een geweldige vermindering van het
spoorwegvervoer ten gevolge, moeilijk kan
worden bestreden, dat de spoor- en tram
wegen zwaar zijn getroffen door het zich
snel ontwikkelende wegverkeer. Door den
motor is in Nederland het spoorwegmono-
polle van reizigers- en ijlgoederenvervoer
e.d. verdwenen en daarmee vervalt de
rechtsgrond om den spoorweg tegenover
dat monopolie allerlei beperkende en be
zwarende bepaliugen op te leggen, zooale
spoor- en tram wetgeving en concessies
thans nog doen. Op dit gebied kan een wij
ziging een goede uitwerking op de golde-
lijkc uitkomsten hebben.
Wie vraagt, of het einde der spoorweg
periode niet nadert en of niet met het rail
verkeer moet worden afgerekend (met aan
vaarding van geweldige kapitaalverliezen)
stelle zich voor, welken invloed afschaffing
van het railverkeer zou hebben op het weg
verkeer. Van overneming van het rail ver
keer door het wegverkeer kan geen sprake
zijn. Nederland kan het in het algemeen
belang niet zonder spoorweg stellen, en de
algemeene belastingbetaler moet dus, zoo
noodig, de sommen opbrengen, noodig om.
nadat alle andere bronnen zijn uitgeput
het spoorwegbedrijf in het leven te houden
Erkent men eenmaal de noodzakelijkheid
van den spoorweg in hel algemeen belang
dan vloeit daaruit vanzelf voort eenige ge
bondenheid van dien spoorweg in dep vorm
van exploitatieplicht, vervoersplicht en ver-
eischte goedkeuring van tarieven, welke
invloed oefenen op de rentabiliteit der
spoorwegen. Dit sluit volstrekt niet in, dat
de spoorweg in den tegenwoordigen om
vang moet worden gehandhaafd. Als terug
brenging van het spoorwegbedrijf tot ge
ringeren omvang noodig of toelaatbaar
blijkt, zonder het algemeen belang te scha
den, zal men niet mogen schromen, dit te
bevorderen.
De sterke mate van gebondenheid van
den spoorweg moet niet aan andere ver
voermiddelen worden opgelegd. Een zoo in
grijpende bemoeienis zou hun rentabiliteit
onnoodig beïnvloeden en een kostbare
overheidsinmenging in het leven roepen. De
overheidsbemoeienis moet zich zooveel mo
gelijk beperken tot wat noodig i6 voor een
veilig verkeer en zich dus bezig houden met
regelingen ten aanzien van dienst- en rust
tijdon, van hoedanigheid van materiéel en
keuring daarvan, enz.
De minister herinnert voortp aan den se
dert 1926 voor autobusdiensten bestaanden
vergunningsplicht. Voor vrachtautodiensten
is een dergelijk voorstel aanhangig.
De voorsprong der andere ver
voermiddelen rechtvaardigt ver.
hooging van lasten.
De voorsprong van de overige vervoer
middelen op den spoorweg rechtvaardigt
het doen meebetalen door die overige ver
voermiddelen in de ko6ten van het spoor
wegverkeer.
Daarom is aan de instelling van het ver
keersfonds een wijziging van de auto- en
rijwielbelasting verbonden, welke verwacht
wordt, ongeveer 9 millioen op te brengen.
Deze belastingverhooging zal, naar aan
genomen wordt, het autoverkeer niet een
schade toebrengen, die de door dit vervoer
bestaande en veelal kleine industrieele be
drijven en handelszaken in hun bestaan
zou bedreigen. De verhooging is, hoewel
zij van invloed zal zijn op den omvang van
het autoverkeer, niet van dien aard, dat
het vervoer met motorrijtuigen een terug
slag zal ondervinden, die de meest econo
mische bediening van het verkeer zou ver
storen. Eindelijk benadert zij, naar de vun
spoorwegzijde gedane opgave, eenigszins de
schade, welke het motorvorkoer door het
verschil in gebondenheid aan den epoor-
eg toebrengt.
Ingrijpende maatregelen in het
spoorwegbedrijf.
Voorts moeten ingrijpende maatregelen in
het spoorwegbedrijf zelf worden genomen
ter verkleining van het tekort.
De regeering meent, dat zij met bekwa
men spoed met do ordening moet beginnen.
Zij zal zich dan daarbij laten bijstaan door
een commissie van advies, die maatregelon
moet voorbereiden on op de uitvoering er
van moet toezien. Dat de minister van wa-
teretaat* aan wien het beheer van het ver
keersfonds zal worden opgedragen, niet zal
no laten, met belanghebbenden overleg
plegen of te do-en plegen, ligt voor de hand,
Bfj alle maatregelen inzake het verkeer
zal hij zich verder mede laten leiden dooi
de fiiïancioole gevolgen voor de Rijksbe
grootlng Nam men geen ingrijpende maat
regelen, dan zou het verkeer aan het Rijk
in 1934 kosten 50.142.365, te kwijten Uit
den gewonen dienst, en 16.453.150 uit den
kapitaaldicnst. In de millioonennota heeft
de minister van financiën uiteengezet, dat
in dezen toestand niet kan worden berust
en dak de instelling van liet verkeersfonds
de gelegenheid moet bieden, de verkeers
kosten met 32.5 millioen te verminderen.
Eén der middelen hiertoe is de genoemde
hoogere heffing van de raotorrljtuigenbe
lasting (de vroegere wegenbelasting) en van
de.rijwielbelasting ten bedrage van 9 mil
Uoon. Op welke wijze de rest van de 32.5
millioen ?,al worden gevonden, zal bij de
begrooting van het verkeersfonds, bij welker
indiening tevens de begrootingen van wa
terstaat en van het wegenfonds zullen wor
den gewijzigd, worden uiteengezet.
Het aandeel der provincies in de
belastingverhooging.
Er is geen aanleiding, de provinciën te
doen doelen in de opbrengsl van tie belas
tingverhoogingen. In de begrooting van liet
wegenfonds voor 1934 is de opbrengst van
de bestaande belastingen op het wegverkeer
geschat op 21 millioen. Dit zou nu 30 mil
lioen worden, door do thans voorgestelde
belastingverhooging. Het is billijk, dat het
aandeel der provincies slechts, berekend
wordt over het 21/30sle van de geheele op
brengst der hicrbedoelde verhoogde belas
tingen.
Anderzijds ie het niet logisch, indien uit
nadere bestudeering van het verkeer in zijn
geheel moet worden besloten, minder aan
wegenverbetering uit te geven, dan naar
verhouding van 1934 op de ontwerpbegroo-
ting van het wegenfonds was uitgetrokken,
de wegenverbetering der provincies op den
ouden voet door te laten gaan. De wet moet
dus de mogelijkheid bieden, alsdan ook de
provinciale wegenverbetering te teraporisee
ren, echter tot een niet veel lager bedrag,
dan voor 1934 is uitgetrokken, omdat bij
het aangaan van geldelijKe verplichtingen
voor do'wegenvorbetering de provincies met
dit bedrag hebben rekening gehouden. In
aanmerking nemende, dat voor de wegen
verbetering (zonder de bruggen) op de be
grooting v«n het wegenfonds voor 1934 rond
9 millioen en op die van waterstaat Vs mil
lioen is uitgetrokken, wat bij een totaal
aan opbrengst van rijwiel- en wegenbelas
ting van 30 millioen 9.5/30ste dier opbrengst
uitmaakt, achten de ministers het billijk
dat de provinciale uitkeering eerst aan be
perking onderhevig zou zijn, wanneer voor
de Rijkswegenverbetering minder dan
9.5/30sto van de belastingopbrengsten zou
worden uitgetrokken.
Bij de vaststelling van het bedrag voor
wogenverbjtoring wordt geen rekening ge
houden met uitgaven voor den bouw van
bruggen over de groote rivieren. De regec-
ring acht het nationale belang van de ver
binding van het noordén en zuiden des
lands zoo gewichtig, dat zij voornemens is,
deze in elk geval zoo krachtig mogelijk
voort te zetten. De inzichten betreffende de
coördinatie van het verkeer zullen echter
van grooten invlood zijn op de wijze van
financiering van den bouw der bruggen.
Contrale Commissie van Advies.
De groote kracht, welke van het Ver
keersfonds voor de geheele regeling van
het verkeer zal uitgaan, zal onder leiding
van den minister van waterstaat en onder
zijn verantwoordelijkheid moeten uitgaan
van het werk, dat do centrale commissie
van advies zal verrichten. Het ligt in het
voornemen, in deze commissie te benoemen
de hoofdambtenaren van het ministerie van
waterstaat, die bij de verzorging van het
verkeer betrokken zijn en zich meer in het
bijzonder bezig houden mot het verkeer
over het water, over de landwegen, over
dc spoor- en tramwegen en door de lucht,
oen vertegenwoordiger van dc directie der
Nederland-sche spoorwegen, een van den
minister van financiën en een van het be
drijf der posterijen, telegrafie en telefonie.
Deze commissie zal zoo noodig verkeers
ondernemingen moeten kunnen dwingen,
baar in to lichten omtrent liet beheer, de
exploitatie en dc werking dier ondernemin
gen.
Door het uitbrenger, ran *»en Jaarverslag
kunnen de Staten-Generaal en daarmede
het land op de hoogte worden gebracht van
wat terzake van het verkeer zal zijn ge
schied en waarom voorgenomen maatrege
len wellicht niet of nog niet tot uitvoering
zijn gekomen.
De belasting-grondslagen voor
vracht- en andere auto's.
Teneinde nog nader te kunnen overwe
gen of een vergunningstelsel voor vracht
auto's cn de aanvullende bepalingen van
het vergunningstelsel voor autobussen, zoo
als die zijn neergelegd in het ontwerp van
wet tot wijziging van de wet op de open
bare vervoermiddelen, ongewijzigd zouden
passen in oen ordenipg van bot verkeer,
zooals de minister van Waterstaat zich
voorstelt, zou aan uitstel van behandeling
van dit wetsontwerp door hem de voorkeur
worden gegeven. Naar 's ministers oordeel
zal reods aan eenige bezwaren der onge
breidelde concurrentie, welke de bestaande
middelen van vervoer te water en over rails
van het motorverkeer ondervinden, worden
tegemoet gekomen door de hoogere heffin
gen, welke in het bijzonder hot zware ver
keer zullen treffen, nu bij de opstelling
van de nieuwe bepalingen is uitgegaan
van de grondgedachte, dat. hoe zwaarder
het verkeer en hoe volumineuzer de ver
voermiddelen, zooveel te grooter de eischen,
waaraan de weg moet voldoen en de uit
gaven om dezen daarvoor geschikt te ma
ken. Terwijl dus eenerzljds de grondslag
per 100 kilogram voor de verschillende
wagentypen is verhoogd, zijn anderzijds do
belastingen verzwaard, naar gelang het
olgen gewicht toeneemt en dus ook het
laadvermogen grooter wordt.
Ingevolge het ontwerp zullen rijwielen
met aanhangmoloren in den vervolge bc
last wórden als motorrijwioleu.
Van de belasting van personenauto'!
wordt de grondslag van 6 cp 8
bracht. Voor autobussen van 8 op 10,
doch bovendien wordt een belasting gehe
ven per zitplaats (die van den bestuurder
niet medegeteld), waardoor de autobussen
van zeer groote afmetingen, welke het ver
keer op den weg bemoeilijken en daardoor
weg verbreeding en bocht verbetering tc eer
der noodig maken, meer overeenkomstig
die gevolgen worden belust.
Voor vrachtauto's is aanvankelijk gezocht
haar een systeem, waarbij het laadvormo
gen een grooter gewicht in do schaal zou
leggen. Een belastinggrondslag naar het
laadgewicht brengt echter bij dc toepas
sing groote bezwaren mede en blijkt voors
hands niet noodig, mdien bij toeneming
van het eigen gewicht de belastinggrond
slag eenige progressie vertoont. Deze pro
grossie is dan zoo gekozen, dat voor wagens
met verschillend laadgewicht een belasting
zél worden betaald, welke, indien men
deze omslaat over eigen gewicht en gemid
dclde lading, per 100 kilogram ongeveer de
zelfde is. Bij het tot dusverre bestaande
stelsel nam deze eenheidsbelasting af,
naarmato het laadgewicht grooter werd.
Ook lioogere belasting voor
motor- en gewone rijwielen,
Ook de motoiTijtuigen op twee wielen
met duozit en met zijspan vragen meer
van den weg dan alleen uit hun gewicht
zou volgen. Het wordt daarom meer in
overeenstemming geacht met de eischen,
welke zij aan den weg doen stellen, indien
zij zwaarder dan voorheen worden belast.
Tot dusver werden tractoren en aanhang
wagens door de toepassing der oude wet
zeer bevoordeeld tegenover vrachtauto':
terwijl zij juist de meeste ruimte op den
weg vragen en op smalle wegen het moei
lijkst voorbij te rijden zijn. Aan deze on
gelijkheid wordt een einde gemaakt vol
gens het ontwerp. Opleggers en aanhang
wagens worden beide als vrachtauto's be
last.
Ook de rijwielen veroorzaken schade aan
do bedrijfsuitkomsten der bestaande ver
voermiddelen. Het is dus billijk, dat zij
door een kleine verhooging der rijwielbe
lasting, welke eerst 1 Augustus 1934 zal
ingaan, zullen bijdragen tot het dekken
van het tekort op het Verkeersfonds.
De juiste heffingen.
Blijkens het voorgestelde art. 5 van hot
ontwerp zal dc motorrijtuigenbelasting
voor een vol jaar bedragen:
voor een motorrijtuig op twee of drie
wielen, indien het eigen gewicht niet meer
bedraagt dan 60 K.G. 18.50; boven 60 tot
en met 120 K.G. f 27; boven 120 tot en met
500 K.G. 40; bo\en 500 K.G. per 100 K.G.
eigen gewicht 8.
b. voor een motorrijtuig op meer dan
drie wielen en ingericht voor het vervoer
van niet meer dan zes personen, den be
stuurder daaronder niet begrepen, per 100
K.G. eigen gewicht 8, doch tenminste
64.
voor een motorrijtuig op meer dan
drie wielen cn ingericht voor het vervoer
van meer dan zes personen, den bestuur
der daaronder niet begrepen per 100 K.G.
eigen gewicht 10,
en daarboven, indien het rijtuig is inge
richt voor het vervoer van niet meer dan
tien personen, f 2.50 per ziiplaats; meer
dan tien personen en niet meei dan 20 per
sonen 25, benevens 3 per zitplaats
boven tien; meer dan 20 en niet meer dan
30 personen 55, berevens f 3.50 per zit
plaats boven twintig; meer dan 30 en niet
meer dan 40 personen 90, benevens 4
per zitplaats boven dertig; meer dan 40
personen 130, benevens 4.50 per zit
plaats boven veertig.
d. voor een motorrijtuig op meer dan
drie wielen, niet vallende onder de om
schrijving van de letters b en c, indien het
eigen gewicht bedraagt niet meer dan 1000
K.G.,
per 100 K.G. eigen gewicht 9, doch ten
minste 72; boven 1000 tot en met 2000
K.G. 90, benevens 10 voor elke 100 K.G.
boven 1000 K.G.; boven 2000 tot en met 3000
K.G. 190, benevens 11, voor elke 100
K.G. bo\en 2000 K G.; boven 3000 tot cn met
'1000 K.G 300, benevens 12 voor elke
100 K.G. boven 3000 K.G.; boven 4000 tot en
met 5000 K.G. 420, benevens 13 voor elke
100 K.G. boven 4000 K.G.; boven 5000 tot en
met 6000 K.G. 550, benevens 14 voor
elke 100 K.G. boven 5000 K.G.; meer dan
6000 K.G. 690, benevens 15 voor elke
100 K.G. boven 6000 K.G.
De belasting voor een motorrijtuig op
twee wielen wordt verhoogd" indien het is
ingericht voor het vervoer van méér don
één persoon, met 5, cn indien door mid
del van dat motorrijtuig een rij- of voer
tuig of zijspan wordt voortbewogen, met
13.50.
Rotterdam, 5 Deo. Vandaag is de
Postjager, het nieuwe door de firma Pan
der gebouwde toestel, dat binnen eenige
dagen een vlucht naar Ned.-Indië zal
maken, op Waalhaven geweest, waar het.
voor een groot aantal belangstellenden
heeft gedemonstreerd. De felle koude heeft
blijkbaar op die belangstelling geen on-
gunstigen invloed gehad.
Precies op den vastgestelden tijd, 11 uur,
verscheen het groote vliegtuig en reeds en
kele minuten later was het keurig neer
gezet, waarna het tot voor het clubhuis
van de Rotterdamsche Aoro Club getaxied
is. Om vijf minuten voor half elf was men
van Schiphol gestart en reeds 5 6 minu
ien later was Den Haag in zicht. Daar
heeft men even boven de stad gecirkeld en
om tien minuten over elf was men al op
Waalhaven. Met het vliegtuig kwamen be
halve de bemanning, die het naar Indië zal
brengen, mede ir. Koekebakker en Sjef
Dotel, beiden van de Panderfabrieken. De
constructeur, de heer Slot, was reeds met
zijn familie op Waalhaven. Zoodra het
toestel was neergestreken, hebben de tech
nici zich in de aanschouwing er van ver
diept. Een half uur later werden er demon
straties gehouden, waarbij het een onge
kende sensatie was het toestel in enorme
snelheid over het veld te zien scheren. Ook
de enorme klim-capaciteit maakte indruk,
evenals de gemakkelijke bestuurbaarheid.
Woensdag zal de Postjager nog een be
zoek brengen aan Soesterberg.
Na op Waalhaven te hebben geluncht,
hebben de vliegers de terugreis naar Schip
hol weer aanvaard.
„TENTOONSTELLINGSBELANGEN".
Opstellen van een standaard»
reglement.
Het bestuur van de Nederlandsche ver-
eeniging voor tentoonstellingsbelangen
heeft aan alle daarvoor in aanmerking ko
mende autoriteiten, besturen van vereeni-
gingen, enz. een schrijven gericht, waarin
het verklaart, dat het tot zijn taak behoort,
het belang te bevorderen van de gezonde
ontwikkeling van het tontoon6tellingswe-
zen hier te lande, en dat het herhaaldelijk
heeft ervaren, dat in tentoonstellingsregle-
menten niet steeds voldoende rekening
wordt gehouden met do rechten en ver
plichtingen van do verschillende catego-
ieën, die bij een tentoonstelling betrokken
zijn. ln verband hiermede heeft genoemd
bestuur een standaardreglement opgesteld,
waarin zoowel de rechten en verplichtingen
van een tentoonstellingsbestuur als van de
deelnemers cn de leveranciers aan tentoon
stellingen in het oog zijn gehouden. Daar
zoo vaak tentoonstellingen worden aange
kondigd, die slechts uit een oogpunt van
winstbejag door onwaardige elementen zijn
georganiseerd en aan bonafide handel en
iuduslrie afbreuk doen, verzoekt bet be
stuur allen desbetreffenden personen om.
alvorens naam of medewerking aan een
onderneming te geven, inlichtingen aan het
secretariaat der verecniging, Badhuisweg
145 te Scheveningen in te winnen en alleen
op de zaak in te gaan, als de onderneming
althans in hoofdzaak het reglement voor
deelneming, door genoemd bestuur opge
steld, aanvaard heefl.
Moeder „Als je aan Slntniklaas schrijft, Iclndje. ve.
geet dan vooral niet. hem voor de cadeautjes van ver
leden jaar te bedanken
Betty„Nee Moeder Maar Ik vond ze eigenlijk niet
erg mooi. Hoeveel r'a zijn er ln beroerd"?" (Happy Mag.)