ONS SUCCES IS
UW SUCCES
STOOMWASSCHERIJ
DE KOLK
WAAROM ANNEKE NIET NAAR
HET GECOSTUMEERDE
IJSFEEST GING
HET POESENFEEST
TOCH SCHAATSEN
RIJDEN!
MACHINALE OPMAAKWASCH
KASTK LAAR
KRAAKHELDER
♦GOEDKOOP
F. VAN HOFWEGEN
BLEEKERSTRAAT 37 TELEFOON 015
Hulsko heeft
slechts één kwa
liteit! HuUko's
ink off ie. een heerlijke>
geurige, betere koffie! Voor
een zeer lagen prijs: 25 cent
per half pond. In gepaten
teerde luchtdichte verpak
king. Vraagt Uw winkeliccJ
De koffie waar PIT in zit!
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD#
(Slot).
Toon de drio Vermeertjes Vrijdagmor
gen wakker werden met het gevoel „er is
iets prettigs!" had Moeder reeds van aller
lei gedaan aan bun pakjes voor het ge-
costumeerde ijsfeest en ook onder school
tijd schoot zij prachtig op, zoodat niemand
dan ook hang was, dat alles niet op tijd
klaar zou zijn.
Gelukkig zag het er ook niet naar uit,
dat het zou gaan dooien. Integendeel: de
vorst nam zelfs nog iets toe.
Zaterdagmorgen aan het ontbijt stelden
'Anneke, Paul en Loek zich dan ook niet
anders voor, of zij zouden dien avond met
hun drieën naar het gecostumeerde ijsfeest
gaan. In hun gedachten wonnen ze natuur
lijk alle drie een prijs voor het mooiste of
meest origiueele costuum. 't Was een heele
toer geweest: den vorigen dag op school
er met niemand over te spreken, maar het
was hun gelukt en zij zouden zich ook
dien morgen goed houden.
Even later werd de post binnengebracht:
oen weekblad, eenig drukwerk en een brief
van Tante Jenny voor Moeder. Onder het
lezen keek Moeder ernstig. Vader en An
neke zagen dadelijk, dat er iets „was".
Jaap en Loek waren te veel in hun boter
ham en de voorpret van hot ijsfeest ver
diept om iets bijzonders op te merken.
Eindelijk zei Moeder:
„Tante Jenny schrijft, dat haar zuster,
die op het oogenblik voor de wintersport
in Zwitserland is, een been gebroken heeft
en haar telegrafeerde over te komen. En
daar Tante maar alleen is met Miek en
Anna, haar oude, vertrouwde dienstbode,
heeft zij besloten te gaan. Miek vindt het
natuurlijk erg saai alleen hij^nna te blij
ven, doch daar zij nog maar kort in hun
nieuwe woonplaats wonen, heeft zij er geen
kennissen om te gaan logceren. En bij ons
komen kan zij natuurlijk niet om de
school. Maar nu vraagt Tante, of ze van
Zaterdagmiddag tot Zondagavond bij ons
komen mag."
„Hoera!" riep Paul uit. „Hoe meer zie
len, hoe meer vreugd!"
„Leuk, dan kan ze naar het ijsfeest
komen kijken!" zei Loek.
Alleen Anneke zweeg. „Leuk om naar het
ijsfeest te kijken?!" klonk het in haar
hoofdje.
Even later gingen zij naar school en toen
ze om twaalf uur thuis kwamen, behoefde
er aan hun pakjes nog slechts de aller
laatste hand gelegd te worden.
Tegen half vier gingen de meisjes naar
de tram, die hun nichtje Miek uit het
naburige dorp zou meebrengen. Reeds vóór
do tram stilstond, was het een gezwaai en
gewuif en na een hartelijke begroeting
stapte het drietal druk babbelend naar
huis. Paul was in geen velden of wegen te
zien, want al kon hij het altijd opperbest
vinden met zijn nichtje, dat nagenoeg even
oud was als hij, hij vond het toch niet
noodig haar tegemoet te gaan. Binnenshuis
zouden zij elkaar wel zien.
Spoedig na de begroeting liet Mevrouw
Vermeer Miek do drie costuums zien, die
nu heelemaal klaar waren. Het drietal ver
kleedde zich en Miek was één-en-al be
wondering.
Toch zag Anneko maar al te goed, dat
Mieks bewondering niet geheel onverdeeld
was. Haar nichtje vond de pakjes vooral
dat der Ijskoningin heel mooi, maar.,
wat zou ook zij dolgraag aan het gecostu
meerde ijsfeest hebben meegedaan! Was
het niet net iets uit een sprookje?! 't Was
jammer, erg jammer, dat zij alleen maar
er naar k ij k e n mochtmaar nee, ja-
loersch mocht ze niet zijn en ze deed wer
kelijk haar best de pakjes zoo onbevangen
mogelijk te bewonderen.
Mevrouw Vermeer zag wel, wat er in
Miek omging, maar.,4 waar haalde zij zoo
De pocsenma is jarig! 1-Icusch!
In 't poesenhuis is feest!
Neen, nooit nog is er zóó'n plezier,
Zoo'n vroolijkheid geweest!
De poesjes uit de heele buurt.
Die komen feel'citeeren!
En niet alleen dc dames, hoor!
Er komen ook wel heeren!
Dc dames drinken allen thee
En smullen in een taartje!
De heeren, stel je even voor,
Die rooken een sigaartje!
(Nadruk verboden).
De poesenina. die jarig is,
Is o, zoo in haar nppjes!
Je kunt liet. duid'lijk merken, hoor!
Want telkens geeft ze kopjes!
't Is wcrk'lijk zoo'n gezellig feest*
Er wordt geducht gesprongen!
Eu soms ter eer van pocsonnm
Een vroolijk lied gezongen!
Doch t allermooiste komt hel laatst
Al klinkt 't misschien wat mal -
Maar toch is 't waar: de pocsenma
Geeft tot besluit een hal
En alle poesjes, wit en Zwart,
Die zwieren nu in 'l rond
Of zetten met veel deftigheid
Hun pootjes op den grond!
Dan, ei lid '1 ij k is de pret gedaan!
't Is bijna middernacht!
De gasten worden door papa
Beleefd naar huis gebracht!
Nu keert er in het poesenhuis
Weer kalmte, rust en vreé.
Zeg, als er weer zoo'n feestje is.
Gaan jullie dan eens mee?
R WINKEL.
gauw nog een pakje vandaan? Dat behoor
de immers lot dc onmogelijkheden! En zij
nam zich voor: Miek een zoo prettig moge
lijk week-end te verschaffen, ook al zou zij
dan niet aan den gecostumeerdcn wedstrijd
kunnen meedoen.
Dien middag werd er vroeger dan ge
woonlijk gegeten en de jeugd babbelde zóó
druk, dat de tafel gedekt moest worden
vóór zij het wisten. Dit was Annekc's werk
en zij ging dus op een wenk van Moeder
aan den gang.
Maar Moeders oudste scheen vandaag
haar hoofdje er niet bij te hebben. Zij ver
giste zich een paar maal bij het uitdeelen
van servetten en eetgerei en had zóó lang
werk, dat Moeder eens om een hoekje
kwam kijken.
En daar stond Anneke iu gedachten ver
zonken. Zij scheen een strijd met zichzclve
te voeren, een strijd, welke nog niet tot een
oplossing gekomen was. Aan den éénen
kant was daar het beelderige pakje, waar
in zij de Sneeuwkoniugin zou voorstellen.
Reeds zag zij zich=dve op de spiegelgladde
baan, die feestelijk verlicht zou zijn. Aan
den anderen kant zag zij haar nichtje, wier
Moeder ver weg was en dat naar het ijs
feest zou mogen k ij k o n. Anneke had erg
medelijden met haar, zóó erg, dat... zij
op eens een besluit nam en tegen Moeder
zei:
„Moes, mag Miek in mijn costuum gaan?
't Is zoo zielig voor haar. alleen to k ij
k e n."
„En jij dan, kindje?" vroeg Moeder. „Wil
jij dan wel alleen maar kijken?!"
„Ik doe het immers vrijwillig. Moes
en... ik heb u toch!"
Moeder begreep wel, wat Anneke bedoel
de en zei:
„Doe precies, zooals je hartje je ingeeft,
lieveling!"
In het volgend oogenblik stormde An
neke naar boven, waar Miek met de an
deren was om het nieuwe Verkade-album
te bekijken.
„Miek!" riep ze vroolijk. „Een verras
sing! Jij bent vanavond de Sneeuwkoningin
We zijn toch even groot en even dik."
Eén oogenblik keek Miek heel verbaasd.
maar toen Anneke vroeg, of ze mee naar
haar kamer ging. volgde Miek haar onmid
dellijk. In een ommezien was zij in de
Sneeuwkoningin herschapen en toen zij in
den spiegel bóven dc waschtafel keek, riep
zij stralend uit*.
„O, wat eenig! Wat dol! Wat is "t een
mooi pakje!"
Anneke genoot van Mieks blijdschap en
had geen spijt van haar besluit.
Wel riep Miek in het volgend oogenblik
op vragenden toon uit.
„En jij dan. Anneke?
„Ik ga kijken," antwoordde het oudste
der Vermeertjes, als gold het de meest
natuurlijke zaak der wereld.
Nu keek Miek haar nichtje toch een
oogenblik sprakeloos aan. Daarna nam zij
echter, met de gemakkelijkheid van eenig
en min of meer verwend kind, dankbaar
aan, wat haar geboden werd.
„Je bent een schat!" zei zc, terwijl ze
Anneke een zoen gaf.
Toen weiden ze geroepen om to eten.
Moeder knikte haar oudst© aan tafel
eens toe. Paul had gelijk; Anneke bezat
werkelijk een apart zintuig, waarmee zij
dingen ontdekte, welke anderen ontgingen.
Dien avond liep de verkleedpartij uitste
kend van stapel. Allen ook Anneke
genoten van dc voorpret, doch toen zij op
het punt waren naar het ijsfeest te gaan
en even wachtten op Moeder, die nog hoven
was, had deze het ongeluk zich een trede
te vergissen en... deed zij haar voet erge
pijn.
Wat nu?
Allen keken angstig naar Moeder, die wel
beweerde, dat het niets was, maar toch heel
moeilijk loopen kon.
„Ik blijf thuisl" zei zij glimlachend.
Wat een teleurstelling op eens! Moeder,
die zoo hard aan de pakjes gewerkt had,
zou thuisblijven en niets van het gecostu
meerde ijsfeest zien! Wat vreeselijk jam
mer was dat nu!
„Gaan jullie alsjeblieft!' zei Moeder.
,,'t Is hcusch niets!"
Anneke hielp Moeder bij liet afdoen van
haar hoed en mantel en samen met Vader
bracht ze Moeder naar den divan.
„Ik lig hier als een vorstin!" zei Moeder
en ging met een commando-stem voort:
„En nu allemaal één-twee-drie naar het
ijs! 't Is hoog tijd!"
„Ik blijf lekker thuis!" liep Anneko uit.
terwijl ze haar mantel uittrok.
N'a eenig overreden zwichtte Moeder voor
het aanbod en gingen dc anderen op weg.
't Was werkelijk hoog lijd!
Anneke zette thee en spoedig bleek, dat
Moeder inderdaad niets mankeerde.
Inlussehcn waren Vader en de anderen
bij de ijsbaan gekomen, 't Was er een druk
le van belang en 't krioelde er van aardige
pakjes. Weldra begon dc wedstrijd. El
waren heel wat toeschouwers en men kon
menigen kreet van bewondering lioorcn.
Natuurlijk trokken de costuums van Miek
Lock en Paul de algemcene aandacht.
Vroolijk klonk de muziek en het was
éeii-en-al jolijt op de baan. Sommigen reden
in paren, anderen legden alleen een baantje
af Ze moesten verscheiden keeren rond
rijden en ïangs de juryleden komen, vóór
deze een beslissing nemen konden.
Eindelijk maakten de versterkers bekend,
dat de prijzen uitgedeeld zouden worden,
Menig hartje klopte Vol verwachting bij
do mogelijkheid, dat hij of zij een prijs zou
winnen en Miek, Lock, en Paul behoor
den alle drie tot de gelukkigen!
Miek kreeg een groote doos Droste flik
ken (zoo een .je van een kilo inhoud!) voor
hot mooistn pakje, Paul won den eersten
prijs voor het origineelste jongenscostuum
en Loek voor het meisjes dito. Deze prijzen
bestonden elk uit een boek.
Opgetogen kwam het drietal met Vader
thuis. Wat waren zc blij Moeder weer
haar gewonen stoel te zien zitten!
„Alsjeblief, Tante," zei Miek edelmoedig,
„U mag den prijs hebben!"
„Nee, nee, kindje, die is voor jou!" weer
de Tante af. „Maar je mag ons wel eens
presenteeren."
Miek deelde royaal van haar flikken uit.
Natuurlijk moesten Moeder en Anneke
ook de boeken bewonderen.
„En we hebben d' eersten prijs gewonnen,
hiep, hiep, hoera!" zette Paul ir>
Het was een gezellig en goed besluit varf
den heerlijken avond en 't werd laat, vóór
dc jeugd onder de wol lag, maar den vol-*
genden morgen konden ze immers uitsla
pen!
(Nadruk verboden).
,,'i Heeft gevroren, vast!" riep Henk#
sprong uit z'n bed en trok de gordijnen
open. „Ja, hoor, de ruiten staan vol Ijs
bloemen."
IIcnk ademde tegen de ijsruit en kreeg
zoo een dooigaatje, waardoor hij zien kon.
„Heeft 't gesneeuwd ook?" vroeg Jaap#
die overeind was gekomen in zijn bed.
„Nee. Niet alles te gelijk. Ben Je! Laat
er eerst maar eens een flinke koek ijs bak
ken. Ik ga me meteen aankleeden."
Buiten rolde een vrachtauto door do
straat.
„Wat klinkt dat hol, hè," merkte Jaap op,
die nu ook uit bed gekomen was.
Veelbelovend," vond Ilenk en liet den
bak van dc vaste waschtafel volloopen.
,,"t Water is zoo zalig koud," riep hij*
toen hij zich aan 't wasschcn ging.
Henk was gauw klaar en liep direct:
naar den zolder om z'n schaatsen op te
zoeken. Daar hingen ze, allemaal naast
elkaar aan een paar spijkers in het schuine
dak.
„Zal ik jouwe ook meebrengen, Jaap?*'
iep Henk naar beneden.
„Wat?"
„Je schaatsen
„Ja, graag."
Even later was Henk weer terug.
„Geen sikkepit geroest," prees hij, ter
wijl hij de ijzers bekeek. Hij zette zijn voet
op één van zijn schaatsen.
,Ze passen me net nog," glunderde hij#
„Kom, ga je gauw mee kijken, of er ijs op
de sloot ligt?"
„Ja, ik kom zoo."
„Hè, wat ben je tóch saai vanmorgen,"
merkte Henk op. „Heb jo nog slaap?"
„Neon, ik heb 't koud."
„Koukleum. Als je buiten bent, voel j<5
er niets meer van."
Henk slipte de deur uit. toen de melk
boer geholpen werd. Jaap volgde weldra
cn opgewonden kwamen ze terug, toen de
familie zich juist aan dc ontbijttafel zette#
„Een steen gaat er al niet meer door,'*
juichte Jaap.
„En er liep al een hondje over," voegde
Jaap er aan loc.
De weg naar school werd één geglij over.
alle bevroren plasjes. En een pas ge
schrobde stoep was reeds in een glijbaan
veranderd. Toen de zon doorkwam, ver
dween 't ijs weel', maar 's nachts vroor "t
opnieuw flink. Kleine jongens waagden zich'
al op 't ijs van de slootcn. 's Zaterdagsmid
dags zouden ze stellig kunnen rijden. Henk
en Jaap hadden hun schaatsen al uit het
vet gehaald.
Maar toen Jaap 's Zaterdagsmorgens be
neden kwam, zei moeder: „Wal zie jij er
vreemd uil!"
Jaap had een dik, rood gezicht
„Ileb je kiespijn?" vroeg vader.
„Neen, m'n hals doet pijn, op zij. Al ceiï
paar dagen," vertelde Jaap.
„Je hebt de bof," besliste moeder. Ze voel
de zijn pols. „Je hebt koorts ook. Je moet
thuis blijven."
Dat was wat voor den jongen: in huis
blijven, nu er voor 't eerst schaatsen ge
reden werd!
De dokter kwam. Ja, 't was bof. En Jaap
moest in bed met een warmen doek om
Zijn hoofd.
„Zou 't lang duren, dokter?" informeerde
do patiënt.
„O, jij denkt aan t ijs, hè, jongetje," lacli«
te de geneesheer. „Met een paar dagen!
ben je er af. Als je je gezicht maar ferm
warm houdt."
's Zondags was do koorts minder, maaf
het gezicht nog even dik.
En toen kwam grootvader. Met de bus
van Veenendaal, want Opa woonde bulten#
sJonge, jonge, wat zio ik nou?" zei de