DIEREN EN DIERENLEED
EEN LOS-VAN-DE-AARDE-KUNST
Als de zaak rust
werkt de
ADVERTENTIE
KESTJES
3 x plaatsen
voor f 1."
Uitsluitend bij voor
uitbetaling.
BARBAARSCHE
ZEDEN
HET FUTURISME IN
ITALIË
Het magische vliegwezen
VENUS FELLE STAR
PERZISCHE BRIEVEN
De Perzen mogen geen dieren dood
maken, maar wel martelen
tot ze sterven
door
Mcj. T. Raedt van Oldenbarnevelt.
II.
Ik zil hier rustig in een hangmat under
een treurwilg in den tuin tc schrijven on
bo\cn mijn hoofd, in den boom, zit een kat-
uilljc.
Twee opstaande haarbosjes en groote
oogon, die hij telkens zoo wijd mogelijk
opent, als een of ander ontstellend gerucht
wordt vernomen. Doodstil zit hij en klemt
zijn klauwtjes om een takje heen. Blijkbaar
heeft hij vannacht te veel en te lang ge
jaagd en is in slaap gevallen op e«n plaatsje
dat eigenlijk te rumoerig is voor een uiltje,
dat graag 11a gedanen arbeid wil rusten. Deze
uil is zoo uilig geweest niet beter voor zijn
slaapplekje te zorgen, en nu worden de kin
deren tot stilte gemaand, omdat het uiltje
anders niet slapen kan.
Ik heb twee ekstertjes van den kok gekre
gen; schattig waren ze met hun eeuwigen
honger en hun reuze-bekken; liefst sliktcil
ze mijn vingers ook maar 111. Maar nu moe
ten ze voortaan uit mijn kamer blijven, want
ze ötoppen hun overgeschoten stukjes
vleesch tusschen mijn boeken in!
Je ziet hier heel veel vogels. Kraaien,
zwarlkopmcczen, tortelduiven, vinken, kuif-
vogels, beeldige vogels met veclklucrige
groote kuif en langen spitsen snavel, vogels
in groote en verscheidenheid, maar onze
straatjongen de muscli, schittert door afwe
zigheid.
Maar hooien doe je ze weinig. Misschien
omdat het wemelt van roofvogels. Uilen, val
ken, sperwers; soms zie je hoog in de lucht
een grooten vogel zweven en dan is opeens
de hcele voglwcrcld in rep en roer, angstig
gepiep overal. en een oogenblik .later is
alles muisstil!
Bij ons bassin was het eens stampvol
kwetterende zwaluwen zeker op door
tocht naar elders.
Eenige dagen geleden, *s morgens heel
vroeg, zat een groote uil in een boom, omge
ven door jagende, plagende, schreeuwende
kraaien. Een geweldige vogel, pluimpjes op
de ooren. Die groote uilen worden heel gauw
tam en loopen dan het huis rond met defti
ge stapjien en komen naast je staan peinzen.
Ali werd den boom ingestuurd, een lood
rechten hoogen den. Als een kat kroop de
man tegen den boom op, griezelig, zóó hoog
tot vlak bij den vogelinaar toen
draaide de uil den kop links en rechts als
om zich te oriënteeren statig sloeg hij de
donzige vleugels uit en verdween geruiscli-
loos. Tja, daar zat Ali nu met zijn gebakken
peren tusschen de denneappels!
Het is ellendig zooveel hongerende hon
den en katten hier rond loopen! Toen ik
eens alleen op een heuveltop achter het huis
had zitten genieten van het zilvcrachtig-
blauwe, wazig-doorschijnendc maanlicht
over het berglandschap en dc grauwe heu
vels dichterbij begon daar zóó plotseling
een concert van maanblaffers, dat ik me let
terlijk voelde verbleken van schrik.
Dat zijn dc arme, verwilderde honden, die
's nachts naar de huizen koincn sluipen in
groepjes van drie of vier, omdat hier zooveel
jakhalzen zijn. Als je genoeg hebt van je
hond Wel, dan jaag je hem doodkalm
de wildernis in! Als hij poogt terug te ko
men, dan smijt je hem maar met steenen,
dan houdt je hem wel van je af.
Stilletjes werp ik* buiten het erf brood
voor ze neer, maar het akelige daarvan is
dat er dan steeds meer komen bedeleh. Een
broodmager hondje met een paar jongen
heb ik nu zoover, dat zij voorzichtig bij mij
durft tc komen!
Gevoel voor dieren en dierenleed heeft het
volk hier hoegenaamd niet.
Een tocht door de stad is me vaak een
kwelling. De paarden worden zoo schande
lijk behandeld soms loopen ze, den kop
op de borst gezakt, met stramme pooten,
sleepende hoeven; de ooren klappen bij
eiken tred op en neeren dan slaan de
jongens met dc zweep en prikken met een
scherpen stok onder de staartmaar zij
loopen er geen stap vlugger door zij kun
nen eenvoudig niet meer! Ik ben misschien
overgevoelig op dit punt, maar ik zie ook
overól dierenmisèic.
Ezeltjes met hun zachte oogen staan uren
Boodstil met een kolossale vracht granaat
appels of andere dingen op den rug. Een
enkelen keer zie je zoo'n dier 111 elkaar ge
zakt op straat liggen de koopman vindt
dat nog geen reden om hem te ontlastei
\un het te zware gewicht en verkoopt zijn
appels of komkommers kalm verder. Dan
weer zie jc een kip, aan één poot opgehan
gen, langzaam sterven
En dan die 1 roepen sjouw-ezcltjes en
paarden, die dagenlang door murcheeren, al
loopendc moeten eten en drinken liet
drinkensbakje wordt hun dan onder den
mond gebonden; den rug als doorgebeten
door de zware vracht, de oogen wittig van
uitputtingik kan jo zeggen, telkens en
telkens weer springen de tranen me in de
oogen en ik zou wel willen uitschreeuwen:
ellendige mcnschen ik wou dat je zélf
zoo behandeld werd!
Eens heb ik een karavaan, ik weet niet
waar vandaan, op de plaats van bestem
ming zien aankomen. Ze kwamen aangc
sloft, een lange rij van martelaren, even
dronken ze uit dc sloot, en ieder wachtte
o! zoo geduldig zijn beurt al om bevrijd
te worden van zijn lust en dan sjokten ze
het binnenerf op een soort stal. vuil,
modderig, maar met oen ruif waarin hier
en daar wat haver. Zij keken er niet naar
om! één voor één gingen ze liggen en lagen
roerloos, als blokken dood vleesch
Een kwartier zeker ben ik blijven kijken,
half huilende, maar toch zoo blij ook. dat
ik ze eindelijk zag rusten en bevrijd van
dien martelgang Het leek wet een kerk
hof met. al die roerlooze lichamen stil. ge
luidloos, bewegingloos!
Een paar ezeldrijvers, mannen die (cxcu-
sez!) stonken een uur in den wind. in lom
pen en flarden uitgedost zooals geen en
kele landlooper hij 0119 het bij elkaar krijgt,
kwamen nieuwsgierig om me heen staan,
vroegen 011 lachten boeven-tronies, sme
rig, met wreeden mond en oogen, scherpen
haviksneus, de oogen stekend en hel in dc
splcetachtigc oogkassen waar omheen do
oogleden in duizend rimpeltjes getrokken
waren zeker door liet felle liclit op dc
zandvlakten waar zij doortrekken.
Telkens hoor je knallen en hoog gekern
opstijgen dat is dan weer een hond, die
„niet dood" geschoten wordt., hoe kan
ten gewoon mcnsch dat nu uithouden?
De Perzen inogen geen dieren dooden,
direct doodmaken, met ccn mes of an
derszins - tenzij om tc offeren waarschijn
lijk. Maar je mag het wél martelen En als
het dan daarvan doodgaat ja. dat kun
jc. niet helpen hé? Dat heeft het dan uit
zichzelf gedaan! Ik heb een ram zien mis
handelen werd er koud van Daarom
worden uitgeputte dieren ezels paarden,
kuinccluii. doodkalm achtergelaten in de
woestijn om daar een natuurlijken dood"
te sterven van dorst honger en uitput
ting. Overal op dc -steen vlak ten rondom
zie je dan ook beenderen liggen.
Je kent het Bijbelsclic verhaal waarin
Abraham wordt aangezegd zijn zoon Izftk
te offeren. Dit wordt hier zoodanig opgevat
dat op een bepaalden dag eind April was
het ditmaal door een ieder die het maar
ccnigszins betalen kan, wordt geofferd
een lam. een kip of wat ook Het bloed
van het offerdier wordt gesmeerd over
eigen lichaam en over de kinderen, waar
door men beveiligd wordt legen ziekten en
een soorl aflaat verkrijgt voor bedreven
zonden. Maar dit is niet voldoende; plech
tigheden, hoe treurig en akelig ook. gaan
toch overal gepaard met zekere publiciteit,
ook bij ons.
Welnu, een mooie jonge kameel, daartoe
reeds bij zijn geboorte bestemd, wordt op
dien dag eetooid met allerlei zilveren en
gouden sieraden, en. over zijn kop en zijn
rug hangen kleedjes en tapijten.
Hij mag veel en lekker eten hel is zijn
galgenmaal En dan begint zijn statiegang
en zijn lijdensweg
Door alle stadswijken 'wordt hij geloid,
omstuwd door oen menigte die meer '"n
meer zich opwindt naarmate men de clou
nadert. Men rukt het statige dier haren
uil; men rukt aan zijn vel, men rukt er
stukken uit 11 als eindelijk liet groote
plein van Teheran bereikt is. dan eerst
ontvangt het den' gcrfaÖéMóot. Zijn hart
wordt doorboord en in het rijkelijk uit dc
wonden stroonicndc bloed doopen dan dc
geloovigen hun handen en vangen het op
in bakjes En dan werpt zich de menigte
op het lichaam en snijdt er stukken vleesch
af, die men zich als ccn talisman 0111 den
hals hangt
Wat gebeuren er (och nare vervelende
dingen, die iemand treurig stemmen of ook
kriegel maken en hem slapelooze nachten
kunnen bezorgen... 51s hij er zich teveel
in wil verdiepen. Want dc zonnige kant
van het leven gaat dan schuil en er gaat
iets oneindig waardevollers verloren.
ROMEINSCHE BRIEVEN
Is het wel de „oude" wereld, die,
zooals de jongste generatie
beweert, zich in belache
lijke leerstellingen"
hult?
Het snelle zich voortbewegen eerst over
de aarde en nu door het luchtruim, heeft
een niet te onderschatten invloed op de
wijze, waarop niet alleen de kunstenaar
•Je hem omringende wereld aanziet, maar
ook op de wijze, waarop mannen der we
tenschap, politici en economen strijdvragen
of moeilijke gegevens trachten op te lossen.
Het maatschappelijk leven is oneindig ge
compliceerd geworden, terwijl de mensch
met duizelingwekkende vaart duizenden
meters boven onze kleine planeet door het
luchtruim vliegt cn zelfs aspireert in die
gebieden door te dringen, die buiten onzen
dampkring zijn gelegen.
We kunnen ons moeilijk voorstellen, dat
nog maar duizend jaar geleden de monnik
uren stil in zijn cel over een handschrift
gebogen zat dat hij wilde versieren. Motie
ven uit de plantenwereld, die hem later
zooveel stof voor zijn illustraties zouden
geven, waren toen nog een gesloten boek
voor hem, hij wist nauwelijks dat er een
wereld buiten zijn klooster bestond zoo
als do zaadkorrel, die in de donkere aarde
ligt, niet droomt van zon cn bloemengeur.
Maar er is een kunst der Egyptcnaren die,
vijf duizend jaren oud, fijner gevoeld en
dieper van expressie is, dan wat er ooit
in dit werelddeel verheeld werd, waar. met
de uitvinding der machine, het gebied van
den beeldenden kunstenaar ineenschrom
pelde.
Zal wellicht de aeroplaan, waarvan Leo
nardo da Vinei droomdo en welker komst
hij mocht voorspellen, het laatste geniale
werktuig zijn, dat door dit geslach! werd
uitgedacht? De vliegenier is immers aan
gewezen do hclscho gifbommen op de aar
de te werpen, waardoor al wat er leeft in
een oogenblik verteerd en al wat schoon
cn goed is vernietigd wordt.
Het vliegwezen wordt door do Futuris
ten verheerlijkt; zij verkondigen: dat ver
leden en toekomst van nu af door een
kloof gescheiden zijn, die niet meer ge
dempt kan worden. „Het magische, triom-
fecrcnde vliegwezen ontwikkelt zich steeds
meer, het groeit geweldig cn ons, fascisti
sche. futuristische artisten, is het te moede
alsof de oude wereld zich al maar dieper
hult in belachelijke leerstellingen, dogma's,
gewoonten en traditionecle inspiraties, die
gedoemd zijn om te verdwijnen. Wij profe-
teeren dat de motoren binnen weinige ja
ren een fantastische snelheid zullen be
reiken, dat wij tot nooit gedroomde hoog
ten zullen opstijgen en wat ons nu nog
dwaze fantasie schijnt, wordt practischc
realiteit voor den luchtvaarder"
Zulke woorden lezen we in het orgaan
der futuristen cn vijf honderd jongo kun
stenaars hebben op deze eerste futuristi
sche tentoonstelling geëxposeerd. Er is
veel werk dat wij niet kunnen genieten en
zelfs niet waardeeren, te meer omdajt de
kleuren bijna zonder uitzondering rauw en
onmelodieus zijn, maar er zijn doeken, die
.ons aannemelijk voorkomen van het stand
punt van den Futurist, voor wien het vlie
gen nu eenmaal het ideaal is. Do aarde
boeit hem niet meer, die is oud en afge
leefd en alles wat hij er op waarneemt,
wil hij zich voorstellen gezien uit een
vliegtuig. De perspectieven, die het vlie
gen biedt, vormen ccn absoluut nieuwe re
aliteit, die niets gemeen heeft met de re
aliteit, die cle schildcr-teekenaar ziet die,
met de voeten op dc aarde, zich niet los
maakt van de regels van het perspectief.
Deze nieuwe realiteit heeft geen vast uit
gangspunt, zij is gebaseerd op een voort
durende beweging cn verplaatsing, de
schilder-vliegenier zal weergeven wat hij
zag. toen hij deel uitmaakte van de snel
heid dei machine Hij ziet geen détails, hij
moet absoluut synthetisch te werk gaan en
de dingen, die goede bekenden van hem
waren, geheel omvormen Aan een schilder
die in een vliegtuig werkt, openbaart zich
bijv. het landschap, dat hij onder ziel) ziet
als een in stukken gevallen mozaïek, even
als het gezicht van den piloot tegenover
hem, terwijl ccn stad den indruk op hem
maakt van een door elkaar gesmeten doos
speelgoed waar huizen, boomen, dieren en
mcnschen schots cn schccf door elkaar
liggen.
Het leven in de lucht, zegt „II Futuris-
1110" rnocl alle jonge mannen genezen van
hun ingeboren heimwee naar iets. wat zij
niet kennen noch bezitten; het moet in hen
scheppenden hartstocht en trots aanwak
keren. In de atmosfeer der hoogcro regi
onen moeten wij futuristen er met do in
spanning van al onze krachten naar stre
ven het ongeëvenaarde Italiaansche g<#iie
te laten zegevieren.
Zijn het tc groote woorden waarmede
deze jonge Italianen zich op de geniali
teit van hun ras verheffen?
Maar sprak ook Mussolini niet in Octo
ber tot do Zwarthcmden van Florence over
„liet karakter cn temperament van het
Eatijnsche ras", dat zooals hij zeido
„het ras is dat aan do wereld heeft gege
ven onder duizend andere grootheden. Ce-
sar, Dantc, Michel-Angelo, Napoleon. Hot
oude en sterke ras van scheppers en bou
wers, tegelijkertijd universeel en eigen ka
rakter". Hier mogen wij bijvoegen dat er
wel geen genialer mcnsch geweest is dan
Leonardo, die als filosoof en kunstenaar
zijn tijdgenooten ver achter zich liet
dien wij, als wij zijn geschriften lezen, nis
een zeer modern mcnsch Iccren kennen.
Ried deze grooto natuurkundige, dio reeds
in gedachten h.ct luchtruim doorkliefde,
niet zijn leerlingen aan om den bouw van
de wolken te gaan bestudeeron?
Het futuristische manifest eindigt met
dc voorspelling: „Als do futuristische kun
stenaars in deze richting blijven doorwer
ken. zal er spoedig een plastische onstof
felijkheid bereikt worden, die buiten het
aardsche staat"
Met deze profetie zijn de doeken in over
eenstemming, waarop wij do Geboorte ver
beeld vinden bijv. het embryo van een
kind in het hart van een berg die ter
weerszijde geflankeerd is door een paar
symmetrisch opeengestapelde zakken waar
in we inenschclijke figuren moeten zien!
Waarlijk, van een „traditioneelc inspira
tie" is hier niets tc ontdekken. Is het wel
de oude wereld, die zooals deze generatie
beweert zich in „belachelijke leerstellingen
hult"?
De Futurist droomt van een Los-van-de-
aarde-kunst; het is een geestelijke stroo
ming die zooals het fascisme niet door één
mcnsch gecreëerd wordt maar die, even
als een clectrischc stroom, heel de almos-
fcer doortrilt. Het werk van den futuris-
tischen schilder is zonder nuances, zonder
melodie, zonder muziek, daardoor even
hard en onmeedoogend als de vernielende
projectielen, die uit do aeroplaan op men-
schcn cn kinderen worden ncergesmakt;
daarom schijnt ook zij ons al even vijan
dig aan alle kultureclcn vooruitgang, want
wat is een wereld zonder muziek?
Maar dc Futuristen schrijven in hun
blad „Aero-musica" over „de muziek en
het vliegen" dat het geluid dat do vleugels
eener vliegmachine maken, een muzikale
verrukking in hen opwekt en het blad
heeft als hoofd dc afbeelding van drie mo
toren en daaronder:
„Zie hier de levende modellen, de klop
pende welluidende toonbeelden van de fu
turistische poëzie, schilder-beeldhouw- cn
bouwkunst en van de futuristische
m u z i e k".
ETHA FLES.
Het Vliegveld.
Het jongste nummer van „Het Vliegveld"
is goeddeels gewijd aan dc historische
vlucht van do „Pelikaan". Dc aflevering
opent met een uitvoerig verslag over den
tocht. J. C. Fraenkel memoreert in het bi-
zonder de stille hulde der vijftienduizend
toeschouwers op het oogenblik van aan
komst der „Pelikaan" boven Schiphol. Ook
de vlucht van den Pander Postjager is in
dit nummer niet vergeten; „Eddy" schreef
er over. Do heer L. Bouman vertelt, bij
mooie prenten, van het nieuwe watcrvlieg-
tuigstation der Pan American Airways tc
Miami. Talrijke illustraties fleuren het lij
vige nummer op.
Ik ben met u alleen, o Venus, felle star.
Zoo begint Karei van <lc Woeslijne, de
Vlaamsche schrijver cn dichter, een
van zijn prachtige verzen, somber-
groolsch zoovaak als een najakrszonsoncler-
gang. „Alleen ten licmeltuinc een helle roos;
een vurig-fellc roos in Stilte's donkren lan
de'. Zoo noem! hij in de volgende strofen de
heldere sier. die in deze weken als avondster
aan den Wcstcrhemel is te zien Mistige be
wolkte luchten hebben haar de eerste weken
van Januari vaak aan het oog onttrokken,
maar zóo af en toe op heldere avonden
hebben velen haar toch opgemerkt en be
wonderd. E11 anderen, die deze stralende
planeet, na zon en maan het helderste he
mellichaam; niet kennen, zullen toch wel
eens hebben gedacht als hun blik zich over
de velden, de hoornen en de huizen naar
boven richtte in het schemeruur: wat is dat
een wonderhclle ster, duidelijk zichtbaar
voordat andere sterren zich vertooncn aan
den winterschen liemel!
Dat is dan dus Venus, een van de negen
groote en voornaamste planeten, waartoe
onze aarde ook behoort en die hun bijna
cirkelvormige banen gaan rondom de zon.
Elk heeft natuurlijk haar eigen afstand van
die zon en haar eigen zonne-baan. De aarde
doorloopt die baan in een jaar, Venus en
Mercurius, de twee planeten, die het dichtst
bij de zon staan, doen er respectievelijk on
geveer 225 en 88 dagen over. Hoe dichter bij
do zon, hoe grooter ook de snelheid is waar
mee de planeet zich beweegt, een snelheid,
zoo ontzaglijk groot, dat die van Postjager
en Pelikaan er nog een slakkengang bij 13.
De aarde legt 30 K.M. af per seconde, Venus
doorloopt in dcnzclfdcn korten tijd nog en
kele kilometers meer.
Omdat haar baan tusschen de aardehaan
en de zon ligt, zullen wij Vends altijd dicht
bij de zon aan den hemel moeten zoeken. De
ster is waar tc nemen hetzij in den vroegen
morgen op de tijden dat zij morgenster
even voor zonsopgang, hetzij in do avond
schemering als avondster kort na dc onder
gang van dc zon. Zooals Tames Jeans, de be
kende sterrekijndigc, do schrijver van dc
ook 111 liet Hollandsch vertaalde boeken
Het Heelal. Do Sterren in haar Loop, e.a. liet
ergens uitdrukt: Venus is een lamp, die al
leen overdag en in de schemering brandt.
Mars en Jupiter zijn kaarsen in donkeren
nacht.
In verschillende opzichten zijn Vcnus cn
dc aarde aan elkaar verwant. Beide zijn zij
planeten, zooals wc zagen. Beide zijn ze
waarschijnlijk ontstaan millioencn en mil-
/foencn jaren geleden als kinderen van de
zon, declen eerst van dc zonnematenc, dia
later lot een zelfstandig bestaan gekomen
zijn. Ze zijn ook ongeveer gelijk van groot
te. Ze bezitten beide ccn atmosfeer in tegen
stelling met dc maan en met de planeet
Mercurius, die bcido veel kleiner dan de
aardo zijn cn die hun atmosfeer verloren
hebben erndat hun zwaartekracht tc gering
is om deze vast te houden
Maar er zijn tusschen Vcnus cn do aarde
ook groote verschillen. Dit cene alvast, dat
do zuurstof, die zulk een belangrijk cn voor
ons leven onmisbaar deel uitmaakt van do
atmosfeer, op Venus zeer zeldzaam is of
misschien zelfs heclcmaal niet voorkomt. En
dit gebrek aan zuurstof brengt ccn ander
belangrijk verschilpunt mee. Op onze .aarde
houdt de plantengroei de zuurstof op peil.
Het feit dat er geen merkbare zuurstofvoor-
raad op Venus aanwezig is, moet leiden tot
de veronderstelling dat er ook geen planten
groei cn waarschijnlijk dan ook geen leven,
zooals wij het kennen op Venus voorkomt.
De kortere afstand tusschen Vcnus cn dc zon
moet ook ccn grooterc warmte dan die van
do aarde veroorzaken.
Wie Venus in dezen eersten tijd nog zien
wil als Iiesperus, de avondster, zooals do
ouden hem noemden, hel oplichtend boven
dc kimrpe, moet er vlug bij zijn. Tegen het
einde van deze maand zal dit prachtige he
mellichaam weer in do avondschemering
verdwijnen. Maar tc zijner tijd zal deze
dwaalster weer nu eens als Phosphorus of
Lucifer, dc ster van den morgen met den
klassieken naam, dan weer als avondster to
zien zijn, een van do wonderen van den
hemel, een lichtend felle roos, naar Van de
Woestijnc'fi woord in liet donkere hemelland
van dc Stilte.
A. L. B.
Schoevers' Talenrevue.
Het Januari-nummer van Sohoevers' To-«
lenrevue brengt ons, naast eenige verha
len in de moderne talen, een aardige be
schrijving van mevrouw M. II. Székely over
de aankomst in Deli van de Ilollandscho
vrouwen
Van de Willem van Oranje-fiirn werden
eenige scènes gereproduceerd, terwijl ook
eenige gebeurtenissen op tooneelgebied be
sproken werden.
Felix Hollaender geeft nog eenige bc-
eobouwingen over Max Reinhardt ten beste*