SNELTAXI DIAMANT ROND DE ZAAK NI JENRODE AMERSFOORTSCH DAGBLAD FEUILLETON Woensdag 21 Maart 1934 32e Jaargang No. 222 DE HEER GOUDSTIKKER ALS GETUIGE TWEEDE BLAD SNEL - VEILIG - GOEDKOOP VROUW VERMOORD Balc-> en Braadvet VEILIGE HAVENS Incident tusschen verdediging en O. M. Amsterdam, 20 Maart. De zestiend» Eittingsdag van de Onncszaak! Onnes opent de aanvul, hij brengt weer cenige punten naar voren, waarvan wij dachten, dat ze Zaterdag waren afgehan deld. De chantagc-kwcstie cn de 6childe- rijcnbelecning wordt nog eens voor de zoo vcelsle keer ter sprake gebracht. Onnes geeft een kort college in koopmanschap en de daarbij geldende usanses Op een gege ven moment loopt bet debat dood cn de president grijpt de gelegenheid gretig aan om een getuige voor het hekje te roepen. Het is de" accountant dr. A. Stern- b e i m. die als eerste getuige van den dag optreedt. Getuige was namens do firma Goudstikker in de zaak gemoeid, hij geeft enkele inlichtingen over de compagnie schap Onnes—Goudslikker. Get. verklaart, naar aanleiding van een vraag van den president, dat Onnes wel eens wat vlotter met betalen kón zijn geweest, maar van een bepaalde geldverlegenheid had getuige pas iets gemerkt toen Onnes eind 1931 be gin 1932 met hem sprak over een leening van 80.000.— met bet doel zekere gerust heid voor de toekomst te krijgen. Pres.: „'Had u hoop hierin te slagen?" Getuige: „Ik had daar weinig hoop op. bovendien wenschlc de heer Onnes een ga rantie van den heer Goudslikker tegenover de Banken, alsmede do zekerheid, dat de goederen op Nijenrode zouden blijven." Voorts verklaart dr. Slernheim, dat hij ook den lieer Goudstikker had kunnen vra gen om bortr te blijven, doch in dien vorm scheen de heer Onnes de zaak niet te wil len stellen. Dat blijkt ook uit een schrijven van 26 Januari, waarin hij verklaart, reeds tevreden te zijn als Goudstikker zijn schil derijen cn kostbaarheden op Nijenrode laat. De bedoeling was, dat de kostbaarheden van Nijenrode als onderpand zouden die nen voor de bank. die het geld voorschoot De heer Goudstikker kon hier niet- op in gaan. Hij had pertinent geweigerd do risico op zich te nemen, daar hij niet wilde, dat de bank, bij niet nakomen der verplichtin gen van Onnes, op zijn Goudstikkers goed beslag zou loggen. Op 24 Febr. 1932 heeft dr. Slernheirn definitief meegedeeld, dat er van do ,zaak niets zou komen. Op 29 Febr. d.a.v, had do inbraak plaats, ter wijl Onnes tot 24 Febr. nog altijd hoop had, dat hij het geld zou krijgen. Enkele malen interrumpeert de Officier of de verdachte, óf de getuige, waarop mr. Kappeync opgewonden uitroept: „Meneer do Officier u hebt,niet alleen de gave om den verdachte op te winden maar ook om de verdediging buiten zichzelf te bren gen Na dit incident 'gaat het verhoor weer rustig voort; getuige legt nog eenigo ver klaringen of over de financicelo positie van Onnes en over de bcleeningspogingen. Mr. Kappeyne- „Wist 0nnc6 vóór 24 Fe Ibruari dat er voor hem geen hoop was, dat de onderhandelingen met Goudstikker zou den slagen?" Getuige: Neen. dat wist hij voor ik het liem zei niel. Hij was bovendien een man wet een groot optimisme." Getuige verklaart nog, dat Onnes in Ja nuari het contract met Goudstikker had kunnen opzeggen. Hij had dan in Juni kun- ïien veilen Getuige was een voorstander van veiling van Onnjs' goederen Do president betwijfelt, of een veiling practisch mogelijk wa6 geweest. De officier van justitie (tot getuige) Waarom wendde verd. zich niet tot de Holl Bank van Zuid-Amerika, daar was zijn broer toch directeur? En bij heeft be weerd, dat hij dadr ahijd geld kon krijgen." Dr Stcrnheim. „Meneer Onnes wilde lie ver zijn broer niet in al zijn zaken men gen.' Officier. „Al do rekeningen van Onnes loopen toch over de Bank van zijn broer?" Getuige zegt dit niet Ie weten. Na de pauze. Na de pauze wordt liet verhoor van ge tuige dr. Stcrnheim voortgezet. Op een vraag van den Officier antwoordt hij. dat verdachte hem nooit iets van de gebroken beeldjes cn de uitgekeerde schadevergoe ding had verteld, wel wist hij het. daar Goudstikker het hem had verteld. De be langen gemeenschap Onnes—Goudstikker wordt dan uitvoerig besproken. Op 6 Maart 1933 heeft Onnes de overeenkomst, opge zegd. dit besluit was zeer onverwacht. Officier: „Ilecft Onnes wel eens met U over Koning gesproken, heeft hij U wel eens gezegd, dat hij een Xicolaes Macs aan te bieden had!" Getuige: „Noch over Koning, noch over een Nic. Maes heeft hij tegenover mij ooit gesproken." Uitvoerig zet verdachte dan nogmaals uiteen, waarom hij de belangen gemeen schap niet Goudstikker ontbonden heeft cn welke zijn toekomstp'annen waren. Verd. zegt alles gedaan te hebben om de schade voor Goudstikker zoo gering mogelijk te maken, in onderling overleg zijn de zaken geregeld. Dan wordt de procuratie-houder van de fa. Goudstikker, do heer A. A. ten Broek, binnengeroepen om zijn verklaringen af te leggen. Getuige zegt met zekerheid te weten, dat de 9000.— aan Onnes voor Goudstikker zijn uitbetaald op 3 Maart. Pres.: ..Op welk uur kwam Onnes?" Get.: „Zeker weet ik het niet. maar ik meen in do ochtenduren." Officier: „Is er nog over de inbraak ge sproken?" Getuige: „Zoover mij bekend niet, maar Onnes is direct naar het kantoor van me neer Goudstikker gegaan." Als getuige hoort dc rechtbank dan den kunsthandelaar J. Goudstikker. Hij ver klaart o.m., dat het denkbeeld om Nijen rode te koopen van hem. getuige, is uitge gaan. Dc heer Onnes zou dan vrij op het kasteel wonen. De heer Goudstikker zou zijn schilderijen daar exposceren cn geza menlijk zou een kunsthandel worden ge dreven. De kunsthandel maakte echter moeilijke jaren door cn dc revenuen vielen niet mee. Op een gegeven oogenblik werden do prijzen met 30 pet verlaagd. President: „Wanneer was dat, voor of na dc inbraak." Getuige weet dit niet precies meer. Er wordt lang over dit punt heen en weer ge praat. maar veel resultaat heeft het niet. Pres.: „Is er gedurende dc eerste twee maanden van 1932 nog iets verkocht? Getuige. „Ik weet 't niet precies. U kunt moeilijk van me verlangen, dat ik dat al les in m'n hoofd heb, T staat in m'n boe ken, als U wilt zal ik 't nazien." Officier: „Voor den rechter-commissaris hebt U verklaard van niet." Pres.: „Heeft meneer Onnes U wel eens over een Nicolaas Maaes gesproken?" Get.: „Jawel, maar ik weet niet precies wanneer, ik ben geen wandelende agenda, er worden mij tientallen schilderijen per weck voorgelegd. Ik wil hier even den na druk op leggen, want meneer dc Officier viel me er over aan. Pies- „Dus U kunt niet zeggen, of er vóór of na de inbraak over dc Nicolaas Maes ge sproken is." Getuige: „Ik weet het niet meer!" We krijgen dun dc beeldjesgeschicdenis weer te hooron. Getuige Goudstikker was door deze geschiedenis zeer onaangenaam getroffen geweest. „Onnes had het me moe ten zeggen, ik had er recht op te weten, wat op Nijenrode gebeurde." Officier: „Welke reden gaf meneer Onnes op, dat hij het geheim had gehouden?" Getuige: „Dat weet ik niet meer." Pres.: „Ging U in Februari of Maait '32 accoord met ccn veiling van de goederen?" Getuige zegt. dat bij' daarmee niet ac* coord zou zijn gegaan, daar Onnes daartoe z.i. geen recht had. Getuige vond de opzegging van de over eenkomst door Onnes onbehoorlijk. Officier: „Beschouwde U Uw kunstvoor werpen op Nijenrode als bevroren kapi taal?" Getuige: „Op dat moment waren dc voor werpen voor het mcerendecl niet verkoop- haar, als zoodanig ertegenw oordigdc ze dus bevroren kapitaal." Verdachte Onnes stelt getuige dan ecnige vragen „Kon ik welen, voor welk bedrag Uw schilderijen verzekerd waren." Mr. Muller Massis: „En dat in weerwil van het feit, dat Koning beweert, dat Onnes precies zou hebben geweten, voor hoeveel dc schilderijen verzekerd waren. Pres. ..De waarde stond toch op 't kaart systeem." .Verdachte „Meneer, dat was de waarde, maar had met de verzekering niets te ma ken. liet is onzin, wanneer Koning beweert, dat ik wist, dat de schilderijen voor 30.000 waren verzekerd." Pres. „Wat was de prijs van de vijf ge stolen schilderijen." Getuige; „Dat stond in het kaartsysteem. De verzekeringsprijzen waren alleen aan mij en aan do assuradeuren bekend." Officier: „Hoe wist meneer v. d. Dussen de cijfers dan?" Getuige: „Die kwam toch namens assu radeuren." Officier: „Van der Dussen vertelt, dat liij ze toen meneer Onnes even uit de Ka mer was vlug uit bet kaartsysteem heeft overgeschreven." Verd.: „Dat is onwaar, laten we v. d. D. dan opnicuwd hooren." „Koning heeft dat cijfer natuurlijk uit dc stukken, of misschion uit de kranten, daar heeft toch zooveel in gestaan", roept Mr. Muller Massis uit. Dc verdediging vraagt overlegging van het kaartsysteem. De heer Goudstikker houdt dan een al leenspraak waarin hij zijn ontevredenheid over de assuradeuren tot uiting brengt. Het duurde heel lang, voor er uitbetaald werd. Toen getuige \rocg aan zijn make laar, wat er in de polis stond over daturn van uitbetaling, zeide deze, dat daarvan niets in de polis stond. Bij onderzoek bleek dat onjuist, tenslotte volgde dc uitbetaling. Fel hekelde getuige vervolgens dc gestes van de assuradeuren, die meenden tc moe ten werken met onderhandelingen met ge maskerde bandieten en dctcetivcn van een zeer eigenaardig allooi. We krijgen dan een college in kunstgeschiedenis, waarbij getuige wijst op de hoogo prijzen, waarvoor do z.g.n. valschc schilderijen zijn verhan deld. Getuige citeert verschillende beschrij vingen van kunstkenners. Als klap op den vuurpijl leest getuige dan een brief voor van den kunstkenner N. Beets uit Amsler dam (die dc schilderijen voor valsch ver klaarde) endie diezelfde schilderijen te koop aanbiedt nemens assuradeuren. De brief is gedateerd 25 Januari 1933 President: „Het is mogelijk, dat deze brief te goeder trouw is geschreven vóór hij expertise deed." Getuige Goudstikker: „Een kunsthande laar. die schilderijen aanbiedt, moet weten wat hij aanbiedt, hij wist in Januari, dat ze valsch waren." President „U moet die aantijging waar maken, dat rapporrt van 20 Maart. U hebt gezegd, dat mr. Beets wist. dat de schil derijen valsch waren, toen hij ze aanbood, maakt U dat waar!" Getuige: ..Mag mr. Beets niet zeggen, dat mijn schilderijen valsch zijn?" Doet U me maar een proces aan, dan zal ik bewijzen wat ik zeg. 't zal wel te con- struceren zijn President. „U komt er niet af met te zeg gen. dat het wel te rcConslrueeren is." Herhaaldelijk poogt Onnes aan het woord te komen, maar de president snijdt zijn woorden af met dc woorden: „dit gaat bui ten U om". Verdachte: „Oh, ik dacht dat het mijn zaak is, dio dient De heer Goudstikker betoogt dan nog, dat geen enkele kunsthandelaar een 6tuk tc koop aanbiedt vóór hij persoonlijk dal schilderij heeft gezien! Getuige verklaart dan. dat hij de schil derijen van de verzekering terug heeft ge kocht togen teruggave van de aan hem uit gekeerde verzekeringspenningen. Getuige biedt aan nog ccn expert tc be noemen, om de echtheid van de vijf schil derijen vast tc stellen. „Ik heb voor het aller goedkoopste van dc vijf nog 1800 inkoop betaald, terwijl mr. Beet ze samen schatte op 2100." Verdachte verzoekt dc expertise van mr. Beets te doen lezen. Getuige Goudstikker: „Dan is het billijk, dat ook de andere expertise wordt voor gelezen." Dc expertise van mr. Beets wordt voorge lezen cn het begin verwekt weer groote opwinding in de zaal. Het blijkt n.l. dat de schilderijen ter expertise op 24 November zijn ter hand gesteld. Getuige Goudstikker: „Als 't U blieft. Nu hoort U het zelf meneer de president. President: „Maar dat wist U niet, dat die data in dc expertise stonden. Getuige: „Neen. maar U diende dat te weten, niet ik, U moest dc stukken kennen' Tegenover de expertise van mr. Beels stelt getuige do verklaring van den heer Hofstede de Groot, die het stuk zonder twijfel echt noemt. Voorts noemt getuige do inkoopsprijzen van de schilderijen. Het debat tusschen den president cn ge tuige Goudstikker over de gestes van mr. Beets wordt dan ijverig voortgezet. Aan beide kanten worden scherpe opmerkingen gemaakt en de president laat zich van hut gelijk van den heer Goudstikker niet over tuigen. De laatste windt zich op. doch ver dachte voegt hem kalmcercnd toe: „och, dergelijke dingen maak jij in een kalme zitting mee cn ik maak ze al vijftien zit tingen mee. Dc zitting wordt geschorst tot Donder dag. 743 1354 tel. 743 1354 WIJZIGING DER WINKEL SLUITINGSWET. Banketbakkers vragen gelegen heid tot Zondagsverkoop. Naar wij vernemen is het navolgendo te- telegram aan de Tweede Kamer gezonden: „Vereeniging van Banketbakkers, exploi tanten van bcstclzaken. geeft ecrbiediglijk te kennen, dat haar leden iu hun bestaan worden bedreigd door tcrtiggcloopen omzet op Zon dag. als door Economisch Instituut voor den Middenstand erkend; vraagt dringend herstel Zondagsverkoop iredurende ten minste 2X4 uur; waarschuwt opnieuw en met klem dat levensbelang van dit bedrijf op het spel staat: vertrouwt dat Staten Generaal dit ^-drijf niet zal willen offeren aan op zichzelf te waardeeren principieele overwegingen aan ga an d e Zo n d a gss 1 u i l i n g verzoekt rekening te houden met uitzon 'leringspositie banketbakkersbedrijf, zijnde afhankelijk van smaak van het publiek, cn vertrouwt dat Winkelsluitingswet op 1it punt overeenkomstig aanvankelijke be loding in overeenstemming zal worden irebracht met onvermijdelijke eischcn van dc practijk." POSTVLUCHTEN. Amsterdam, 20 Maart. As. Donder dagmorgen 22 Maart zal het Indiëvliegtuig der K.L.M. de Kwartel van Amsterdam naar Batavia vertrekken. De bemanning van dit vliegtuig zal be staan uit de hccren I. W. Smirnoff, eei*6te bestuurder, K. Viruly, tweede bestuurder, M. Westslrate, werktuigkundige en M. L Koopman, radiotclcgrafi6t. De post voor dit vliegtuig moet uiterlijk Woensdagavond tc Amsterdam zijn. GARAGE LENSINK HoogCweg 49. 743 1354 743 1354 Drama in de buurtschap BovemHardinxveld B o v e n-II ardinxveld, 20 Mrt. In den afgeloopen nacht heeft in de buurtschap Boven-Hardinxveld een drama plaats gehad, omtrent de di recte aanleiding waarvan men nog in het duister ta6t. Aan den Dijk te Bovcn-IIardinxveld woont het echtpaar Vogel, een gezin met drie jonge kinderen. In den afgeloopen nacht hebben buren wel eenig gestommel gehoord,'doch men heeft hierop geen acht geslagen. De kinderen van het echtpaar zijn ziek, zoodat eenig geloop zeer wel verklaar baar was. Groot wa6 dan ook de ontsteltenis toen men hedenmorgen aan de achterzijde van het huis het lijk vond liggen van de vrouw van den sigarenmaker Vogel. Het huis ligt aan den hoogen Dijk, zoodat de vrouw, die aan do achterzijde uit het raam is gevallen of geworpen, dit 6taat nog niet vast, een val van vier meter hoogte heeft gemaakt. De vrouw bleek met een mes zeer ernstig te zijn verwond. Deze verwondingen hebben vermoedelijk reeds eerder den dood tengevolge gehad Do man van de vrouw, die blijkbaar ook zelf uit het raam is ge sprongen, kon hedenmorgen 6lechts onsa menhangende mededeelingcn doen. Het parket uit Dordrecht is te half twaalf aan gekomen om ccn onderzoek in te stellen. Bekend is, dat de man den laat6ten tijd zeer zwaarmoedig was. In hoeverre deze geestesgesteldheid aanleiding tot zijn daad is geweest staat nog niet vast De vrouw is mgevcer 33 jaar oud. Geval van godsdienstwaanzin. Men meldt ons omtrent dc te Boven-IIar- dinxveld plaats gehad hebbende moord nog, dat de man zijn daad bedreven heeft in een vlaag van godsdienstwaanzin. De man, die zijn vrouw, die, nadat zij met een mes door hem was gestoken trachtte de woning door het raam aan de achterzijde tc verlaten, door dit raam volgde heeft eveneens verwondingen bekomen. Hij zal naar het St. Jorisgasthuis te Delft worden overgebracht. COUPONBELASTING. De Minister van Financien maakt bekend, dat do uitvocringsre6olutic-Couponbclasling welke gepubliceerd is in de Nodcrlandsche Staatscourant van 29 Januari 1931, in dier voege is gewijzigd, dat terstond na aanmaak ook zegels van 100 gulden en van 500 gul len verkrijgbaar zullen worden gesteld. 45 ets p. pond - 22J ets p. half pond De gedachte moet samcngaa'.i met de 'daad, dus het stoffelijk leven moet in har monie zijn met het gécstclijk leven. door BASIL KING. (Uit het Engclsch). Voor jou bestaat liet normale leven uit een vader, ccn moeder, een broer, een zuster. .Voor mij niet. Een vader, een broer cn een zuster tc hebben, zou me abnormaal lijken. Dat ik me zelf met een moeder kan voor stellen, komt voort uit een pijnlijke onder vinding van een soort, die in het geheugen een brandmerk heeft achtergelaten. Maar ik kan me zelf niet voorstellen met een andere moeder, en dat is 't juist, wat ik zal moeten doen. Let wel, 't is geen stiefmoeder, geen pleegmoeder, geen schoonmoeder, 't is een werkelijke moeder van mijn eigen vleesch en bloed. Ik moet omgaan met een echten broer, ccn echte zuster. Zij verbeelden zich. dat zij niots anders hebben te doen dan de deuren open tc gooien, cn dat 't dan voor mij de eenvoudigste zaak van de wereld zou lijn om binnen te stappen. Maar ik moet iets openbreken, dat veel zwaarder is verzegeld dan ooit een deur was: rnijn leven, mijn liefde, miin zienswijze. Zij zijn met hun jvlercn. en liooven maar voor één ccn plaats- Ie iu te ruimen. Ik ben maar alleen, cn ggei plaats maken yocr sie» Maar doen zal ik 't. cn wel om meer dan één reden, die ik zal trachten naar rangorde ie tc vermelden. In de eerste plaats om jou. Je wilt "t. en dat is me al genoeg. Je redenen begrijp ik ook: het maakt de zaak voor je ouders gemakkelijker, cii het is in 't belang van onze toekomst. In zooverre is de zaak dus in orde Voorts wensch ik me tc schikken mi ar hetgeen zij, die ecnigc belangstelling voor me loonen. van mé Verwachten. Ik wil niet den Scliiin on mo laden «en dwaas te zijn, i-n dat zou ik doen als ik zoo n aanbod af wees Niemafid anders dan ik zelf zou mijn gevoelsredenen begrijpen, en wat deze be 'reft, is er zoowel een pro als een contra aan de hoele kwestie verbonden Indien het bepaald noodzakelijk voor me is een vader te hebben, is er niemand, die ik zoo gemakkelijk als zoodanig zou kunnen aanvaarden als mijnheer Whitelaw. 't Is me al net of hij mijn vader is, en of hij me als ziin zoon beschouwt Meer nog hef ziet er uit alsof hij mijn vader is, en ik schijn lot 't soori te beboeren, waaruit hij zich van »ture een zoon zcu wenschen. Ik bon °i' zeker van dat hij \an me houdt, ik hou ook \an hem. Als ik ccn vader moest uit kiezen, zou hij dc man zijn. die ik onder alle gegadigden er uit zou pikken. Ook je zult wel verwonderd zijn het me tc hooren zeggen zou ik 't met Tad al- broer best kunnen vinden Dat hij t rnet mij nooit heeft kunnen vinden, heefthiermee niets to maken. Er gaat iets van den jongen uit. dat me vanaf het eerste oogenblik, dat ik hem zag, hoeft hekoord. Niet dat ik be paald van hem heb gehouden, ik heb alleen maar een soort vcrantwoordelijksheidsge- voel voor iiem gehad. IK heb i geprobeerd jietJ^elui, tc doen of dat gevoel niet bestond, er om te lachen en 't weg tc rcdcnecrcn, maar 't was iets, dat bleef bestaan. Indien cr zooiets be staat als ccn instinctmatige aantrekkings kracht tusschen hen, dio van één vlcescli en bloed zijn, dan zou ik zeggen, dat 't - al thans mijnerzijds dit geweest is. Ik twijfel er niet aan, dat wanneer we in dezelfde menageri» terecht zouden komen, er een lfde soort vriendschap tusschen ons zou ontstaan als tusschen ccn leeuw en een lijger maar toch een soort vriendschap. Dc beide vrouwen vind ik verschrikkelijk. Ik weet t niet anders uit te drukken V er dr-n \ade-r zou ik ccn liefhebbenden zoon kunnen zijn. alsof ik altijd tot 't gezi i had behoord. Met Tad zou ik een soort gewapen .ie broederschap lot stand kunnen hreraen - wal ik trouwens al heb gedaan. Maar «oor zoover ik 't nu voel, zou ik r.och vn.»r Jc moeder, noch voor de dochter ooit iets kunnen zijn. Ze zouden me daartoe n'<< t .n de geicgmheid stellen, ze zouden m niel nondig hebben. Indien zij cr voor zouden zwichten mij als lid van het gezin toe tc laten, dan zouden zij toch altijd hu-- hnit voor me gesloten houden. Mijn hoop gaat daarom niet verder en wel omdat, ik me in den regel weet aan tc passen aan dc menschcn, met wie ik moet omgaan dan dat zij haar vijandschap niet al tc erg loo nen. Ook leef ik in 't vooruitzicht, dat, als jij en ik eenmaal getrouwd zijn. en dit is mijn ecnige beweegreden in de hoele kwestie dit een 60ort bevrijding voor me zal wezen". Den volgenden morgen schafte hij zich een paar handschoenen en een niet duren wandelstok aan. om zjo'n beetje het uiter lijk te hebben van die keurig uitziende jon- i, die hi] dikwijls in de Avenue zag. Hot was niet zoo zeer zijn doel om er keurig uit te zien, als wel om behoorlijk voor den dag te komen in het huis, waar hij moest gaan lunchen. Om daar tc komen, klom hij bovenop zoo'n zelfden omnibus als die, waarop hij bijna tien jaren geleden met Honeybun had gezeten. Dat deed hij met dc bedoeling om dc herinneringen aan dien rit weer wakker te roepen Honey's voorgevoel en voorspelling leken toen ongerijmd en nu stonden zij aan den vooravond om ver wezenlijkt tc worden, liij stapte aan den- zclfdcn hoek uit, waar hij, zooals hij zich herinnerde, op dien Zondagmiddag in Augustus met Honey was uitgestapt. Hij stak de straat over om te zieri of hij het huis van den Baby van Whitelaw. dat hem toen was gewezen, nog zou herkennen. Dat zou niet moeilijk zijn, aangezien het in de hecle rij huizen het eenige was, dat af zonderlijk stond, met aan alle zijden door een grasperk omgeven. Het was een groot huis van donker gekleurde baksteen, dat er door zijn welgekozen afmetingen cn door een massa lentebloemen, zooals gele nar cissen. tulpen en hyacinthen in zijn rond uitspringende vensters cr vroolijk cn ge zellig uitzag. Een beetje vóór zijn tijd zijnde, wandel de hij de straat een eind op, trachtende daardoor wat kalmer te worden cn zich moed in tc spreken. Hij herinnerde zich het verhaal, dat Honeybun hem het eerst ver teld had, en Dij stukjes en beetjes door an deren was herhaald. Te ver weg staande om door iemand, die toevallig naar buiten zou kijken opgemerkt Ie worden, zag hij om naar liet huis. Al- hij inderdaad Marry hitelaw was, dan was hij dus daar ge- horen. De laatste maai, dat luj er uit kwam, hadden twee huisknechts hem de treden van die stoep afgedragen. Toen had d« nurse, die het gebruikelijke costuum droeg, hem in zijn wagentje naar den overkant van de straat, en toen naar het Park ge-- reden. Op een open plaats van het Park had er op de een of andere manier een plotselinge ommekeer in zijn levenslot plaats gegrepen en daarna wist nie mand meer iets, lot hot oogenblik, waarop hij zich herinnerde in een stoel in een keu ken tc zillcn, cn, met een lepel op de ta< fel 6laande, vroeg: „Moeke, is mijn naam Gracie of Tom?' Die herinnoring was ecnerzijds vaag, anderzijds levendig. Vaag, omdat zij uit het niet voortkwam eri weer in het niet verdween, levendig omdat ztj een schakel vormde van het verbijsterende raadsel van zijn identiteit, dat hem sinds zijn prille jeugd steeds had vervolgd. Eerst toen de vrouw, die 'gehunkerd had naar het bezit van een meisje, ontdekte, dat hij een jongen was, was hij zich ten volle be wust een levend wezen te zijn. Voor het oogenblik wilde hij niet denken aan zijn voornemen om zich van die vrouw nf tc keuren. Er was toch niets aan te doen. Longen tijd had hij een sluier gehouden voor dit heilige der heiligen; hij zou dien nu maar weer gewoon er voor hangen, hem vastspijkeren en nooit meer wegnemen, cn nog minder cr een blik achter werpen. Wat zich daar bevond, zou nu voor ecuwig voor iedereen verborgen blijven, ook voor hem zelf. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 5