„DE PAPAVER"
HET NIEUWE STUK VAN SHAW
KEITJES
WOL voor IJstruien
ASTRAKAN voor mutsen
MOFJES en SJAALS
Utrechtscheweg 85
Telefoon 15
3 x plaatsen
voor f 1.--
Uitsluitend bij voor
uitbetaling.
BIJ MEVR. MANN-BOUWMEESTER
„ON THE ROCKS"
Het speciaalhuis voor
handwerken
EEUWIGE JEUGD.
Het jongste portret van mevrouw
Theo Mann-Bouwmeester.
De triomphale afscheidstournée van de
grootste tragédienne, die Neerland ooit ge
had heeft, ligt alweer verscheidene jaren
achtèr ons.
Ik herinner mij nog, hoe mevrouw Mann
Bouwmeester die binnenkort haar Sien
verjaardag hoopt te vieren mij destijds
verklaarde» dat haar besluit om de plan
ken vaarwel te zeggen, geenszins voort
sproot uit overwegingen van materieelen
of lichamelijkcn aard, maar louter en al
leen een logisch gevolg was van het onaf
wijsbare besef, dat voor haar „het oDgen-
blik van gaan" was aangeboren. Zij moet
van deze wijsheid die haar gevoerd
heeft tot een vrijwillige abdicatie van het
tooneel, dat toch geheel het leven lang
voor haar de wereld was wel diep door
drongen geweest zijn, want indien de
hunkering-naar-het-applaus sterker ge
weest ware dan de stem, die tot vertrek
ken maande dan zou deze merkwaardige
vrouav, die met het voortschrijden der ja
ren maar een minimum aan vitaliteit en
niets aan levenslust ingeboet heeft, wel
licht nog tot op den huidigen dag met suc
ces voor het voetlicht gestaan hebben. Ik
hen mevrouw Mann's moedige beslissing
om op een gegeven moment rollen en roem
den rug toe te kecren, steeds blijven be
schouwen als één der hoogtepunten uit
haar artistieke carrière. Partir c'cst mourir
un peu; zij, di czoo talloozc karakters ge
stalte verleend heeft, zal de waarheid hier
van misschien beter en schrijnender dan
wio onzer ook ondergaan hebben
Ik wil U niet opnieuw verhalen de wijde
beteekenis die Theo MannBouwmeester
voor ons ciilturcele bestaan gehad heeft.
In de hoogtij van haar glorie als begena
digde en geliefdste koningin der planken
heeft mevrouw Mann den kronn met ma
jesteit gedragen en thans nu om
haar de toejuichingen verstomd en de op
getogen oogen verdwenen zijn draagt zij
den ouderdom met waardigheid. Ze
ker, zij verheugt zich in haar kracht, in het
nog volledig bezit van haar belangstelling
voor-alles, in haar magistrale geheugen,
waarin ieder dthail uit haar rijke loopbaan
bewaard gebleven is, maar zij doet geen
enkele poging om twintig of dertig jaar in
den schijn terug te gaan. Eerlijk en wèlbe-
wust gaat zij den grooten weg. Het rood
bruine haar, dat een vijftal jaren geleden
nog in de hoofdstad spreekwoordelijk was,
is nu zilverwit geworden. Haar tred werd
wat voorzichtiger, en bedachtzamer het vat
ten van haar handen; de oogen zien en
de ooren hooren met wat meer inspanning
dan vroeger. Maar boven deze kleine en
onontkoombare gebreken die de meestcn
onzer reeds een kwart-eeuw eerder bemer
ken is bij deze vrouw, die „den men-
schelijkcn leeftijd" reeds met méér dan
twaalf jaar overschreden heeft, de geest
gebleven: onaangetast, flonkerend en van
ecne verbluffende paraatheid
naar woning staat bij het centrum der
hoofdstad, op tien minuten afstand van
het huis, waarin zij haar schoonste uren
gevierd heeft: de Stadsschouwburg. Het
zal wel geen toeval geweest zijn, dat juist
daar in het uitgeslrokte Amsterdam is
Immers zoovéél plaats! haar ,,home"
moest staan. Maar ook op andere dan deze
uiterlijke wijze is het contact met het too
neel blijven bestaan. Bij belangrijke pre
mières mist men Theo Mann maar zelden
op haar plaats in de stalles. Gewoonlijk
ziet men, bij het binnentreden, haar ai
staan in de hall, gekleed in een grijzen
bontmantel en met familie of vrienden in
geanimeerd gesprek, telkens naar ^lle kan
ten groetend en knikkend. Bij haar „adieu!
destijds heeft zij van liet tooneel af het
publiek verzocht: Wanneer U mij later
op straat eens tegenkomt, groot mij dan
even; het. zal mij zoo n pleizier. dóen, want
ik weet dan, dat U mij niet vergeet. Deze
kinderlijk-oprechte, uit het hart gewelde,
bede waarop een uitverkochte schouw
burgzaal met een daverend applaus rea
geerde, maar waarin weinigen toen mis
schien de angst voor het naderend alleen
zijn beluisterd hebben is tcnvolle ver
hoord. Maar zij was niet noodig ge
weest, want ook zonder dat verzoek dat
toch bij de moesten in de vlucht van hot.
leven alweer lang uit dc herinnering ver
waaid zal zijn zou men blijk van her
kennen gegeven hebben.
Ook haar intérieur hier dominecrcn
lichte en helle tinten, en dc de ranke tecr-
gekleurde meubelen vormen een zeker con
trast met de eerbiedwaardigheid der oude
dame, die met voorzichtige pasjes, een
beetje schuifelend rondgaat spreekt van
tooneel en een roemrijk verleden. Kijk,
vertelde mevrouw Mann mij, toen ik haar
'li paar dagengeleden bezocht deze stoel,
waarop ik zit, is overtrokken met het op
perkleed van Badcloch; en licfkoozcnd
streek zij. peinzend-glimlachend, een
oogenblik, over het, al wat verschoten,
weefsel. En om die sofa, daar in den
hoek, is één der gewaden van Fedora go-
spannen
Er viel toen een oogenblik stille. De be
jaarde kunstenares keek, ingespannen door
gedachten, zwijgend op haar handen, dio
roerloos rustten in haar schoot. Ik zag du
kamer rond, en volgde, onbewust, het weg
stervende geronk van een tram, die in dc
brcedc straat, beneden, voorbijreed. Zij zat
daar, wat tenger, wat verloren, tegenover
veel schilderijen. Het Antoon-van-Welie-
hookje, zei ze, zich omdraaiend, en haar
blik gleed langs levensgrootc beeltenissen.
Er waren er vele: uit de pcriodo van up-
gang, uit het glanstijdperk, en uit de jaren
toen de „thuisreis" reeeïs aangevangen was.
En boven de eigen peintures uit: een k'ein,
fijn-bewerkt portretje van Sara Bernhardt,
omkransd door gedroogde bloempjes, go
plukt op haar graf. „Hóar heb ik 'mij
m'n geheele leven lot voorbeeld gesteld!"
En via veel herinneringen, van reeds
verre en van nog dichtbij, kwamen wij in
den vroeg-donkeren wintermiddag tot hut
heden. Mevrouw Mann's eertijds zoo ener
gieke en penetrante geluid dat glashel
der placht te blijven tot op de verwijderd-
ste stoelen der hoogste rangen heeft in
de laatsfö jaren, óók misschien omdat de
stimulans, die het luisterende publiek ver
oorzaakt, verdwenen is, een zacht en wat
vibree?end timbre gekregen. Bij deze mar
kante tegenstelling dacht ik onwillekeurig
aan het felle doordringende licht van een
stralende zon in het zenith, een licht, dat,
naarmate de avond valt, tot kalmer en ge
temperde glanzen verstilt.
Och, vertelde mevrouw Mann, nu zal
er toch zeker wel niemand meer aan twij
felen, dat ik inderdaad nooit weer comedie
zal spelen. Vroeger heeft men 6oms gedacht,
èn gezegd: ze komt nog wel eens een keer
tje terug. Mijn afscheid had ik goed en de
gelijk overwogen, en ik heb dan ook nim
mer de gedachte gehad, dat ik te vróég
heengingte vróég, het klinkt haast wat
vreemd voor iemand, die al bijna 84 is....
Néén, spijt heb ik nimmer gehad. En boven
dien: wat kan ik nu, op een afstand, uit
cene andere wereld zou ik bijna zeggen, de
dingen duidelijker zien en beoordeelcn.
Laat ik u echter dit zeggen: van de tegen
woordige tooncelstukken begrijp ik niet zoo
héél veel. De meeste, die in de laatste
paar jaar gezien heb, maakten op mij den
indruk van een wetenschappelijk betoog,
dat véél beter in een dagblad- of tijdschrift
artikel gehouden had kunnen worden. Naar
mijn meening verdrdagt liet tooneel eene
dergelijke methode niet. De stukken van
vroeger hadden intrigue, lijn, spanning. De
toeschouwers werden als het ware „mee
genomen", en zij vroegen zicli af: wat zal
er nu gebeuren, hoe zal het afloopcn? Het
waren „romannetjes" voor het voetlicht.
Romannet jes met karakters, met m e n-
sclic n, die je al dan niet liefhebben kon,
maar wier woorden en gedragingen toch te
begrijpen waren, en geen kennis van Frcud-
schc of andere theorieën vereischtcn. Maar
tenslotte, ik ben oudcrwctscli, en kan
liet mis hebben. Maar gelóóven doe ik dat
toch nog zoo grif niet. Met publiek wie
kan het ontkennen? is in het algemeen
afkcerig van het tooneel geworden en dat
is heusch niet alleen het gevolg van een
minder financieel draagvermogen, want an
dere ontspanningsgelegcnheden, de zes-
daagsche bijvoorbeeld, florccren wèlter
wijl er in vroegere tijden toch nog van een
zekere „cultus" gesproken kon worden. Be
paalde menschen zag je altijd op hun oude
plaatsje in den schouwburg. Is dat nu nog
zoo?
Dc romantiek die heden ten dage vrij
wel in ballingschap leeft is steeds één
der factoren van een geslaagde tooneel6peel-
kunst geweest, en zij laat zich niet onge
straft uit haar domein verjagen. Op mijn
leeftijd heb je zóóveel zien gaan en... te
rugkomen, dat je langzamerhand sceptisch
tegenover alle nieuwigheden bent gaan
staan. Er zijn grondwaarheden, die tijdelijk
genegeerd kunnen worden, maar naar wel
ke men vroeg of laat weer grijpen móét. Een
heel 6impel en alledaagsch voorval herin
nerde mij daar nog aan. In een modehuis,
dat ik kortgeleden bezocht, hing een por
tret van Greetje Lobo uit 1912. Zij droeg...
een lange rok, procies, zooals ze ook nu
weer gedragen worden. Zes jaar geleden
zou men nog om die kleeding gelachen heb
bennu vindt men het alweer gewoon.
IIcuscli: on revient "toujours 6es premiei's
amours! En zoo zijn er duizenden dingen
in liet bestaan. Als je maar lang genoeg tijd
krijgt om ze te beleven....
Wij spraken nog verder
Over de gestrande „Koninklijke Verceni-
ging" en bruusk, met de oude volle veer
kracht, klonk het: d i e had men „coüte
que coüte" moeten vasthouden!
Vaak hoorde ik gedurende ons gesprek
haar zeggen: Op mijn jaren Ja
waarlijk, zij draagt haar ouderdom met
sympathieke en veroverende eerlijkheid. Zij
is in den gevorderden avond van het leven,
en poogt niet met kunstig-geconstrueerde
middelen nog aan den middag te doen ge-
looven.
HANS P. VAN DEN AARDWEG.
UIT LONDEN
Enkele hatelijkheden aan het
adres van de Engelschen
Wel of niet een dictator?
Wanneer een schip op dc rotsen loopt,
ziet het er slecht voor het schip uit. Wan
neer liet gebeurt met het 6chip van staat,
geeft men geen cent meer voor den 6taat.
Dat is de toestand, die Bernard Shaw voor
Engeland beproeft te tcekenen in zijn
nieuwste tnoncel.stuk „On the Rocks' Men
moet zeggen „beproeft te teekenen". Alleen
uit den naam van dit spel kan men aflei
den, dat Engeland werkelijk „on the rocks"
is. Uit hei einde van het spel blijkt dit niet
zoo duidelijk, hoewel dc toestand wat ver
ward is geworden. Maar dat is in werkelijk
heid ook wel eens gebeurd en toch is liet
np het oogenblik allerminst met Engeland
gedaan. Maar het is zoo klaar als het maar
kan zijn, dat dc schrijver de politici van de
zen tijd, zooals wij die kennen en zooals ze
opnieuw (als in the Applecart) door den
Icrschen wijze ziin getcekend men kan
niet zeggen gechargeerd, want zij staan
voor ons als in levenden lijve zonder over
drijving en zonder verzachting van hun
ontstellende eigcnschannen volstrekt on
bekwaam acht om het land op te heffen.
„Engeland verheft u!", dat is dc kreel
van het opstandige volk, w aarmede het stuk
eindigt. F.n dat is de raad, welke de schrij
ver me.t zijn „On the Rocks" aan dc natie
geeft. Stuurt die onoprechte, verpolitiekte
heoren uit Downing Street weg en herrijst
onder nieuwe meesters. Niet meesters,
maar een meester zoo heeft men het stuk
uitgelegd wil Sliaw aan het hoofd van
het Engclsclie volk zien, een Führer of een
Duce. een dictator. Ik geef niets voor die
uitlegging. Bernard Shaw is er nooit dc
man naar geweest om te vertellen of aan Ie
wijzen wat men zal moeten doen legen
kwalen van maatschappij, samenleving ol
bestuur. Hij heeft alleen de kwalen getee
kond, en uitgelegd met die facielc maar
niet al te ernstige rodekunst, die zijn ge
heim en zijn gave is, hoe absurd de dingen
zijn. Indien hij ooit geneesmiddelen heeft
aangegeven, dan heeft hij dat gedaan zin-
spelenderwijze of door afleiding. En de af
leiding heeft altijd aangestuurd op een ver
standelijk voor de hand liggende hervor
ming, welke echter geen rekening houdt
met de zielswoelingcn in het menschdom.
En wanneer men daarmee geen rekening
houdt, dan hoeft een advies geen waarde.
Het is best mogelijk dat Sliaw aan een
dictator als redder van zijn Engeland „op
de rotsen" heeft gedacht. Maar dat heeft
hij dan alleen literair gedaan. Het is in
overeenstemming met de pose van zijn
ouderdom, welke hij reeds in The Apjile-
cart heeft aangenomen. Hij vindt het aar
dig, als Fabiaan èn als socialist, te worden
gehouden voor een vriend van dictatuur.
Hij kan het uiteraard niet zijn. Wat zou er
van Shaw's werken en van dezen vrijen
hyperprogressieven geest zelf terechtkomen
indien Engeland zijn Hitler of zijn Muöso
lini kreeg!
Het is dus liet boste, zoo niet uit artistie
ke overwegingen geboden, geen moraal of
tendentie te zoeken in deze nieuwe politie
ke buitensporigheid voor het tooneel. In te
genstelling met The Applecart heeft „On
the Rocks" van den schrijver niet de om
schrijving gekregen „c-cn politieke cxlrava
ganza". Maar het jongste stuk is het even
7,eer zoo niet meer. Alles gebeurt in Dow
ning Street no. 10, waar (in het eerste be
drijf) de premier punten zit te overwegen
voor een redevoering, welke hij straks voor
een kerkvergadering moet houden. Dc va
riatie voor het eerste bedrijf (als gewoonlijk
is er weinig actie maar veel gepraat in het
stuk) wordt geleverd door dc komst van
deputaties. Midden in dc voorbereiding
voor de redevoering do gebruikelijke aan
eenschakeling van schoonklinkende ge
meenplaatsen meldt zich een afvaardi
ging aan van het Katteneiland, klaarblij
kelijk een dier poovcro sombere districten
aan den Oostclijkcn kant van de stad langs
den Theems. Het is een merkwaardig sa
menraapsel der democratie, dat dc premier
poogt tevreden te stellen met de in zijn
hoofd klaar liggende fraaie maar troostloo-
ze woorden, bestemd voor dc kerkvergade
ring. De deputatie klaagt dat de wcrkloozen
hiervan niet kunnen eten en verlaat mor
rend de autii'ntiekamcr. Een enkel type
blijft achter, een Labourman een karak
ter dat door den schrijver schitterend en
met blijkbare voorliefde is geteekend die
„de eenige jioliticus is die door ervaring
heeft geleerd". Wat heeft hij geleerd? Dat
een volksVèr togen woord-ging er mee door
kon zoo lang er geen algmeen kiesrecht
was, maar dat men nu goed zou doen ze af
te schaffen; dat vrijheid dwaasheid is en
dat van het democratisch bestuur, zooals
wij het kennen, geen redding kan worden
verwacht. Mr. Hipncy, dat is de ontgoo
chelde Labourleider, is Sliaw op zijn best
Dc schrijver maakt hem overwinnaar in
den strijd der argumenten. En wat wil hij?
Een allegaartje van bestuursvorm dat in
substantie zijn evenbeeld vond in de zon
derlinge heterogene afvaardiging, waarme
de hij naar Downing Street kwam, een
staatsbestel dat persoonlijke en nationale
verknochtheid handhaaft, nochtans met een
omwenteling van de maatschappelijke orde.
een leider vrij van wreedheid en terroristi
sche neigingen, gekozen door het volk, een
man met uitzonderlijke bestuurseigenschap-
pen, die Engeland speciaal Engel6ch-socia-
listisch zal maken. Laat vrijheid naar de
maan loopen, vindt Hipney. liet volk moet
een leider hebben. Het wil geleid cn bevo
len worden. Het houdt er van te doen wat
het gezegd wordt.
De bazige vrouw ontbreekt ook in dit
stuk van Sliaw niet. Zij dient zich aan in
de gedaante van een vrouwelijke dokter,
die den premier komt vertellen dat zijn her
senen door gebrek aan activiteit zijn ver
schrompeld. Zij zendt hem naar haar her
stellingshuis in Wales, beladen met geeste
lijk voedsel in den vorm van boekdeelcn
van JVIarx cn Lenin en Trotzky. Het hoofd
van 't landsbestuur komt na eenigen tijd
met opgefrischto hersenen terug en zet het
land op stelten met een redevoering in de
Guildhall, die een reeks zuiver socialistische
maatregelen in uitzicht 6telt. Aangezien het
echter nationaal-socialisme is, samengaan
de met de meest ingrijpende autarkische
besluiten, heerscht er vreugde in menig
kamp. De admiraliteit vindt het prachtig,
want de nieuwe „oriëntatie" eischt een
machtige vloot. Grondbezitters verheugen
zich in,het vooruitzicht van de compensatie,
welke hun bij eigening van hun landbo/it
wacht. Do landbouwers voorzien een onbe
dreigd binnenlandsch afzetgebied. Maar de
politieke leiders van het Katteneiland heb
ben niet6 op met een beleid, zoo revolution-
nair dat het arbeidsdwang instelt. En de
leider van de conservatieven vindt dat dc
leider van de nationale regeering nu ver
genoeg is gegaan. Hij verzet zich tegen de
nieuwe plannen. De premier krijgt de meer
derheid van het kabinet tegen zich en als
hij in bcsluitenloosheid zit te peinzen hoe
en of hij het met een dictatuur moet probee-
ren, is de opstand tot voor zijn raam geko
men. Een steen verbrijzelt het cn als het
gordijn neergaat hoort men roepen: Enge
land verheft u! Geen conclusie. Dat is
Shaw's zaak niet. Hij heeft langer dan drie
uur zijn publiek in spanning kunnen hou-
dep. Dat ifffzijn kunst. Men krijgt van Shaw
altijd waar voor zijn geld, vooral nu, nu het
stuk wordt gegeven door een theater-on
dernemer dio meer dan (30 procent van den
normalen stalles-prijs heeft afgedaan. Dc
duurste plaats kost vijf shilling cn dc goed
koopste 1.
Om een denkbeeld te geven van den Sha-
viaanschcn geest in zijn jongste openbarin
gen volgen hier eenige woordelijke aanha
lingen. Dc meermalen genoemde Hipney
verklaart o.a.: „De eenige inan, die ooit liet
ware begrip had van het parlement, was
Guy Fawkes. Let op m'n woorden, men zal
nog eens een standbeeld oprichten voor den
ouden Guy op de plaats van het huidige
parlementsgebouw". (Guy Fawkes was dc
buskruitverrader van meer dan drie eeuwen
geleden, die parlement cn regeering in do
lucht probeerde te doen vliegen). Een an
dere uitspraak van Hipney is: „Het woord
dictator schrikt mc niet af. Ik en mijn6
gelijken zijn ons ganëche leven geringeloord
geworden door zwijnen die alleen een snuit
voor geld hebben." De reeds genoemde
vrouwelijke dokter noemt dc door gebrek
aan activiteit afgestompte hersenen van den
premier „een algemcene Engelsche kwaal".
Een minder hatelijke opmerking aan het
adres der Engelschen is die van den hoofd
commissaris van politic in het stuk: „Een
Engelsche menigte zal nooit iets kwaad
aardigs of goedaardigs doen, wanneer ze
naar redevoeringen luistert". En tenslotte:
„Spel is voor menschen die noch kunnen
lezen noch kunnen denken. Mannen beuze
len met hun zaken en hun politiek, maar
nooit met hun spel".