AAN DE VERKEERDE ZIJDE KEITJES Als de zaak rust werkt de ADVERTENTIE 3 x plaatsen voor f 1." Uitsluitend bij voor uitbetaling. LETTERKUNDIGE KRONIEK BIJMAGDAJANSSENS Sybille kwam als gewoonlijk op liet laat ste nippertje de kleedkamer binnen ren nen en ratelde direct een heel verhaal over .Teddy, die een autotocht met haar ge maakt had en die panne had gekregen. Ma rietta luisterde zwijgend. Haar hoofd deed pijn, haar stemming was heneden nul. Wat kijk jij zuur, merkte Sybille op, toen ze was uitgerateld als een afgeloopen wek ker en in 'n zijden kimono gekleed, het laatste geschenk van Teddy, aan haar 6chrainktafel zat. Ik? Waar denk je aan, terwijl je me zoo ver vezen aanstaart? informeerde .Sybille. Mariëtte ging door met schminken en antwoordde: Als je het weten wilt: ik dacht er aan, wat een benijdenswaardig schepseltje jij bent. Waarom? Om Teddy? Om alles: Om je jeugd, je charme, om de manier, waarop je je laat verwennen door iedereen- publiek, directies, aanbidders, bet levenorn je natuur, die alle onaan gename dingen van zich afschudt zooals een zwaan het water. Hm... zei Sybille alleen, want ze was bezig haar mond rood to maken. Mariötto sprak niet verder, maar zij 'dacht: ja, Sybille is handig. Alles wat ze doet is precies zooals het zijn moet en zoo vlot, zoo geroutineerd., of ze zich schminkt kleedt, tooneelspeelt, flirt... en hoe han dig behandelt ze haar kennissen en haar directies. Ze kan geen regel schrijven zon der taalfouten, leest nooit een behoorlijk boek. haar beste rollen speelt ze vaak zon der er veel van ie begrijpen. Moar ze beeft iets ontwapenends. Haar critieken zijn nooit slecht,-zo haalt mitiederen aanbidder 100 pet. genoegens, zonder zelf ooit ernstig verliefd te -worden. In de pauze van de voorstelling zat Sy bille met een prachtigen ruiker rozen op de knieën een briefje te ontcijferen. Wat een schrift, zei ze, nog erger dan bet mijne. Kun jij hier uit wijs worden? Mariëtte nam den brief. Het was een eigenaardig, zeer karakteristiek handschrift De schrijver sprak zijn bewondering uit over Sybille's spel en verzocht baar, hem de eer te willen doen persoonlijk met haar te mogen kennis maken. Wat staat er onder? vroeg Sybille zonder veel belangstelling. Mariëtte ontcijferde de handteekening en zei toen opgewonden: IT. Eenlyhet is IIcnry Ecnlj Nou, en, informeei-dc Sybille koeltjes. De auteur van „Bladeren in den herfst" en „Een tuin in zonlicht". Ilare titels, zei Sybille, auteur? Ilm.... clan zal hij wel arm zijn. Zijn boeken werden in veertien talen ver taald, zei Mariëtte kortaf, wat dat betreft kun je gerust zijn. Eenly behoort lot de zeldzame schatrijke auteurs van ons land. Sybille begon teekenen van belangstel ling te geven Rijk en beroemd, zei ze, hm als zoo'n man iets schrijft waarvan iedereen zegt. Dat is Marictte Lodcr, die hij heeft beschreven, die hem inspireerde, dat zou een rcuze-rccla'mo zijn! Lili is alleen be kend geworden doordat die auteur hoe heet hij ook weer? dat boek hoe heet dat bock ook weer? tegen haar heeft geschreven. Ik zal meneer Eenly de hooge eer aandoen. Vanavond haalt Teddy me af, morgenavond dineer ik met kennissen mor genavond ja. dan zou het gaan. Ze gooide achteloos de rozen neer en schikte haar blonde krullen voor den spie gel. Mariëtte zette zorgzaam de bloemen in het water Heerlijke rozen haar zond niemand rozen. O, vroeger, toon ze nog heel jong was maar het was nooit een man geweest, die haar aantrok. En ze was geen meisje, dat dit kon verbergen, dat bere kend kon zijn. zelfs in dc kleinste dingen. Tranen drongen brandend in haar oogen. Sybille. die juist opkeek, zag het. Ze kwam naar de andere toe en sloeg een arm om haar heen. Vaag voelde ze eenig verband tusschen de rozen en de tranen. Toen her innerde ze zich. dat Mariëtte haar onlangs "haar vrees had toevertrouwd, dat rijen haar niet zou. meenemen nis het stuk op tour- née ging. Ze zou dan zonder engagement komen Maak ie maar niet ongerust, zei ze ik zal wel eens met de haas praten jc weet. hij heeft nog al een zwak voor me! Maiiëtto glimlachte zwak Ze had aan dien angst nu niet gedacht, maar de goed hartigheid van de andere trof haar. Dank je, zei ze, doe maar geen moeite voor me. Neem die rozen maar mee, ik heb al zooveel bloemen. Maar doe me een plezier, ik schrijf zoon heeètenpootje. antwoord hem even op dien brief van mij. Zoo n be roemd auteur krijgt natuurlijk een halve flauwte, als iemand een n of een t ver keerd zet! Dus antwoordde Mariëtte op den brict en zij dacht er ernstig bij na, want een brief aan Henri Eenly schrijf je niet eiken dag! Den volgenden avond, toen zij hei theater verliet, zag zij voor de toonceldeui een grooten, grijzen auto staan. Een jongeman leunde er tegen, dc oogen slrak gevestigd op de deux Het gaf Mariétte een schol.. zoozeer was hij de man, die haar zou kun nen bekoren. Zc had zich Eenly veel oudei voorgesteld. Opeens kwam Sybille de dein uit, gehuld in haar mooien bontmantel, :n haar armen de mooie bloemen, die Ecnlv haar weer gestuurd bad Mariëtte beluis terde nog net even den klank van zijn stern, bij hun begroeting: warm en sym pathiek. Sybille's helder lachje, liuar lieve stom, die de onbeduidendste woorden soiris een schijnbare diepte kon verleenen toen reed de auto weg. Mariëtte een smal, een vouoJig figuurtje, stond hem nu te staren, met in haar hart een zoo wilde pijn, dat zij ervan schrik Ie. Hij valt meó, berichtte Sybille den volgenden avond in de kleedkamer, heelo- maal anders, dan ik me had voorgesteld. Kan leuk vertellen, heeft veel gereisd. En zeg. hij vond, dat ik zoo'n karakteristiek handschrift had! Zo proestte hel uit. En dat ik me zoo aardig had uitgedrukt! Hij moest eens weten, dat ik nooit kan onthou den wanneer 't één of twee c's of o's of a moet zijn! Mariëtte zweeg. Ze schaamde zich; ómchil ze zeer goed besefte, dal zij gekweld werd door naijver. Twee dagen later zei Sybille: Je gaat' mee op lournóc hoor, ik heb met den baas gesmoesd. Zeg, Henri is wel een grappig typ» Henri? Eenly jammer, dal Teddy me zoo in beslag neernt. Ik weel nou niet meer wat ik zal doen Teddy is dol op me en zou liever vandaag- trouwen dan mor gen-en hij hééft geld alleen moet ik oppassen, dat Teddy voorloopig niets merkt die is jaloersch als een tijger Het tournee duurde twee maanden. Toen keerden zc terug. Marietta's hart was zwaai Zorgen had ze voorloopig niet. Sybille had blijkbaar veel^ te bewerkstelligen, daar ni-in haar voor het nieuwe stuk weer had geëngageerd, maar nu begon weer de mar teling, hem zoo nabij te zien en zoo bereik baar, een kwelling, dubbel pijnlijk na die weken, waarin zij een spelletje met zich zelf had gespeeld, zich wijsmakend, dat zij het werkelijk was, die hij schreef Zij zag, den eersten avon'ct al, Sybille met hem weggaan en den avond daarop zette zij zich innerlijk schrap, voorbereid op ver halen over hem. Maar Sybille was opmer kelijk stil. Alleen in de pauze zei ze eens klaps: Ik vjnd Ilcnri toch vermoeiend, weet jc. Eerst was li ij wel leuk. maar te genwoordig is hij zoo zwaar op dc han-d. Ik heb aan je brieven gevoeld, hoe wij harmonieeren, zei hij gisteren Eerst was ik alleen verliefd, maar nu is het zoo veel méér Wat hèb je in 's hemels naam allemaal geschreven? Ilij kent die brieven zoowat uit zijn hoofd en soms 6nap ik hcelemaal niet, waar hij 't over heeft. Mariétte stond plotseling op. Ilaar oogen waren tragisch in het masker van schmink. Hou alsjeblieft op over die brieven, stamelde ze. Toen, Sybille's verbaasden blik ontmoetend, ging zij weer zitten en steunde het voorhoofd in de handen, om haar tranon te verbergen. Sybille zat als versteend, een poederdoos opgeheven in haar baud. Eindelijk floot ze zachtjes tusschen haar tanden. Het was haar eenige antwoord. Maar den volgenden avond legde ze e ui ruiker lelies bij Mariëtte neerpen zei: Ik heb Ilenri zóó gezegd dal ik bezet was, en nu. schrijft hij, dal hij me op wacht. En Teddy kamt Doe ine u ple zier, ik kiln Henri niet hebben Teddy is toch veel leuker en lang niet zoo ver moeiend en als hij nu iets merkt van Henri je moet me helpen Maar hoe kan ik... stotterde Mariëtte. U, best. je stapt op hem af alsof hij voor jou daar wacht en sleept hem mee en vertelt hem uit mijn naam. de heele waarheid over die brieven en zoo jullie zult prachtig opschieten hij kan jouw brieven voordragen en jij de zijne en geef mij Teddy maar! Mariëtte ontmoette Henri dien avond en deed haar best, de waarheid piet al te hard te maken. Maar toen zij, ergens in een restaurant tegenover elkander zaten, liet hij haar een briefje zien, dat Mariëtte hem, blijkbaar voor alle zekerheid, door een tooneelknecht had laten brengen. ITet luidde: Beste Henri, ik moet jc maar eerlijk zeggen dat ik niet vrij. ben en heb ik jou ook geen enkele brief ge schrceve maar Mariëtte Ie zal best met haar opscliiele, ze past egt bij je en wees niet boos, ik heb er oover gedachd en pas ik beter bei Teddy, je toegenegenc Sybille De vróuw die vóór het voetlicht hoort zit nu soms in een loge en de andere staat achter het voetlicht en speelt Dan is er voor de laatste altijd ecu prachtige maivl bloemen en een groote doos bonbons of een andere attentie. En als ze na Ie voor stelling naar huis rijdt, denkt Mariëi'e tevreden erover, dal Sybille blij zal zijn met het cadeautje, dal liet heerlijk zich nu niet te hoeven afschuim ken. naar een vredig tehuis Ie rij lei» en geen vervelende reis of repetitie in t vooruiUiiTii Ie liobh'*n voor den volgenden dag En de andere vrouw bekijki tevreden haar geschenk stelt zich voor, hoe ze naar huis 7.011 zijn gereden mei 'n man. die z.oo ..vermoeien I is en hel vooruitzicht van een voU'-n-l n dag. vrijwel gelijk aan alle an h n« dagen van het jaar. lacht ineens ui denkt: Zij liever dan ik! Twee dichters. Verwey en Stefan George. Vlbert Verwey. Mijn ver houding tot Stofan George, N Uitgeverij v.li. U Mees. Sant- jioort). Ieder, wien hel ter harte gaat, dal de let terkundige ti-adirie zich handhaaft iu een cultuur-vliedenden lijd, zal I» verschijning van' liet nieuwste geschrift van Prof. Ver wey, die in dit artikel wordt aangekondigd, met vreugde begroeten..'Ier is ui onze dagen ecu herleving der pïti'aoousvenieerlijkiiig. maar wij vreezen wel e n.-, dat in den .mcnscli do krocht -of-dei sCliiju van kracht -.neer bewonder.1 woriHe-dan den geest, en 'als wij zoo doorgaan, Tan dwalen wij met onze nic-uwc held-uivereering nog verder van lint levens innerlijk-nf, dan vroeger niet ons dtëïaiftèmc en êntfe iflVelleerlfigi liet is juist, dat do gi'-oolc geestelijke waarden de individu'eelo belevingen (c boven en té bui ten gaan, maar I; vraag te' hoe geschiedt de openbaring dier geestelijke waarden" In de ruimte zegt men tegenwoordig Ic col lectiviteit, dc massa, stuwt een leider om hoog, en dien hebbui wij t# gehoorzamen Maar de cultuur-meitöch weet beter hij zegt* in den tijd. Hetgeen historisch wordt, geeft ons het Schoone Beeld te aan schouwen, waarnaar wij óns hebben te richten, niet dc Overweldiging, ma<ir de Legende geeft aan liet leven zin. In het kader dezer beschouwingen krijgt het boek van Prof Verwey bizoiidere be- teekenis. Het tijdperk, waarin de geest zich weder ontplooide, na du verstarring van v roog-uegen I ion J e ecu wscl ic coi i vc n I ion a 1 i - leit, het tijdperk der siniulLine opleving van d'c persoonlijkheid eri de internationa le -gedachte in dc literatuur, vond een twee voudige gestalte in hel Ni-ih-i landsch-Duit- sclie dichterpaar: Verwey—Stefan George, en de beschouwing van die gestalte herin nert ons aan cene wereld die wij bezig zijn te verliezen. IIet is volkomen juist gezien van Prof. Verwey. dat hij liet historisch document, dat hij ons in dit boek gegeven heeft, naai de fcitelijk-histörïsche zijde heeft geaccen tueerd. Bij het wederom overpeinzen van de glansperiode der literatuur, welke Ver wey en George in hun opgang vertegen woordigden en waardoor zij zich samen za gen omringd, begeert de lezer geen be schouwelijke begeleiding, maar een sobere en gedetailleerde weergave van feiten, op dat hij langzaam de periode waarvoor het boek van hem belangstelling vraagt, terug laat druppelen iu zijnen geest. Wanneer Verwey eene aanteekening geeft, dan is die in haren eenvoud veelzeggend. Ik citeer een enkele volzin uit de „Voor rede": „Hij (Stefan George) was een Geest van de Eenzaamheid. Tlij heeft zich terug getrokken, nu vin deze, dun van gene vriend. Telkens weer moest men zicli de vraag stellen, of het geen wijsheid zou zijn to wijken voor die ban waarmee hij gebo ren was, en rijn eenzaamheid te eerbiedi gen. Maar hij was ook een erkenner cii handhaver van die vriendschap die berust op een vvcderzijdsch bezit van eeuwige waarden." Het eigenaardige in de vriend schap tusschen Verwey en Stefan George is geweest, dat die eeuwige waarden een complementair karakter droegen. Verwey zelf formuleert dat, alweer in de „Voorre de", zeer duidelijk: Een uitbeelding van onze verhouding is niet alleen historisch, maar ook ideëel van beteekenis. Historisch is ze, als de voorstelling van een fazc die is voorbijgegaan, een ontmoeting van twee dichterlevens. Maar ideëel is- ze als een ontmoeting van twee denkbeelden, die nooit zonder elkaar zullen zijn". Inderdaad, op weinig plaatsen in dc mo derne wereldliteratuur zullen dc twee fun darccnteele gedachten van onzen lijd. die thans bezig zijn op een oneindig lager ni veau dan waar ze werden gesteld, hun synthese tj vinden, zoo duidelijk elkander hebben aangevuld als in de vriendschap tusschen Vei w .v en George. Met is het in dc wolken .stijgend, koninklijk individua lisme van Stefan George en de gemcen- schapsgedïïfc.hic van Verwey, het persoon lijklioïcls- en Jiet mctischheids element van don nïeuweron tijd. „Mijn gevoel voor Ste fan George," zoo schrijft Verwey, was al- tij I hetzelfde. Met was oen heldere vlam van toegenegenheid en bij haar licht heb ik alles aan hem waargenomen zoowel wat ik misprees als wat ik bewonderde. In de «ogenblikken dat we het incest verschil Jon. -li ook Oen onze denkbeelden zich geheel v in elkaar verwijderden, bleef mijn vriendschap voor hem even onaangetast als ik wist 'Ei! dc zijne wa.- ïar heeft litt vereeiiigiiigspunt gelegen tusschen George en Verwey? Ik stel mij oor. dat liet tic bezonkenheid geweest is, waarin de hooge eenzaamheid terug viel bij George en de 'ernst bij Verwey. Hoog beid en ernst velslaan elkander. En zoo hebben deze dichters' elkaar kunnen be grijpen. De waarschijnlijkheid van deze onder stelling blijkt uit levensbizondérheden, die Verwey ons in rijke mate meedeelt. Bij voorbeeld uit dc volgende beschrijving van beider eerste ontmoeting: „Het merk waardige was. dat zoodra wij op'mijn ka mer waren, de kennismaking overging in gemeenschappelijke!) arbeid. Ik legde hem de Nederlandse! ic -dichtwerken voor, maak te hem op enkele gedichten opmerkzaam en vertaalde ze Aanstonds toekende hij dan aan wat de grondslag voor sommige van zijn latere vertalingen in verzen ge worden is." U'hel niet merkwaardig: een vriend schap, die ontslaat,' doordatmen van bei de zijden terstond binnentreedt in den Tempel der jdeiui. En het is in het licht van de studiecel, dat Verwey, dc veel meer on-persoonlijk gerichte, de vormvolko ineiilicid kon vvaardecren, die. als een per ao'onlijk wezen van George uitstraalde. Ge durende den urboid bekijkt Verwey Geor ges physicnoiriic. En hij schrijft dat het hein opviel, dat Georges gezicht en profil smal, maar van voren breed w as, een krui sing die hij bij niemand zoo sterk had aangetroffen, en die zonder twijfel de ver binding beteekendc van een rijke natuur met e. ii strerijgen vorm. Juist dit was de verbinding die hij van nature beminde, en die het hem mogelijk maakte, vragend en antwoordend, zoowel uit te lokken als zich Ic openen. liet is niet mogelijk in enkele dagblad kolommen den rijken inhoud van dit ge schrift, waarin de talrijke ontmoetingen tusschen de beide dieliters lowel aan do kust van do Noordzee ais iii de Üuitsche borgen en de Duitsehe steden, naar be hooien te vertolken. De verdienste van envoy's geschrift is hierin gelegen, dot hij zich in zijn beschrijving niet beperkt tot de karakteristiek van George's per soonlijkheid, maar dat hij ook aan vele belangrijke figuren uit George's kring, recht laat wedervaren. In deze regelen zal de aandacht tot de persoonlijke verhouding GeorgeVerwey blijven beperkt. En dan zijn het de plaat sen. waar wij de levensbeschouwingen en geestelijke gesteldheden der twee dichters met elkander in tegenstelling zien komen, welke ons het meeste belang inboezemen. Viiurv vertelt ons, dat li ij op zekeren middag, iri Duitschland vertoevende, het gedicht: „Limburg aan dc Lalm heeft ge schreven. Over dat gedicht ids proefvoor- bccld van wat hem met George verce.nig- dc en wat hem van George scheidde weidt liij uit. Het gedicht Jjovailc de overeenstemming tusschen ziel, landschap en kunstwerk. Evenals Verwev hield het George bezig. Maar bij Verwey kwam het voort uit re- ligieuse eenheidsbehoefte, hij George uit behoefte aan symbolen ter uitdrukking van gevoels-loestanden. Men ziet. waar men het boek openslaat komt dezelfde li- guur in beider verhouding tot uiting. Ont moeten doen zij elkaar in de objectiviteit der geestelijke beleving, maar verschillen doen zij in geestelijken oorsprong. Een element van groote heteekenis in beider, verhouding is de geestelijke opwek king en liet geloof nan de continuïteit van zijn roe])ing, dat Verwey van Georgo ge kregen heeft, jni.-t terstond na- «19 ineen storting'van den Nieuwe.ii" Gids. Misschien heeft George daardoor, zonder het le wil len of te weten onrechtstreeks oen belang rijken invloed gehad op de ontwikkeling dor Nedcrlandschc literatuur. Hoe het zij: dit geschrift is belangrijk. Naast betschit terende geschrift van Henrietta Roland Holst over Gorter verrijkt het in niet ge ringe mate dc documentatie der moderne literatuurgeschiedenis. P. H. RITTER Jr. TOONEEL Zij deserteert tijdelijk naar de studio Magda Jansscns geniet bij hen, die liaur kennen, ccno dubbele reputatie; zij heeft niet alleen den naam ecne knappe actrice, maar óók ecne voortreffelijke huisvrouw te zijn, die evenzoo op haar gemak in haar huis als op de planken is. Het standpunt, dat cene kunstenares, die „zich schminkt" en „rollen te leeren heeft nimmer geheel cn al do verëischte zorg zaamheid aan liuis cn gezin kan wijden, is door onze degelijke Ilollundsche moeders nog hing niet voldongen overwonnen. Maar ik zou hun, welke die onjuiste en verou derde opinie nog huldigen, willen toeroe pen: gaat eens een kijkje nemen in die mooie ruime woning aan den Amstel, waar Magda Janssens (zijzèlve) alles als spiegels blinken doet, en gij zult van uw vooroor deel genezen zijn Ik geloof, begon Magda Janssens, die ecne enthousiaste cn onvermoeide vertcl- slcl is, dat liet hedcndaagsche publick al leen dón naar den schouwburg gaat wan neer de namen, dio op de affiches staan, ecne zekere garantie bieden. Onze eigen acteurs en actrices zal ik hierbij even bui ten beschouwing laten, cn rnij bij de bui tenlanders bepalen. Toen vóór eenige maanden „Don Carlos" opgevoerd werd, was het theater avond aan avond, goed be zet. Waarom? Toch zeker niet orn het stuk! Maar wël, naar mijn rncening al thans, omdat de monschen gelezen had den, dat Bassermann, Moissi, Deutsch cu Üurieux op het tooncel zouden staan. Dót gaf een waarborg! Men mag hier en daar het tegendeel hooren beweren, maar ik blijf er bij. dat het publiek minder naar het stuk dan naar de bezetting kijkt. Een gezelschap, waaraan vele krachten verbon den zijn, die al hun sporen verdiend heb ben, zal, ook in deze tijden, belangstelling trekken. En dóórom ik herhaal wat al duizend keeren gezegd is! valt het zoo te betreuren, dat de acteurs en actrices van het. eerste plan, zooals wij er toch verschil lende bezitten, over zoovcio gezelschappen verdeeld zijn. En dót, nu het tooncel zich meer dan ooit tegen zijn concurrent, do film, te wapenen heeft. Wat mijn eigen plannen betreft? Ik deserteer tijdelijk hoor naar de stu dio. Ik ga één der hoofdrollen spelen in Ernest Clues' „Do Witte", die verfilmd wordt. Ik ben verlangend de niéuwe sensa tie, die de lens van liet filmapparaat zal geven, te leeren kennen, a! heeft Felix Bres- sart mij reeds gewaarschuwd voor do te leurstelling, die, volgens hem, icdcren too- neclkunstcnaar onvermijdelijk in de stu dio's wacht De opnamen geschieden ge deeltelijk in Belgiö op do plaatsen waar dc roman speelt en verder in Berlijn. Mijn dochter die overigens niet in dc toon eel voetsporen van haar moeder ge treden is zal in dc film óók een rolletjo vervullen. Dat vind ik natuurlijk erg aar dig en ik hoop nu maar, dat zij het er goed afbrengen zal. Maar dat gebeurt alle* maal pas tegen Juli Op liet oogenblik heb ik, o.a. tezamen met Elias van Praag, een klein ensemble, ..Het Néderlandsch Tooneelgezelschap". En we gaan het voorloopig in den tando eens avonturen met „Dc Duivel ui de Vrouw", dat hier destijds onder regie van Royaards zoo'n groote succes geworden is. Misschien komen de mcnschcn wéér. Afwachten! En in April ga ik, als gast, in Antwerpen de titelrol vervullen van „Madame sans Géne". Wanneer ik over Royaards spreek, mediteerde Magda Janssens, moet ik altijd vergelijkingen maken tusschen tóén en nu. Het was vroeger op tooneclgebied toch wel een gróóte tijd. Neem eens menschcn als de Bouwmeesters! Wat ecne vitaliteit en wót een veelzijdig artistiek vermogen! Ik weet nog goed hoe we 's avonds, wanneer mevrouw Mann en haar broer Louis speel den, bijna ademloos tusschen dc coulissen stonden te kijken. Zij, en anderen, waren ons een voorbeeld, waar we eerbiedig en verlangend naar ópkeken. Ik vraag in ij weieens af: hebben de tegenwoordige be ginnelingen óók dergelijke stimulansen, cn, zoo zij deze hebben, zien en erkennen zo het dan? Magda Janssens vertelde nog méér. Uit den bewogen zomer van 191 i. waarin zij uit België naar Holland trok. Zij uitte haar blijdschap, dat de nagedachtenis van dr. Willem Royaards. met het plaatsen van een standbeeld, nu eindelijk naar behooren geëerd zal worden. HANS P. VAN DEN AARDWEG»

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 13