AMERSFOORTSGH DAGBLAD'
BOUW- EN WONINGTOEZICHT ONDER DE LOUPE
Woensdag 14 Februari 1934
32 e Jaargang No. 192
MEER SOEPELHEID NOODIG GEACHT
KLACHT-V. EIJKELENBURG
ONGEGROND BEVONDEN
Mr. Stadig opvolger van den
heer Veis Heyn
GEMEENTERAAD
Met Ir. Bakker zal over den
grondaankoop nog nader
worden gesproken
Vergadering van den Raad der gemeente
Amersfoort op Dinsdag 13 Februari, des
avonds 7 uur.
Voorzitter: dc burgemeester.
Afwezig mevr. BrussenHemminga.
Na opening der vergadering worden de
notulen der vergadering van 23 en 29 Ja
nuari goedgekeurd, zooals ze ter visie heb
ben gelegen.
1. Installatie van het nieuwe lid van den
Raad, den heer J. P. Boender.
De heer Boender (A. R.) legt de bij do
wet voorgeschreven eeden af, waarna de
voorzitter hem gelukwenscht met zijn be
noeming en do hoop uitspreekt, dat hij zal
mogen meewerken aan het algemeen wel
zijn.
2. Benoeming van een wethouder.
Benoemd wordt xnr. L. Stadig (A. R.)
met 18 stemmen, terwijl er 4 stemmen
blanco zijn uitgebracht en één stem op den
hoer Ruitenberg.
De heer Stadig (A. R.) zegt dank voor
het vertrouwen door den Raad in hem ge
steld en verklaart de benoeming te aan
vaarden.
3. Ingekomen zijn o. a. de volgende stuk
ken en medcdeelingen:
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht dd. 23 Januari 1931, waarbij goed
keuring onthouden wordt aan het raadsbe
sluit van 28 November 1933, no. 668, o.m.
tot waarborging van rente en aflossing van
een lecning van ten hoogste 50 000 tegen
een rente van ten hoogste 4aan te
gaan door het St. Elisabeth's Gasthuis- of
Ziekenhuis voor do stichting van een barak
voor besmettelijke ziekten.
Dc Voorzitter deelt mede, dat B. en
W. liet niet gewenscht achten van deze be
slissing in hooger beroep te gaan.
De heer Butselaar (O. S. P.) zou wel
gaarne spoedig vernemen welke maatre
gelen B en W. in deze zullen nemen.
Dc heer H u s 1 a g e (S. D. A. P.) meent,
dat zich hier weer wreekt, dat wat lang
getalmd is met dezen maatregel. Als we de
cijfers zien moeten we toegeven, dat ver
pleging in Utrecht goedkooper is. Maar
geen rekening is gehouden met de familie
leden. Voor lichte gevallen vraagt hij het
in gebruik houden der bestaande barak.
Dc heer Eggink (V. B.) vraagt naar
de motieven der afwijzing. Er zijn prakti
sche bezwaren voor de familieleden, maar
ook bezwaren van medischen aard.
Wethouder T h i e n (R. K.) wijst er op,
dat alle voorbereidende maatregelen door
dozc afwijzing zijn te niet gedaan. B. en
W. hebben zich nog niet kunnen beraden,
maar binnenkort zal de commissie voor
don Geneesk. Dienst worden bijeengeroe
pen om maatregelen te beramen.
Schrijven van dc Kamer van Koophan
del en Fabrieken voor de Geldersche Vallei
d.d. 3 Februari 1934 naar aanleiding van
do vacature van markt- en havenmeester.
Koninklijk besluit d.d. 19 Januari 1934,
no. 51, waarbij de jaarwedde van den com
missaris van politie tijdelijk wordt ver
laagd.
Kennisgeving
De kwestie-Eijkelenburg.
4. Rapport van de Commissie ad hoc in
zake de klacht van P. K. Eijkelenburg.
Dc heer Zwart (R. K.) herinnert er
aan, dat hij op den voorgrond heeft ge
steld, dat de taak der commissie niet te
nauw moest worden omschreven. Met het
meerderheidsrapport kan hij zich niet ver-
ecnigen. De kwestie van het plan Beek
man kunnen we er gevoeglijk buiten laten.
Maar hoe is dat plan tot stand gekomen?
Het gaat hier om personen en daarom is
het misschien het beste er niet te veel van
te zeggen in het openbaar. De verschillen
de klachten hadden echter z. i. wat nader
onderzocht moeten worden.
Dc heer Van Teelingen (Amersf.
Belang) zegt, dat de heer Eijkelenburg
meent anders te worden behandeld dan een
ander. Is dat waar of niet waar? Aan
Beekman zijn wel aanwijzingen gegeven.
Waarom kon dat ook niet aan den heer
Eijkelenburg?
De heer Hofkamp (V. D.) meent, dat
wc hier te doen hebben met een paar on
aangename gevallen. Het best is dc zaak
zoo te regelen, dat geen van beide partijen
gekrenkt wordt. Men is te weinig persoon
lijk en ook te autoritair opgetreden, waar
door het doen van zaken wordt belemmerd.
Het rapport geeft verschillende opvattin
gen te zien en het trok dc aandacht dat er
geen absolute meerderheid is. Twee leden
vonden de klacht ongegrond, een lid vond,
dat dc Dienst niet taktisch is opgetreden
cn twee leden komen tot een geheel andere
conclusie.
Dat dc klacht ongegrond is bevonden
kunnen we niet aanvaarden. De zaak is
wel de moeite waard te overwegen of het
niet mogelijk is te komen tot iets, dat meer
bevrediging geeft.
De heer Van Nieuwenhuysen
(C. H.) heeft zich bij dc meerderheid neer
gelegd. De taak der commissie toch was
scherp omschreven en aan die taak moeten
we ons houden. Als er niet voor de volle
100 procent zekerheid is, mogen we geen
afkeurend oordeel over een ambtenaar
uitspreken. Hier was zuiver do zaak
Eijkelenburg cn daaraan moeten wc ons
houden. Bij punt 10 kunnen we overwegen
of dc Raad een nader onderzoek over de
heele materie wensclit.
Wethouder Stadig (A.R.) zegt als
voorzitter der commissie, dat naar het
beste weten de zaak is onderzocht. Het
ging om do klacht of dc een anders wordt
behandeld dan do ander cn die klacht is
ernstig onderzocht. Met de verkregen ge
gevens kon do commissie niet tot een an
dere conclusie komen. De spil waarom al
les draaide was: wat was het verschil tus-
schen het plan-Beekman en het plan-
Eijkelenburg? Het laatste gaf wat gevel
betreft geen oplossing daar te plaatse en
het plan-Beekman was wel goed. Niemand
in de commissie durfde verklaren, dat de
appreciatie van het plan-Beekman onge
grond was. Met Beekman is gesproken
Maar als hij niets had willen veranderen,
dan was het plan toch aanvaard. Dat is
het groote verschil tusschon het eventueel
wijzigingen voorstellen of het dokteren
over een plan. Dat laatste is vroeger wel
eens gebeurd. Maar dat doen we niet meer.
Aan plannen wordt hier niet meer gedok.
terd cn de afwijzing van het plan-Eijkc-
lenburg was volkomen logisch; anders zou
men het geheele plan hebben moeten om
werken Do meerderheid meent dat hier
volkomen correct is gehandeld en dat do
klacht-Eijkelenburg absoluut ongegrond is.
De heer Spiekermann (R.K.) zegt,
dat aan het heele optreden van den Dienst
een zekere tendenz ligt, welko door den
architect in de bekende brochure van de
B.N.A., een oratio pro domo is uiteengezet
Do lieer Ruitenberg (V.D.) wijst er
op, dat het beoordeelcn van plannen zeer
moeilijk is. Het plah-Beekman was werke
lijk beter. Maar dat wil nog niet zeggen,
dat het plan-Eijkelenburg zoo was, dat
het in een hoek gegooid moest worden. B
cn W. zijn op een ongeschikt oogenblik tot
de conclusie gekomen, dat er niet meer
gedokterd mag worden. Het is niet tak
tisch geweest, juist omdat Eijkelen
burg meent, dat hij nog al eens achteruit
gezet wordt. Dat is niet waar. meent spr.,
maar hij voelt het zoo aan, dat het niet
goed geweest is, juist nu de lijn zoo strak
te spannen. Dc Dienst weet bovendien, dat
het werk van Eijkelenburg altijd mee
valt. En daarom had de Dienst moeten
zeggen: we willen zien wat er aan te
doen is.
Spr. is blij, dat B. cn W. er zich niet
mee kunnen verecnigcn, dat de Dienst al-
leen plannen wil van architecten.
De heer van Galen Last (C.H.) acht
het ook zeer moeilijk voor den Raad in
deze zaak een beslissing te nemen. Als we
zien, dat de commissie, die alle stukken
heeft kunnen nagaan, er niet uit is kunnen
komen, dan zal dc Raad zeker niet uit deze
impasse kunnen komen. De taak der com
missie was te eng omschreven en de lieeje
geste had moeten worden nagegaan. Het
rapport laat ons volkomen onbevredigd,
liet ergste was Eijkelenburg tegen zich
had was het zich noemen van architect.
Daar heeft den Dienst echter niets mee te
maken.
Als ïemund meent die gave in zich to
hebben mag hij die zeker naar voren bren
gen, en de afwerking zijner huizen mag
gezien worden. Vele bewoners zijner lilli
ezen zijn nog na jaren vol tevredenheid.
Nu kan men wel zeggen het plan-Beekman
zou toch goedgekeurd zijn, maar dat is
moeilijk aan te nemen. Spr. voelt er niets
voor, dat de klacht ongegrond is en is
het meer eens met hot minderheidsrap
port. Er zitten aan deze zaak sterk persoon
lijke kanten en in het tweede schrijven
van Eijkelenburg worden dingen gezegd,
waarover in besloten zitting wel eens mag
worden gesproken. Eijkelenburg mag dan
niet gezocht worden, maar dc Dienst heeft
toch ook niet soepel gewerkt. De houding
van den Dienst is veel te stroef cn de
mcnschen gaan er inet een mokkend ge
voel vandaan. Als men vrij uit durfde spre
ken zouden er veel meer klachten op ta
fel komen. B. en W. beroepen zich op de
bouwverordening, maar spr. blijft het B.
on W. nog altijd verwijten, dat de bouw
verordening niet is gewijzigd. Het plan-
Schulte Nordholt was geheel klaar en toen
er beroep op den Raad in werd opgeno
men, hebben we nooit moer iets van de
wijziging der bouwverordening gehoord.
De heer de Mots (S.D.) meent dat do
heer van Galen Last een eng standpunt
heeft ingenomen, daar hij den Dienst niet
heeft gehoord. Toen de commissie den
heer Eijkelenburg had gehoord, dacht
men dat er heel wat haperde. Maar nadat
de stadsarchitect was gehoord kreeg men
een geheel anderen indruk. Do lieer v. d.
Tak heeft in de commissie breedvoerig
uiteengezet de gronden waarop het plan
Eijkelenburg niet te aanvaarden was.
Als de heer van Galen Last, die nog al
bruut is opgetreden, de notulen der com
missie had gelezen, zou hij anders gespro
ken hebben. Spr. vreest, dat wc liicr niet
tot overeenstemming zullen komen, vooral
niet omdat er nog al stemming is gemaakt.
In het minderheidsrapport wordt nog al
sterk de aandacht gevestigd op het feit,
dat er geen beroep mogelijk is, als B. en W.
plannen afwijzen. Maar de art 9699 zijn
geheel en al aan dat beroep gewijd. De
bouwverordening heeft wel degelijk in dit
beroep voorzien cn do minderheidscommis-
sio was daarvan blijkbaar niet op de hoog
te. Spr. gelooft, dat de commissie overtuigd
is, dat do Dienst onverschillig wolkon per
soon, oordeelt Er zijn architecten, die op
dezelfde wijze zijn behandeld als Eijke
lenburg en die ten slotte door het indie
nen van nieuwe plannen goedkeuring heb
ben verkregen. Hierdoor staat vast, dat
de Dienst oordeelt qua plan en niet qua
persoon.
De heer van Hehenkamp (R.K.)
heeft den indruk, dat er wel eens iets ha
pert, dat er een soort dictator aan den
Dienst is.
De heer Butselaar (O.S.P.) kan zich
aansluiten bij de woorden van de lieeren
Zwart, Van Galen Last en Ruitenberg.
De commissie heeft haar taak te eng
opgevat. Spr. voelt het aan, dat Eijkelen
burg in veel opzichten gelijk heeft. Er zijn
in Amersfoort inderdaad menschen, die
niet durven spreken, omdat zij daarvan
groote nadoelen vreezen.
Er wordt in het rapport ook gesproken
over een boete, maar in de Bouwverorde
ning staat nergens iets over het heffen van
een boete. Men moet toepassen wat in de
verordening staat, maar men moet niet
gaan doktoren door een gcldboeto toe te
passen. Kleine aannemers, die dat niet kun
nen doen, vragen zich af: wat zou mij ge
beurd zijn? Hier is meten met twee maten.
De lieer Van Gent (V.B.) wijst er op,
dat de klacht-van Eijkelenburg is' gebaseerd
op de behandeling en daarom hebben de
heeren Spickermann en Spr. die als hoofd
zaak genomen. Over den smaak is moeilijk
te praten, maar de goede behandeling is
geen 'gunst, maar de bouwers hebben er ook
reolit op.
Het artikel door den heer de Mots uit
de Bouwverordening voorgelezen, 6taat er
in, maar hij vergeet er bij te voegen, dat
hier al meermalen een besluit genomen Is,
dat beroep onmogelijk is. Mooht dat wel
kunnen, dan dient dat toch aan de raads
leden verteld te worden. De stads-archi-
tect beroept zich op een brief van B. en
W. van 30 Jan, dat hij niet meer aan een
plan mag dokteren. Dat 'w een mooie brief,
want nu heeft de stads-architect in eerste
instantie liet recht te zeggen of een plan
aanvaardbaar of niet. Maar het eerste
schrijven van Van Eijkelenburg is al van
December, zoodat de brief van B. en W.
nadien is geschreven. De burgers moeten
gelijkelijk worden behandeld en al6 er hia
ten in de verordening zijn, dan moet de
Raad de verordening veranderen.
Het is een feit, dat de heer Beekman wel
aanwijzingen heeft gekregen en de heer
Van Eijkelenburg niet.
De heer Stadig (A.R.): Daar gaat het
juist om. En in de commissie hebt U niet
durven zegden, dat de verklaring door den
heer Van der Tak niet ter goeder trouw is
afgelegd.
De lieer Van Gent (V.B.): Ik heb ge
zegd, dat ik me bui,en de kwestie van den
smaak hield. Ik moet nu uit de notulen
van de Commissie even een en ander voor
lezen. Spr. heeft er op gewezen, dat Van
Eijkelenburg als bouwer en architect is op
getreden en heeft gevraagd waarom de bro
chure van den Bond van Ned. Architecten
in het dossier opgenomen is. De stads-ar
chitect heeft geantwoord, dat in die bro
chure zijn ideaal is uiteengezet, maar met
zijn optreden bij den Dienst heeft dat niet
te maken. Het moet funeste gevolgen heb
ben als de stads-architect zoo'n advies
krijgt.
De heer Stadig (A.R.): Maar op de con
crete vraag durfde u tooh niet neen te zeg^
gen.
De heer Van Gent (V.B.) vervolgt, dat
het zeer moeilijk is uit de impasse to 'go-
raken. Maar een soepeler methode van wer
ken van den Dienst van Bouw- cn Woning
toezicht is te bereiken door beroep op den
Raad open te stellen, zoolang de Bouwver
ordening niet is gewijzigd.
De Dienst is- er om de menschen te hel
pen en de heer Van Eijkelenburg liad wel
zonder plan kunnen komen en dan had de
Dienst aanwijzingen moeten 'geven. Het is
treurie dat dit nist. is gedaan
De wethouder aan het woord.
Wethouder Noor de wier (S.D.) zet
eerst uiteen, waarom den heer Van Eijke
lenburg een boete is opgelegd. Hij was be
ginnen te bouwen voor de bouwvergunning
er was. Hij had verzocht te mogen begin
nen, maar heeft een ontwijkend antwoord
gekregen. Hij is toch begonnen en ondanks
dc waarschuwing van den Dienst is hij door
gegaan. In plaats van critiek, had hier wel
een woord van waardeering mogen worden
geuit
Toen is een brief uitgegaan van B. en W.:
afbreken. De heer Van Eijkelenburg heeft
toen gevraagd een andere oplossing te zoe
ken en B. en W. hebben dat gedaan en toen
is hij liet naderhand gaan uitbuiten.
Op 7 October 1931 heeft de Stadsarchitect
uitvoerig uiteengezet, dat liet met dat dok
teren uil moest zijn. Toen op 5 Jan. het be
sluit was genomen, was de zaak dus al
lang aan dc orde, een jaar voordat het
plan-Van Eijkelenhung kwem. Dit naar aan
leiding van de klaoht van den heer Ruiten
berg, dat het besluit van B. en W. niet op
een geschikt moment ie genomen.
Spr. kan zich volkomen aansluiten bij de
beschouwingen van den heer Stadig.
Iemand, die niet in staat is een plan te
ontwerpen, kan men toch niet helpen met
het aangeven van lijnen. Iedere commissie
zal liet plan onaanvaardbaar vinden. En
nu wil de heer Van Gent toch maar aan
wijzingen geven en dus komen die er wel.
Maar zoo komen wij er niet. De heer Van
Eijkelenburg heeft in geen zijner plannen
een oplossing gegeven van het vraagstuk
hoe de bouw daar moest zijn. De heer Beek
man heeft de moeilijkheid aangevoeld en
hij heeft dat in zijn plan neergelegd. Als er
niet6 aan gewijzigd was, zou het ook zijn
goedgekeurd.
Dat dc Dienst per sé een architect wil cn
daardoor niet volkomen objectie i6, is niet
jui6t. De Dienst streeft wel naar een ideaal
en dat moeten we toejuiohen. Want het gaat
er om, dat een bouwkundige de plannen
maakt en we moeten dc kwakzalvers weg
dringen. Maar daarom mag niet worden ge
zegd, dat liet plan-van Eijkelenburg daar
om i6 afgekeurd.
Het ls ten eenenmale onjuist, dat 'geen
beroep op den Raad mogelijk is. Dat i6 ge
regeld in de art. 6 on 7 van de Woningwet
en dat is geregeld in de bouwverordening
bij wijziging van 23 Febr. 1932.
Nu zegt de minderheid, dat art. 12a niets
voorschrijft. Maar art. 12 is op zichzelf een
voorschrift. Als men geen gebouwen mag
stichten, welke aanstoot geven, moet men
tocli voelen, dat men behoorlijke bouwwer
ken heeft te leveren.
De heer Van Galen Last heeft scherp af
gekeurd dc uiting van den Inspecteur
Schoenmaker houd je bij je leest! Maar
deze uitdrukking is in geheel ander ver
band gebruikt.
Wij weten allen, dat de heer Van Eijke
lenburg als bouwer goed werk levert, maar
dat is liier niet ln liet geding.
De heer Van Galen Last (C. H.) is
zich niet bewust op een bruten toon te heb
ben gesproken. Hij heeft reeds voor dat
liet plan Beekman was ingekomen met den
wethouder over deze zaak besproken.
Toen de architect had gesproken was de
commissie overtuigd, zegt dc lieer Mots,
maar waarom dan het minderheidsrap
port? Spr. zal zijn scherpe uitdrukking
over den inspecteur niet terugnemen, om
dat hij diezelfde- uitdrukking in ander ver
band weer heeft aangetroffen.
De heer Butselaar (O. S. P.) meent,
dat de wethouder hem niet heeft begrepen.
Als er in de Bouwverordening staat, dat
zonder vergunning begonnen werk moet
gesloopt worden, dan moet dat ook gebeu
ren.
De heer Stadig (A. R.) wijst er nog
op, dat er een meerderheid is, ook dc lieer
Van Nieuwenhuysen is het er mee eens,
dat de klacht ongegrond is.
Dc lieer Eggink (V. B.): Neen.
De heer Stadig (A. R.): Er is hier een
zekere animositeit, men wil ontkennen
dat er een meerderheid is. De heer Van
Nieuwenhuysen meende, dat dc Dienst
niet taktisch was opgetreden, maar hij was
het met de meerderheid eens.
Ook in het minderheidsrapport vindt
men niet een vastlegging van liet kardi
nale punt. Is te kwader trouw liet plan
van Eijkelenburg ter zijde gelegd cn is te
goeder trouw het plan Beekman aanvaard?
Daar gaat liet om. In de commissie zelf is
nadrukkelijk de vraag gesteld: Mogen en
moeten we aannemen, dat de verklaring
niet ter goeder trouw is afgelegd door den
heer Van der Tak? En niemand in de
commissie heeft dat aangedurfd. De heele
commissie was overtuigd, dat dc verschil
lende appreciaties der twee plannen volko
men ter goeder trouw was.
Dc heer Eggink (V. B.) meent, dat er
eenige rapporten zijn. Er is een rapport
van twee leden en een opmerking van een
der leden, waardoor hij zich dc moeite be
spaard heeft ccn geheel nieuw rapport to
schrijven.
We moeten uiterst voorzichtig zijn; het
gaat hier om ccn ambtenaar, die zich hier
niet kan verdedigen, maar dc verdediging
van den wethouder heeft Spr. met genoe
gen gehoord.
Een groote moeilijkheid zit in het han-
teeren van art. 12a Is het wel juist, dat
u art. 12a mag uitleggen, zooals u deed.
Het geeft slechts een negatieve maatstaf
aan. Alles is te ondervangen als art. 12a
wordt omgezet, zoodat we er een positieve
maatstaf in vinden. Dat is ook in het be
lang van den gemeenteambtenaar, die er
zijn ideaal door kan naleven en dat is ook
in het belang van de gemeente.
Het woord kwade trouw is door nie
mand genoemd, men kan zich ook te
goeder trouw vergissen. Laten wc aanne
men, dat mocht er hier een fout zijn ge
maakt, we niet denken aan kwade trouw,
maar dat het is gebeurd in den ijver om de
gemeente te dienen.
De heer Van Gent (V. B.) wijst er op,
dat over het kardinale punt: de behande
ling, geen woord is gezegd. De architect
toch heeft geen aanwijzingen willen ge
ven omdat Eijkelenburg architect onder
het plan had gezet. In de verordening
wordt geen onderscheid gemaakt. Spr. be
grijpt dat B. en W. er moeilijkheden door
ondervinden, maar laat men dan met wijzi
gingen komen bij den Raad. Het moet in
de verordening worden opgenomen, dat er
geen aanwijzingen worden gegeven. Over
leg met den heer Eijkelenburg heeft
niet plaats gehad, hij heeft steeds zijn
plannen zonder op- of aanmerkingen te
ruggekregen.
Wethouder Noor de wier (S. D.) heeft
nu begrepen, dat de heer Butselaar
de tegemoetkoming tegenover Eijkelen
burg niet goedvindt. Het gaat hier om
menschen, dio in staat zijn iets te ont
werpen en wie dat niet kan, dien kan men
ook geen aanwijzingen geven. Het ideaal
moet zijn het bouwwerk in handen van
bevoegden. Maar de stadsarchitect is vol
komen overtuigd, dat we zoover nog niet
zijn.
De conclusie, dat de klacht ongegrond
wordt verklaard, wordt aangenomen met
13 tegen 11 stemmen.
Tegen: Zwart, "Boender, Butselaar, Eg
gink, Van Galen Last, Van Gent, Hehen
kamp, Hofkamp, Ruitenberg, Spiekermann,
Van Tellingen.
Verbetering van de Barchman
Wuytierslaan.
5. Voorstel van B. en W. tot verbetering
van dc Barchman Wuytierslaan.
De heer Van Galen Last (C. II.) gaat
met het plan mee, maar vraagt of het werk
niet wordt aanbesteed, of in eigen beheer
wordt uitgevoerd.
De heer Spickermann (R. K.) wijst
er op, dat het tweede deel van den weg
veel slechter is. Is het de bedoeling bin
nenkort ook het tweede onder handen te
nemen?
Wethouder Noordewier (S. D.) deelt
mede, dat het werk in werkverruiming
wordt verricht cn dan wordt liet natuur
lijk, tenminste wat de rijweg betreft, uit
besteed.
Het is een provinciale weg en we krijgen
daarvoor een toelage van de provincie. Als
wc die krijgen is het de bedoeling die als
rente te gebruiken voor de verbetering van
den weg door liet bosch.
De lieer Ruitenberg (V. D.) meent,
dat zoo gauw mogelijk moet begonnen
worden met liet verplanten der boomen.
Dc banden kunnen daar dan ook vast wor
den gelegd.
De heer Van Gent (V. B.) vraagt of
dan ook het parkeeren op het Stationsplein
nog mogelijk zal zijn.
Op de bcgrooting 1935 zal een last komen
te drukken van 7000. Hoe willen B. en
W. die dekken.
Wethouder Noordewier (S. D.) deelt
mede, dat het parkeerterrein op het Sta
tionsplein intact blijft.
Wat de dekking betreft, er komt in 1934
een kapitaal vrij van 152.000 en met de
rente daarvan is het bedrag gedekt.
Het voorstel wordt aangenomen.
6. Voorstel van B. cn W. tot regeling der
vergoeding ex art. 100 der L.O.-wet 1920
(boventallige onderwijzers) over 1932 ten be
hoeve van een bijzondere school.
Aangenomen.
7. Voorstel van B. cn W. tot vaststelling
der voorschotten op do vergoeding cx art.
101 der L.O.-wet 1920 voor 1934 ten behoeve
van bijzondere lagere scholen.
Aangenomen.
8. Voorstel van B. en W. tot vaststelling
van het voorschot op dc vergoeding ex art.
101 der L.O.-wet 1920 voor het tijdvak 1 Sep
tember31 December 1933 ten behoeve der
R.K. Jongensschool Dupontplein enz.
Aangenomen.
9. Voorstel van B. en W. tot vaststelling
der vergoeding ex. art. 101 9e lid (vakonder
wijzers) over 1933 ten behoeve van bljz..
U.L.O.-scholen.
Aangenomen.
Bouw- en Woningtoezicht on
lr. Bakker.
10. Voorstel van B. en W. tot ontbinding
van dc koopovereenkomst, afgesloten met
den heer ir. W. J. W. C. Bakker betreffende
een perceel bouwterrein aan de Abr. Kuyper
laan.
De heer Hehenkamp (R.-K.) heeft met
verwondering cn zeer groote ontstemming
dit vooistel gezien. Reclame wordt gemaakt
voor Amersfoort. Deze heer komt door die
reclame misschien wel naar Amersfoort,
laat door een bekend architect een plan
ontwerpen. Door de lange besprekingen
verliest de heer Bakker eindelijk zijn ge
duld cn vraagt ontbinding der overeen
komst. De hierbij betrokken ambtenaren
moeten goed weten welke een schade hier
mee aan Amersfoort wordt toegebracht.
Door een dictatorisch optreden houdt men
dc menschen hier vandaan en vele men
schen 6prckcn er schande van.
De heer Spiekermann (R.-K.) wijst
erop, dat het om kleine verschillen gaat.
Worden de eischen niet wat te hoog opge
voerd? De financieelc belangen van Amers
foort mogen toch ook wel een woordje mee
spreken. Hot plan wordt afgewezen, omdat
het niet harmonisch past in de omgeving.
Maar laten wc dan eerst de hand in eigen
boezem steken. Men denke aan het gym
nasium, aan liet gebouw der belastingen en
het. gebouw der coöperatie aan den Ouden
Soesterweg.
Spreker wil het voorstel aanhouden om
te trachten met den kooper alsnog tot over
eenstemming te komen.
De heer Hofkamp (V. D.) heeft ge
hoord. dat er overleg is gepleegd cn dat de
heer Bakker in vrij ruime mate aan de
eischen van den Dienst is tegemoet geko
men. Dekking van leien neemt hij aan en
de gestelde verlaging ook, er rest nog een
verschil van 10 c.M. in hoogte. Later wordt
den heer Bakker een rieten dak aangera
den, maar dat. wil hij niet. Als het waar is,
wat de heer Bakker meedeelt, heeft hij den
grond gekocht onder voorwaarde, dat hem
bouwvergunning zou worden verleend. De
trek naar Amersfoort zal er niet door wor
den bevorderd, gezwegen nog van de indi
recte nadeelen.
De heer Van Galen La6t (C.-H.), sluit
zich aan bij dc heeren, die het betreuren
dat B. on W. maar star blijven vasthouden
aan hun standpunt en dat het tijd wordt,
dat wat soepeler wordt opgetreden.
Deskundigen vonden het plan van den
heer Bakker niet zoo verwerpelijk. Tot 6lot
schijnt, het te zijn afgesprongen op het rit
ten dak. Dc brandassu ran ties achten het
brandgevaar bij rieten daken grooter. Ook
vele architecten en andere menschen hou
den niet van een rieten dak. De heer Bak
ker beklaagt zich het mce6t over de on
dervonden behandeling. Een ondergeschikt
ambtenaar zei hern: als wij zeggen dat u
een rieten dak moet bobben, dan moet het
een rieten dak zijn.