B. KRAAL KERSTGESCHENKEN MASSA'S SCHILLETJ VERBORGEN FILMSTERREN JEUGDCONCERT SLIJTERIJ BIJ HET GYMNASIAAL- EN HANDELSONDERWIJS DE „SCHO VENHORST" Het tweede der serie van Het Nederlandsch Kamerorkest" Daar is tegenwoordig nog al iets te doe om het instituut „jcugdconcortWij heb ben ons langs Willem Pijper zijn anathem er over kunnen hooien uitspreken, zonder onontbeerlijk schoolmuziekonderwijs, vonnis, dat Wouter Paap in „de Nieuw Eeuw" niet zóó maar kon billijken, erker nende weliswaar, dut muziekonderwij moét voorafgaan, echter ten aanzien van bedoeld schoolmuziekonderricht meenende tegen optimisme te mpeten waarschuwen Veel idealistischer wist Ernst Seheilling on langs tot een vertegenwoordiger der 11. te spreken over z ij n jeugdconcerten „met veel suiker" (i.e. polvehromc lantaarnpla ten!), waarin de Amerikaansche maestro een uitstekend middel meent te hebben gi vonddn tegen de jazz-intoxicatie als ook to vorming van een nieuw p u h 1 i e k, Hier tikt m.i. Schelling de spijker recht op den, kop, al bhjve het bijwerk voor zijn re kening. Ten onzent vergeten de tegenstan ders, dat de doorslag-Nederlander nu een maal opportunist is, van principicelen opbouw op wetcnscbappelijken grondslag weinig willende weten, althans in musicis. Introductie van zoo iets als schoolmuziek onderricht moet dus talis qualis lan een omweg voorbereid worden. Die om weg of één der omwegen is voorshands het goed geleide en in juiste doseering toege lichte jeugdconcert. Maar men vcrgetc dan nimmer, in werkelijkheid aan den v e r keerden kant te zijn begonnen, noods halve, gebruikende als lokaas, wat ten slotte einddoel moet wezen. Bij iedere loffelijke poging, van welken kant ook komende, om muziek nader te brengen tot jonge menschcn, ziet men zich opnieuw voor 't vraagstuk gesteld, dat te! kens weer een nieuw facet toont, het beste bewijs van het levende en levenwekkende ir. deze kwestie. Met een zekere spanning ziet men als waarnemer ook iedere nieuwe proefneming tegemoet, hoe het jonge gehoor zal rcageeren op wat daar geboden staat te worden in woord en klank. Zoo ook nu weer en wel in verhoogder mate dan te voren. Bij het binnentreden der markthal toch viel het oog op een bord met groote letters, pro- gramrriawijziging aankondigend, wegens ziekte der in de eerst gekozen werken on ontbeer]ijko bout- en kopcrinstrumentalis ten. Alleen Tartini's vioolconcert in d de heer Glastra van Loon zei niets te veel door van een „juweel" der 18e eeuwsche Italiaan se He' vioolliteratuur te spreken was ge bleven. Malipicro's „Ritrovnri" (vondsten) en Mozart's symphonic K. V. 310 waren ver vangen, respectievelijk dooi;, Tanzrnann's ..Tripliek'.',en Bartok's zes Roemcenschc dansen, met als slotstuk Bocchcrini's tegen woorclig meermalen ten gchoorc gebrachte symphonic, de ecnigc vrijwel, die op een be hoÓrlijke manier is uitgegeven. Ik maak bii dezen liet Departement Amersfoort én de conccrtgóvers mijn welgemeend compliment voor den moed tot doorzetten van de uit voering in gewijzigden vorm cn op zóó kor ten termijn, want waar dit voor een „ge woon" concert weinig bctcekent, in den rcg.d. ten minste, bij een optreden voor de jeugd met haar bekende hyperkritiek, is dit voor het vcreischte contact in goede sfeer niet zopder bedenken, ja het kè.n een hachelijke onderneming worden. Heel vroeg was het ensemble reeds verschenen om ter plaats» vooraf i n te spelen. De executanten hebben dus netto drie uren gemusiceerd, geen klei nigheid, als men weet, dat zij 's middags door gingen naar Rotterdam. De Amers- foorlscho jeugd heeft thans een proef gehad van den warme muzikantengeest, waarvan slagvaardigheid cn elasticiteit kenmerken zijn. De heer Glastra van Loon begon met te wijzen op Tanzmann, die evenals Fitelberg Pool .van geboorte, geboord moet worden als een vervolg op deze laatste. Een korte analyse van zijn „Triptiek" werd gegeven met ruim gebruik van thematische expositie door de spelers. liet trof mij, dat reeds bij liet voordragen van onderdeden een zeken- spanning in hot. spel aanwezig was, hij loi- dej* en instrumentalisten beiden. Men g;lf zich óók in dc analyse. De naam Tanzmann liacï jaren geleden, toen hier eens door een ander ensemble zijn „Nocturne" werd Gu. beste gegeven, geen groot sympathie voor zijn muzie achtergelaten, ook niet bij jeugd. Hij nam ditmaal revanche met zijn „Triptiek waarin hij zich van een geheel andere zijde doet kennen, als een „modern" componist, «.lie óók een brecde melodie weet tc zingen, zich niet uitsluitend verlus ligt in ruige rhytlimen en scherpe dissonan ten. IJet eerste cn derde deel, beide moto- lisch van stijl, herinnerden nog wel aan den Tanzmann der Nocturne, rAaar het mi <- déiidccl was één wereld van klank, prachtig van stemming in dc cello- cn altpartijen, breed uitgesponnen en geaccentueerd hier en daar door opvallend zware pizzicati Hier zóng de Pool, nazaat van Chopin. En datzelfde melos viel nogmaals te bewonde ren in het overigens motorische derde deel. daar door zijn italianiseerend „strctto" tref fend in afwisseling met het straf rhvth- mische in den onderbouw. „Wie zou devge- lijkc muziek niet willen hooren?" vroeg de dirigent aan zijn auditorium. Slechts enkele handen gingen omhoog, ofschoon aan een dergelijk plebisciet met openlijke stemming toucJi niet bepaald groote waarde kan wor den gehecht Per stembriefje zou men meet houvast hebben. Do weinige tegenstemmers hebben in tusschen dubbel recht op erken ning van den moéd hunner overtuiging. Bcla Bartok staat óók geboekt onder dé „modernen". „Iïet. Nederlandsch Kameror kest" liet zes zijner Roemeonsche dansen hooren. op eenvoudige wijze geharmoni seerd. Ook in Roemenie verzamelt men Ijve rig de schatten uit het volksverleden, dans .-n lied. Bartok alléén moet cr een 3000-tal over heel zijn land hebben opgctockend. llier is nu een duidelijk voorbeeld gegeven 'T IS HEEL BAR ZOO VEEL ALS GEVRAAGD WORDT IN HAVIK 41 - TEL. DE 292 LANGESTBAAT 26 LEUSDDRWEG 2b. SOESTERWEG 96. van pas hoe de „gróote" muziek telken, nieuw bloed ontvangt uit volkslied volksdans. Hoe ongerept heeft Bartok de overgeleverde melodieën gelaten en toch kleurrijk geharmoniseerd. Instrumentaal worden hier volkstooneelljos gesuggereerd) een déél zingt, een déél danst. En instru mentaal wérd er ook gezongen, solo door d- eerste viool. Kunst van kleinen vorm. maar van zeer zuiver gehalte. Een korte pauze gaf gelegenheid van sfeer te veranderen, want dc 18e eeuw vroeg thans het oor. De dirigent gaf een tamelijk uitvoerige analyse van liet eerste deel van Tartini's Concerto grosso, vervolg op Loca telli. en wel van dat in d, waarbij het vooral er oin ging de v a r i a t i e-vorm te demon streeren, en ook iets op tc merken over dei; Cade n z op het kwart-soxt-accoord. De klaagzang in deel 2 vereischte als eenvou dig aansprekend muziekstuk geen toelich ling, terwijl ook de derde satz met zijn danskarakter, waarvan alleen het thema even vooraf werd gespeeld, geen speciale ontleding behoefde. Bij de uitéénzetting il lustreerdc de heer Zepparini „die het ge praat erg vervelend vindt" cn bij liet spe len der illustratie het herhaaldelijk over gaan en teruggrijpen in verschillende deelen van een werk mot het oog op de voordracht, van het gehéél niet best ver draagt het door den dirigent besprokene door zijn thematische voorspelen, waaro» de totaal uitvoering volgde. Toon natuur lijk kwam eerst de fijne stylcering en de bij allen eenvoud wonderlijke kleurenrijk dom der oude Itnliaanscho meesters ook in dit werk van Tartini ten volle tot zijn recht. Hoe de voordracht van den- primarius ge waurdeerd werd, bleek het duidelijkst aao het eind van 't tweede deel, toen een nau wplijks bedwongen door dc hal telkens even verspringend applaus verried, tot welk pcï hét enthousiasme was gestegen. „Even wachten nog scheen het stokje van den dij-igent tc w illen .beduiden \óór het „utta Cii" van den slot-satz. Maar toen liet slot- adcobrd weerklonken had, was cr ook gëcn hóuden meer aaïi liet heeft dc uitvoeren don dan ook getroffen ik ving het na af loop van een der leden op hoe onbevan gen.cn oprecht do stemming van dit jonge Amcrsfoortschc auditorium blijkt, geheel anders als men in grootere centra gewend is: Dat de lieer Glastra c.s.. hier graag con certeercn, bleek ook wel uit zijn afscheids woord na Boccherni's symphonic „opstel len en „tot weerziens Deze symphonic had niet des dirigenten voorkeur voor dit concert. Immers Mozart, die aanvankelijk op liet programma4 stond, was vorm- ever, scheppend genie; Boecherini was at niet. cn zoo past deze laatste eigenlijk niet in het pacdagogiscli systeem van den heer Glastra. Toch is uitvoering van zijn werk als representant van een period mogelijk. Echter zie men in B. niet den zuiveren symphonicus. Zijn muziek draagt óók in het naar den vorm symphonische genre, een sterk concertant, karakter. Hoor maar hoe het orkest meermalen pas sages lanceert, geijkt in het concert, zóó dat het oor telkens den inzet van den solist erwachi. Van eigenlijke doorwerking der thema's in symphonische zin is hier ook eigenlijk geen sprake. Dat alles belet ech ter geenszins met aandacht naar B. tc luis teren, opgewekt te worden door het feeste lijk karakter van zijn muziek, tc genieten an zijn fijn melos voor violen, het fraai aanwenden der cel 1 i, zich tc vermeien in het lorde deel, waar het menuet-karakter niet zoo duidelijk als bij Mozart tc voorschijn komt. Een oogenblik wordt in liet vierde lecl «Ie Mozartschc lichtheid cn rankheid naderd. maar als daar dc fluiten zich er inmengen is dc waan weg. Dan worden wc teer aan Slamitz herinnerd. Een noodprogram. Het was echter in gcenerlei opzicht tc merken, dat de luiste- :iars het zoo beschouwden, noch dal de conccrtcerendon hot als zoodanig voordroe- Er is schoon gemusiceerd, volop ge noten cn de lieer Glastra en zijn schare kun- n zich verzekerd houden van een goede ntréc met Pasclicn, met een program, dat .ongetwijfeld wederom bewijs zal geven, even- s de eerste twee, van den fijnen smaak in menstelling, in een uitvoering, waarbij deze executanten zoo oprecht en ten volle toon en zich tc voelen vertolkers van fereden en heden, ad maiorem Musical glo- nm." H. E BF.CHT. De lieer Peper acht invoering van de regionale inspectie voor beide inrichtingen nadeelig Met ingang van 1 Maart a.s. is benoemd tot inspecteur van liet gymnasiaal en mid delbaar onderwijs dr. s. Elzinga, thans in specteur bij liet M.O. Uit deze benoeming blijkt, dat dc gymna sia, lycea, hoogcrc burgerscholen en han delsscholen in een bepaald, district onder het toezicht van een zelfden inspecteur zul len staan.' In verband hiermede schrijft de heer.J. Peper, directeur der Handelsscholen alhier, in het Tijdschrift van het Nationaal Bu reau voor onderwijs op ecoriomischcn grond slag en de Nationale Vereeniging voor Handelsonderwijs, een artikel onder den ti tel „De regionale inspectie", waarin hij er allereerst de aandacht op vestigt, dat het denkbeeld der regionale inspectie niet nieuw is, daar cr reeds bij dc ondervvijsbe grooting in 1925 over gesproken is. Tot nu toe waren er vier inspecteurs voor het M.O., 1 voor de gymnasia, 1 voor de lycea en één, dr. Elzinga, voor: le. de handelsscholen cn andere inrich tingen van Handelsonderwijs, met uilzon dering van de Ilandelshoogeschool te Rot terdam on de Handeisfaculteit van de Ge meentelijke Universiteit te Amsterdam 2c de aan Lycea, Hoogerc burgerscholen i Middelbare Scholen voor meisjes, ver bonden Handelsscholen of Ilandelsklassen, 3e. de Hoogereburgerscholen met 3-j. on dei'bouw, welke don onderbouw vormen van een Hoogere Handelsschool, 4e. de Hoogere burgerscholen met 5- of i-j. e., die uitsluitend opleiden voor het eindexamen, genoemd in het Kon. Besluit van 21 Dec. 1925, No 16, 5e. de cursussen tot opleiding van leer krachten voor het Handelsonderwijs. Met bet oog op dc belangen van liet han delsonderwijs wordt dit besluit van den mi nister- door den heer Peper ten zeerste be treurd; deze tak \an onderwijs mist no; altijd het beschermend dak van een wet telijke regeling cn. wordt bestuurd bij mi nïsterieele besluiten Door deze nieuw® regeling krijgt een zelfde inspecteur inrichtingen van onder w ijs te beoordeelcn-en mede te besturen, die in aard cn karakter zéér ver uiteen liggen, De geheelc geest in. een gymnasium is van cqn gansch ander»?., soort dan die in een handelsschool: een g\ mn'asium, zoo gaat het artikel voort, kan toch eigenlijk alleen ge ïnspecteerd worden 'klooi' een weldoorvoed classicus. Het handelsonderwijs daarente gen verlangt in zijn inspecteur in cle eer ste plaats, dat hij de cischcn van het ma dei no bedrijfsleven zooal niet uit eigen er aring voldoende kent, dan toch geschikt in staat is, die eischen aan te voelen en zo in onderwijs om te zetten. Van dc 1I.B.S. spreken wij nu maar niet, maar men al zich toch moeten afvragen, of het moge lijk is voor dc inspectie menschcn te vin den, geschikt cn bekwaam om zoo onder scheiden zaken te helpen behartigen. Wij reezen, dat dit niet het geval zal kunnen zijn en dat een poging om zoo uilccnloopcnd belang in één hand te geven, op den duur tot schade moet strekken van de uitersten, van het gymnasium cn dc handels school. Vervolgens wordt in het artikel vervvc zen naar hetgeen de oud-inspecteur der gymnasia, dr C. J. Vinkesteijn, hierover heeft geschreven onder den titel „De klas- ke opleiding in gevaar". Deze vraag! oor het gymnasium inspecteurs, die be kwaam zijn om in dc kernvakken der school leiding en toezicht tc- geven; dit geldt zeer zeker cn in niet mindere mate oor het economisch onderwijs Hot ban dclsonderwijs zal door deze nieuwe regc- op 1 Maart niét zijn afzonderlijken inspecteur ook zijn natuurlijken verdediger erliezen. liet kan niet anders, of de zeven inspec- urs zullen zeer verschillende meerlingen hebben over cle plaats, die het Handelson derwijs naast cle andere lakken van on derwijs moet innemen. De kans op voort durende samenwerking der inspecteurs met verschillende Organisaties, b.v. met het Nationaal Bureau', een samenwerking, die thans zoo voortreffelijk is, wordt door ;le invoering der „regionale" inspecteurs el zeer bemoeilijkt. En ook daarom kun- n wij het meermalen genoemde ministc- ieel besluit van 2!) November 1933 mot het oog op cle belangen van ons Handelson derwijs niet anders dan in hooge mate be- euren. Ó-t-n. eioed. O^Xo-rric-GtcJ^b 4u>tki/>vt Trjsn. aan. di óJikli. van x"n. -tHxAvy va/u -xL-vi vxi. U awcèt/xcun De Handelsscholen buiten de kring 'hecht" zullen mei 1 Maart hun inspec teur. «Ir. Elzinga, moeten missen. Wij zijn ten volle van overtuigd, dat zij dit als zeer groot verlies zullen best-houwen Nu clr. Elzinga binnen enkele weken niet meer zal zijn d o inspecteur van ons Han delsonderwijs, /.ij hem van deze plaats een woord van hartelijkon clank en diepe er kentelijkheid gebracht voor het zeer vele goede, dat hij voor dit onderwijs sinds 1 September 1927 heeft mogen doen en voor dc sympathieke wijze, waarop hij zijn moei lijken arbeid in onze scholen steeds heeft verricht. Dr. Elzinga blijft voor ons de man, die in het „Natonaal Bureau", tot welks oprichting hij den sloot heeft gege ven, de dienaren van het maatschappelijk onderwijs, hoe verschillend hun inzichten op sommige punten ook mogen zijn, weer bij elkaar heeft weten te brengen. Onze beste wenschen vergezellen hem bij do vervulliivjr van ziin nieuwe levenstaak. Hierbij leggen wij onzen lezers en lezeressen, daartoe door de Metro Goldwyn Mayer in staat gesteld, de eerste van een zestal filmster- puzzles voor. Met behulp van lijmpot en schaar moei men trachten te ontdekken welke twee filmsterren op bovenstaande verknipte foto voorkomen. Na plaatsing van de geheele serie van 6 puzzles zullen wij voor hen, die ons de goede oplossingen opgeplakt toonen een surprise beschikbaar stellen. Causerie van Dr. Th. C. Oudermans in Amicitia over dit Pinetum te Putten In een gecombineerde vergadering van de .Nedëi'landsclic Maatschappij voor Nijver beid en Handel", departement Amersfoort, Ie „Ned. Natuurhistorische vereeniging", cle Koninklijke Mij. van tuinbouw en plant kunde" en cle „Amcrsfoortsche Tuinbouw- ereeniging" hielcl gisteravond in Amicitia Dr. Th. C. Oudemans ui: Putten een lezing >ver Schovenhorst cn zijn voor het Neder landsche klimaat in aanmerking komende conifecren. Dr. Oudemans, dc bedrijfsleider van het. beroemde Pinetum „Schovenhorst' begon met eenige mededeelingen over de geschie denis van dat Pinetum, dat in 1848 door zijn grootvader Mr. J H. Schoter uit Utrecht, was gesticht. Hij kocht daarvoor in dat jaar op een publieke verkooping van dc gemeente Putten 85 II.A. heide, ten einde lie tc ontginnen, niet echter, zooals toen ter ijdo gebruikelijk was, met enkel grove Jennen, doch met al wat hij over de geheele wereld kon verzamelen aan conifcrensoor- ten, dennen, sparren, zilversparren voor namelijk rnet het doel om uit tc maken welke soorten het meest geschikt zouden zijn om op dezen grond in ons klimaat ge bruikt te worden om meer voordeel op te leveren, dan met cle grove dennen het geval De verkregen zaden en jonge plantjes werden dan uijtgezaaid cn gepoot in een klein gedeelte van den bereiden bodem en bij gebleken geschiktheid later in grootcn getale uitgcplunt tot bosschcn. Hierbij ordt beoogd soorten te kweeken. die in een kortere periode een grootere hoeveelheid hout zouden kunnen opleveren clan «le alge meen geplante grove dennen. In 1863 had Mr. Schoter zoo al 1G8 soorten in zijn bezit. Na dc uitplanting der goedge keurde soorten bicven echter enkele exem plaren op het proefveld doorgroeien en di' heeft aanleiding gegeven tot het ontstaan an hot buitengewoon interessante Pine tum. dat do roem is van Schovenhorst Putten niet alleen maar van geheel ons and. Na den dood van Mr. Schoter zette zijn schoonzoon, de bekende prof. Dr. Th. Oude mans, schrijver van het bekende werk „de Ncderlandsche insecten", clen arbeid van zijn schoonvader voort, vooral door de stichting van een nieu wPinctum, waarin, geleid door de ondrvindingen bij het oude re gedeelte opgedaan, de hoornen op groote ren afstand werden gezet, waardoor ze zich beter konden ontwikkelen. Met een lange rij van buitengewoon fraaie lichtbeelden ging dc spreker nu il- luslreercn wat er op een omwandeling door liet Pinetum van Schovenhorst te zien is en cle vergadering was vol bewondering oor wat op het doek werd.geprojecteerd. In cle pauze verduidelijkte spreker nog aan meegebracht, materiaal (kegels en tak ken) hot besprokene om daarna nog in het bijzonder de teelt van «"le Douglnsspar te ?5ct taaeentaf&tiffl e>Ocf behandelen, die van al dc besproken soor ten het best blijkt tc voldoen aan doel, dat men met de proeven op Schovenhorst be oogde. De spreker vertoonde een serie boompjes van 1, 2, 3 en 4 jaar, waaruit dui delijk bleek dat dc Douglas ccn uitstekend groeier is. Achtereenvolgens behandelde Dr. Oudemans nu nog de teelt van douglas* dennen tusschen gewone grove dennen, die tussclien eikenhakhout, de beplanting tus schen zwarte elzen en die op oud bouwland. Ook de teelt van Japanschen Larix werd nog behandeld, cle Oostenrijksche en Corsi- caansche dennen aanbevolen en tal van bij zonderheden voor beplanting cn grondbe werking toegevoegd. Een en ander vormde ccn buitengewoon interessant geheel zoowel uit biologisch alc economisch opzicht. DE WANDELAAR. Zooevcn verscheen hij den uil/gever A. G. Schoonderbeck tc Laren dc December-afle- vering van „De Wandelaar", maandblad, gewijd aan natuurstudie, natuurbescher ming, heemschut, geologie, folklore, buiten leven en toerisme. Ds. J. I. van Schaick schetst de emoties, die onafscheidelijk verbonden zijn aan 't fo- tografceren van vogels. Rinke Tolman, do redacteur, wijst op de schoonheid van een groote reeks Kerst planten en I. F. Damsté— Muller eindigt haar genoeglijk relaas van een Alpcnreis in 1791. Ook een Zaansch vogelfotograaf, A. F. Bi lisbergen, heeft een schitterende camera- hui!. verzameld en vertelt geestdriftig van hetgeen hij in de schuilhut beleefde. Bayer Clumpcr publiceert het laatste barer reeks artikelen, die zich met het bon te Balkanleven bezig hielden, P. L. Rusti- cus geeft nuttige adviezen inzake de tuin- werkzanmheden in December, terwijl Rink Groene veld aandacht vraagt voor de schoon heid. van den kleinen vos cn de hermelijn-» rups. Dr. A. C. do Kok maakt allcnl op dc verschijnselen van den sterrenhemel en G. D. Duursma schetst de bekoringen, die cr uitgaan van dc Mamillaria's, ccn inte ressante cactusscngrocp. Zeer uitgebreid is weer de rubriek „Van en voor de lezers" (natuurhistorisch aller lei), waarin de meest uitcenloopcnde onder werpen worden aangeroerd: het jubileum van den vogolfobo'graa'f Vijverberg, het voorkomen van kraanvogels in ons land, de vindplaatsen van blauwe druifjes, Arons kelken, kievitsbloemen, enz. enz. Tientallen schitterende illustraties dragen oudergewoonte eveneens bij tot het aan trekkelijke van de aflevering.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 16