AMERSFOORTSCH DAGBLAD FEUILLETON SACK VRAAGT VRIJSPRAAK VOOR TORGLER Maandag 18 December 1933 32e Jaargang No. 145 v. d. LUBDE ZIET VAN HET WOORD AF Uitspraak op 23 December TWEEDE BLAD WEER EEN STROOM VAN VALLENDE STERRE YSIUG VEILIGE HAVENS HET PROCES TE LEIPZIG De behandeling van het proces eindelijk gesloten Leipzig, 1G Dcc. (V D.) Hedenmorgen na opening van do zitting van den straf- senaat was het woord terstond aan den Berlijnschcn advocaat dr. Sack tot het liou den van zijn pleidooi ter verdediging van den voormaligen communistischen rijksdag afgevaardigde Torgler. Dr. Sack leidde zijn pleidooi aldus in ,-,Toen ons op 27 Februari de mededecling gewerd, dat de rijksdag in brand was ge stoken, was ieder van ons, Duitschers, daarvan onder den indruk. Hij moest onder den indruk zijn, want hij moest zich afvra gen Hoe ver is de geestelijke verdwazing en verwarring in Duitschland gekomen, dat het symbool der volksvertegenwoordiging niet meer veilig was voor de hand van een misdadiger? Voor eiken politiek denken den volksgenoot was het door den rijksdag brand duidelijk geworden de tijd is geko men om eindelijk aan deze geestelijke ver warring een einde te maken. De wereld historische bcteekenis van dit proces was spoedig aan het anti Duitsch gezinde bui tcnland duidelijk. Men heeft getracht den procureur-generaal in een verkeerde positie te stellen en evenzoo do hooge heeren rech ters. Men heeft een stroom van vuil over mijzelf uitgegoten. Men heeft zich niet ge schaamd het voor te stellen, alsof ik een dubbele rol speelde, alsof het niet mogelijk was, dat een behoorlijk nationaal-socialist verdediger van den beklaagde Torgler kon zijn. Zoogenaamde revolutionairen, roode arbeidersraden der A. E. G. te Berlijn, heb ben mij gezegd, dat ik onmiddellijk do ver dediging van Torgler diende neer te leggen. Opdat gij ziet, onder welken druk men mij tracht te zetten, lees ik u het volgende tele gram voor, dat ik thans nog uit Parijs heb gekregen„Eisch van den procureur-gene raai tegen Torgler bewijst, dat u met de wijze, van verdedigingen hei bijzonder met de afwijzing van elke politieke verdediging, uw léliëht aan den nankl'ager fch dé' fegee ring hebt verraden. 'Op hét laatste oogen blik doen wij een beroep op uw beroepseer eti Verlangen eindelijk dat u overgaat tot werkelijke verdediging." Dit alles kon ech ter niet tot stand brengen wat men wilde bereiken, n.l het zaaien van wantrouwen fusschen den communistischen beklaagde Torgler en zijn nationaal-socialistischen verdediger. Ik mag zeggen dat mij in dit proces de raensch Torgler zeer na is geko men. Ik ben mij de verantwoordelijkheid van vvat ik hier zeg bewust, doch deze ver antwoordelijkheid zal ik met mijn gcheclo persoonlijkheid weten te dragen. Wij hebben moeten beleven, dat vroegere Duitsche volksgenooten verklaarden, dat het rijksgerecht als onafhankelijke plaats van rechtspleging niet meer bestond. Duitschers in het buitenland, die geen enkel verant woordelijkheidsgevoel voor hun optreden meer hebben en zich nog Duitschers noe men, zijn voor mij niets anders dan poten tieele landverraders. Ik wil dat hier in alle openbaarheid uitspreken. Voortdurend zijn deze eigen volksgenooten van vroeger er bij in het buitenland tegen hun eigen land te ageeren en met ijver maakt het vijandige buitenland van dit werk gebruik. Wij ech ter zullen voor ons recht strijden. Geen ander dan onze leider zei op 23 Maart voor den rijksdag: „De bodem van liet bestaan der justitie kan geen andere zijn dan de bodem, waarop de natie ge grondvest is". Niet het individu kan het middelpunt zijn van de zorgei) .der wet, doch het volk. Do onafzetbaarheid der rechters aan den ccncn' kant moet in over eenstemming zijn met de elasticiteit van hun oordcel ten behoeve der maatschappij." Hoezeer dr. Sack ook het onverwoestbare vertrouwen had, dat liet vonnis do volks gemeenschap de gewcnschte vergelding zou brengen en dat anderzijds Torgler een rechtvaardig oordcel zou verkrijgen, even zeer was hij vervuld met bezorgdheid, of ondanks het rechtvaardige oordeel de we reld daar rechtvaardig tegenover zou staan Daaraan moest men, gezien de ervaringen van den laatsten tijd bijna twijfelen, doch, naar hij hoopte, zal het nog eens zóó ver komen, dat men zal zeggen: „ITct Rijksgc- rccht heeft den nieuwen Duitschcn rechts staat van Ilitlcr een juridisch houvast ge geven en daarmede de wereld de raoreele verplichting opgelegd, ook juridisch in Duitschland vertrouwen te hebben." Thans wil dr. Sack op het proces zelf ingaan. Dimitrof- „God zij dank". Dr. Sack: „Ik kan mij indenken, dat mijn woorden den heer Dimitrof niet bepaald aangenaam hebben geklonken." De president waarschuwt Dimitrof ern stig zich tijdens het pleidooi van elke in terruptie to onthouden, een waarschuwing, die hij tijdens de rede van dr. Sack nog tweemaal moet herhalen. Politiek sensatieproces. Dp, Sack gelooft niet, dat hij, wanneer een critischc en primitieve publieke opinie van meening is, dat deze heer Dimitrof misschien de verdediger is, daaraan veel woorden hoeft te verspillen. Het proces is oen uitgesproken politiek sensatie-proces. Dergelijke processen bergen zoowel voor de rechters als voor den verdediger bijzondere gevaren in zich. Het is de taak van den verdediger in zulke processen de bron van dezo gevaren op te sporen. Dr. Sack be schrijft hoe hij, dc georganiseerde natio naal-socialist, is gekomen tot het op zich nemen van de verdediging van den zeer ernstig beschuldigden communistischen lei der Torgler: „Het verloop der zaken heeft hier ge toond, dat Torgler met al zijn mcdedeelin- gen geen enkele onwaarheid heeft verteld Do voornaamste bron van gevaren bij po liticko sensatieprocesscn is de wederzijd- sclie suggestie der getuigen, die wij hier op de meest verschillende onschuldige ei) gevaarlijke .psychologische wijze hebben Voeren kennen en die steeds weer verkeer de indrukken doen ontstaan." Dr. Sack noemt o.a. het geval van den kellncr Hcllmer van café Bayernhof, waar uit plotseling een geheel complex t charge ontstond. In het bijzonder wijst hij op de tegenspraak in de verklaringen van den getuige Grothe. Men nam het dezen getuige niet kwalijk, dat hij niet altijd nauwkeu f| rigo mcdcdcclingcn kon doen, hoewel hij zich op zijn verklaring, waartoe hij zich zelf genoopt had gevoeld, heeft kunnen voorbereiden, terwijl anderzijds den be klaagde Torgler bij elke geringo tegen- sprank of tegenstelling, zonder rekening te houden met zijn geestestoestand, die zulke tegenstellingen verklaarbaar maakte, he vige verwijten werden gedaan. Dr. Bünger interrumpeert, om- dat z.1, dr. Sack een verwijt tot hem richt. Do president interrumpeert dr. Sack met de vraag, of daarmee een verwijt bedoeld is tegen de door hem, dr Bunger, gegeven leiding van het proces Dr. Sack antwoordt, dat hij niemand ver wijten maakt, doch slechts de eigenaardig heden en gevaren van een politiek sensa tieproces wil schetsen. Dr. Sack zet dan zijn pleidooi voort. De raag is, of Torgler schuldig is of niet. Dr. Sack wil zijn verdediging steunen op zui ver strafrechterlijke punten en de politieke punten buiten beschouwing laten. Dr. Sack-behandelt het kernpunt van de aanklacht. *Baar-Torgler niet zou kunnen bewijzen, dat hij-tusschen 8 en 11 uur avonds met een legaal doel uit do frac tiekamer gegaan is» wordt dc conclusie ge trokken, dat hij iets ongeoorloofs heeft ge daan in verband met de brandstichting. De verdediger brengt een lijst van uren naar voren, getrokken uit do getuigenverklarin gen, waaruit hij wil bewijzen, dat Torgler inderdaad van 7 tot ongeveer half negen ononderbroken in de fractiekamcr vait de K.P.D. is geweest en direct aansluitend daarop kalm naar het lokaal Aschingcr is gegaan. Uitvoerig bespreekt de verdediger dan do houding van Torgler nadat de brandstichting hekend is geworden. Dr. Sack besloot met er op te wijzen, dat, toen verd verzekerde, dat hij met den brand niets te maken had, minister-presi dent Gocring bij zijn verhoor verklaarde: ,.Ik neem deze verklaring voor kennisge ving aan, maar het is dc taak van de rechtbank, te onderzoeken, of zij waar is. En aan het woord* van den „Führer": „Moge God ons er voor bewaren, dat een Duitscher aan dezo misdaad mede schul dig is" herinnerde pleiter met klem en na druk Deze Duitscher Torgler is God zij dank aan deze Rijksdagbrand niet schul dig. Spreek verdachto vrij!" zoo riep de verdediger uit. Hierop wordt een pauze van twee uur gehouden Replieken. De namiddagzitting vangt aan met re plieken van de beide vertegenwoordigers van het openbaar ministerie. Dr. Parisius komt terug op het pleidooi van Seuffert. Uitvoerig gaat hij in op do vraag of Van der Lubbe zich ook aan hoogverraad heeft schuldig gemaakt. Voor de vraag of Van der Lubbe zich aan hoogverraad en oproer- makende brandstichting heeft schuldig ge maakt, zou overigens de kwestie of er mededaders zijn geen beslissende rol spe len. Niets kan van der Lubbe er van red den, wegens hoogverraad en brandstich ting met het doel om oproer te verwekken, te worden veroordeeld. Van dor Lubbe heeft zich aan hoogver raad en brandstichting met oproerbedoe- üngen schuldig gemaakt, aldus besluit Pa risius zijn repliek, en een andere beoordee ling van zijn daad is noch juridisch noch zakelijk mogelijk. Mogé hij ook dc gevol gen van zijn misdadige handelingen dra- gen. Van der Lubbe ziet van het laatste woord of. De president vraagt hierop om de beurt aan de verdachten, zich nog eens over de zaak uil te spreken. Van der Lubbe ver klaart, dat hij van het recht van het laat ste woord afziet. Hij heeft niets meer te verklaren. Torgler wilde niet direct het woord nomen. Hij verzoekt na do andere verdachten te mogen spreken. Dit verzoek wordt ingewilligd Daarop spreekt Dimitroff. Dimitrof weer aan 't woord. Dimitrof begint zijn rede gewapend met een grootcn bundel actcn. Hij verklaart zijn revolutionnaire eer te verdedigen. On der algemecno hilariteit moet de president hem aanmanen tot do zaak zelve te ko men Dimitrof zegt dan, dat de comm. par tij in het geheel niet wanhopig was en dat de brand met opstand cn dergelijke actie niets te maken had. Onder groote vroolijk beid spreekt hij den verdediger van Torg lcr aan met „Mijn waarde heer Sack" en spreekt dan over de politieke situatie in Duitschland. Hij deelt ook zijn mceniiié over het ontstaan van den brand mede cn zegt, dat Van der Lubbe volgens hem niet de cenige dader is. Van der Lubbe is na tuurlijk geon communist cn geen anarchist, hij is een rebellecrcnde proletariër, een ge declasseerde rebel, een misbruikt werk tuig. Met de geheele zaal begint clan ook Van dor Lubbe te lachen. Dimitrof wijdt sterk uit en veroorlooft zich meerdere malen verdekte op onbedek te aanvallen. Juist als hij uitroept „Gij moet hamer of aambeeld zijn!" valt de voorzitter hem in de rede met de woorden „U hebt nog precies drie minuten". (Groote vroolijkheid). Dimitrof concludeert tcnslot te, dat hij moet worden vrijgesproken, nis zijnde onschuldig. Verder verlangt hij een schadevergoeding voor den door hem ver loren tijd. Als hij na audcrlinlf uur spre ken op het gebied der natuurkunde koml en over Galilei begint te spreken, besluil de senaat zich terug te trekken, zoodal verd. moet zwijgen. Popof zegt in zijn laatste woord: Ik be hoef mij niet meer uit te laten over de getuigenverhooren. Ik wil slechts dit zeg gen: ik ben Bulgaarscli emigrant. Ik hen noch avonturier, noch provocateur. In clil proces ben ik volkomen onschuldig. Ik ver" zoek te worden vrijgesproken Taneff legt een verklaring af van den- zelfden inhoud en voegt er aan loc: Met typen als Van der Lubbe heeft geen Bul gaarsch communist in verbinding gestaan. Torgler betuigt nog eens zijn onschuld. Torgler, dio daarna aan het woord komt. zegt: Ik zie er graag van af het bewijs te waardeeren. Ik dank mijn verdediger Wat betreft de eisch dio tegen mij is uitge bracht, verklaar ik: Als in de wereldgc schiedenis nog nooit een dergelijke eisch tegen een volkomen onschuldige is gedaan dan is dit het eerste geval. Ik ben mij van alles onbewust geweest. Do 27ste Febr. was voor mij een dag zooals iedere andere, waarop ik in bet Rijksdaggebouw was om te werken. Ik was even verrast als ieder ander toen mij het nieuws werd gebracht. Ik heb deze waanzinnige daad noch goed gekeurd noch gewild. Als ik maar iels van do plannen hac^geweton, dan zou ik hemel en aarde hebben bewogen om haar te ver hinderen, omdat ik wist, dat een dergelijke daad een geweldige slag legen de K.P.D zou zijn. Ik beken, dat ik met geestdrift heb gestreden voor het levensbelang der arbeiders en ambtenaren In den Rijksdag heb ik mij schrap gezet tegen Versailles cn het Youngplan en gevochten voor ver betering van de levensomstandigheden der arbeiders. Dat heeft mij echter gemaakt tot een nuchter wej-kelijkheidspoliticus, die niets te maken heeft met revolutionnaire romantiek, dio er toe zou kunnen leiden, dat men gelooft met het in brand steken van een gebouw het sein lot een opstand te geven. Ook de comm. partij heeft met dergelijke revolutionnairo politiek niets te maken Niemand heeft gedacht aan het overnemen van dc macht door do K.P.D, in Januari en Februari, omdat alle voor waarden daarvoor ontbraken. Torgler besluit met do verzekering, dat hij met de brandstichting niet het, minst hóeft te maken, dat hij Van dér Lubbe voor het eerst heeft gezien op den dag nu den brand, dat hij volkomen onschuldig is en om vrijspraak verzoekt. Verklaring van den president. President Buenger sluit dan de 'zitting met de volgende verklaring: Toen ik drie maanden geloden dit proces opende, heb ik gezegd, dat in een proces als dit liet een goed gebruik in Duitschland cn in andere landen is, dat dc pers zonder vooroordeelen een objectief verslag geeft. Helaas is mijn verwachting niet geheel vervuld. Niet al leen in het buitenland heeft het niet ont broken aan pogingen, de inhoud der bc handeling weer te geven in een vorm, die niet in overeenstemming is met do hooge taak der pers. Ik kan in dit verband slechts verklaren: het gerecht, dat geroepen is, uitspraak te doen, kan niet worden bein vloed door een dergeiijken meeningenstrijd cn dergelijke vooroordeelen Daarmede is do behandeling gesloten Uitspraak op Zaterdag 23 De cember. Leipzig, 16 Dec. (V.D.). De president Dr. Buenger heeft aan het einde van de zitting van heden medegedeeld, dat de uit spraak in liet Rijksdagbrandproces zal plaats hebben op Zalerdag 23 Dec. des mor 1 géne tev9 utfr. -• Onze weerkundige medewerker schrijft is: Het volgende is overgenomen uit een brief, dien ik lieden ontving: „15 December. Hedenochtend omstreeks half twee licb ik in een tijdverloop van on geveer tien - minuten een groot aantal vaN lende sterren gezien. Aan dc Z.VV. lijke helft van den hemel was er ongeveer elke halve minuut één tc zien. Alle achter waarts verlengde hanen sneden elkaar in de Tweelingen, zij waren wit, bewogen zich snel cn hadden korte banen. De lichtsterk te Micp uiteen van de tweede tot de derdo grootte. De hemel was buitengewoon hel der cn maan vrij." De schrijver verwondert zich erover, dat? deze vallende sterren, die hij voor Geoiiif- den houdt, twee dagen later verschenen, dan gewoonlijk wordt opgegeven voor den tijd, waarop de Geminiden misschien .wat verschoven kan zijn. Op deze vraag kan ik geen beslissend antwoord geven. Er zouden moer waarne mingen, vooral uit de voorafgaande nach ten, noodig zijn om een inzicht daarin te krijgen. Het blijkt intusschen, dat niet alle bronnen dezelfde dagen voor het schijnen der Geminiden aangeven. Ook 13 December wordt als laatste ciag genoemd. In verband met do schrikkeljaren ontstaat vanzelf zoo'n dag verschil in de opgaven. Nemen wij aan, dat 13 December geldt voor do schrikkeljaren, dan is de laatste datum van verschijnen in gewone jaren 11 Decem ber. Misschien ligt hierin de oplossing van de moeilijkheid. Een andere oplossing zou deze zijn, dat het geen echte Geminiden zijn geweest, maar vallende sterren van een anderen stroom, die ook zijn straalpunt in de Twee lingen heeft Tenslotte moet worden opgemerkt, dat de groote helderheid der lucht buitenge woon gunstig was voor de waarneming en dat stellig daaraan is toe te schrijven, dat zooveel vallende sterren te zien waren. Hebben andere lezers soms in de voor afgaande avonden en nachten opvallend veel meteoren gezien? (Nadruk verboden). BRANDSTICHTING, Haarlem, 16 Dec. Dc 37-jarige koop man D heeft in den afgeloöpen nacht brand gesticht in de woning van zijn hospi ta, de 79-jarige weduwe R., wonende Zuider Buitenspaarne 34. De man was om één uur dronken thuis gekomen cn kreeg ruzie met zijn kostjuffrouw. Ilij greep een bus petro leum en goot den inhoud over dc vloer en de meubelen uit. Toen hij een lucifer aan streek, vluchtte do vrouw de straat op cn waarschuwde dc brugwachter, die de poli tie en de brandweer alarmeerde. Toen dezo kwamen, bleek een kamer gedeeltelijk uit gebrand te zijn. In dc kamer zat de brand stichter cn praatto wartaal. Hij is gear resteerd en in bewaring gesteld. E.,.. dat Is hef éérste ongeluk, dat u krijgt. Pas daarvoor op van alle onge lukken kunt u herstellen, behalve van het eerstel door BASIL KING (Uit het Engelsch). Zij zwaaide het mes, waarmede zij ham voor het avondeten sneed, heen en weer „Ik zou 't zeker doen! O, zeker!" „Maar toch niet, als ik u vroeg 't te laten, nietwaar moeder?" Met een beweging van wanhoop liet zij het mes uit haar hand vallen. „Och neen9 ik geloof toch niet, dat ik 't zou doen. Maar hij is verplicht van me te houden „Kan hij zich zelf dwingen om van u te houden, moeder?" Die openhartige vraag ging als een pijI zóó recht op het doel af. dat de \rouw niet anders kon doen dan die te ontwijken. -,En waarom niet? Ik ben toch zijn vrouw of niet soms?" Dit protest liet weer een van die myste ries zien, die het huwelijksleven omringen, zooals een halfschaduw de mnan omgeeft op een avond, dat de hemel betrokken is. Toen zijn vader kort daarop datzelfde onder werp op het tapijt bracht, werd dat half duister nog ondoorzichtiger „Jongen, haal je nooit in je hoofd, dat als je voor 't eerst op een mooi gezichtje verliefd wordt, dit een kwestie voor jc heele, volgende leven is. Op zoo'n oogenblik is t dc duivel, die zijn valstrik voor den man uitzet. Over 'n jaar of acht, of tien, ont moet je misschien zoo'n meisje en dan zit de duivel jo op do hielen. Hij zal zor gen, dat je jc verbeeldt, dat als je dat meis je niet trouwt, je ccnige kans in 't leven is verspeeld. En als de duivel dan zoo tot je spreekt, mijn jongen, denk dan aan mij „Aan u denken? Hoe bedoelt u dat?" En op een toon, die ietwat bitter klonk vervolgde hij „Denk er dan aan, hoe ik er ingevlogen ben. Goeie hemel! Als ik er aan terugdenk, dat ik toen, net als een jong® hond. die een eekhoorn achterna zit, de gek ste dingen deed om haar te krijgen Ver geet nooit, jongen, dat een man de dertie achter den rug moet hebben, alvorens aan trouwen Ie deuken. Vóór dien leeftijd mag men niet van hem verwachten, dat hij een vrouw weet te kiezen, die hij zijn hecle ver dere leven zal blijven liefhebben". Daar was weer datzelfde raadsel. „Maar als iemand getrouwd is, dan houdt hij toch altijd var) zijn vrouw, is 't niet?" Het antwoord kwam met een luid en sati riek lachen, en met de opmerking, dat Tom liet toppunt van onschuld was. Even lastig als de vraagstukken betref fende liefde en huwelijk voor hem waren, was het feit ie verklaren dat do man. die gocdo zuken had gemaakt als hocdcnleve- rancier. een mislukking was als tuinder. „Ken afschuwelijk haantje is 't. Rotli schild en Rockefeller samen zouden cr geen garen hij welen te spinnen. Lieve hemel nog toe. wat 'n hekel heb ik er aan! Alles er van vind ik akelig, cn mijn huis 't aller meest. Ik ken een vrouwtje, en als dat cr met mij van door zou willen gaan In allerlei toonschalen en met allerlei woorden werd gedurende den geheelen win ter den jongen dit confidcnticcle liedje voor gezongen. Dat het hem niet al te erg benauwde kwam omdat hij al die Vertrouwelijke mcdcdcclin gcn niet begreep. Dc disputen der goden hebben slechts indirect vat op stervelingen. Als Jupiter cn Juno het met elkaar oneens zijn, dan voelen de mcnschcn, dat zij liet gerust aan Olympus kunnen overlaten, om de zaak te redderen. Op dezelfde wijze be wegen voor een jongen van twaalf jaar zich de zorgen van zijn ouders in een sfeer, waartoe hij toch geen toegang heeft Al wist hij maar al te goed, dat hun onderlinge verhouding vanhopig was, toch waren dc man en dc vrouw, die hem als kind hadden aangenomen, voor hem machtige wezens, die hom alles verschaften wat hij noodie had. Dat kwam zeker, dacht hij, omdat zij volwassen waren. cn. over het algemeen ge nomen onafhankelijk. Hun ontboezemingen hinderden hem, maar meer niet. Als zij voorbij waren, dacht hij er niet meer aan. Zijn eigen aangelegenheden, zijn lessen, zijn spelen, zijn vrienden en vij anden op scjiool, cn dat vage idee van iets groots" te zullen worden, waren do zaken, die voor hem van belang waren. Martin cn Anna Quidmore hielden zooveel van hem zij 't ook dat dit bij i,eder hunner gepaard ging met een tikje egoismc dat wanneer hij zich innerlijk van hen beiden losmaakte, dit hun verdriet zou hebben gegeven. En toch was het, doordat hij zich ecnigs- zins los wist te maken, dat hij op prettige wijze den winter doorkwam. Wat hem het ergste zou kunnen hinderen, geschiedde op de manier, die gebruikelijk is op den berg Olympus, waar volwassen menschen hun voor hem onbegrijpelijke belangen hadden. Daar men hem altijd had gezegd, dat hij die toch niet begreep, zette hij ze maar al te graag van zich af, totdat zc hem weer werden opgedrongen. Maar toen de lente overging in den zomer, gebeurde dit in veel mindere mate totdat cr, heel onverwacht, oen dag aanbrak, dat hij voelde dat het be gin van het einde naderde. Het was oen Zaterdag. Daar er dien dag geen school was, hadden lnj en zijn vader met den truck een vracht sla en vroege spi nazie naar de markt gebracht. Op den laten voormiddag door Bere huiswaarts koeren de, hield Quidmore voor een café stil. „Stap maar uit, dan mag jc hier een ice cream soda bestellen. Ik laat den Wugen hier staan, en kom straks v.el weer terug. Ik ga even in 'l dorp een boodschap doen Hij had op dergelijke tochten die woorden al zoo dikwijls gehoord dat zij als een vast recept klonken. Tom wist nu. dat hij naar Bertha's huis ging, dat schuin tegenover het café was. Gezeten aan een tafeltje bij het raam, waar hij genoot van zijn koelen, lekkeren drank, dien hij door twee rietjes opzoog, zag hij zijn vader vlug de stoep van liet huis oploopcn, cn naar binnen gaan. Toen hij cr kort daarop weer uitkwam, liep hij ook weer vlug. 't Écnige wat de jongen daaruit kon opmaken, was dat cr bij het bezoek iets niet in orde was geweest, iets dat hem straks bij liet naar huis gaan wel zou verzwegen worden. En nu zou zich liet drama van dien och tend voltrekken. Heel onverwacht zag hij dc kleine auto van Quidmore, gereden door een van do mannen, die in de tuinderij werkzaam waren, voor "t café stilhouden. Mevrouw Quidmore, gekleed om te gaan winkelen, sprong cr vlug uit. Daar zij zel den in Bere kwam, en bijna nooit 's mor gens, aangezien zij het dan thuis te druk had, mengde zich in Tom's verbazing een tikje angst. Zijn pleegmoeder had den truck van de tuinderij herkend. Zij stoof het café binnen. Behalve de jongo man, die in de lange, smalle pijpenla bediende, was er nie mand. Toen Tom met dc twee strootjes tus- schen dc lippen over zijn glas heen keek, zag liij duidelijk den toorn van de verongelijkte, dio den overtreder zoo vlak op dc hielen zat Zich omkccrende, zag zij Tom zitten met een gezicht alsof hij zich schuldig voel de en meer van de zaak af wist. „O, zoo! Dus jij bent er ook. Waar is hij?" Tom antwoordde naar waarheid: „Hij zei dat hij ccn boodschap tc doen had, maar. niet wat of waar". „En komt hij hier terug?" „Hij zei van ja". „Dan zal ik blijven wachten Toen ging zij naast Tom zitten, zoodat zij Bertha's huis in 't vizier had. Of er iets was, dat zij wantrouwde, zou dp jongen niet hebben kunnen zeggen, omdat hij zelf bijna nooit iemand of iets wantrouwde. Dat er eenig gevaar in de lucht zweefde, merkte hij aan de heftigheid, waarmede zij zijn voorstel om ook ccn ice-cream te nemen, verwierp. „Daar is hij!" Zij zagen hem de stoep afkomen, een oogenblik aarzelen en toen in de tegenge stelde richting gaan van die, waar zij zalen tc wachten. Tom begreep die tactiek. „Hij gaat naar Jenkens om over dien nieuwen band te spreken". Toen zij recht overeind stond, kenmerkten zich haar bewegingen door een felheid en activiteit, die hij nog nooit van haar had gezien. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5