WITBRAAD BUITEN Z'N BOEKJE
HIJ WILDE GELD
VERDIENEN
Gedaalde belangstelling
UIT DE STAATSCOURANT
PIERRE MONTEUX
GAAT HEEN
FABRIEKSBRAND
DRACHTEN
TE
Onze Postvliegers
onderweg
CREDIETVERLEENING AAN
DEN MIDDENSTAND
VERKEERSONGEVAL
TE DEN BOSCH
NTENRODFZAAK
De correspondentie Onnes-
Koning was niet fictief
Amsterdam, 8 Maart. Wederom zit
Onnes van Nijenrode in de verdachten-
bank, als te ruim tien uur de rechtbank
binnen komt om haar elfde zittingsdag te
wijden aan de oplossing van de raadselen
rond het kasteel aan de Vecht.
Allereerst brengt de president de re
cherche-lijstcn van de Utrechtsche re
cherche tor sprake. Hierop waren aangege
ven de voorwerpen die door de verhuizer»
zijn meegenomen.
Koning heeft n.l. verklaard in het voor
onderzoek, dat hij die lijsten bij Onnes heeft
gezien. Onnes daarentegen houdt vol, die
lijsten nooit in zijn bezit te hebben gehad.
De verdediger mr. Muller Maseis wijst er
op, dat Koning's verklaringen over de zaak
aanmerkelijk afwijken van zijn vorige me-
dcdeelingcn op dit punt. „Getuige kan er
wel weer wat bij fantaseeren", merkt pl. op.
Koning: „U moet me niet gaan beleedi
gen, meneer Muller Massls, dan ga ik u
ook belecdigen."
Mr. Muller Massis: „Oh, dat mag u ge
rust doen, voor beleedigingen van uw kant
ben ik niet vatbaar."
Verd. Onnes brengt dan weer de eerste
chantagepoging van Koning ter sprake, ge
durende een gesprek in Hotel Terminus te
Utrecht. Onnes had er toen op gewezen, dat
de zaak tegenover de verzekering verre van
zuiver was.
„Ik begrijp je scrupules tegenover die
verzekering niet", had Koning toen o.a. ge
antwoord.
De president vraagt eenige bijzonderhe
den en ten slotte roept Onnes uit: „Meneer
de president, u neemt me straks nog kwa
lijk, als ik niet meer weet welk koekje ik
bij de thee heb gegeten".
Met getuigenverhoor wordt dan voortge
zet. Enkele cmployé's van verznkcrings
maatschappijen en van het expertisebureau
leggen formcelo verklaringen af.
Een van hen verklaarde, dat hij in Ja
nuari 1932 naar het kasteel was geweest
om een schaderegeling te treffen. Enkele
kunstvoorwerpen waren bij ongeluk gebro
ken, de verzekering betaalde bij die ge
legenheid ruim 10.000. Bij die gelegen
heid was de bepaling gemaakt, dat de vitri
nes, waarin de gouden voorwerpen werden,
bewaard, afgesloten moesten worden.
Pres.: „Werden de premies steeds op zijn
tijd betaald?"
Getuige: „Neen, er was nogal oen achter
stand en we hadden dikwijls nogal moeite
betaling te krijgen. De schilderijen en hun
waarde worden met dezen getuige, den
heer Scheltcma, ter sprake gebracht. De
vijf gestolen schilderijen waren, aldus ge
tuige, hoog verzekerd, eh cr is veel meer tc
rugbetaald dan zo waard waren.
De werkelijke waarde van de vijf schil
derijen was maar enkele duizenden gul
dens.
Pres.: „Was dc beele verzameling Goud
•likker van deze qualitcit of was er toe
vallig een vijftal van minder gehalte bij?'
Getuige: „Er waren heelc mooie en kost
bare stukken".
Pres.: „Dan is het toch wel vreemd, dat
juist die vijf hoogverzekerde schilderijen
werden weggehaald". De president merkt
naar aanleiding hiervan op, dat de ver
zekering aan Goudstikker ruim 30.000 te
veel heeft uitbetaald.
Mr. De Gaay Fortman: „Waarom is de
achterstallige verzekeringspremie niet af
gehouden van do uitgekeerdo verzekerings
som?"
Getuige: „Dat is geen gewoonte, boven
dien was de premie niet zoo ver achter, en
we wisten dat het wel in orde zou komen."
Mr. De Gaay Fortman: „Dus dat was een
bewijs van vertrouwen cn vond men 't bij
de verzekering niet zoo erg".
Mr. Van Dullcmen (tot get.): „Heeft
Onnes u bij dc eerste schaderegeling be
treffende de twee gebroken beeldjes ge
yraagd er niet tegen buitenstaanders over
tc praten?"
Getuige: „Ja, dat heeft hij me verzocht.
Ik dacht dat hij als kunstliefhebber niet
wilde weten, dat hij door onhandigheid
twee kostbare beeldjes had gebroken.
Het bleek me later, dat Goudstikker van
die gebroken beeldjes óók niet wist, hij
was er een beetje gepiqueerd over, dat
Onnes er hem niet van had verteld.
Officier (tot verd.): „Iloe verklaart u, dat
u er niets van aan Goudstikker hebt ge
zegd Hebt u de beeldjes vervangen?"
Verd.: „Ik vond 't een vervelende ge
schiedenis, maar ik zou 't zeer zeker heb
ben verteld. De beeldjes waren niet tc ver
vangen, later zijn zo gerestaureerd en
•amen in Engeland getaxeerd op 190. Uit
een mededeeling van mr. Kappijne blijkt,
dat do beeldjes eigendom van Onnes wa
ren."
Verdachte deelt nog racdc. dat hij zijn
kostbare porselein heeft verzekerd voor een
bedrag, dat slechts 10 hooger is dan de
Inkoopsprijs, van het verzekerde porse
lein moest in kasten worden bewaard.
Dc verdachte merkt nog op, dat hij inder
daad opdracht had gegeven, om een slotje
op de vitrines te maken, doch dat was
•teeds niet gebeurd, omdat dergelijke
•alonslctjes zoo moeilijk te krijgen waren.
Dan wordt als getuige gehoord de heer
Otto Top, assuradeur, hij verstrekte uitvoe
rige inlichtingen over dc verzekering en de
getaxeerde waarden.
Vervolgens worden in de ochtendzitting
ilog enkele verzekeringsexperts en cm
ployé's gehoord. Het verhoor levert weinig
belangrijks op. De gereserveerde tribune is
vrijwel geheel verlaten, een enkele politie
man en eenige „particuliere" belangstellen
den spannen zich in om de moeilijk te hoo
ren vragen van den president te volgen
Op de publieke rechtbank is de belangstel
ling dermate getaand, dat nog slechts acht
eenzamen de zaak volgen.
Uit de verklaring van den kunsthande
laar Groeveld Jr. uit Den Haag blijkt, dat
er in Febr. 1932 door Koning met hem was
onderhandeld over een schilderij van Nico
laas Maas. Dit betreft hetzelfde schilderij
waarin later sprake was in de correspon
dentie tusschen Koning cn Onnes. Zooals
men weet, zegt Koning steeds, dat dit cor
respondeeren fictiei was, uit deze verkla
ring zou dus inderdaad blijken zoo
merkt mr. Kappeyne op dat die corres
pondentie over schilderijen niet fictief
was
Opgewonden gemoederen.
Gel. Koning wordt voorgeroepen, hij
geeft een anderen uitleg aan het gebeurde
tusschon hem en den kunsthandelaar. Hij
windt zich hevig op cn roept: „Deze ge
tuige liegt, het is een wraakneming" Mrs.
Muller Massls cn Kanpeyne protesteeren
„Mijnheer de president, get. Koning staat
al weer ccn getuige te beleedigcn, ioderen
keer u!s er iemand iets in het voordeel
an Onnes zegt. probeert hij de getuigen
te intiraideeron."
Heftig winden Koning en Onne9 en de
verdedigers zich op; er wordt verward
dooreen geschreeuw, tenslotte legt de pre
sidcnl aan Koning het zwijgen op.
Verdachte Onnes betoogt dan aan dc
hand van cijfers, dat een beleening van de
Nicolaas Maes door Koning zeer wel mo
gelijk was, hoewel het stuk niet zijn eigen
dom was. Het verschil tusschen beleen- en
koopsom garandeerde Koning dan nog een
behoorlijke winst. Verd. brengt dan een
brief ter sprake over deze schilderijenbo
lecning. Koning valt hem in de rede cn
roept: „Die brief heeft Onnes me gedir
teerd."
Mr. Muller Massis: Mijnheer do presi
dent, eerst zouden die brieven als code
hebben gediend en nu zegt Koning weer
dat Onnes ze heeft gedicteerd Als jo toch
via een gefingeerde correspondentie af
spraaKjes wilt maken, ga je elkaar niet
dictecren." Hieruit blijkt, aldus Mr. Muller
Massis, dat Koning op z'n minst een fan
tast is.
Do kunsthandelaar zegt nog, een briefje
in zijn kantoor te Den Haag te hebben
voor deze zaak van belang, hij biedt aan,
het briefje tc gaan halen. De verdedigers
stellen hem reisgeld ter hand; de zitting
wordt tot drie uur geschorst.
Dc eerste getuige na de pauze is een ex
kinderjuffrouw, die vroeger in den dienst
was van de familie Onnes. Zij vertelt, dat
zij op 15 Maart was ontslagen. Zij had on
genoegen gehad met den heer Onnes; om
dat zij op zekeren avond tc laat was thuis
gekomen.
Men hoort verder van haar, dat het de
taak van den tuinbaas was. om de poort
te sluiten, slechts als meneer on mevrouw
niet thuis waren, bleef deze geopend.
Pres.: Was die tuinbaas nogal gezien on
der het personeel?"
Getuige: „Neen, absoluut niet. hij werd
„Judas" genoemd.
Het is getuige opgevallen, dat de heer
Onnes, op den ochtend, dat dc inbraak ont
dekt werd. niet zooals gewoonlijk van het
boudoir waar ontbeten werd naar
zijn werkkamer ging. Dien ochtend ging
bij eerst naar beneden, kwam weer boven
en is toen met zijn secretaresse weer naar
beneden gegaan.
Pres.: „Werd er wel eens over gesproken
door het personeel, dat de heer Onnes meer
van de inbraak af zou weten?"
Getuige: „Ja, maar dat was meer naar
aanleiding van de praatjes van -leveran
ciers.
Voorts blijkt, dat deze juffrouw drio da
gen lang n.l. toen zij kort na dc inbraak
verlof kreeg door rechercheurs was ge
volgd. Aanvankelijk bestond het vermoeden
dat het meisje meer van de inbraak afwist.
Naar aanleiding van het standje over
het laat thuis komen stelt inr. Muller Mas
sis nog eenige vragen.
Het blijkt nu dat cetuige geiust later
thuis mocht komen, mits zij dit vooraf
mededeelde, zoodat een der leden van liet
personeel op kon blijven om open te doen.
Verdachte Onnes zegt dan. dat hij nooit
een van de leden van het personeel van
inbraak heeft verdacht, ook heeft hij zich
nooit in dien zin tegenover dc recherche
uitgelaten. Wol hebben Utrechtsche recher
cheurs tegen verdachte verteld, dat de kin
derjuffrouw een zwager in Duitschland
heeft, die door dc politie werd gezocht.
Verdachte wist hiervan ook niets af.
Met deze getulce wordt ook de vraag
ter sprake gebracht of het dichtschuiven
van de aordijncn lawaai maakte. Volgens
de juffrouw maakte het „reusachtig la
waai". volgens de verdediging, die proeven
had genomen, was het dichtschuiven in de
bovenvertrekken slechts heel flauw hoor
baar.
Als er door den Officier nog unkele sup
posities worden gemaakt, naar aanleiding
an de kinderjuffrouw, roept de verdachte
uit: „och meneer de Officier, ook dat kun
nen we als 't moet wel ontzenuwen, 't be
gint veel op een roman van Wallace te
lijken".
Het briefje is erl
Intusschen komt er een boodschap, dut
de getuige met het briefje uit Den Haag
terug is. Onder gróote spanning leest de
griffier bet voor en het blijkt dat liet ge
dateerd is G Februari '32. Er wordt in ge
schreven door Koning aan Grocncveld. dat
zijn vriend het schilderij voor het bedongen
bedrag niet wil koopen. Koning stelt voor
een anderen prijs vast te stellen. (Hieruit
blijkt dus. dat de correspondentie Onnes
Koning v.v„ niet fictief w as).
„Als T tJJblielt", roept verdachte Onnes
uit, „is 't duidelijk of niet"! En triomfante
lijk voegt hij eraan toe: „De edelen zelden
in 1096 tegen gloria V: „Uwe kromme
sprongen zijn uit heer Graaf", maar ik kan
tegen U zeggen:" „Uwe kromme sprongen
zijn thans uit, heer Koning 1"
Naar aanleiding van de corrcepondentie
ontspint zich nog een levendig debat over
do vraag „fictief" of „niet fictief'.
Do president wijst op zeer hooge bedra
gen, in do correspondentie genoemd. Naar
aanleiding hiervan merkt mr. de Gaay Fort
man op, dat dit voor hem een aanwijzing
temeer is, dat de correspondentie niet fic
tief is. Bij een fictieve correspondentie al
dus dc rechter, zorgt men wel, dat de ge
tollen absoluut geen achterdocht kunnen
wekken.
Het debat wordt heftig en met stemver
heffing roept mr. Kappeyne uit, dat do
feiten lijnrecht in tegenspraak zijn met
do verklaringen die Koning onder cede
heeft afgelegd.
De inhoud vn l et opzienbarende brief
je wordt dan beaproken. Koning struikelt
bijna over zijn woorden, als hij aan wil
toonen, dat hij het briefje, hoewel hij het
zelf geschreven heeft, niet „begrijpt".
Een incident
Een heftig incident ontstaat, als getuige
Koning zijn gewone systeem volgt en ver
schillende insinuaties uit en o.a. tegen mr.
Muller Massis zegt: „deze getuigo is bij U
op kantoor geweest, vanmiddag.
Meneer do President, roept Mr. Muller
Massis uit, daar moet ik nu met alle klem
tegen protesteeren, getuige Koning slaat
geen gelegenheid over om insinuaties te
uiten, do vorige keer beschuldigde hij mij
bijna, dat ik een briefje vervalscht had, dat
wordt me to kras.
Koning antwoordt dan, dat hij deze ge
tuige niet bedoelde, maar wel Witbrood.
Mr. Muller Massis antwoordt, dat Wi
braad inderdaad op zijn kantoor is geweest
Hij verzoekt Witbraad onmiddellijk ter zit
ting te ontbieden en hem zelf tc laten ver
tellen, wat hij kwam doen.
De rechtbank besluit aldus en de zitting
wordt te half zes geschorst om Witbraad
ter zitting te brengen.
Na heropening is Witbraad present. Hij
geeft toe Vrijdag op het kantoor van Mr.
Muller Massis te zijn geweest, hij kwam om
getuigschriften te halen, die in het bezit
van rar. Muller Massis waren. Witbraad
had toen gezegd: „Als U eens een tip weet,
of ik weet een tip, dan kunnen we elkaar
van dienst zijn".
„Ik had honger", aldus Witbraad,
steun had ik nog niet".
President: „Doelde U op inlichtingen in
deze zaak?"
Witbraad: „Ja. natuurlijk, ik heb ge
tracht wat te verdienen."
Meneer Muller Massis heeft me wel be
grepen.
President: „Is er niets anders besproken.
Mr. Muller Massis: „Jawel, cr is meer ge
zegd."
Witbraad: „Ik zeg niets meer, ik kan 1
tnc niet .herinneren."
President: „U moet 't zeggen."
Witbraad: „Meneeer Muller Massis heeft
me wel begrepen
President: „Denkt U, dat deze zaak niet
zuiver is?"
Witbraad: „Deze zaak niet zuiver? Hoe
bedoelt U dat?"
President: „Is deze zaak niet precies,
zooals U verklaard hebt?"
Witbraad: Toen Koning me de duizend
gulden gaf. heeft Koning me op dien
zelfden dag gezegd: „die ezeis hebben
een vitrine laten staan".
Mr. Muller Massis: „Neon, dat is geen tip
U hebt gevraagd of ik een tip voor U had.
t was een bedelpartij van U.
Officier: „Wie vroeg U op het kantoor
te komen?
Witbraad: Ik ging uit mezelf, als Je bon
ger hebt,
Mr. Muller Massis: „Ik heb geantwoord
dat ik geen geld gaf en dat ik de verkla
ringen van Witbraad niet wilde beïnfluen
ceeren. Hij is ongetroost weer heengegaan
Witbraad. „Ja, dat is zoo!"
President: „Hoe wist Koning van deze
kwestie af? U mag met Uw mede-verdnch
ten niet spreken, eigenlijk zelfs niet met
Mr. Muller Massis, ul is dat ook een vol
komen betrouwbaar adres.
De president vraagt nog eens hoe Koning
van dit bezoek aan Mr. Muller Massis af
wist.
Koning zal con verklaring geven. Hij ge
looft, dat "t niet onmogelijk is. dat Witbraad
hem dit in de getuigenkamer heeft mede
gedeeld, t Kan ook zijn. dat lilj 't voor het
gebouw heeft gehoord, toen hij met de ver
huizers, stond te pralen.
Het komt den Officier voor, dat het 't
beste is, de schorsing van de voorlooplge
hechtenis van Koning* en Witbraad op tc
heffen.
Hierover wordt echter nog niet beslist.
De zitting wordt geschorst tot Zaterdag
tc 10 uur.
Met ingung vjii 1 Apri. is op zijn verzoek
eervol ontslagen dr. J. B. L. C. C. Bnron de
WljkeralooUi dc Wcerdesteijn als lid van
den Hand van State met dankbetuiging voor
de gewichtige diensten in die betrekking
bewezen en met benoeming (evens tot com
mandeur in de Oranje-Naesau Orde.
HU KON HET NIET LANOER
UITHOUDEN.
Laren, 8 Maart. De politie te Blaricum
arresteerde Woensdag een man, die ver-
duclU wordt van drie inbraken. Donderdag
zng hij de kans, tijdons de afwezigheid van
zijn bewaker dc dubbele deuren, wuarach
ter hij was opgesloten open te krljgon en
te vluchten.
Onmiddellijk stelde dc politie een ach
tervolging in, die echter tot geenerlcl re
sultaat leidde. Des avonds meldde de man
zich zelf weer aan. Als reden tot zijn ont
snapping gaf hij voor hel niet langer in
zijn cel te kunnen uithouden.
Hij biedt zijn ontslag aan als
dirigent van het Concerts
gebouworkest
Pierre Monteux heeft zich met een schrij
ven gewend tot het bestuur van het Con
certgebouw, waarin hij zijn ontslag aan
biedt als dirigent van het Concertgebouw
orkest. De reden van dit ontslag zou gc
legen zijn in het feit, dat hij na ongeveer
tienjarigen arbeid als dirigent van het or
kest meent, dat de tijd om dezen arbeid
af te sluiten, thans gekomen- is.
PIERRE MONTEUX.
Juist nu door de 'angdurige ziekte van
dr. Willem Mengelberg en de financieele
zorgen, het Concertgebouw-orkest zeer moei
lijke dagen doormaakt, wekt dit plotseling
heengaan dat in artistiek opzicht een zwa
re slag voor deze instelling beteekent, groo-
te ontsteltenis. Deze rustige, fijnzinnige di-
rigpnt heeft gedurende de jaren dal hij re
gelmatig zijn autoriteit in de muziektempel
aan de van Baerle-straat heeft doen gelden
een eigen stempel op dit ensemblp gedrukt
De vertolking onder zijn leiding van wer
ken uit de Fransche school, van de moder
ne meestenverkei. Strawinsky, Milhaud.
Pijper, etc. behoorden tot de meest su
blieme prestaties, welke het orkest de laat
■de jaren heeft geleverd.
Naar wij vernemen zijn er onderhande
lingen gaande om Bruno Walter voorloopig
voor eenige maanden, te engageeren. Wal
ter Is een geniaal dirigent, doch zijn belang
stelling is geheel an Iers georiënteerd dan
die van Monteux, on loopt vrijwel parallel
met die van Mengelberg. Dc grootc moeilijk
heid zal zijn, oen dirigent te vinden, die
de zeer speciale post van Monteux zal kun
nen bezetten'. Misschien dat dc kans van
Van Beinum thans grooter zal worden?
Vrarcn van hel raadslid Z.
Galden.
Het raadslid Z. Gulden te Amsterdam
heeft de volgende schriftelijke vragen aan
B. en W. gericht:
1. Hebben B. en W. kennis genomen van
het bericht, dat de dirigent Pierre Monteux
aan het bestuur van het Concertgebouw
heeft medegedeeld dat hij niet" meer voor
een verbintenis in aanmerking wenscht tc
komen?
.2. Zijn B. en W. niet van oordeel, dat
deze ontslagname, gevoegd bij het feit van
de langdurige afwezigheid van dr. Willem
Mengelberg het dirigenten vraagstuk voor
het Concertgebouw tot een urgent vraag
stuk heeft gemaakt?
3. Zijn B. en W. niet van oordcel, dat in
het artistiek cn financieel belang van het
Concertgebouw dit vraagstuk spoedig en
afdoende dient te worden opgelost?
4. Zijn B. cn W. bereid over deze aange
legenheid met het bestuur van bet Con
certgebouw in overleg te treden?
Drachten, 8 Maart. Hedenmiddag 5
uur i6 brand uitgebroken in de matrassen
fabriek Union van de firma Kok te Drach
ton. De brand schijnt ontstaan te zijn op
de electrische wolverwarmingsafdeeling. Hei
vuur greep zoo 6nol om zich heen, dat bet
personeel, groot 35 man, in allerijl het drie
verdiepingen hooge gebouw moest verlaten
De vlammen vonden gretig voedsel in hi-t
aanwezige zeer brandbare materiaal, zoodat
binnen weinig oogenbltkken het pand in
lichter laai stond.
De brandweer van Drachten was spoedig
met twee motorspuitcn aanwezig. Twee bij
de fabriek gelegen woonhuizen liepen ge
vaar door het vuur te worden aangetast en
de eerste taak gold dan ook deze huizen
voor het vernielend element te sparen. Van
de fabriek zelf kon niets gered worden. De
schade wordt geraamd op eenige tiendui
zenden guldens, doch wordt door verzeke
ring gedekt.
Het personeel zal waarschijnlijk op een
andere fabriek van d* zelfde firma, in deze
omgeving, werk kunnen krijgen.
Oehoe
Pelikaan
Kwartel
Sni|
t—3
1-3
Amsterdam
Marseille
8—3
1-3
Rome
2—3
Athene
Mersamniruh
7—3
3-3
Cairo
Gaza
Rutba wells
t—3
4-3
Bacil ad
Boeshir
5—3
Diask
Karachi
4-3
6—3
Jodpoer
Allahabad
3-3
7—3
Calcutta
Rangoon
2-3
8—3
Bangkok
Alor Star
1-3
8—j
SInennore
23-2
72
Merlan
Batavia
23—.
3
r
Vertrek van het eerstvolgende post
vliegtuig van Amsterdam 15 Maart.
De Regeering wenscht ten hoogs
ste twee millioen beschiks
baar te stellen
Ingediend is een wetsontwerp tot
wijziging van het zevende hoofd
stuk B der Rijksbcgrooting over het
dienstjaar 1934, waarbij wordt vast
gesteld, een memoriepost uit te trek
ken: vergoeding aan de Nederland-
sche Middenstandsbank wegens ver
liezen, door deze instelling geleden
op na de totstandkoming dezer wet
verleende credietcn aan in liquidi
teitsmoeilijkheden geraakte, overi
gens echter volwaardige, midden-
standsbedrijven en wegens kosten
van maatregelen door haar getrof
fen ter versterking van het Neder-
landsche middenstandscrediet.
In dc memorie van toelichting zegt de
Minister van Financien, dat hij maatrege
len heeft overwogen, teneinde tegemoet te
komen aan de tengevolge van de crisis in
liquiditeitsmoerlijkheden geraakte midden-
standsbedrijvcn.
De hulp van Overheidswege, in dezen te
verleenen, kan een tweeledig karakter dra
gen; zij kan vooreerst strekken om bedrij
ven van den handeldrijvenden en industri-
eelen middenstand, die op een hechten
grondslag zijn gevestigd, en welker instand
houding uit een oogpunt van algemeen be
lang aanbeveling verdient, doch die, indien
geen hulp geboden werd, ten gronde zouden
gaan, door een kredietverlening bij te
slaan. En in de tweede plaats schijnt over
heidshulp gerechtvaardigd om, voor zooveel
noodig, de organisatie van het midden-
standscredietwozen zelf nog beter bestand
te doen zijn tegen de hoogere eischen, waar
aan deze organisatie in omstandigheden,
als waaronder wij leven, moet voldoen.
Voor dit tweeledig doel een krediet aan
tc vragen, dat de Regeering op ten hoogste
2 millioen bepaald zou wcnschen te zien,
is dc strekking van het wetsontwerp.
De Regeering stelt zich voor bij de be
oogde kredietverstrekking gebruik te ma
ken van dc Nederlandsche Middenstands-
bank. welke als het centrale orgaan van
het Nederlandsche rniddenstandskrediet de
beste waarborgen biedt voor een doelmatige
en onpartijdige besteding der gelden, met
voortdurendo inachtneming van het doel,
waarvoor zij zijn toegestaan.
Voor het overige meent dc Regeering goed
te doen zich ten aanzien van de besteding
van het aangevraagde bedrag niet bij voor
baat aan bepaalde regelen tc binden.
Twee jonge menschen
zwaar gewond
Den Bosch. 8 Maart. Op den Pettelaar-
schenweg tc Den Bosch heeft hedenavond
een ernstige aanrijding plaat9 gevonden,
waarvan twee jonge menschen, het slacht
offer werden.
Do 22-jarige mej. van B. en dc 21-jarig#
E. liepen op den Pettelaarschenweg t#
wandelen, toen zij onverwacht door een
auto werden aangereden. Zij werden tegen
den grond gesmakt en hevig bloedend op
genomen. In zorgwekeknden toestand zijn
beide slachtoffers naar het Groot Zieken-
gasthuis te Den Bosch overgebracht, alwaar
zij ter verpleging zijn opgenomen.
De chauffeur van de auto, zekere S. uit
Sint Michielsgestel, was na de aanrijding
loorgeredon, doch men heeft hem in zijn
woonplaats kunnen aanhouden. Hij beweer
de met een boomtak in aanraking t* zijn
geweest, De auto, die aan de voortijd#
eenigszins beschadigd was, is in beslag gé-
nomen. S. is naar den Bosch overgebracht.