J.A. SCHOTERMAN Zn.
ST. EMIL/ON
1928
DE „VERHUIZERS" VERTELLEN
ZIJ ONTKENNEN
ELKE INBRAAK
„Als ik alles geweten had
WIJNHANDEL
GEVESTIGD 1878 - UTR.STR. 17
TEL. 145
per flesch f 1.45, per anker f 58.
HET TEGENGAAN VAN
LINTBEBOUWING
DE WERKLOOSHEID DAALT
HUMORHOEKJE
'XY-ENRODB*ZAAK
1 er zoek om invrijheidstelling in dit
stadium van het proces
geweigerd
(Vervolg).
Onnes' financleele toestand.
Op een desbetreffende vraag deelt verdachte
Koning nog mede, dat een zijner vrienden
hem had medegedeeld, «lat Onnes er „weer
geheel bovenop" was. En verdachte heeft
niet den indruk van het tegendeel gelere
gen. Juist omdat Onnes weer geld zou heb
ben, is verdachte naar hem toe gegaan voor
een financieringskwestie.
President: „Onnes had dus wel de over
tuiging^ dat hij u een'dergelijk voorstel nis
liet onderhavige, kop doen?"
Verdach te: „Kon toevertrouwen,
llij wist. dut ik nooit praatte."
President: „Is dit nu alles de waarheid,
wat u liccft verteld?"
Verdachte: „Ik zou haast zeggen: helaas
jii meneer de president."
Président: „Dus alles is van Onnes uit
gegaan?"
Verdachte: „Dacht u dan, dat alles van
mij had kunnen uitgaan?"
De officier van justitie: „U heeft geen
scrupules gemaakt. Kwam dat omdat
eenigo haat had tegen assuradeuren?"
Verdachte: „Ik heb in den loop van de
jaren zooveel ervaringen met die heeren
opgedaan, dat ik dit alles uit sportief
oogpunt heb beschouwd, om in mijn vuistje
te lachen, als het zou lukken.
Do president schorst thans de behande
ling van deze zauk tot Donderdag a.s. te
10 uur.
DE ZAAK WITBRAAD.
Voeging der zaken gevraagd,
Dan wordt binnengeleid do verdachte
C. C._J. VVJtbraad.
Do dagvaarding wordt niet voorgelezen,
-■i-tiigczien noch verdachte, noch dc verde
diger, mr. Loch, daarop prijssnellen,
Mr. Locb maakt vervolgens bezwaar de
gen/hotgesplitst-aanbrengen van al dezo
zaken,, vyaariloor. de verdedigers z£er wói::
den -gehandicapt. ïn de vorige zadk had
spreker eenige vragen willen stellen, maar
liij mocht dat niet, omdat hij geen ver
dediger in die zaak was. Naar sprekers
inzicht zijn het hier zelfs geen verwante
zaken, doch is het één oplichtingszauk.
Pleiter verzoekt dun ook voeging van de
zaken.
Do officier van justitie, mr. van Dullc-
m'cn, betoogt, dat het in dit geval niet an
ders kan, dun gesplitste behandeling, om
dat. liet noodig is, dut de verschillende
verdachten als getuigen tegen elkaar moe
ten wórden gehoord, b.v. Onnes tegen Ko
ning, Koning tegen Witbraad, en omge
keerd, om tot volledige klaarheid te ko
men.
De rechtbank begeeft zich in raadkamer.
Na heropening der zitting deelt de pre
sident mede, dut de rechtbank geen ter
men aanwezig heeft kunnen
vinden, om aan het verzoek
van don verdediger to vol
doe n.
Dc zaken blijven dus gescheiden.
Witbraad wordt gehoord.
Verdachte Witbraad deelt mede, dat hij
liet eerst van Koning hoorde-, dat „een
kasteelheer wilde, dat er watschilderijen
bij hem zouden worden weggehaald". Ko
ning kon dut zelf niet doen (want bij
hoestte."-en dan zou men hem hooren) en
vcrdachto liet hem in den waan, dat hij
(verdachte) het zelf dan zou doen, hccle-
mual alleen. Verdachte heeft tegen Koning
gezegd: ,,'t Komt in orde!', maar luj ho-
dankto 'ervoor, om met den kasteelheer in
relatie to komen. 111j vond, toen de zaak
in kruiken en kannen was, dat hij hulp
noodig had, en heeft zich toen In verbin
ding gesteld met Moes Gerritsen en Bie
ding. Op dat moment wist verdachte, dat
liet Nijênrode betrof. Mees beweerde, dat
liij er geen tijd voor had, en verwees ver
dachte naar Blosing, rnct wien hij ook ver
der te makcii had. Van Koning kreeg hij
mededecling, wat er allemaal weggehaald
moest Worden, en hoe mon in het kasteel
kon komen; daartoe hem con situatietee-
keiiing, en een mes mot een champagne-
haak eraan. Daaraan had Biesing genoeg,
«•u nadien heeft verdachte zich er niet meer
mee bemoeid; Biesing knapte verder dc
zaak op.
Verdachte betoogt voorts, dat naar zijne
mccning Koning wel geld van Onnes voor
zijn bemiddelende rol heeft geluid. Maar of
liet 1000, of 1500 is geweest, dat weet.
hij niet. IIIj ontkent, geweten te hebben, dat
het „om do vcrzckeringsdubbeltjcs te doen
was. Hij snapte dat pas, toen de zaak in'de
kranten stond; vóór dien dacht hij niet an
ders dan „dat die vent van Nijcnrodo bonje
had met zijn vrouw'(Gcluch)
President: „U dacht dus. dat het ging om
Tiet onttrekken van goederen aan een be
slag?"
Verdachte: „Ja, dat gebeurt toch wel
meer". Ook hij erkent, dat er geen termijn
was gesteld, waarbinnen de boel moest wor
den weggehaald. En wat weggehaald werd,
moest voorloopig worden Opgeborgen. Bie
sing, Mees, Koning en verdachte zouden
alle 4000 krijgen. Maar met do „verliu
xjers liec/t verdachte vorder niets meer
maken gehad. Die konden het best alleen af.
President: „Vonden ze dc zaak niet zeer
eenvoudig?"
Verdachte: „T c ocnvoudig" (gelach). Hij
wist niet, zegt hij. wie do boel zou wegha
len. Biesing zei tegen verdacht© hetzelfde,
wat verdachte legen Koning had gezegd
,,'t Komt in orde".
President: „Heeft Koning uitgelegd, dat
T om een gefingeerde inbraak ging?"
Verdachte: „Ik dacht niet anders, of de
boel moest weg oni een beslag te vooiko
men. Wat men er later van gemaakt heeft,
daar heb ik niets mee tc maken."
Officier van justitie: „Voor den rechter
commissaris heeft u toch verklaard te we
ten. dat het oin de veizckeringspcnningen
ging."
Verdachte: „Toen was ik nog in hot sta
dlirni, dat ik Onnes gruag wilde drukken. Jk
was toen kwaad. Want u zult ook wel
weten, dat ik or geen cent van heb gehad,
toch vlieg ik erin. Daarover was ik
kwaad."
Officier: „Het verhaal van liet crediteuren-
beslag, dal u vermoedde, heeft u bij den
rcchtcr-commissaris niet gedaan. Daar
komt u nu pas mee."
Verdachte merkt in het verdere verhoor
op. dat Blesing licel goed wist waarom het
ging."
De officier: „Om dc assurantiepenningen.'
Dc verdachte: ,.Dut zeg ik niet. Dat maakt
u ervan. Ik bedoel, dat Blesing besefte, du
llij do schilderijen zou hebben, als Onnes
eens niet bctualdc.
Officier: „Maar voor den rcchtcr-commis
saris hebt u toch verklaard, dat u het wel
hebben moest tegenover Blesing over dc
assurantiepenningen, omdat die precies
Weten wilde, waarom het ging."
Verdachte zegt, desgevraagd, niet zeker
to weten, of Koning ook 4000 belooning
heeft gehad. Er was 12.000 beschikbaar en
verdachte meende niet anders, af zij zou
den dat bedrug met z'n vieren dcclcn: hij
zelf, Koning, Blesing en Mees.
Te kwart voor één wordt de zitting ge
schorst tot tien minuten voor 2 uur.
De middagzitting.
Dc zJt.ng wordt tc twee uur heropend,
liet verhoor van verdachte Witbraad
wordt voortgezet.
De president wijst hem er op, dat hij
tóch wöl degelijk in dc instructie verklaard
sïich bewust te zijn geweest, dat het om de
yerzekeringepenningen ging.
Vcrdachto: „Op den dog, waarop ik dat
Verklaarde, wel, maar ik heb daarover mot
Koning nooit gesproken."
Vervolgens worden ccnfgc getuigen in
deze zaak lieeedigcl'.
liet onderzoek in deze zaak wordt dan
geschorst tot Donderdag a.*
DE
ZAAK MAAG, VAN BINSBERGEN
EN GROTJOHAN.
Aan Je orde is dan de zaak tegen de ver
dachten Maag, Van Binsbergen en Grot-
johan, allen „zware jongens". De verdach
ten nemen in de beklaagdenbank plaatsen
worden aanstonds door 'den president aan
ceii verhoor onderworpen, daar de dagvaar
ding niet wordt voorgelezen.
Verdachte Maag verklaart, dan Van
Binsbergen bij hem is gekomen met een
verhaal, dat hij „zes rooien" kon verdienen
(is zes bankjes van duizend gulden), waar
mee, dat wist van B. zelf niet.
Met Zijn beiden zijn ze toen naar Blesing
egaaii. die hun nadere medcdcclingcn
deed. Kr was een „dingotjo waaraan een
hoop geld zal'
President: „Deed Blesing toen niet het
verhaal, dat een kasteelheer wat wegge
haald wilde hebben?
Verdachte: ..Ja, in dien geest." (Gelach),
n'den loop van het gesprek bleek, dat het
iet ging om /G000, maar flat dc belooning
heel wat kleiner was. Aanvunkclijk ver
telde Mees en ook Blesing niet, waarom het
gjng.
President: „Toen heeft u in dc keuken
een gesprek afgeluisterd bij Blesing aan
huis tussclien dozen en Witbraad?"
Verdachte: „Precies, u weel het nog be
ter dan ik.
Het blijkt, dat verdachte uit dut afge
luisterde gesprek op de hoogte kwum flat
hot om Nycnrode ging. Kr werd echter niet
over Onnes gesproken, maar over de
graaf'.
Verdachte heeft een tcckening gezien,
aaruft men kon zien, hoe men bij liet kas-
ol kon komen. Zelf heeft verdachte die
leckening nooit gehad Blesing had haar
zijn bezit In ieder geval, de drie ver
lichten kregen precies hun instructies wat
moest gebeuren, hoe. en hoe laat
Verdachte* desbetreffende verklaringen
komen geheel overeen mot die der vorige
rdachten en moesten miniaturen, schil-
fori jen en goud en zilver worden wegge
nomen en verdachte meende, dm ze daar
zes rooien voor zouden krijgen, maar er
nooit sprake geweest van oen vast be-
ag. Er werden telkens verschillende be
dragen genoemd ln ieder geval zouden zij,
de „verhuizers", .500 direct krijgen en dc
est naderhand. Die 500 hebben ze gehad.
De afspraak was, dat de schilderijen bij
Mees en Blesing zouden worden onderge
bracht Deze laatsten wisten er niets van
hu Haag en Van Binsbergen ook nog
■otjohan mee zouden brongen. I)at deden
op eigen initiatief. Grotjohun had er
eerst geen zin in, maar toen Haag en Van
Binsbergen hern mededeelden „dat er geen
misdrijf bij betrokken was", is hij meege
gaan.
Verdachte Maag vertelt vervolgens, hoe
het avontuur zich dien nacht heeft afge-
pceld. llij zelf ging met den trein naar
Breukclen, Binsbergen en Grotjohun per
motorfiets, Zij zijn de 'hoofdpoort van li
kasteel doorgegaan, hebben op de aangege
ven plaats twee ruitjes uitgesneden, door
liet ontstane gat liet raam geopend, cn
zijn toen gedrieën naar binnon geklommen,
Eenmaal binnen hebben ze eerst do gor
dijnen gesloten, en toen zijn ze aun den
arbeid getogen. De groote schilderijen, G in
getal, werden van de lijst ontdaan.
President: „Maakte liet dichtschuiven
van de gordijnen geen lawaai?"
Verdachte „Ja, zo waren loodzwaar.".
President: „Als u volgens uw gedachten
gewoon aan het stelen was geweest, zoudt
u dan het dichtschuiven niet gedurfd heb
ben?"
Verdachte: „Neen, dun hadden ze to veel
lawaai gemaakt."
liet meegenomen goed werd in een lusch
geladen, die Grotjohati bij zich had,
vervolgens zijn ze. weer met z'n drieën,
denzclfden weg terug gegaan, liet geopen
de raam hebben ze niet opnieuw gegren
deld. Na aankomst in Amsterdam is alles
eerst bij Maag opgeborgen, daarna bij
Grotjohun. Van dezen is do boel nuar Mees
Gerritsen gegaan, gepakt tusschen plan
ken.
President: „Weet u nog. wanneer
diefstal plaats vond?"
Verdachto Maag: „Van 29 Februari op
1 Maart. Maar 't was toch geen diefstal?
President: „Nou ja, verhuizing dan."
Het blijkt verder, dat Maag den volgen
den avond door do radio hoorde, dat er oen
inbraak was gepleegd, en dut de verzeke
ring 10.000 uitloofde. Dat was méér, dan
verdachte zou krijgen, cn toen is hij» te
meer, toen er geen geld kwam, op hoogo
beenen naar Mees gcloopcn, om te vragen,
hoe het nu eigenlijk zat.
Wanneer blijkt, dat vcrdachto terug komt
op zijn verklaringen in de instructie, leest
do griffier die verklaringen voor. Daaruit
blijkt, dat de drie verdachten oerst liet go
stolen goed bij zich wildon houden, omdat
cr geen gold kwam. Ze waren zelfs op liet
punt, om liet goud lo gaan „stuk maken",
toen het gerucht kwam dat het geld
aantocht was. Blesing zeidc tot hen, dat zij
het goed bij hem moesten brengen, want
als ik liet geld krijg, heb ik het goed niet.
Verdachte Maag vond dat logisch, en heeft
toen het goed op den zolder van Blesing op
geborgen, d.w.z. do schilderijen cn miniatu
ren, want de kostbaarheden waren vol
gens afspraak voor hem.
Officier van Justitie: „Wat waren uw ge
dachten over het feit, dat alles in den
nacht moest gebeuren?"
Verdachte: „Blesing heeft ons verleid,
dat het om een erfeniskwestie ging, er was
zelfs ccn rijke erfdochter in liet spel. Ik
heb toen nog gevraagd: „Moet ik baar 6oma
schaken9" Als ik geweten had, dat het
misdrijf was, was ik cr nooit aan begon
nen. Ik weet trouwens nu nog niet, dat ik
eeir misdrijf heb gepleegd. Ilad ik geweten,
dat die rijke heer op die paar centen van
de verzekering zat te wncht-én, dan zou ik
alles hebben meegenomen. Waarom zouden
wij dan maar een paar schilderijen moe-
nemen? >x-
Op oen vraag varv.Mr. Stokvis, verdediger
van Grotjohun, deelt Maag nog mede, dat
zij opdracht liaddriii om met dc schilderijen
zoo voorzichtig,mogelljk om tc gaan, omdat
ze terug moesten. Ook zegt verdachte nog,
dat er ruzie met Blesing is geweest over
liet feit, dat Grotjohun moe was geweest.
Daarna wordt verdachte van Binsbergen
door den president geboord. Zijn strafregis
ter is alles behalve blanco, hij heeft al heel
wat jaren in dc gevangenis doorgebracht,
evenals Maag. Grotjohun heeft slechts één
vonnis achter den rug.
Zijn verklaring voor den ïechlcrcommis
saris wordt door den griffier voorgelezen,
cn stemt ongeveer overeen met die van ver
dachte Maag.
Het blijkt, dat Blesing ben een soort
vrijgleide" had moegegeven, waarin stond,
dat zij vrijen toegang tot liet kasteel had
den, voor liet geval zij door liet personeel
zouden worden ontdekt, liet goud, dat mee
genomen was, hoeft Blesing van hen ge
kocht voor S00, welk bedrag door vijf
man gedeeld moést worden: deze drie ver
dachlen, Mees en Blesing.
Verdachte Binsbergen beeft in totaal een
bedrag van ongeveer 200U ontvangen, in
stukjes en beetjes.
Ook Grotjohun legt ccn verklaring in ge
lijken zin af, waarbij bij cr den nadruk op
legt, dat li ij niet,anders wist dan dat het
eerlijk werk" was. Hij vond het wel
reemd, dat de beide anderen zoo lung
[échtten mei bet weghalen, als er toch
zooveel aan to verdienen was. Maar Maag
n Binsbergen zeiden, dut zo liet zelf nog
iet v or trouwden. Eindelijk was allo wan-
ouwen verdwenen, cn zijn ze naar Breu-
olen gegaan. Geen moment heeft deze ver
dachto aan verzekeringsponningen ge
dacht. Want, cr was uitdrukkelijke itislruc-
dat de schilderijen niet mochten wor
den beschadigd, want ze moesten terug.
Nou, als je een verzekering gaat. oplichten,
dan laat je zulke schilderijen toch voorgoed
erdwijnen?" Toch, toen de terugtocht zou
orden aanvaard, kwam er weer eenig
untrouwen in vcrdachto op en hij heeft
toen op den grond van den sulon een
Duitsch geldstukje laten vallen, om de po
litie eventueel in dc waan te brengen, dat
Duitscliers waren geweest. Vordachtc
boorde der. volgenden middag, dat er in
braak was gepleegd. Hij is toen naar Maag
gegaan, en heeft gezegd: „Die zaak is toch
niet zui\ci' geweest. Jullie hebben me be
drogen."
Maag: „Juist."
De Officier lacht.
Maag: „U behoeft niet le lachen, want
liet is precies zoo."
De Officier: „Ik geloof liet graag."
Maag: „U gelooft liet niet, maar dun
moet u niet lachen."
Gotjohan zegt, dat hij zich absoluut mis
leid voelde, toen de radio sprak van „in
braak op Nycnrode", cn toen ook de beloof
de belooning achterwege bleef, er althans
véél minder kwam dan beloofd was. Hij
heeft eerst 100 ghad, dc „eerste uitkce-
ring", maar verder heeft hij niets willen
hebben, integendeel, getracht zich van
Maag cn Binsbergen te ontdoen. Toon hij
dc schilderijen naderhand aan Blesing af*
leverdo, ontving hij nog 2UU0, verminderd
met de opbrengst van liet goud. llij eindigt
niet do verzekering, dat hij slachtoffer van
misleiding is geweest, en zich volkomen
onschuldig veelt. Hij voelt zich speciaal
slachtoffer „van iemund in wien justitie cn
politie volkomen vertrouwen stelden." (Jo-
hanknegt).
De president wijst hen erop, dat clat on
juist is. Er is geen sprake van dat de justi
tie vertrouwen steldo in Johanknegt. Trou
wens, hij zit nu in voorarrest.
Verdachte neemt dat dan terug.
Rechter Mr. de Gaay Fortman: „Ik heb
van u begropen, dat u, nadat u zich mis
leid voelde, toch nog 2000 hebt opgestre
ken."
Verdachte: „Dat was mijn aandeel in dc
belooning van 10.000, die dc verzekering
had uitgeloofd voor do opsporing der schil
dcrljen. En ik heb altijd gezegd: geef dc
boel aan dc verzekering terug."
Invrijheidstelling van de ver
dachten gevraagd.
Mr. Banno Stokvis verzoekt daarna aan
dc rechtbank ontslag uit de preventieve
hechtenis van verdachte Grotjohan, omdat
hij aanneemt, dat deze van begin tot eind
te goeder trouw is geweest, en hij in dc
zaak ccn zeer bescheiden rol heeft gespeeld,
Mr. Frankenhuizen verzocht hetzelfde
ten voordecle van Maag, omdat deze z.i,
niet veroordeeld kan worden, Mr. Sclueu-
der hetzelfde voor Binsbergen.
Dc Officier, Mr. van Diillemcn, achtte het
verzoek praematuur, omdat in de zaken
van dezö verdachten nog niet eens do ge
tuigen zijn gehoord. 11ij adviseerde daarom
hoewel hij in principe bereid is liet ver
zoek der verdodiging to steunen tot niet
inwilliging op dit oogenblik van dit ver
zoek.
Na in raadkamer tc zijn geweest, besliste
dc rechtbank afw ijzend op liet verzoek
der verdediging in dezen stand van liet
proces; zij vvcnscht eerst de \erhooien der
getuigen of to wachten.
De behandeling- van deze zaak wordt
daarna geschorst tot Donderdag a.s. cn de
zitting gesloten.
De behandeling van-liet Nijénrotleprocos
wordt dus Donderdag u s.voortgezet. Dan
komen da getuigbnvQwliporen in d^: (hans
behandelde drie zaken aan de orde.
TWEEDE KAMER.
De Surinaamsche begrooting
Tot voorzitters der afdcclingen w erden be
noemd do hoeren Albarda, Schouten, Aal-
beree, Joekcs en Dc Geer en tot onder-voor
zitter dc hcoren Bierema, Kuiper. Vliegen,
Zijlstra en Snocck Henkemans.
Het voorstel Aalbcrso inzake wijziging
van het reglement van ordo zal morgen
worden bchandold.
liet wetsontwerp inzake coritingontocring
an nict-hout vormendo siergewassen wordt
z. li. st. goedgekourd
Het wetsontwerp inzake toekenning van
een renteloos voorschot van 3 Ion aan dc
N V. waterleiding Mij. Zccuwsch-Vlanndc
cn, wordt bestroden door den lieer van Dis
cn Duymaer van Twist, die ó.a. de godwon
gen aansluiting afkeurden.
Dc lieer van dor Wnerde n is voor
stander en wijst op de hygiënische belan
gen van een gocdo drinkwatervoorziening»
Dc heer 1' i 1 a n u s acht het voorstel zoo-
\vol hygiënisch als financieel aanvaardbaar
Minister Slotcmfikor de Bruine
verdedigt het ontwerp en zegt dat hot plan
in Ter neuzen met 8 togen 5, in Hulst mot
7 tegen 1. en in Axel mat algemccnc stem
men in den raad Is aanvaard.
Hot ontwerp wordt aangenomen met
tegen 8 stemmen.
Aan de orde is het wetsontwerp tot het
tegengaan van lintbebouwing langs Rijks
erkeerswogen.
Dc heer V ervoor n (Plattel: heeft be
waren tegen dit ontwerji, met name tegen
het verbod van uitwegen.
Dc hoer v a n (1 o r W a e r d e n (S.D.)
wijst op de zeer beperkte strékking van
het ontwerp, dat eigenlijk slechts een ver-
keerswetje is.
Dc lieer v a n R a p p a r d (lib.) wil de
schadeloosstelling zien bepaald door den
echter.
Dc heer van Voorst tot Voorst
(R.K.) is vóór schadevergoeding aan, dege
nen, aan wie geen uitweg zal worden toe
gestaan.
Minister K a 1 f f stelt zich voor om te
zijner tijd te komen met 'ieii algemeenc
erkeerswet. Spr. verdedigt de voorgestelde
wijze van schaderegeling; hoofdzaak is het
ermijden van uitwegen.
Een voorstel van den lieer Bon ga erts
(R.K.) om dc wet te noemen: verkeerswet
tegen lintbebouwing, neemt de minister
over.
Het ontwerp wordt met 74 tegen 7 stem
men aangenomen.
Bij liet ontwerp tot invoering van een
nieuwe veiligheidswet ontwikkelt de heer
K u p e rs (s.D.) eenigo bezwaren, mot name
tegen de uitsluiting der kleine bedrijven.
Minister Slo tem aker dc Bruine
antwoordt, dat ingeval-van iiilasscliing van
allo kleino bedrijven de arbeidsinspectie
een tc grooten omvang zou krijgen.
liet wetsontwerp wordt z. h. s. aangeno
men.
Bij de Surinaamsclie begrooting wijst de
heer Wes ter man (Nat. herstel) op de
jaarlijks terugkoerendc moeilijkheden bij
export cn landbouw in dat gewest. Aan de
moclianisatioprocvcn hecht hij weinig bc-
tee-keiiis en van de immigratie van IIol-
landscho landbouwers zijn geen bevredi
gende resultaten in dit tropische land te
verwachten.
De heer Rutgers (A.R.) prijst don vol-
liardingszin cn dc Oranjeliefde van de be
volking van Spriname.
Het wclvnartsproblecm in Suriname
schijnt niet te kunnen worden opgelost,
zoolang geen belangrijk exportartikel is ge
vonden. Van dc sinaasappel- en bananen-
cultuur is in Suriname wel het ccn en an
der lo verwachten.
De hoer v an Boet z e 1 a e r (C.II.) be
pleit bevordering v.an den kleinen land
bouw en van woningverbetering in Suri
name. Het z.g. welvaartsplan heeft alleen
theoretische waarde.
De vergadering wordt verdaagd.
'/.ij het dan slechts zeer
langzaam
De Directeur van den Rijksdienst der
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe
middeling deelt mede, dat dc werkloosheid
onder de 595.000 leden van ingcvolgo het
Werkloosheidsbesluit 1917 (gesubsidieerde
vcrecnigingcn in dé week 22 t.m. 27 Januari
1934 liCïft bedragen 34.2%. In dc vorige ver-
skigvvook (8 t.rn. 13 Januari bedroeg: het
percentage 34.5).
Het gemiddelde werkloosheidspercentage
•was"- in de maand Jailuari van de jaren
1930 t.m. 1934 als volgt-:
1930
1931
1932
1033
1931
10,8
19.6
28.7
37,6
34,3
Bij 1064 organen der openbare arbeidsbe
middeling stónden op 27 Januari 193-t in
totaal 409.160 werkzoekenden ingeschreven,
waaronder 392.374 mannen. Hiervan waren
werkloos 383.68G personen, waaronder
2.198 mannen.
Op 13 Januari 1934 bedroeg liet totaal
aantal ingesohreven werkzoekenden bij een
gelijk aantal organen -411.964. Hiervan wa
ren werkloos 387.400 personen, waaronder
370.019 mannen. Het aantal ingeschreven
werkzoekenden is derhalve sedert 13
Januari 1934 gedaald met 2804, liet aantal
wcrkloozen met 3720.
VACATURE J. B. WESTERDIJX
Door bedanken van den heer
Louwes komt de heer Otten
aan de beurt.
Naar het Ilbld. verneemt, zal dc heer S.
L. I.ouwcs. rogecringBCommissaris voor dc
uitvoering van de. Tarwcwct en de Crisis-
varkenswet, die op dc betreffende lijst de
opvolger is van wijlen den lieer J. B. Wes-
tc.rdijk, den door den dood van dezen vrijz.
dcm. senator opengekorncn zetel niet in
nemen; door het bedanken van den heer
louwes komt dan do heer J. M. L. Otton,
rijkslandbouwconsu 1 ent, aan de beurt.
/yj
Vreemdeling achter dc coulissen „Waar
ter wereld zijn die drie kerels mee bezig
Regisseur„O, die laten de feeën
koningin neer." (Humorist).