J.A. SCHOTERMAN Zn. ST. EMIL/ON 1928 DE „VERHUIZERS" VERTELLEN ZIJ ONTKENNEN ELKE INBRAAK „Als ik alles geweten had WIJNHANDEL GEVESTIGD 1878 - UTR.STR. 17 TEL. 145 per flesch f 1.45, per anker f 58. HET TEGENGAAN VAN LINTBEBOUWING DE WERKLOOSHEID DAALT HUMORHOEKJE 'XY-ENRODB*ZAAK 1 er zoek om invrijheidstelling in dit stadium van het proces geweigerd (Vervolg). Onnes' financleele toestand. Op een desbetreffende vraag deelt verdachte Koning nog mede, dat een zijner vrienden hem had medegedeeld, «lat Onnes er „weer geheel bovenop" was. En verdachte heeft niet den indruk van het tegendeel gelere gen. Juist omdat Onnes weer geld zou heb ben, is verdachte naar hem toe gegaan voor een financieringskwestie. President: „Onnes had dus wel de over tuiging^ dat hij u een'dergelijk voorstel nis liet onderhavige, kop doen?" Verdach te: „Kon toevertrouwen, llij wist. dut ik nooit praatte." President: „Is dit nu alles de waarheid, wat u liccft verteld?" Verdachte: „Ik zou haast zeggen: helaas jii meneer de president." Président: „Dus alles is van Onnes uit gegaan?" Verdachte: „Dacht u dan, dat alles van mij had kunnen uitgaan?" De officier van justitie: „U heeft geen scrupules gemaakt. Kwam dat omdat eenigo haat had tegen assuradeuren?" Verdachte: „Ik heb in den loop van de jaren zooveel ervaringen met die heeren opgedaan, dat ik dit alles uit sportief oogpunt heb beschouwd, om in mijn vuistje te lachen, als het zou lukken. Do president schorst thans de behande ling van deze zauk tot Donderdag a.s. te 10 uur. DE ZAAK WITBRAAD. Voeging der zaken gevraagd, Dan wordt binnengeleid do verdachte C. C._J. VVJtbraad. Do dagvaarding wordt niet voorgelezen, -■i-tiigczien noch verdachte, noch dc verde diger, mr. Loch, daarop prijssnellen, Mr. Locb maakt vervolgens bezwaar de gen/hotgesplitst-aanbrengen van al dezo zaken,, vyaariloor. de verdedigers z£er wói:: den -gehandicapt. ïn de vorige zadk had spreker eenige vragen willen stellen, maar liij mocht dat niet, omdat hij geen ver dediger in die zaak was. Naar sprekers inzicht zijn het hier zelfs geen verwante zaken, doch is het één oplichtingszauk. Pleiter verzoekt dun ook voeging van de zaken. Do officier van justitie, mr. van Dullc- m'cn, betoogt, dat het in dit geval niet an ders kan, dun gesplitste behandeling, om dat. liet noodig is, dut de verschillende verdachten als getuigen tegen elkaar moe ten wórden gehoord, b.v. Onnes tegen Ko ning, Koning tegen Witbraad, en omge keerd, om tot volledige klaarheid te ko men. De rechtbank begeeft zich in raadkamer. Na heropening der zitting deelt de pre sident mede, dut de rechtbank geen ter men aanwezig heeft kunnen vinden, om aan het verzoek van don verdediger to vol doe n. Dc zaken blijven dus gescheiden. Witbraad wordt gehoord. Verdachte Witbraad deelt mede, dat hij liet eerst van Koning hoorde-, dat „een kasteelheer wilde, dat er watschilderijen bij hem zouden worden weggehaald". Ko ning kon dut zelf niet doen (want bij hoestte."-en dan zou men hem hooren) en vcrdachto liet hem in den waan, dat hij (verdachte) het zelf dan zou doen, hccle- mual alleen. Verdachte heeft tegen Koning gezegd: ,,'t Komt in orde!', maar luj ho- dankto 'ervoor, om met den kasteelheer in relatie to komen. 111j vond, toen de zaak in kruiken en kannen was, dat hij hulp noodig had, en heeft zich toen In verbin ding gesteld met Moes Gerritsen en Bie ding. Op dat moment wist verdachte, dat liet Nijênrode betrof. Mees beweerde, dat liij er geen tijd voor had, en verwees ver dachte naar Blosing, rnct wien hij ook ver der te makcii had. Van Koning kreeg hij mededecling, wat er allemaal weggehaald moest Worden, en hoe mon in het kasteel kon komen; daartoe hem con situatietee- keiiing, en een mes mot een champagne- haak eraan. Daaraan had Biesing genoeg, «•u nadien heeft verdachte zich er niet meer mee bemoeid; Biesing knapte verder dc zaak op. Verdachte betoogt voorts, dat naar zijne mccning Koning wel geld van Onnes voor zijn bemiddelende rol heeft geluid. Maar of liet 1000, of 1500 is geweest, dat weet. hij niet. IIIj ontkent, geweten te hebben, dat het „om do vcrzckeringsdubbeltjcs te doen was. Hij snapte dat pas, toen de zaak in'de kranten stond; vóór dien dacht hij niet an ders dan „dat die vent van Nijcnrodo bonje had met zijn vrouw'(Gcluch) President: „U dacht dus. dat het ging om Tiet onttrekken van goederen aan een be slag?" Verdachte: „Ja, dat gebeurt toch wel meer". Ook hij erkent, dat er geen termijn was gesteld, waarbinnen de boel moest wor den weggehaald. En wat weggehaald werd, moest voorloopig worden Opgeborgen. Bie sing, Mees, Koning en verdachte zouden alle 4000 krijgen. Maar met do „verliu xjers liec/t verdachte vorder niets meer maken gehad. Die konden het best alleen af. President: „Vonden ze dc zaak niet zeer eenvoudig?" Verdachte: „T c ocnvoudig" (gelach). Hij wist niet, zegt hij. wie do boel zou wegha len. Biesing zei tegen verdacht© hetzelfde, wat verdachte legen Koning had gezegd ,,'t Komt in orde". President: „Heeft Koning uitgelegd, dat T om een gefingeerde inbraak ging?" Verdachte: „Ik dacht niet anders, of de boel moest weg oni een beslag te vooiko men. Wat men er later van gemaakt heeft, daar heb ik niets mee tc maken." Officier van justitie: „Voor den rechter commissaris heeft u toch verklaard te we ten. dat het oin de veizckeringspcnningen ging." Verdachte: „Toen was ik nog in hot sta dlirni, dat ik Onnes gruag wilde drukken. Jk was toen kwaad. Want u zult ook wel weten, dat ik or geen cent van heb gehad, toch vlieg ik erin. Daarover was ik kwaad." Officier: „Het verhaal van liet crediteuren- beslag, dal u vermoedde, heeft u bij den rcchtcr-commissaris niet gedaan. Daar komt u nu pas mee." Verdachte merkt in het verdere verhoor op. dat Blesing licel goed wist waarom het ging." De officier: „Om dc assurantiepenningen.' Dc verdachte: ,.Dut zeg ik niet. Dat maakt u ervan. Ik bedoel, dat Blesing besefte, du llij do schilderijen zou hebben, als Onnes eens niet bctualdc. Officier: „Maar voor den rcchtcr-commis saris hebt u toch verklaard, dat u het wel hebben moest tegenover Blesing over dc assurantiepenningen, omdat die precies Weten wilde, waarom het ging." Verdachte zegt, desgevraagd, niet zeker to weten, of Koning ook 4000 belooning heeft gehad. Er was 12.000 beschikbaar en verdachte meende niet anders, af zij zou den dat bedrug met z'n vieren dcclcn: hij zelf, Koning, Blesing en Mees. Te kwart voor één wordt de zitting ge schorst tot tien minuten voor 2 uur. De middagzitting. Dc zJt.ng wordt tc twee uur heropend, liet verhoor van verdachte Witbraad wordt voortgezet. De president wijst hem er op, dat hij tóch wöl degelijk in dc instructie verklaard sïich bewust te zijn geweest, dat het om de yerzekeringepenningen ging. Vcrdachto: „Op den dog, waarop ik dat Verklaarde, wel, maar ik heb daarover mot Koning nooit gesproken." Vervolgens worden ccnfgc getuigen in deze zaak lieeedigcl'. liet onderzoek in deze zaak wordt dan geschorst tot Donderdag a.* DE ZAAK MAAG, VAN BINSBERGEN EN GROTJOHAN. Aan Je orde is dan de zaak tegen de ver dachten Maag, Van Binsbergen en Grot- johan, allen „zware jongens". De verdach ten nemen in de beklaagdenbank plaatsen worden aanstonds door 'den president aan ceii verhoor onderworpen, daar de dagvaar ding niet wordt voorgelezen. Verdachte Maag verklaart, dan Van Binsbergen bij hem is gekomen met een verhaal, dat hij „zes rooien" kon verdienen (is zes bankjes van duizend gulden), waar mee, dat wist van B. zelf niet. Met Zijn beiden zijn ze toen naar Blesing egaaii. die hun nadere medcdcclingcn deed. Kr was een „dingotjo waaraan een hoop geld zal' President: „Deed Blesing toen niet het verhaal, dat een kasteelheer wat wegge haald wilde hebben? Verdachte: ..Ja, in dien geest." (Gelach), n'den loop van het gesprek bleek, dat het iet ging om /G000, maar flat dc belooning heel wat kleiner was. Aanvunkclijk ver telde Mees en ook Blesing niet, waarom het gjng. President: „Toen heeft u in dc keuken een gesprek afgeluisterd bij Blesing aan huis tussclien dozen en Witbraad?" Verdachte: „Precies, u weel het nog be ter dan ik. Het blijkt, dat verdachte uit dut afge luisterde gesprek op de hoogte kwum flat hot om Nycnrode ging. Kr werd echter niet over Onnes gesproken, maar over de graaf'. Verdachte heeft een tcckening gezien, aaruft men kon zien, hoe men bij liet kas- ol kon komen. Zelf heeft verdachte die leckening nooit gehad Blesing had haar zijn bezit In ieder geval, de drie ver lichten kregen precies hun instructies wat moest gebeuren, hoe. en hoe laat Verdachte* desbetreffende verklaringen komen geheel overeen mot die der vorige rdachten en moesten miniaturen, schil- fori jen en goud en zilver worden wegge nomen en verdachte meende, dm ze daar zes rooien voor zouden krijgen, maar er nooit sprake geweest van oen vast be- ag. Er werden telkens verschillende be dragen genoemd ln ieder geval zouden zij, de „verhuizers", .500 direct krijgen en dc est naderhand. Die 500 hebben ze gehad. De afspraak was, dat de schilderijen bij Mees en Blesing zouden worden onderge bracht Deze laatsten wisten er niets van hu Haag en Van Binsbergen ook nog ■otjohan mee zouden brongen. I)at deden op eigen initiatief. Grotjohun had er eerst geen zin in, maar toen Haag en Van Binsbergen hern mededeelden „dat er geen misdrijf bij betrokken was", is hij meege gaan. Verdachte Maag vertelt vervolgens, hoe het avontuur zich dien nacht heeft afge- pceld. llij zelf ging met den trein naar Breukclen, Binsbergen en Grotjohun per motorfiets, Zij zijn de 'hoofdpoort van li kasteel doorgegaan, hebben op de aangege ven plaats twee ruitjes uitgesneden, door liet ontstane gat liet raam geopend, cn zijn toen gedrieën naar binnon geklommen, Eenmaal binnen hebben ze eerst do gor dijnen gesloten, en toen zijn ze aun den arbeid getogen. De groote schilderijen, G in getal, werden van de lijst ontdaan. President: „Maakte liet dichtschuiven van de gordijnen geen lawaai?" Verdachte „Ja, zo waren loodzwaar.". President: „Als u volgens uw gedachten gewoon aan het stelen was geweest, zoudt u dan het dichtschuiven niet gedurfd heb ben?" Verdachte: „Neen, dun hadden ze to veel lawaai gemaakt." liet meegenomen goed werd in een lusch geladen, die Grotjohati bij zich had, vervolgens zijn ze. weer met z'n drieën, denzclfden weg terug gegaan, liet geopen de raam hebben ze niet opnieuw gegren deld. Na aankomst in Amsterdam is alles eerst bij Maag opgeborgen, daarna bij Grotjohun. Van dezen is do boel nuar Mees Gerritsen gegaan, gepakt tusschen plan ken. President: „Weet u nog. wanneer diefstal plaats vond?" Verdachto Maag: „Van 29 Februari op 1 Maart. Maar 't was toch geen diefstal? President: „Nou ja, verhuizing dan." Het blijkt verder, dat Maag den volgen den avond door do radio hoorde, dat er oen inbraak was gepleegd, en dut de verzeke ring 10.000 uitloofde. Dat was méér, dan verdachte zou krijgen, cn toen is hij» te meer, toen er geen geld kwam, op hoogo beenen naar Mees gcloopcn, om te vragen, hoe het nu eigenlijk zat. Wanneer blijkt, dat vcrdachto terug komt op zijn verklaringen in de instructie, leest do griffier die verklaringen voor. Daaruit blijkt, dat de drie verdachten oerst liet go stolen goed bij zich wildon houden, omdat cr geen gold kwam. Ze waren zelfs op liet punt, om liet goud lo gaan „stuk maken", toen het gerucht kwam dat het geld aantocht was. Blesing zeidc tot hen, dat zij het goed bij hem moesten brengen, want als ik liet geld krijg, heb ik het goed niet. Verdachte Maag vond dat logisch, en heeft toen het goed op den zolder van Blesing op geborgen, d.w.z. do schilderijen cn miniatu ren, want de kostbaarheden waren vol gens afspraak voor hem. Officier van Justitie: „Wat waren uw ge dachten over het feit, dat alles in den nacht moest gebeuren?" Verdachte: „Blesing heeft ons verleid, dat het om een erfeniskwestie ging, er was zelfs ccn rijke erfdochter in liet spel. Ik heb toen nog gevraagd: „Moet ik baar 6oma schaken9" Als ik geweten had, dat het misdrijf was, was ik cr nooit aan begon nen. Ik weet trouwens nu nog niet, dat ik eeir misdrijf heb gepleegd. Ilad ik geweten, dat die rijke heer op die paar centen van de verzekering zat te wncht-én, dan zou ik alles hebben meegenomen. Waarom zouden wij dan maar een paar schilderijen moe- nemen? >x- Op oen vraag varv.Mr. Stokvis, verdediger van Grotjohun, deelt Maag nog mede, dat zij opdracht liaddriii om met dc schilderijen zoo voorzichtig,mogelljk om tc gaan, omdat ze terug moesten. Ook zegt verdachte nog, dat er ruzie met Blesing is geweest over liet feit, dat Grotjohun moe was geweest. Daarna wordt verdachte van Binsbergen door den president geboord. Zijn strafregis ter is alles behalve blanco, hij heeft al heel wat jaren in dc gevangenis doorgebracht, evenals Maag. Grotjohun heeft slechts één vonnis achter den rug. Zijn verklaring voor den ïechlcrcommis saris wordt door den griffier voorgelezen, cn stemt ongeveer overeen met die van ver dachte Maag. Het blijkt, dat Blesing ben een soort vrijgleide" had moegegeven, waarin stond, dat zij vrijen toegang tot liet kasteel had den, voor liet geval zij door liet personeel zouden worden ontdekt, liet goud, dat mee genomen was, hoeft Blesing van hen ge kocht voor S00, welk bedrag door vijf man gedeeld moést worden: deze drie ver dachlen, Mees en Blesing. Verdachte Binsbergen beeft in totaal een bedrag van ongeveer 200U ontvangen, in stukjes en beetjes. Ook Grotjohun legt ccn verklaring in ge lijken zin af, waarbij bij cr den nadruk op legt, dat li ij niet,anders wist dan dat het eerlijk werk" was. Hij vond het wel reemd, dat de beide anderen zoo lung [échtten mei bet weghalen, als er toch zooveel aan to verdienen was. Maar Maag n Binsbergen zeiden, dut zo liet zelf nog iet v or trouwden. Eindelijk was allo wan- ouwen verdwenen, cn zijn ze naar Breu- olen gegaan. Geen moment heeft deze ver dachto aan verzekeringsponningen ge dacht. Want, cr was uitdrukkelijke itislruc- dat de schilderijen niet mochten wor den beschadigd, want ze moesten terug. Nou, als je een verzekering gaat. oplichten, dan laat je zulke schilderijen toch voorgoed erdwijnen?" Toch, toen de terugtocht zou orden aanvaard, kwam er weer eenig untrouwen in vcrdachto op en hij heeft toen op den grond van den sulon een Duitsch geldstukje laten vallen, om de po litie eventueel in dc waan te brengen, dat Duitscliers waren geweest. Vordachtc boorde der. volgenden middag, dat er in braak was gepleegd. Hij is toen naar Maag gegaan, en heeft gezegd: „Die zaak is toch niet zui\ci' geweest. Jullie hebben me be drogen." Maag: „Juist." De Officier lacht. Maag: „U behoeft niet le lachen, want liet is precies zoo." De Officier: „Ik geloof liet graag." Maag: „U gelooft liet niet, maar dun moet u niet lachen." Gotjohan zegt, dat hij zich absoluut mis leid voelde, toen de radio sprak van „in braak op Nycnrode", cn toen ook de beloof de belooning achterwege bleef, er althans véél minder kwam dan beloofd was. Hij heeft eerst 100 ghad, dc „eerste uitkce- ring", maar verder heeft hij niets willen hebben, integendeel, getracht zich van Maag cn Binsbergen te ontdoen. Toon hij dc schilderijen naderhand aan Blesing af* leverdo, ontving hij nog 2UU0, verminderd met de opbrengst van liet goud. llij eindigt niet do verzekering, dat hij slachtoffer van misleiding is geweest, en zich volkomen onschuldig veelt. Hij voelt zich speciaal slachtoffer „van iemund in wien justitie cn politie volkomen vertrouwen stelden." (Jo- hanknegt). De president wijst hen erop, dat clat on juist is. Er is geen sprake van dat de justi tie vertrouwen steldo in Johanknegt. Trou wens, hij zit nu in voorarrest. Verdachte neemt dat dan terug. Rechter Mr. de Gaay Fortman: „Ik heb van u begropen, dat u, nadat u zich mis leid voelde, toch nog 2000 hebt opgestre ken." Verdachte: „Dat was mijn aandeel in dc belooning van 10.000, die dc verzekering had uitgeloofd voor do opsporing der schil dcrljen. En ik heb altijd gezegd: geef dc boel aan dc verzekering terug." Invrijheidstelling van de ver dachten gevraagd. Mr. Banno Stokvis verzoekt daarna aan dc rechtbank ontslag uit de preventieve hechtenis van verdachte Grotjohan, omdat hij aanneemt, dat deze van begin tot eind te goeder trouw is geweest, en hij in dc zaak ccn zeer bescheiden rol heeft gespeeld, Mr. Frankenhuizen verzocht hetzelfde ten voordecle van Maag, omdat deze z.i, niet veroordeeld kan worden, Mr. Sclueu- der hetzelfde voor Binsbergen. Dc Officier, Mr. van Diillemcn, achtte het verzoek praematuur, omdat in de zaken van dezö verdachten nog niet eens do ge tuigen zijn gehoord. 11ij adviseerde daarom hoewel hij in principe bereid is liet ver zoek der verdodiging to steunen tot niet inwilliging op dit oogenblik van dit ver zoek. Na in raadkamer tc zijn geweest, besliste dc rechtbank afw ijzend op liet verzoek der verdediging in dezen stand van liet proces; zij vvcnscht eerst de \erhooien der getuigen of to wachten. De behandeling- van deze zaak wordt daarna geschorst tot Donderdag a.s. cn de zitting gesloten. De behandeling van-liet Nijénrotleprocos wordt dus Donderdag u s.voortgezet. Dan komen da getuigbnvQwliporen in d^: (hans behandelde drie zaken aan de orde. TWEEDE KAMER. De Surinaamsche begrooting Tot voorzitters der afdcclingen w erden be noemd do hoeren Albarda, Schouten, Aal- beree, Joekcs en Dc Geer en tot onder-voor zitter dc hcoren Bierema, Kuiper. Vliegen, Zijlstra en Snocck Henkemans. Het voorstel Aalbcrso inzake wijziging van het reglement van ordo zal morgen worden bchandold. liet wetsontwerp inzake coritingontocring an nict-hout vormendo siergewassen wordt z. li. st. goedgekourd Het wetsontwerp inzake toekenning van een renteloos voorschot van 3 Ion aan dc N V. waterleiding Mij. Zccuwsch-Vlanndc cn, wordt bestroden door den lieer van Dis cn Duymaer van Twist, die ó.a. de godwon gen aansluiting afkeurden. Dc lieer van dor Wnerde n is voor stander en wijst op de hygiënische belan gen van een gocdo drinkwatervoorziening» Dc heer 1' i 1 a n u s acht het voorstel zoo- \vol hygiënisch als financieel aanvaardbaar Minister Slotcmfikor de Bruine verdedigt het ontwerp en zegt dat hot plan in Ter neuzen met 8 togen 5, in Hulst mot 7 tegen 1. en in Axel mat algemccnc stem men in den raad Is aanvaard. Hot ontwerp wordt aangenomen met tegen 8 stemmen. Aan de orde is het wetsontwerp tot het tegengaan van lintbebouwing langs Rijks erkeerswogen. Dc heer V ervoor n (Plattel: heeft be waren tegen dit ontwerji, met name tegen het verbod van uitwegen. Dc hoer v a n (1 o r W a e r d e n (S.D.) wijst op de zeer beperkte strékking van het ontwerp, dat eigenlijk slechts een ver- keerswetje is. Dc lieer v a n R a p p a r d (lib.) wil de schadeloosstelling zien bepaald door den echter. Dc heer van Voorst tot Voorst (R.K.) is vóór schadevergoeding aan, dege nen, aan wie geen uitweg zal worden toe gestaan. Minister K a 1 f f stelt zich voor om te zijner tijd te komen met 'ieii algemeenc erkeerswet. Spr. verdedigt de voorgestelde wijze van schaderegeling; hoofdzaak is het ermijden van uitwegen. Een voorstel van den lieer Bon ga erts (R.K.) om dc wet te noemen: verkeerswet tegen lintbebouwing, neemt de minister over. Het ontwerp wordt met 74 tegen 7 stem men aangenomen. Bij liet ontwerp tot invoering van een nieuwe veiligheidswet ontwikkelt de heer K u p e rs (s.D.) eenigo bezwaren, mot name tegen de uitsluiting der kleine bedrijven. Minister Slo tem aker dc Bruine antwoordt, dat ingeval-van iiilasscliing van allo kleino bedrijven de arbeidsinspectie een tc grooten omvang zou krijgen. liet wetsontwerp wordt z. h. s. aangeno men. Bij de Surinaamsclie begrooting wijst de heer Wes ter man (Nat. herstel) op de jaarlijks terugkoerendc moeilijkheden bij export cn landbouw in dat gewest. Aan de moclianisatioprocvcn hecht hij weinig bc- tee-keiiis en van de immigratie van IIol- landscho landbouwers zijn geen bevredi gende resultaten in dit tropische land te verwachten. De heer Rutgers (A.R.) prijst don vol- liardingszin cn dc Oranjeliefde van de be volking van Spriname. Het wclvnartsproblecm in Suriname schijnt niet te kunnen worden opgelost, zoolang geen belangrijk exportartikel is ge vonden. Van dc sinaasappel- en bananen- cultuur is in Suriname wel het ccn en an der lo verwachten. De hoer v an Boet z e 1 a e r (C.II.) be pleit bevordering v.an den kleinen land bouw en van woningverbetering in Suri name. Het z.g. welvaartsplan heeft alleen theoretische waarde. De vergadering wordt verdaagd. '/.ij het dan slechts zeer langzaam De Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe middeling deelt mede, dat dc werkloosheid onder de 595.000 leden van ingcvolgo het Werkloosheidsbesluit 1917 (gesubsidieerde vcrecnigingcn in dé week 22 t.m. 27 Januari 1934 liCïft bedragen 34.2%. In dc vorige ver- skigvvook (8 t.rn. 13 Januari bedroeg: het percentage 34.5). Het gemiddelde werkloosheidspercentage •was"- in de maand Jailuari van de jaren 1930 t.m. 1934 als volgt-: 1930 1931 1932 1033 1931 10,8 19.6 28.7 37,6 34,3 Bij 1064 organen der openbare arbeidsbe middeling stónden op 27 Januari 193-t in totaal 409.160 werkzoekenden ingeschreven, waaronder 392.374 mannen. Hiervan waren werkloos 383.68G personen, waaronder 2.198 mannen. Op 13 Januari 1934 bedroeg liet totaal aantal ingesohreven werkzoekenden bij een gelijk aantal organen -411.964. Hiervan wa ren werkloos 387.400 personen, waaronder 370.019 mannen. Het aantal ingeschreven werkzoekenden is derhalve sedert 13 Januari 1934 gedaald met 2804, liet aantal wcrkloozen met 3720. VACATURE J. B. WESTERDIJX Door bedanken van den heer Louwes komt de heer Otten aan de beurt. Naar het Ilbld. verneemt, zal dc heer S. L. I.ouwcs. rogecringBCommissaris voor dc uitvoering van de. Tarwcwct en de Crisis- varkenswet, die op dc betreffende lijst de opvolger is van wijlen den lieer J. B. Wes- tc.rdijk, den door den dood van dezen vrijz. dcm. senator opengekorncn zetel niet in nemen; door het bedanken van den heer louwes komt dan do heer J. M. L. Otton, rijkslandbouwconsu 1 ent, aan de beurt. /yj Vreemdeling achter dc coulissen „Waar ter wereld zijn die drie kerels mee bezig Regisseur„O, die laten de feeën koningin neer." (Humorist).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 6