WITBRAAD BUITEN Z'N BOEKJE HIJ WILDE GELD VERDIENEN Gedaalde belangstelling UIT DE STAATSCOURANT PIERRE MONTEUX GAAT HEEN FABRIEKSBRAND DRACHTEN TE Onze Postvliegers onderweg CREDIETVERLEENING AAN DEN MIDDENSTAND VERKEERSONGEVAL TE DEN BOSCH NTENRODFZAAK De correspondentie Onnes- Koning was niet fictief Amsterdam, 8 Maart. Wederom zit Onnes van Nijenrode in de verdachten- bank, als te ruim tien uur de rechtbank binnen komt om haar elfde zittingsdag te wijden aan de oplossing van de raadselen rond het kasteel aan de Vecht. Allereerst brengt de president de re cherche-lijstcn van de Utrechtsche re cherche tor sprake. Hierop waren aangege ven de voorwerpen die door de verhuizer» zijn meegenomen. Koning heeft n.l. verklaard in het voor onderzoek, dat hij die lijsten bij Onnes heeft gezien. Onnes daarentegen houdt vol, die lijsten nooit in zijn bezit te hebben gehad. De verdediger mr. Muller Maseis wijst er op, dat Koning's verklaringen over de zaak aanmerkelijk afwijken van zijn vorige me- dcdeelingcn op dit punt. „Getuige kan er wel weer wat bij fantaseeren", merkt pl. op. Koning: „U moet me niet gaan beleedi gen, meneer Muller Massls, dan ga ik u ook belecdigen." Mr. Muller Massis: „Oh, dat mag u ge rust doen, voor beleedigingen van uw kant ben ik niet vatbaar." Verd. Onnes brengt dan weer de eerste chantagepoging van Koning ter sprake, ge durende een gesprek in Hotel Terminus te Utrecht. Onnes had er toen op gewezen, dat de zaak tegenover de verzekering verre van zuiver was. „Ik begrijp je scrupules tegenover die verzekering niet", had Koning toen o.a. ge antwoord. De president vraagt eenige bijzonderhe den en ten slotte roept Onnes uit: „Meneer de president, u neemt me straks nog kwa lijk, als ik niet meer weet welk koekje ik bij de thee heb gegeten". Met getuigenverhoor wordt dan voortge zet. Enkele cmployé's van verznkcrings maatschappijen en van het expertisebureau leggen formcelo verklaringen af. Een van hen verklaarde, dat hij in Ja nuari 1932 naar het kasteel was geweest om een schaderegeling te treffen. Enkele kunstvoorwerpen waren bij ongeluk gebro ken, de verzekering betaalde bij die ge legenheid ruim 10.000. Bij die gelegen heid was de bepaling gemaakt, dat de vitri nes, waarin de gouden voorwerpen werden, bewaard, afgesloten moesten worden. Pres.: „Werden de premies steeds op zijn tijd betaald?" Getuige: „Neen, er was nogal oen achter stand en we hadden dikwijls nogal moeite betaling te krijgen. De schilderijen en hun waarde worden met dezen getuige, den heer Scheltcma, ter sprake gebracht. De vijf gestolen schilderijen waren, aldus ge tuige, hoog verzekerd, eh cr is veel meer tc rugbetaald dan zo waard waren. De werkelijke waarde van de vijf schil derijen was maar enkele duizenden gul dens. Pres.: „Was dc beele verzameling Goud •likker van deze qualitcit of was er toe vallig een vijftal van minder gehalte bij?' Getuige: „Er waren heelc mooie en kost bare stukken". Pres.: „Dan is het toch wel vreemd, dat juist die vijf hoogverzekerde schilderijen werden weggehaald". De president merkt naar aanleiding hiervan op, dat de ver zekering aan Goudstikker ruim 30.000 te veel heeft uitbetaald. Mr. De Gaay Fortman: „Waarom is de achterstallige verzekeringspremie niet af gehouden van do uitgekeerdo verzekerings som?" Getuige: „Dat is geen gewoonte, boven dien was de premie niet zoo ver achter, en we wisten dat het wel in orde zou komen." Mr. De Gaay Fortman: „Dus dat was een bewijs van vertrouwen cn vond men 't bij de verzekering niet zoo erg". Mr. Van Dullcmen (tot get.): „Heeft Onnes u bij dc eerste schaderegeling be treffende de twee gebroken beeldjes ge yraagd er niet tegen buitenstaanders over tc praten?" Getuige: „Ja, dat heeft hij me verzocht. Ik dacht dat hij als kunstliefhebber niet wilde weten, dat hij door onhandigheid twee kostbare beeldjes had gebroken. Het bleek me later, dat Goudstikker van die gebroken beeldjes óók niet wist, hij was er een beetje gepiqueerd over, dat Onnes er hem niet van had verteld. Officier (tot verd.): „Iloe verklaart u, dat u er niets van aan Goudstikker hebt ge zegd Hebt u de beeldjes vervangen?" Verd.: „Ik vond 't een vervelende ge schiedenis, maar ik zou 't zeer zeker heb ben verteld. De beeldjes waren niet tc ver vangen, later zijn zo gerestaureerd en •amen in Engeland getaxeerd op 190. Uit een mededeeling van mr. Kappijne blijkt, dat do beeldjes eigendom van Onnes wa ren." Verdachte deelt nog racdc. dat hij zijn kostbare porselein heeft verzekerd voor een bedrag, dat slechts 10 hooger is dan de Inkoopsprijs, van het verzekerde porse lein moest in kasten worden bewaard. Dc verdachte merkt nog op, dat hij inder daad opdracht had gegeven, om een slotje op de vitrines te maken, doch dat was •teeds niet gebeurd, omdat dergelijke •alonslctjes zoo moeilijk te krijgen waren. Dan wordt als getuige gehoord de heer Otto Top, assuradeur, hij verstrekte uitvoe rige inlichtingen over dc verzekering en de getaxeerde waarden. Vervolgens worden in de ochtendzitting ilog enkele verzekeringsexperts en cm ployé's gehoord. Het verhoor levert weinig belangrijks op. De gereserveerde tribune is vrijwel geheel verlaten, een enkele politie man en eenige „particuliere" belangstellen den spannen zich in om de moeilijk te hoo ren vragen van den president te volgen Op de publieke rechtbank is de belangstel ling dermate getaand, dat nog slechts acht eenzamen de zaak volgen. Uit de verklaring van den kunsthande laar Groeveld Jr. uit Den Haag blijkt, dat er in Febr. 1932 door Koning met hem was onderhandeld over een schilderij van Nico laas Maas. Dit betreft hetzelfde schilderij waarin later sprake was in de correspon dentie tusschen Koning cn Onnes. Zooals men weet, zegt Koning steeds, dat dit cor respondeeren fictiei was, uit deze verkla ring zou dus inderdaad blijken zoo merkt mr. Kappeyne op dat die corres pondentie over schilderijen niet fictief was Opgewonden gemoederen. Gel. Koning wordt voorgeroepen, hij geeft een anderen uitleg aan het gebeurde tusschon hem en den kunsthandelaar. Hij windt zich hevig op cn roept: „Deze ge tuige liegt, het is een wraakneming" Mrs. Muller Massls cn Kanpeyne protesteeren „Mijnheer de president, get. Koning staat al weer ccn getuige te beleedigcn, ioderen keer u!s er iemand iets in het voordeel an Onnes zegt. probeert hij de getuigen te intiraideeron." Heftig winden Koning en Onne9 en de verdedigers zich op; er wordt verward dooreen geschreeuw, tenslotte legt de pre sidcnl aan Koning het zwijgen op. Verdachte Onnes betoogt dan aan dc hand van cijfers, dat een beleening van de Nicolaas Maes door Koning zeer wel mo gelijk was, hoewel het stuk niet zijn eigen dom was. Het verschil tusschen beleen- en koopsom garandeerde Koning dan nog een behoorlijke winst. Verd. brengt dan een brief ter sprake over deze schilderijenbo lecning. Koning valt hem in de rede cn roept: „Die brief heeft Onnes me gedir teerd." Mr. Muller Massis: Mijnheer do presi dent, eerst zouden die brieven als code hebben gediend en nu zegt Koning weer dat Onnes ze heeft gedicteerd Als jo toch via een gefingeerde correspondentie af spraaKjes wilt maken, ga je elkaar niet dictecren." Hieruit blijkt, aldus Mr. Muller Massis, dat Koning op z'n minst een fan tast is. Do kunsthandelaar zegt nog, een briefje in zijn kantoor te Den Haag te hebben voor deze zaak van belang, hij biedt aan, het briefje tc gaan halen. De verdedigers stellen hem reisgeld ter hand; de zitting wordt tot drie uur geschorst. Dc eerste getuige na de pauze is een ex kinderjuffrouw, die vroeger in den dienst was van de familie Onnes. Zij vertelt, dat zij op 15 Maart was ontslagen. Zij had on genoegen gehad met den heer Onnes; om dat zij op zekeren avond tc laat was thuis gekomen. Men hoort verder van haar, dat het de taak van den tuinbaas was. om de poort te sluiten, slechts als meneer on mevrouw niet thuis waren, bleef deze geopend. Pres.: Was die tuinbaas nogal gezien on der het personeel?" Getuige: „Neen, absoluut niet. hij werd „Judas" genoemd. Het is getuige opgevallen, dat de heer Onnes, op den ochtend, dat dc inbraak ont dekt werd. niet zooals gewoonlijk van het boudoir waar ontbeten werd naar zijn werkkamer ging. Dien ochtend ging bij eerst naar beneden, kwam weer boven en is toen met zijn secretaresse weer naar beneden gegaan. Pres.: „Werd er wel eens over gesproken door het personeel, dat de heer Onnes meer van de inbraak af zou weten?" Getuige: „Ja, maar dat was meer naar aanleiding van de praatjes van -leveran ciers. Voorts blijkt, dat deze juffrouw drio da gen lang n.l. toen zij kort na dc inbraak verlof kreeg door rechercheurs was ge volgd. Aanvankelijk bestond het vermoeden dat het meisje meer van de inbraak afwist. Naar aanleiding van het standje over het laat thuis komen stelt inr. Muller Mas sis nog eenige vragen. Het blijkt nu dat cetuige geiust later thuis mocht komen, mits zij dit vooraf mededeelde, zoodat een der leden van liet personeel op kon blijven om open te doen. Verdachte Onnes zegt dan. dat hij nooit een van de leden van het personeel van inbraak heeft verdacht, ook heeft hij zich nooit in dien zin tegenover dc recherche uitgelaten. Wol hebben Utrechtsche recher cheurs tegen verdachte verteld, dat de kin derjuffrouw een zwager in Duitschland heeft, die door dc politie werd gezocht. Verdachte wist hiervan ook niets af. Met deze getulce wordt ook de vraag ter sprake gebracht of het dichtschuiven van de aordijncn lawaai maakte. Volgens de juffrouw maakte het „reusachtig la waai". volgens de verdediging, die proeven had genomen, was het dichtschuiven in de bovenvertrekken slechts heel flauw hoor baar. Als er door den Officier nog unkele sup posities worden gemaakt, naar aanleiding an de kinderjuffrouw, roept de verdachte uit: „och meneer de Officier, ook dat kun nen we als 't moet wel ontzenuwen, 't be gint veel op een roman van Wallace te lijken". Het briefje is erl Intusschen komt er een boodschap, dut de getuige met het briefje uit Den Haag terug is. Onder gróote spanning leest de griffier bet voor en het blijkt dat liet ge dateerd is G Februari '32. Er wordt in ge schreven door Koning aan Grocncveld. dat zijn vriend het schilderij voor het bedongen bedrag niet wil koopen. Koning stelt voor een anderen prijs vast te stellen. (Hieruit blijkt dus. dat de correspondentie Onnes Koning v.v„ niet fictief w as). „Als T tJJblielt", roept verdachte Onnes uit, „is 't duidelijk of niet"! En triomfante lijk voegt hij eraan toe: „De edelen zelden in 1096 tegen gloria V: „Uwe kromme sprongen zijn uit heer Graaf", maar ik kan tegen U zeggen:" „Uwe kromme sprongen zijn thans uit, heer Koning 1" Naar aanleiding van de corrcepondentie ontspint zich nog een levendig debat over do vraag „fictief" of „niet fictief'. Do president wijst op zeer hooge bedra gen, in do correspondentie genoemd. Naar aanleiding hiervan merkt mr. de Gaay Fort man op, dat dit voor hem een aanwijzing temeer is, dat de correspondentie niet fic tief is. Bij een fictieve correspondentie al dus dc rechter, zorgt men wel, dat de ge tollen absoluut geen achterdocht kunnen wekken. Het debat wordt heftig en met stemver heffing roept mr. Kappeyne uit, dat do feiten lijnrecht in tegenspraak zijn met do verklaringen die Koning onder cede heeft afgelegd. De inhoud vn l et opzienbarende brief je wordt dan beaproken. Koning struikelt bijna over zijn woorden, als hij aan wil toonen, dat hij het briefje, hoewel hij het zelf geschreven heeft, niet „begrijpt". Een incident Een heftig incident ontstaat, als getuige Koning zijn gewone systeem volgt en ver schillende insinuaties uit en o.a. tegen mr. Muller Massis zegt: „deze getuigo is bij U op kantoor geweest, vanmiddag. Meneer do President, roept Mr. Muller Massis uit, daar moet ik nu met alle klem tegen protesteeren, getuige Koning slaat geen gelegenheid over om insinuaties te uiten, do vorige keer beschuldigde hij mij bijna, dat ik een briefje vervalscht had, dat wordt me to kras. Koning antwoordt dan, dat hij deze ge tuige niet bedoelde, maar wel Witbrood. Mr. Muller Massis antwoordt, dat Wi braad inderdaad op zijn kantoor is geweest Hij verzoekt Witbraad onmiddellijk ter zit ting te ontbieden en hem zelf tc laten ver tellen, wat hij kwam doen. De rechtbank besluit aldus en de zitting wordt te half zes geschorst om Witbraad ter zitting te brengen. Na heropening is Witbraad present. Hij geeft toe Vrijdag op het kantoor van Mr. Muller Massis te zijn geweest, hij kwam om getuigschriften te halen, die in het bezit van rar. Muller Massis waren. Witbraad had toen gezegd: „Als U eens een tip weet, of ik weet een tip, dan kunnen we elkaar van dienst zijn". „Ik had honger", aldus Witbraad, steun had ik nog niet". President: „Doelde U op inlichtingen in deze zaak?" Witbraad: „Ja. natuurlijk, ik heb ge tracht wat te verdienen." Meneer Muller Massis heeft me wel be grepen. President: „Is er niets anders besproken. Mr. Muller Massis: „Jawel, cr is meer ge zegd." Witbraad: „Ik zeg niets meer, ik kan 1 tnc niet .herinneren." President: „U moet 't zeggen." Witbraad: „Meneeer Muller Massis heeft me wel begrepen President: „Denkt U, dat deze zaak niet zuiver is?" Witbraad: „Deze zaak niet zuiver? Hoe bedoelt U dat?" President: „Is deze zaak niet precies, zooals U verklaard hebt?" Witbraad: Toen Koning me de duizend gulden gaf. heeft Koning me op dien zelfden dag gezegd: „die ezeis hebben een vitrine laten staan". Mr. Muller Massis: „Neon, dat is geen tip U hebt gevraagd of ik een tip voor U had. t was een bedelpartij van U. Officier: „Wie vroeg U op het kantoor te komen? Witbraad: Ik ging uit mezelf, als Je bon ger hebt, Mr. Muller Massis: „Ik heb geantwoord dat ik geen geld gaf en dat ik de verkla ringen van Witbraad niet wilde beïnfluen ceeren. Hij is ongetroost weer heengegaan Witbraad. „Ja, dat is zoo!" President: „Hoe wist Koning van deze kwestie af? U mag met Uw mede-verdnch ten niet spreken, eigenlijk zelfs niet met Mr. Muller Massis, ul is dat ook een vol komen betrouwbaar adres. De president vraagt nog eens hoe Koning van dit bezoek aan Mr. Muller Massis af wist. Koning zal con verklaring geven. Hij ge looft, dat "t niet onmogelijk is. dat Witbraad hem dit in de getuigenkamer heeft mede gedeeld, t Kan ook zijn. dat lilj 't voor het gebouw heeft gehoord, toen hij met de ver huizers, stond te pralen. Het komt den Officier voor, dat het 't beste is, de schorsing van de voorlooplge hechtenis van Koning* en Witbraad op tc heffen. Hierover wordt echter nog niet beslist. De zitting wordt geschorst tot Zaterdag tc 10 uur. Met ingung vjii 1 Apri. is op zijn verzoek eervol ontslagen dr. J. B. L. C. C. Bnron de WljkeralooUi dc Wcerdesteijn als lid van den Hand van State met dankbetuiging voor de gewichtige diensten in die betrekking bewezen en met benoeming (evens tot com mandeur in de Oranje-Naesau Orde. HU KON HET NIET LANOER UITHOUDEN. Laren, 8 Maart. De politie te Blaricum arresteerde Woensdag een man, die ver- duclU wordt van drie inbraken. Donderdag zng hij de kans, tijdons de afwezigheid van zijn bewaker dc dubbele deuren, wuarach ter hij was opgesloten open te krljgon en te vluchten. Onmiddellijk stelde dc politie een ach tervolging in, die echter tot geenerlcl re sultaat leidde. Des avonds meldde de man zich zelf weer aan. Als reden tot zijn ont snapping gaf hij voor hel niet langer in zijn cel te kunnen uithouden. Hij biedt zijn ontslag aan als dirigent van het Concerts gebouworkest Pierre Monteux heeft zich met een schrij ven gewend tot het bestuur van het Con certgebouw, waarin hij zijn ontslag aan biedt als dirigent van het Concertgebouw orkest. De reden van dit ontslag zou gc legen zijn in het feit, dat hij na ongeveer tienjarigen arbeid als dirigent van het or kest meent, dat de tijd om dezen arbeid af te sluiten, thans gekomen- is. PIERRE MONTEUX. Juist nu door de 'angdurige ziekte van dr. Willem Mengelberg en de financieele zorgen, het Concertgebouw-orkest zeer moei lijke dagen doormaakt, wekt dit plotseling heengaan dat in artistiek opzicht een zwa re slag voor deze instelling beteekent, groo- te ontsteltenis. Deze rustige, fijnzinnige di- rigpnt heeft gedurende de jaren dal hij re gelmatig zijn autoriteit in de muziektempel aan de van Baerle-straat heeft doen gelden een eigen stempel op dit ensemblp gedrukt De vertolking onder zijn leiding van wer ken uit de Fransche school, van de moder ne meestenverkei. Strawinsky, Milhaud. Pijper, etc. behoorden tot de meest su blieme prestaties, welke het orkest de laat ■de jaren heeft geleverd. Naar wij vernemen zijn er onderhande lingen gaande om Bruno Walter voorloopig voor eenige maanden, te engageeren. Wal ter Is een geniaal dirigent, doch zijn belang stelling is geheel an Iers georiënteerd dan die van Monteux, on loopt vrijwel parallel met die van Mengelberg. Dc grootc moeilijk heid zal zijn, oen dirigent te vinden, die de zeer speciale post van Monteux zal kun nen bezetten'. Misschien dat dc kans van Van Beinum thans grooter zal worden? Vrarcn van hel raadslid Z. Galden. Het raadslid Z. Gulden te Amsterdam heeft de volgende schriftelijke vragen aan B. en W. gericht: 1. Hebben B. en W. kennis genomen van het bericht, dat de dirigent Pierre Monteux aan het bestuur van het Concertgebouw heeft medegedeeld dat hij niet" meer voor een verbintenis in aanmerking wenscht tc komen? .2. Zijn B. en W. niet van oordeel, dat deze ontslagname, gevoegd bij het feit van de langdurige afwezigheid van dr. Willem Mengelberg het dirigenten vraagstuk voor het Concertgebouw tot een urgent vraag stuk heeft gemaakt? 3. Zijn B. en W. niet van oordcel, dat in het artistiek cn financieel belang van het Concertgebouw dit vraagstuk spoedig en afdoende dient te worden opgelost? 4. Zijn B. cn W. bereid over deze aange legenheid met het bestuur van bet Con certgebouw in overleg te treden? Drachten, 8 Maart. Hedenmiddag 5 uur i6 brand uitgebroken in de matrassen fabriek Union van de firma Kok te Drach ton. De brand schijnt ontstaan te zijn op de electrische wolverwarmingsafdeeling. Hei vuur greep zoo 6nol om zich heen, dat bet personeel, groot 35 man, in allerijl het drie verdiepingen hooge gebouw moest verlaten De vlammen vonden gretig voedsel in hi-t aanwezige zeer brandbare materiaal, zoodat binnen weinig oogenbltkken het pand in lichter laai stond. De brandweer van Drachten was spoedig met twee motorspuitcn aanwezig. Twee bij de fabriek gelegen woonhuizen liepen ge vaar door het vuur te worden aangetast en de eerste taak gold dan ook deze huizen voor het vernielend element te sparen. Van de fabriek zelf kon niets gered worden. De schade wordt geraamd op eenige tiendui zenden guldens, doch wordt door verzeke ring gedekt. Het personeel zal waarschijnlijk op een andere fabriek van d* zelfde firma, in deze omgeving, werk kunnen krijgen. Oehoe Pelikaan Kwartel Sni| t—3 1-3 Amsterdam Marseille 8—3 1-3 Rome 2—3 Athene Mersamniruh 7—3 3-3 Cairo Gaza Rutba wells t—3 4-3 Bacil ad Boeshir 5—3 Diask Karachi 4-3 6—3 Jodpoer Allahabad 3-3 7—3 Calcutta Rangoon 2-3 8—3 Bangkok Alor Star 1-3 8—j SInennore 23-2 72 Merlan Batavia 23—. 3 r Vertrek van het eerstvolgende post vliegtuig van Amsterdam 15 Maart. De Regeering wenscht ten hoogs ste twee millioen beschiks baar te stellen Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging van het zevende hoofd stuk B der Rijksbcgrooting over het dienstjaar 1934, waarbij wordt vast gesteld, een memoriepost uit te trek ken: vergoeding aan de Nederland- sche Middenstandsbank wegens ver liezen, door deze instelling geleden op na de totstandkoming dezer wet verleende credietcn aan in liquidi teitsmoeilijkheden geraakte, overi gens echter volwaardige, midden- standsbedrijven en wegens kosten van maatregelen door haar getrof fen ter versterking van het Neder- landsche middenstandscrediet. In dc memorie van toelichting zegt de Minister van Financien, dat hij maatrege len heeft overwogen, teneinde tegemoet te komen aan de tengevolge van de crisis in liquiditeitsmoerlijkheden geraakte midden- standsbedrijvcn. De hulp van Overheidswege, in dezen te verleenen, kan een tweeledig karakter dra gen; zij kan vooreerst strekken om bedrij ven van den handeldrijvenden en industri- eelen middenstand, die op een hechten grondslag zijn gevestigd, en welker instand houding uit een oogpunt van algemeen be lang aanbeveling verdient, doch die, indien geen hulp geboden werd, ten gronde zouden gaan, door een kredietverlening bij te slaan. En in de tweede plaats schijnt over heidshulp gerechtvaardigd om, voor zooveel noodig, de organisatie van het midden- standscredietwozen zelf nog beter bestand te doen zijn tegen de hoogere eischen, waar aan deze organisatie in omstandigheden, als waaronder wij leven, moet voldoen. Voor dit tweeledig doel een krediet aan tc vragen, dat de Regeering op ten hoogste 2 millioen bepaald zou wcnschen te zien, is dc strekking van het wetsontwerp. De Regeering stelt zich voor bij de be oogde kredietverstrekking gebruik te ma ken van dc Nederlandsche Middenstands- bank. welke als het centrale orgaan van het Nederlandsche rniddenstandskrediet de beste waarborgen biedt voor een doelmatige en onpartijdige besteding der gelden, met voortdurendo inachtneming van het doel, waarvoor zij zijn toegestaan. Voor het overige meent dc Regeering goed te doen zich ten aanzien van de besteding van het aangevraagde bedrag niet bij voor baat aan bepaalde regelen tc binden. Twee jonge menschen zwaar gewond Den Bosch. 8 Maart. Op den Pettelaar- schenweg tc Den Bosch heeft hedenavond een ernstige aanrijding plaat9 gevonden, waarvan twee jonge menschen, het slacht offer werden. Do 22-jarige mej. van B. en dc 21-jarig# E. liepen op den Pettelaarschenweg t# wandelen, toen zij onverwacht door een auto werden aangereden. Zij werden tegen den grond gesmakt en hevig bloedend op genomen. In zorgwekeknden toestand zijn beide slachtoffers naar het Groot Zieken- gasthuis te Den Bosch overgebracht, alwaar zij ter verpleging zijn opgenomen. De chauffeur van de auto, zekere S. uit Sint Michielsgestel, was na de aanrijding loorgeredon, doch men heeft hem in zijn woonplaats kunnen aanhouden. Hij beweer de met een boomtak in aanraking t* zijn geweest, De auto, die aan de voortijd# eenigszins beschadigd was, is in beslag gé- nomen. S. is naar den Bosch overgebracht.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 6