AMERSFOORTSGH DAGBLAD' BOUW- EN WONINGTOEZICHT ONDER DE LOUPE Woensdag 14 Februari 1934 32 e Jaargang No. 192 MEER SOEPELHEID NOODIG GEACHT KLACHT-V. EIJKELENBURG ONGEGROND BEVONDEN Mr. Stadig opvolger van den heer Veis Heyn GEMEENTERAAD Met Ir. Bakker zal over den grondaankoop nog nader worden gesproken Vergadering van den Raad der gemeente Amersfoort op Dinsdag 13 Februari, des avonds 7 uur. Voorzitter: dc burgemeester. Afwezig mevr. BrussenHemminga. Na opening der vergadering worden de notulen der vergadering van 23 en 29 Ja nuari goedgekeurd, zooals ze ter visie heb ben gelegen. 1. Installatie van het nieuwe lid van den Raad, den heer J. P. Boender. De heer Boender (A. R.) legt de bij do wet voorgeschreven eeden af, waarna de voorzitter hem gelukwenscht met zijn be noeming en do hoop uitspreekt, dat hij zal mogen meewerken aan het algemeen wel zijn. 2. Benoeming van een wethouder. Benoemd wordt xnr. L. Stadig (A. R.) met 18 stemmen, terwijl er 4 stemmen blanco zijn uitgebracht en één stem op den hoer Ruitenberg. De heer Stadig (A. R.) zegt dank voor het vertrouwen door den Raad in hem ge steld en verklaart de benoeming te aan vaarden. 3. Ingekomen zijn o. a. de volgende stuk ken en medcdeelingen: Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht dd. 23 Januari 1931, waarbij goed keuring onthouden wordt aan het raadsbe sluit van 28 November 1933, no. 668, o.m. tot waarborging van rente en aflossing van een lecning van ten hoogste 50 000 tegen een rente van ten hoogste 4aan te gaan door het St. Elisabeth's Gasthuis- of Ziekenhuis voor do stichting van een barak voor besmettelijke ziekten. Dc Voorzitter deelt mede, dat B. en W. liet niet gewenscht achten van deze be slissing in hooger beroep te gaan. De heer Butselaar (O. S. P.) zou wel gaarne spoedig vernemen welke maatre gelen B en W. in deze zullen nemen. Dc heer H u s 1 a g e (S. D. A. P.) meent, dat zich hier weer wreekt, dat wat lang getalmd is met dezen maatregel. Als we de cijfers zien moeten we toegeven, dat ver pleging in Utrecht goedkooper is. Maar geen rekening is gehouden met de familie leden. Voor lichte gevallen vraagt hij het in gebruik houden der bestaande barak. Dc heer Eggink (V. B.) vraagt naar de motieven der afwijzing. Er zijn prakti sche bezwaren voor de familieleden, maar ook bezwaren van medischen aard. Wethouder T h i e n (R. K.) wijst er op, dat alle voorbereidende maatregelen door dozc afwijzing zijn te niet gedaan. B. en W. hebben zich nog niet kunnen beraden, maar binnenkort zal de commissie voor don Geneesk. Dienst worden bijeengeroe pen om maatregelen te beramen. Schrijven van dc Kamer van Koophan del en Fabrieken voor de Geldersche Vallei d.d. 3 Februari 1934 naar aanleiding van do vacature van markt- en havenmeester. Koninklijk besluit d.d. 19 Januari 1934, no. 51, waarbij de jaarwedde van den com missaris van politie tijdelijk wordt ver laagd. Kennisgeving De kwestie-Eijkelenburg. 4. Rapport van de Commissie ad hoc in zake de klacht van P. K. Eijkelenburg. Dc heer Zwart (R. K.) herinnert er aan, dat hij op den voorgrond heeft ge steld, dat de taak der commissie niet te nauw moest worden omschreven. Met het meerderheidsrapport kan hij zich niet ver- ecnigen. De kwestie van het plan Beek man kunnen we er gevoeglijk buiten laten. Maar hoe is dat plan tot stand gekomen? Het gaat hier om personen en daarom is het misschien het beste er niet te veel van te zeggen in het openbaar. De verschillen de klachten hadden echter z. i. wat nader onderzocht moeten worden. Dc heer Van Teelingen (Amersf. Belang) zegt, dat de heer Eijkelenburg meent anders te worden behandeld dan een ander. Is dat waar of niet waar? Aan Beekman zijn wel aanwijzingen gegeven. Waarom kon dat ook niet aan den heer Eijkelenburg? De heer Hofkamp (V. D.) meent, dat wc hier te doen hebben met een paar on aangename gevallen. Het best is dc zaak zoo te regelen, dat geen van beide partijen gekrenkt wordt. Men is te weinig persoon lijk en ook te autoritair opgetreden, waar door het doen van zaken wordt belemmerd. Het rapport geeft verschillende opvattin gen te zien en het trok dc aandacht dat er geen absolute meerderheid is. Twee leden vonden de klacht ongegrond, een lid vond, dat dc Dienst niet taktisch is opgetreden cn twee leden komen tot een geheel andere conclusie. Dat dc klacht ongegrond is bevonden kunnen we niet aanvaarden. De zaak is wel de moeite waard te overwegen of het niet mogelijk is te komen tot iets, dat meer bevrediging geeft. De heer Van Nieuwenhuysen (C. H.) heeft zich bij dc meerderheid neer gelegd. De taak der commissie toch was scherp omschreven en aan die taak moeten we ons houden. Als er niet voor de volle 100 procent zekerheid is, mogen we geen afkeurend oordeel over een ambtenaar uitspreken. Hier was zuiver do zaak Eijkelenburg cn daaraan moeten wc ons houden. Bij punt 10 kunnen we overwegen of dc Raad een nader onderzoek over de heele materie wensclit. Wethouder Stadig (A.R.) zegt als voorzitter der commissie, dat naar het beste weten de zaak is onderzocht. Het ging om do klacht of dc een anders wordt behandeld dan do ander cn die klacht is ernstig onderzocht. Met de verkregen ge gevens kon do commissie niet tot een an dere conclusie komen. De spil waarom al les draaide was: wat was het verschil tus- schen het plan-Beekman en het plan- Eijkelenburg? Het laatste gaf wat gevel betreft geen oplossing daar te plaatse en het plan-Beekman was wel goed. Niemand in de commissie durfde verklaren, dat de appreciatie van het plan-Beekman onge grond was. Met Beekman is gesproken Maar als hij niets had willen veranderen, dan was het plan toch aanvaard. Dat is het groote verschil tusschon het eventueel wijzigingen voorstellen of het dokteren over een plan. Dat laatste is vroeger wel eens gebeurd. Maar dat doen we niet meer. Aan plannen wordt hier niet meer gedok. terd cn de afwijzing van het plan-Eijkc- lenburg was volkomen logisch; anders zou men het geheele plan hebben moeten om werken Do meerderheid meent dat hier volkomen correct is gehandeld en dat do klacht-Eijkelenburg absoluut ongegrond is. De heer Spiekermann (R.K.) zegt, dat aan het heele optreden van den Dienst een zekere tendenz ligt, welko door den architect in de bekende brochure van de B.N.A., een oratio pro domo is uiteengezet Do lieer Ruitenberg (V.D.) wijst er op, dat het beoordeelcn van plannen zeer moeilijk is. Het plah-Beekman was werke lijk beter. Maar dat wil nog niet zeggen, dat het plan-Eijkelenburg zoo was, dat het in een hoek gegooid moest worden. B cn W. zijn op een ongeschikt oogenblik tot de conclusie gekomen, dat er niet meer gedokterd mag worden. Het is niet tak tisch geweest, juist omdat Eijkelen burg meent, dat hij nog al eens achteruit gezet wordt. Dat is niet waar. meent spr., maar hij voelt het zoo aan, dat het niet goed geweest is, juist nu de lijn zoo strak te spannen. Dc Dienst weet bovendien, dat het werk van Eijkelenburg altijd mee valt. En daarom had de Dienst moeten zeggen: we willen zien wat er aan te doen is. Spr. is blij, dat B. cn W. er zich niet mee kunnen verecnigcn, dat de Dienst al- leen plannen wil van architecten. De heer van Galen Last (C.H.) acht het ook zeer moeilijk voor den Raad in deze zaak een beslissing te nemen. Als we zien, dat de commissie, die alle stukken heeft kunnen nagaan, er niet uit is kunnen komen, dan zal dc Raad zeker niet uit deze impasse kunnen komen. De taak der com missie was te eng omschreven en de lieeje geste had moeten worden nagegaan. Het rapport laat ons volkomen onbevredigd, liet ergste was Eijkelenburg tegen zich had was het zich noemen van architect. Daar heeft den Dienst echter niets mee te maken. Als ïemund meent die gave in zich to hebben mag hij die zeker naar voren bren gen, en de afwerking zijner huizen mag gezien worden. Vele bewoners zijner lilli ezen zijn nog na jaren vol tevredenheid. Nu kan men wel zeggen het plan-Beekman zou toch goedgekeurd zijn, maar dat is moeilijk aan te nemen. Spr. voelt er niets voor, dat de klacht ongegrond is en is het meer eens met hot minderheidsrap port. Er zitten aan deze zaak sterk persoon lijke kanten en in het tweede schrijven van Eijkelenburg worden dingen gezegd, waarover in besloten zitting wel eens mag worden gesproken. Eijkelenburg mag dan niet gezocht worden, maar dc Dienst heeft toch ook niet soepel gewerkt. De houding van den Dienst is veel te stroef cn de mcnschen gaan er inet een mokkend ge voel vandaan. Als men vrij uit durfde spre ken zouden er veel meer klachten op ta fel komen. B. en W. beroepen zich op de bouwverordening, maar spr. blijft het B. on W. nog altijd verwijten, dat de bouw verordening niet is gewijzigd. Het plan- Schulte Nordholt was geheel klaar en toen er beroep op den Raad in werd opgeno men, hebben we nooit moer iets van de wijziging der bouwverordening gehoord. De heer de Mots (S.D.) meent dat do heer van Galen Last een eng standpunt heeft ingenomen, daar hij den Dienst niet heeft gehoord. Toen de commissie den heer Eijkelenburg had gehoord, dacht men dat er heel wat haperde. Maar nadat de stadsarchitect was gehoord kreeg men een geheel anderen indruk. Do lieer v. d. Tak heeft in de commissie breedvoerig uiteengezet de gronden waarop het plan Eijkelenburg niet te aanvaarden was. Als de heer van Galen Last, die nog al bruut is opgetreden, de notulen der com missie had gelezen, zou hij anders gespro ken hebben. Spr. vreest, dat wc liicr niet tot overeenstemming zullen komen, vooral niet omdat er nog al stemming is gemaakt. In het minderheidsrapport wordt nog al sterk de aandacht gevestigd op het feit, dat er geen beroep mogelijk is, als B. en W. plannen afwijzen. Maar de art 9699 zijn geheel en al aan dat beroep gewijd. De bouwverordening heeft wel degelijk in dit beroep voorzien cn do minderheidscommis- sio was daarvan blijkbaar niet op de hoog te. Spr. gelooft, dat de commissie overtuigd is, dat do Dienst onverschillig wolkon per soon, oordeelt Er zijn architecten, die op dezelfde wijze zijn behandeld als Eijke lenburg en die ten slotte door het indie nen van nieuwe plannen goedkeuring heb ben verkregen. Hierdoor staat vast, dat de Dienst oordeelt qua plan en niet qua persoon. De heer van Hehenkamp (R.K.) heeft den indruk, dat er wel eens iets ha pert, dat er een soort dictator aan den Dienst is. De heer Butselaar (O.S.P.) kan zich aansluiten bij de woorden van de lieeren Zwart, Van Galen Last en Ruitenberg. De commissie heeft haar taak te eng opgevat. Spr. voelt het aan, dat Eijkelen burg in veel opzichten gelijk heeft. Er zijn in Amersfoort inderdaad menschen, die niet durven spreken, omdat zij daarvan groote nadoelen vreezen. Er wordt in het rapport ook gesproken over een boete, maar in de Bouwverorde ning staat nergens iets over het heffen van een boete. Men moet toepassen wat in de verordening staat, maar men moet niet gaan doktoren door een gcldboeto toe te passen. Kleine aannemers, die dat niet kun nen doen, vragen zich af: wat zou mij ge beurd zijn? Hier is meten met twee maten. De lieer Van Gent (V.B.) wijst er op, dat de klacht-van Eijkelenburg is' gebaseerd op de behandeling en daarom hebben de heeren Spickermann en Spr. die als hoofd zaak genomen. Over den smaak is moeilijk te praten, maar de goede behandeling is geen 'gunst, maar de bouwers hebben er ook reolit op. Het artikel door den heer de Mots uit de Bouwverordening voorgelezen, 6taat er in, maar hij vergeet er bij te voegen, dat hier al meermalen een besluit genomen Is, dat beroep onmogelijk is. Mooht dat wel kunnen, dan dient dat toch aan de raads leden verteld te worden. De stads-archi- tect beroept zich op een brief van B. en W. van 30 Jan, dat hij niet meer aan een plan mag dokteren. Dat 'w een mooie brief, want nu heeft de stads-architect in eerste instantie liet recht te zeggen of een plan aanvaardbaar of niet. Maar het eerste schrijven van Van Eijkelenburg is al van December, zoodat de brief van B. en W. nadien is geschreven. De burgers moeten gelijkelijk worden behandeld en al6 er hia ten in de verordening zijn, dan moet de Raad de verordening veranderen. Het is een feit, dat de heer Beekman wel aanwijzingen heeft gekregen en de heer Van Eijkelenburg niet. De heer Stadig (A.R.): Daar gaat het juist om. En in de commissie hebt U niet durven zegden, dat de verklaring door den heer Van der Tak niet ter goeder trouw is afgelegd. De lieer Van Gent (V.B.): Ik heb ge zegd, dat ik me bui,en de kwestie van den smaak hield. Ik moet nu uit de notulen van de Commissie even een en ander voor lezen. Spr. heeft er op gewezen, dat Van Eijkelenburg als bouwer en architect is op getreden en heeft gevraagd waarom de bro chure van den Bond van Ned. Architecten in het dossier opgenomen is. De stads-ar chitect heeft geantwoord, dat in die bro chure zijn ideaal is uiteengezet, maar met zijn optreden bij den Dienst heeft dat niet te maken. Het moet funeste gevolgen heb ben als de stads-architect zoo'n advies krijgt. De heer Stadig (A.R.): Maar op de con crete vraag durfde u tooh niet neen te zeg^ gen. De heer Van Gent (V.B.) vervolgt, dat het zeer moeilijk is uit de impasse to 'go- raken. Maar een soepeler methode van wer ken van den Dienst van Bouw- cn Woning toezicht is te bereiken door beroep op den Raad open te stellen, zoolang de Bouwver ordening niet is gewijzigd. De Dienst is- er om de menschen te hel pen en de heer Van Eijkelenburg liad wel zonder plan kunnen komen en dan had de Dienst aanwijzingen moeten 'geven. Het is treurie dat dit nist. is gedaan De wethouder aan het woord. Wethouder Noor de wier (S.D.) zet eerst uiteen, waarom den heer Van Eijke lenburg een boete is opgelegd. Hij was be ginnen te bouwen voor de bouwvergunning er was. Hij had verzocht te mogen begin nen, maar heeft een ontwijkend antwoord gekregen. Hij is toch begonnen en ondanks dc waarschuwing van den Dienst is hij door gegaan. In plaats van critiek, had hier wel een woord van waardeering mogen worden geuit Toen is een brief uitgegaan van B. en W.: afbreken. De heer Van Eijkelenburg heeft toen gevraagd een andere oplossing te zoe ken en B. en W. hebben dat gedaan en toen is hij liet naderhand gaan uitbuiten. Op 7 October 1931 heeft de Stadsarchitect uitvoerig uiteengezet, dat liet met dat dok teren uil moest zijn. Toen op 5 Jan. het be sluit was genomen, was de zaak dus al lang aan dc orde, een jaar voordat het plan-Van Eijkelenhung kwem. Dit naar aan leiding van de klaoht van den heer Ruiten berg, dat het besluit van B. en W. niet op een geschikt moment ie genomen. Spr. kan zich volkomen aansluiten bij de beschouwingen van den heer Stadig. Iemand, die niet in staat is een plan te ontwerpen, kan men toch niet helpen met het aangeven van lijnen. Iedere commissie zal liet plan onaanvaardbaar vinden. En nu wil de heer Van Gent toch maar aan wijzingen geven en dus komen die er wel. Maar zoo komen wij er niet. De heer Van Eijkelenburg heeft in geen zijner plannen een oplossing gegeven van het vraagstuk hoe de bouw daar moest zijn. De heer Beek man heeft de moeilijkheid aangevoeld en hij heeft dat in zijn plan neergelegd. Als er niet6 aan gewijzigd was, zou het ook zijn goedgekeurd. Dat dc Dienst per sé een architect wil cn daardoor niet volkomen objectie i6, is niet jui6t. De Dienst streeft wel naar een ideaal en dat moeten we toejuiohen. Want het gaat er om, dat een bouwkundige de plannen maakt en we moeten dc kwakzalvers weg dringen. Maar daarom mag niet worden ge zegd, dat liet plan-van Eijkelenburg daar om i6 afgekeurd. Het ls ten eenenmale onjuist, dat 'geen beroep op den Raad mogelijk is. Dat i6 ge regeld in de art. 6 on 7 van de Woningwet en dat is geregeld in de bouwverordening bij wijziging van 23 Febr. 1932. Nu zegt de minderheid, dat art. 12a niets voorschrijft. Maar art. 12 is op zichzelf een voorschrift. Als men geen gebouwen mag stichten, welke aanstoot geven, moet men tocli voelen, dat men behoorlijke bouwwer ken heeft te leveren. De heer Van Galen Last heeft scherp af gekeurd dc uiting van den Inspecteur Schoenmaker houd je bij je leest! Maar deze uitdrukking is in geheel ander ver band gebruikt. Wij weten allen, dat de heer Van Eijke lenburg als bouwer goed werk levert, maar dat is liier niet ln liet geding. De heer Van Galen Last (C. H.) is zich niet bewust op een bruten toon te heb ben gesproken. Hij heeft reeds voor dat liet plan Beekman was ingekomen met den wethouder over deze zaak besproken. Toen de architect had gesproken was de commissie overtuigd, zegt dc lieer Mots, maar waarom dan het minderheidsrap port? Spr. zal zijn scherpe uitdrukking over den inspecteur niet terugnemen, om dat hij diezelfde- uitdrukking in ander ver band weer heeft aangetroffen. De heer Butselaar (O. S. P.) meent, dat de wethouder hem niet heeft begrepen. Als er in de Bouwverordening staat, dat zonder vergunning begonnen werk moet gesloopt worden, dan moet dat ook gebeu ren. De heer Stadig (A. R.) wijst er nog op, dat er een meerderheid is, ook dc lieer Van Nieuwenhuysen is het er mee eens, dat de klacht ongegrond is. Dc lieer Eggink (V. B.): Neen. De heer Stadig (A. R.): Er is hier een zekere animositeit, men wil ontkennen dat er een meerderheid is. De heer Van Nieuwenhuysen meende, dat dc Dienst niet taktisch was opgetreden, maar hij was het met de meerderheid eens. Ook in het minderheidsrapport vindt men niet een vastlegging van liet kardi nale punt. Is te kwader trouw liet plan van Eijkelenburg ter zijde gelegd cn is te goeder trouw het plan Beekman aanvaard? Daar gaat liet om. In de commissie zelf is nadrukkelijk de vraag gesteld: Mogen en moeten we aannemen, dat de verklaring niet ter goeder trouw is afgelegd door den heer Van der Tak? En niemand in de commissie heeft dat aangedurfd. De heele commissie was overtuigd, dat dc verschil lende appreciaties der twee plannen volko men ter goeder trouw was. Dc heer Eggink (V. B.) meent, dat er eenige rapporten zijn. Er is een rapport van twee leden en een opmerking van een der leden, waardoor hij zich dc moeite be spaard heeft ccn geheel nieuw rapport to schrijven. We moeten uiterst voorzichtig zijn; het gaat hier om ccn ambtenaar, die zich hier niet kan verdedigen, maar dc verdediging van den wethouder heeft Spr. met genoe gen gehoord. Een groote moeilijkheid zit in het han- teeren van art. 12a Is het wel juist, dat u art. 12a mag uitleggen, zooals u deed. Het geeft slechts een negatieve maatstaf aan. Alles is te ondervangen als art. 12a wordt omgezet, zoodat we er een positieve maatstaf in vinden. Dat is ook in het be lang van den gemeenteambtenaar, die er zijn ideaal door kan naleven en dat is ook in het belang van de gemeente. Het woord kwade trouw is door nie mand genoemd, men kan zich ook te goeder trouw vergissen. Laten wc aanne men, dat mocht er hier een fout zijn ge maakt, we niet denken aan kwade trouw, maar dat het is gebeurd in den ijver om de gemeente te dienen. De heer Van Gent (V. B.) wijst er op, dat over het kardinale punt: de behande ling, geen woord is gezegd. De architect toch heeft geen aanwijzingen willen ge ven omdat Eijkelenburg architect onder het plan had gezet. In de verordening wordt geen onderscheid gemaakt. Spr. be grijpt dat B. en W. er moeilijkheden door ondervinden, maar laat men dan met wijzi gingen komen bij den Raad. Het moet in de verordening worden opgenomen, dat er geen aanwijzingen worden gegeven. Over leg met den heer Eijkelenburg heeft niet plaats gehad, hij heeft steeds zijn plannen zonder op- of aanmerkingen te ruggekregen. Wethouder Noor de wier (S. D.) heeft nu begrepen, dat de heer Butselaar de tegemoetkoming tegenover Eijkelen burg niet goedvindt. Het gaat hier om menschen, dio in staat zijn iets te ont werpen en wie dat niet kan, dien kan men ook geen aanwijzingen geven. Het ideaal moet zijn het bouwwerk in handen van bevoegden. Maar de stadsarchitect is vol komen overtuigd, dat we zoover nog niet zijn. De conclusie, dat de klacht ongegrond wordt verklaard, wordt aangenomen met 13 tegen 11 stemmen. Tegen: Zwart, "Boender, Butselaar, Eg gink, Van Galen Last, Van Gent, Hehen kamp, Hofkamp, Ruitenberg, Spiekermann, Van Tellingen. Verbetering van de Barchman Wuytierslaan. 5. Voorstel van B. en W. tot verbetering van dc Barchman Wuytierslaan. De heer Van Galen Last (C. II.) gaat met het plan mee, maar vraagt of het werk niet wordt aanbesteed, of in eigen beheer wordt uitgevoerd. De heer Spickermann (R. K.) wijst er op, dat het tweede deel van den weg veel slechter is. Is het de bedoeling bin nenkort ook het tweede onder handen te nemen? Wethouder Noordewier (S. D.) deelt mede, dat het werk in werkverruiming wordt verricht cn dan wordt liet natuur lijk, tenminste wat de rijweg betreft, uit besteed. Het is een provinciale weg en we krijgen daarvoor een toelage van de provincie. Als wc die krijgen is het de bedoeling die als rente te gebruiken voor de verbetering van den weg door liet bosch. De lieer Ruitenberg (V. D.) meent, dat zoo gauw mogelijk moet begonnen worden met liet verplanten der boomen. Dc banden kunnen daar dan ook vast wor den gelegd. De heer Van Gent (V. B.) vraagt of dan ook het parkeeren op het Stationsplein nog mogelijk zal zijn. Op de bcgrooting 1935 zal een last komen te drukken van 7000. Hoe willen B. en W. die dekken. Wethouder Noordewier (S. D.) deelt mede, dat het parkeerterrein op het Sta tionsplein intact blijft. Wat de dekking betreft, er komt in 1934 een kapitaal vrij van 152.000 en met de rente daarvan is het bedrag gedekt. Het voorstel wordt aangenomen. 6. Voorstel van B. cn W. tot regeling der vergoeding ex art. 100 der L.O.-wet 1920 (boventallige onderwijzers) over 1932 ten be hoeve van een bijzondere school. Aangenomen. 7. Voorstel van B. cn W. tot vaststelling der voorschotten op do vergoeding cx art. 101 der L.O.-wet 1920 voor 1934 ten behoeve van bijzondere lagere scholen. Aangenomen. 8. Voorstel van B. en W. tot vaststelling van het voorschot op dc vergoeding ex art. 101 der L.O.-wet 1920 voor het tijdvak 1 Sep tember31 December 1933 ten behoeve der R.K. Jongensschool Dupontplein enz. Aangenomen. 9. Voorstel van B. en W. tot vaststelling der vergoeding ex. art. 101 9e lid (vakonder wijzers) over 1933 ten behoeve van bljz.. U.L.O.-scholen. Aangenomen. Bouw- en Woningtoezicht on lr. Bakker. 10. Voorstel van B. en W. tot ontbinding van dc koopovereenkomst, afgesloten met den heer ir. W. J. W. C. Bakker betreffende een perceel bouwterrein aan de Abr. Kuyper laan. De heer Hehenkamp (R.-K.) heeft met verwondering cn zeer groote ontstemming dit vooistel gezien. Reclame wordt gemaakt voor Amersfoort. Deze heer komt door die reclame misschien wel naar Amersfoort, laat door een bekend architect een plan ontwerpen. Door de lange besprekingen verliest de heer Bakker eindelijk zijn ge duld cn vraagt ontbinding der overeen komst. De hierbij betrokken ambtenaren moeten goed weten welke een schade hier mee aan Amersfoort wordt toegebracht. Door een dictatorisch optreden houdt men dc menschen hier vandaan en vele men schen 6prckcn er schande van. De heer Spiekermann (R.-K.) wijst erop, dat het om kleine verschillen gaat. Worden de eischen niet wat te hoog opge voerd? De financieelc belangen van Amers foort mogen toch ook wel een woordje mee spreken. Hot plan wordt afgewezen, omdat het niet harmonisch past in de omgeving. Maar laten wc dan eerst de hand in eigen boezem steken. Men denke aan het gym nasium, aan liet gebouw der belastingen en het. gebouw der coöperatie aan den Ouden Soesterweg. Spreker wil het voorstel aanhouden om te trachten met den kooper alsnog tot over eenstemming te komen. De heer Hofkamp (V. D.) heeft ge hoord. dat er overleg is gepleegd cn dat de heer Bakker in vrij ruime mate aan de eischen van den Dienst is tegemoet geko men. Dekking van leien neemt hij aan en de gestelde verlaging ook, er rest nog een verschil van 10 c.M. in hoogte. Later wordt den heer Bakker een rieten dak aangera den, maar dat. wil hij niet. Als het waar is, wat de heer Bakker meedeelt, heeft hij den grond gekocht onder voorwaarde, dat hem bouwvergunning zou worden verleend. De trek naar Amersfoort zal er niet door wor den bevorderd, gezwegen nog van de indi recte nadeelen. De heer Van Galen La6t (C.-H.), sluit zich aan bij dc heeren, die het betreuren dat B. on W. maar star blijven vasthouden aan hun standpunt en dat het tijd wordt, dat wat soepeler wordt opgetreden. Deskundigen vonden het plan van den heer Bakker niet zoo verwerpelijk. Tot 6lot schijnt, het te zijn afgesprongen op het rit ten dak. Dc brandassu ran ties achten het brandgevaar bij rieten daken grooter. Ook vele architecten en andere menschen hou den niet van een rieten dak. De heer Bak ker beklaagt zich het mce6t over de on dervonden behandeling. Een ondergeschikt ambtenaar zei hern: als wij zeggen dat u een rieten dak moet bobben, dan moet het een rieten dak zijn.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 9