VONK De historie der Duitsche film K. DIKKESCHEY DAMESKAPPER LUNCHROOM VONK BITTERGARNITUUR REPARATIE en ONDERHOUD Nog steeds ongezonde toestanden HARRY LIEDTKE LETTERKUNDIGE KRONIEK VAN ALLE SOORTEN SCHRIJFMACHINES Fa. H. ELZENAAR Concertgebouw „DE VALK" ZALEN TE HUUR voor alle doeleinden BALOTTA DEMONSTRATIE Het middel, dat alles reinigt H. v. VIANDENSTRAAT 20 VONK'S BEROEMDE BANKETKOEKJES? LUNCHROOM FILMRUBRIEK Wonderlijke begrippen over de beteekenis van kunstwaarde voor de filmproductie Natuurlijk spel en natuurlijke gezichten gewenscht! (Van onzen correspondent). Berlijn, 20 Jan. Toen liet Duitsche volk zijn „nationale omwenteling" achter zich had en de nieuwe hecrechere zeer zelfbewust hun regime begonnen, kreeg men onder tal- looze andere beloftes ook te hooren, dat op het gebied van de film met de oude toestanden geducht zou worden opgeruimd. Nu, dat was in hoogc mate vorheugend Want overal op aarde, waar verstandige menscben wonen, die tot nuchter denken in staat zijn, zal men zich over het bijwerk, dat met het begrip „film" tc doen heeft, zeker even zeer geërgerd hebben als hier in Duitschland, waar de filmindustrie sinds jaar en dag van internationale beteekenis is. Met dit bijwerk bedoel ik al die elemen ten, die met het tot stand komen van een film en het forceercn van het publick succes te maken hebben. En dat is zoo het een en ander.1 Lango, lange jaren i6 in Duitschland de film een hoogst eigenaardig en ondanks alle positieve prestaties naast veel artis tieke en financieele mislukkingen een niet bepaald sympathiek verschijnsel geweest Ik herinner mij nog de Duitsche filmin dustrio van vóór den oorlog, maar denk hier in de eerste plaats aan latere jaren toen plotseling een opbloei begon, die door Skandinavië ingeleid was en die nog geen „Ufa" in haar tegenwoordigen omvang, geen groote Araerikaansche en Fransche, zeker geen Nederlandfiche, Italiaanscho of Spaansche productie kende. In dien tijd be teckende „film" do groote toekomst. Het waren vooral handige (en ook wel onhan dige) Joodscho zakenmenschcn, die te voren in heerenconfeclic, fietsen en auto'6, levens middelon, phototoestellen of de hemel weet wat nog meer gehandeld hadden, die eens klaps hun liefdo (en hun „zakelijke ken nis") voor de filmindustrie ontdekt hadden en als „Herr Generaldirektor" kostbare bu reaux betrokken, waaruit ze veelal na kbr- len lijdenstijd door den deurwaarder hard handig verjaagd werden. Nog heden zitten kleine ondernemers met groot vertoon in tal van filmondernemin- gen, die aan de machtige „Ufa" of andere, kleinere concerns hun films leveren of als „uitleen-instituut" hun geld verdienen. De Joodsche invloeden zijn natuurlijk grooten- deels verdwenen of op den achtergrond ge drongen. Gebleven zijn echter de wonder lijke begrippon ovor zaken-doen, over de beteekenis van kunstwaarde voor de film productie, en over de waarde der „sterren", die bij filmondernemingeu nog heden posi ties innemen, welke tot hun prestaties in zeer ongezonde verhouding slaan. De nationaal-socialistische revolutie had beloofd, hier radicale veranderingen in te brengen. De „sterren" zouden opgeruimd worden, gezonde toestanden zouden komen goede, eerlijke, artistieke films met werke lijke menschcn in plaats van mannequins en modepoppen met mooi-zoete gezichten in de hoofdrollen. De vroegere filmproducenten hadden hier, gelijk trouwens heden nog in Amerika, steeds weer de stelling verkondigd, dat met „werkelijke kunst", volgens den maatstaf van den hoog-ontwikkelden toeschouwer, geen geld te verdienen is. Zoowel Joodsche als niet-Joodsche producenten gingen van de grondgedachte uit dat men de filmpro ductie vormen moet naar de mentaliteit en do ontwikkeling van den „kleinen man". En niet alleen de producenten dachten aldus. Ik zou hier een typisch voorbeeld uit mljo eigen ervaringen kunnen aanhalen! Verle den jaar had ik gelegenheid, juist over deze dingen met een zoo ervaren en talentvol acteur als Hans Albers te spreken. En toen ik hem als mijn eerlijke meening te kennen gaf, dat men in de bioscopen over het alge meen films voorgezet krijgt, die wat haar inhoud, dus tekst en „romantische" ont wikkeling betreft, zoo slecht zijn, dat men ze in boekvorm zou wegwerpen of hoog stens als treinlectuur zou laten gelden, gaf me Aint-ra woordelijk liet volgende «is ziyn meening te kennen: „Mogelijk, dat u gelijk i heeft. Maar op filmgebied is niet uw oor deel, maar dat van den eersten den besten mijnwerker in het Ruhrgebied voor mij van doorslaande beleokenis. Wat dio goed vindt, is volgens mij geslaagd. Film massa-productie on heeft zich te richten naar wat de man of de vrouw uit de massa verlangt." Ik heb toen maar niet meer gevraagd, of de wanverhoudingen in de filmwereld ook een concessie aan massa-smaak bcteekenen Albers i6 zelf een van de groote verdieners, die nog heden in Duitschland volstrekt niet van schrik omvalt, als hem 75.000 Mar voor één enkele filmrol geboden wordt. Of schoon dat nog weinig is in vergelijking met zijn landgenoot Frederic March, die in werkelijkheid Bccher heet en Duilscher is, en die dezer dagen zijn verdrag inet de Pa ramount niet verlengde, omdat heni door een anderen producent voor een filmrol, die slechts korton tijd beslag op hem legde, 50.000 dollar geboden werd, en bovendien 5000 dollar voor eiken dag „overwerk"! dat ofschoon March toch volstrekt niet tot do wereldberoemdheden op zijn gebied ge rokend kan worden. De nieuwe Duitsche regeering onder Adolf Hitler had nu beloofd, een einde aan dit ongezonde gedoe te willen maken. In de eerste plaats wilde men met „echt nationale films" komen. Toen de heeren producenten daar achter kwamen volgde een nieuw oriënteering, die van deze zijde eigenlijk niet anders tc verwachten was. Men „deed in nationaal", met het gevolg, dat men aan het doel voorbijschoot, weeig-overdreven hulde aan de nieuwe machthebbers bewees, hl de manuscripten nog snel wat S A.-ro mantiek. Hillermarschen e.d invlocht, dan wel nieuwe films cnscéneerde, waarin de nationale revolutie in het zonnetje gezet werd. De hoeren hadden zich echter al even zeer vereist nis toen ze het publiek altijd maar weer „Wecnsche" zoetigheden met HANS ALBERS en KSTHE VON NAGY in „Eluchtlinge". UIT DE NIEUWSTE U.F.A. FILM „GOUD". Een blik in het onderzeesche laboratorium, waarin door de splitsing van atomen goud moet worden gewonnen. Dit laboratorium vormt de fantastische omlijsting van dc film „Goud", dia momenteel door de U. F. A. wordt opgenomen. arme „süsse Madel" en verliefde prinsen voorzette alleen omdat indertijd de operette en de filmwereld met „Walzertvaumc" en dansende Congressen" veel geld verdiend hadden. Het Hitlerregime liet een donderend pro test tegen dergelijke „Konjunkturreitcrei" hooren en de regeering zelf verbood een film. die het leven en sterven van den nieu- en nationalen held Horst Wessel zou moe ten verheerlijken. De film is nu, sterk be snoeid en gewijzigd als „Hans Westmar" op do markt gekomen, en heeft tot heden niet al te veel succes. Betere „nationale films" kwamen onder toezicht van regeeringsin- stanlies tot stand. Ik wil liier slechts Hit- Ier jungc Quex" noemen, waarvan ik de première in Hitler's aanwezigheid in Mün- chen meemaakte, oen film. die werkelijk artistieke kwaliteiten heeft. Wat in dit ge val od het conto van de almachtige „Ufa" mag worden goedgeschreven. In het algemeen echter is het juist niet do „Ufa", die dc. werkelijk artistieke (en financieele) successen heeft mogen hoeken. De beste Duitsche film van 1932 was liet ook in Nederland met. zooveel succes ont vangen „Mürtchen in Uniform", een bewer king van Kellermann's roman „Der Tun nel" was een der beste films van 1933; en reeds maanden lang wordt hier met fabel achtig succes de prachtige Fransche film „Maternelle" gegeven. Waartegenover de „Ufa" slechts met eerlijk succes „Reifendo .Tugend" te plaatsen had. nadat de „groote" film van dit seizoen „Flüchtlinge" ondanks Albers (die door Kathe von Nagy, een der dalende sterren, zeer onvoldoende onder steund werd), niet aan de enorme verwach tingen beantwoord bleek te hebben. Het publiek wil dc verbleekte „sterren." ALBERT LIEVEN niet meer, een Hans Albers. een Conrad Veïclt, een Emil Jannings die na 'n rust periode van Lwce jaren dezer dagen in Ber lijn weer een nieuwe film spelen gaat en eon Lilian Harvey die op hot ougenblik door Hollywood volgons bekend recept be dorven wordt wellictit uitgezonderd. Het heeft vooral genoeg van de allcen-maar-filrn actrices, die nimmer iels op de werkelijke tooneelplanken gepresteerd hebben, dank zij do autogram-idioten (die nog altijd in drommen optreden on hun of haar licvolin gen tot ondraaglijke inbeelding opzweepen) moenon. dc wereld in pacht te hebben, ter wijl ze niet6 andei's prestoeren dan wat vun regisseurs en fotografen na-geaapto bewe gingen en onbenullige zinswendingen. Men verlangt in Berlijn tegenwoordig natuurlijk spel en natuurlijk© gezichten, mcnschon die ook in het gewone leven een voudige, hartelijke personen zijn. Maar men krijgt van deze soort, waarvan Victor de Kovva, 011 y von Fluit. Hilde Wagner, Marie Luise Claudius, Albert Lieven e.a. tc noe men waren, nog veel te weinig te genieten. Do nationale regeering, die op vele an der© gedachten zoo snel en zoo „rücks- sichtslos" ingegrepen heeft, schijnt nog geen moed te hebben om groote opruiming onder de „wereldberoemde diva's" te houden, die hier nog alle voor zoover ze niet van joodschen bloede zjjii haar tijd uitzitten, ja zelfs door den chef der regeering of den minister voor propaganda (en film) regel matig op do thee uUgonoodigd worden, en zokcr haar groote routine laten spelen om dc heeren ministers-en hun adjudanten in dc goede stemming -tc houd.cn. Met het resultaat» dat nog altijd „Mia Pia", de reeds tot caricatuur gewordon ,ster" met villa, gegalonneerde huisknecht, luxe-cabriolet en obligate reizen naar Pa rij6 en St. Moritz, de beroemdheid, die in ullc geïllustreerde kranten en tijdschriften, magazijnen en ièvctisfoesclïrijvingen onver mijdelijk terugkeert, het Berlijnsche film- wereldje bcheerscht, en de werkelijke talenten op den achtergrond houdt. Het socialisme in dc kunst, dat Hitier predikt, is althans wat de filmkunst be treft, nog „graue theorie" gebleven. Dc .Gcncraldirektoren ïiebben hun machtspo sitie nog niet opgegèvon. En Hans Albers houdt het nog altijd met den mijnwerker uit Gelsonkirchcn! ROLAND Een onzer lezeressen vroeg ons om in lichtingen over Ilarry Liedtke, die ccnigo jaren geleden een bekend filmspcler was en van wien men den laatsten tijd niets meer hoorde. Wij kunnen onze lezers medodeelcn, dat Harry Liedtke na een „filrn-vacantio" van enkele jaren, juist dezer da/gen een nieuwe rolprent voltooid heeft, getiteld Der Page vom Dalmasse-Hotel", waarin hij o.m. samenspeelt met Dolly Haas, Gina Falckcnberg, Trude Ilestcrberg, Walter Steinbeck en Hans Adalbert von Schlettow. Bibelebonsche boeken. „Op de Bibelebonsche bergen Wonen Bibelebonsche menscben En die Bibelebonsche menschcn Hebben Ribelcbonsche kinderen En die Bibelebonsche kinderen Eten Bibelebonsche pap Met cle Bibelebonsche lepel Uil de Bibelebonsche nap. Dat is het versje, dat ik mij uil mijn kindertijd herinner, en dat altijd veel in- uk op mij heeft gemaant, orndat er reus achtige Bibelebonsche mannen, vrouwen, kinderen, nap en pap hij stonden afgebeeld Ik werd aan die sensatio herinnerd, tóen ik hot nieuwste gewrocht (of moot men ge rlrocht zeggen?) van Albert Helman zag. Omtrent don titel: „Waarom niet?*, tast ieder in het duister. Het antwoord kan een voudig zijn. Waarom niet een dergelijke kolos op stapel zetten, zoo vroeg Helman, maar anderen vragen: Waarom wel? Ik heb geen bezwaar op zich zelf tegen groote boeken. Maar ik meen, in alle be scheidenheid, dat de dunheid of dikte van oen boek dient samen te hangon met de in nerlijke noodzaak, die er bij den schrijver bestond om het boek tot stand te brengen. De omvang van een boek is afhankelijk van de spanning der ziel die er mee bezig was. Dikke boeken schrijven zonder wijde ziele- spanning beteekent het eindeloos en zinne loos uitrekken van het elastiek van hot schrijfvermogen Ziet daar nu rechtstreeks mijn bezwaar tegen Ilclman's kolos. liet bezwaar is hier- I in gelegen, dat het innerlijk organisme van I het hoek niet aan den uitcrlijken omvang I beantwoordt. Dc- lezers kennen of kennen niet: liet mo Izaïek van motieven, dat in dit boek ligt uitgespreid. Hot boek vangt aan met een I soort Robinson Crusoe-gcschiedenis, een ge. schiedenis van drie kinderen, dlc bij 1 scheepsongeval \an een schip gered zijn, e hun leven hebben kunnen hergen op een paradijselijk eiland in den Indischen Oceaan. Die drie kinderen, twee jongens en een meisjo, leven daar vrij ongestoord hu natuurbestaan uit, totdat er een Spanjaard komt, die eveneens schipbreuk lijdt en oen tijdlang de eenzaamheid van hei tropische eiland met de kinderen deelt. Hij tracht de kinderen op te voeden in een afwisselende stemming van strengheid en gemoedelijk hoid, maar ten slotte komt het toch tot een conflict tusschen den Spanjaard en dc kin deren, bij welk conflict Manuel, dc Span jaard, één van de drie kinderen,den klei nen Jan, met een steenworp treft, waardoor den jongen een der armen voor goed wordt verlamd. Na deze eiland-idylle, zonder „happy end", vergezellen wij Manuel naar Spanje, zijn vaderland, nadat op het voor den schl'lj ver juiste oogenblik een Engclsch schip aan den horizont, is verschenen, om hem op te pikkcu. Ilij laat de kinderen achter op liet eiland, maar als hij in zijn vaderland terug is gaat hem een lievige* wroeging kwellen om wat hij heeft misdag, de kinderen den terugkeer tot de geordende samenleving to hebben afgesloten en hoven- dien den kleinen Jun voor zijn leven ongelukkig te hebben gemaakt. Die wroe ging wordt versterkt door het eigen aaardigc huwelijk, dat hij sluit met de Spaansche vrouw, Lola, die dochter is uit een familie van zelfmoordenaars, en die nu geen moeder w ïl worden, omdat zij daar mee wederom aan haar kinderen den doem zal opleggen van de vernietiging. Zij wordt tóch Moeder, maar het jongetj is mismaakt, het heeft... een lammen arm, Het is maar heel goed dat Onze Lieve Heer liet knaapje vroeg tot zich neemt, en het is ons (en den schrijver?) min of meer een op luchting, dat de droefgeestige moeder op tijd sterft, want nu kan er een vroolijl» en avontuurlijk gedeelte van het verhaal beginnen: de ontdekkingstocht van een rij ken iSngelschman, bevriend met Manuel die het geheimzinnige eiland, waar de drie kinderen zijn achtergebleven, zal trachten op te sporen, en die dan daardoor meteen zal probeeren aan de wroeging van Manuel mot den. common sense, die den Engelsclien eigen is, een einde io maken. Ilct reisgezel schap vindt. de.verlaten kinderen, en brengt ze haar Europa terug, en dan wordt ons de verdere levensgeschiedenis van die kinde ren geteekond. Dc eene, liet meisje, wordt, na een kort, maar duf en onplezierig sa menwonen met een ouden Hollandschen planter die zich als haar Vader aanmeldt, in Engeland opgevoed,- en komt later Spanje te land. Dc andci\ Karei, wordt door den Engelsclien Lord grootgebracht,, en ontpopt zich als een stevig technicus, de derde, do jongen met de lamme arm, ont vlucht bij de aankomst van het schip in de haven en wordt communist. Dc Sovjets kiezen hem uit voor hun huitcnlaiidsche propaganda, en hij eindigt zijn leven met een moordaanslag op een Spaanschen Mi nister. waarna een kogel van een gendarme hem van zijn noodlottig bestaan bevrijdt, Aan het eind van liet boek, wanneer Jan vlucht voor de justitie en politie die hem op do hielen zitten, geeft dc schrijver nog even gelegenheid aan Manuel om boete te doen voor zijn kvvndo gedraging jegens Jan. Hij helpt hem ontvluchten, en hij verbergt hem in zijn eigen huis. Tevergeefs. De politie weet de schuilplaats te vinden, on oen der gendarmes schiet den achtervolgde neer De lezer begrijpt, dat ik in bovenstaande weergave alleen maar hel. noodzakelijkste van het noodzakelijkste vermeldde. Er zou den nog drie letterkundige kronieken kun nen geschreven worden, wilde men alle hij motieven recht doen. Maar ik gaf alleen iets van den inhoud weer, om een houvast tc hebben voor mijn kritiek. Welke is de hoofdvoorwaarde voor een goed boek? Dut er één gedachte in ligt uit gesproken, die volkomen is uitgewerkt. Eén motief, één leven van een mensch of van een familie. In dit boek van Helman kriewelen de mo tievcn als wormen door clkaêr. Men kan telkens opnieuw bewondering koesteren voor de origincele visie, voor de fantasie, voor de vindingrijkheid van den schrijver, maar geen zijner gedachten is uitgewerkt. Voorbeelden: Hoe zullen drie jonge men schcn. die hun knapen- en meisjesjaren in de wildernis hebben doorgebracht reagce- ren, wanneor zij weer in de geordende samenleving zijn teruggekeerd? Het boek laat dat niet duidelijk zien. Ilct spoor van de wildernis raakt verloren. Tweede voorbeeld: Het motief der wroeging van Manuel is een voor Manuel's na tuur kategorisch motief. Dio wroeging, welke de schrijver zeer juist verbindt met hot wroegingsmotief in Manuels vrouw en do geteekendheid van zijn kind, verdampt en vervaagt ook al weer. En zoo verdampt en vervaagt alles in dit hoek. liet is vol stronken, vol belangrijke aanvangsmotieven, maar niets is doorgewerkt en ten einde ge dacht. Dit is een hoek in het platte vlak, een idndolooze legkaart van Helman's filo sofieën en droomcrijon. Geen boek dat (ik denk aan van Dcyssel's porstulaat): als een man op ons afkomt! En dat allemaal, heel doze verknoeiing van oen der merkwaardigste talenten uit onze heele literatuur, omdat Ina Bou- dier Bakker het eenmaal in het hoofd ge haald heeft en terécht in het hoofd ge haald, want de omvang van h&fcr boek was in overeenstemming mot de psychische spanning om een eindeloozen roman de wereld in te sturen. Nu meenen de uitge vers en dc schrijvers in hun gevolg, dat het publiek boeken zal gaan koopen als ze maar goed lang zijn. KANTOORBOEKHANDEL Langestraat 84 Telefoon 528 Telefoon 281 DROGISTERIJ „DE GAPER" JULIANAPLEIN 3, Amersfoort. TELEFOON 1681 Hebt U al eens kennis gemaakt met Schrijven is iets anders dan dat een talentvol geestig, fantastisch schrijver zijn pen op papier zet cn gaat componeeren. Achter een bock behoort een onmiddellijke noodzuak te staan. Dat weet Helman óók wel, en zijn geweten hooft óók wel gespro ken, anders had hij zijn hoek niet van zoo uitgebreide commentaren voorzien! ,In de droge skiles heb ik mij den duurloop een beetje anders voorgesteld."

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 14