voor hei
kind-
00 n
ONS SUCCES
UW SUCCES
STOOMWASSCHERIJ
DE KOLK
MEER BEULEN
ZOU DWAASHEID ZIJN!
PRUILLIPJE
DE SCHOOL GAAT UIT!
I
WrAT LIESJE OVERKWAM!
MACHINALE OPMAAKWASCH
•KASTKLAAR
KRAAKHELDER
GOED KOOP
F. VAN HOFWEGEN
BLEEKERSTRAAT 37 - TELEFOON 61
■PÖP
Dc beste koffie, Hulsko's
Seinkoffiekost uu 25 ct.
pec V2 pond Hulsko heeft
cén soort: het beste! In
gepatenteerde, luchtdichte
verpakking. - Vraagt Uw
Winkelierl
tim ei/n
OE KOFFIE WAAR PIT IN ZITt
..Rudi is een lief kind," zeiden de uien-
«"hen, die haar op straat zagen, als ze
op de morgenwandeling naast Moeder liep
te huppelen en te babbelen. Ja, lief, dat
was ze ook wel, maar... een tikje ver
wend.
„Dat komt, omdat ze eenig kind is," had
Tante Co gezegd, die er zelf drie had
een zoontje Nico en twee dochtertjes Ida
en Frida. „Ze had al lang op een klasje
moeten gaan." Maar Rudi's vader had, met
Rudi's emallo snoetje voor oogen, gezegd:
„vooreerst blijft ze nog thuis; in Septem
ber gaat ze in eens naar dc groote school."
Rudi zelf vond het heolemaal niet erg,
'dat ze niet op een klasje was. Ze had zóó
veel speelgoed, dat ze zich niet hoefde te
vervelen en bovendien had Moeder haar
leeren rekenen op 't tel faam van het pop
penschooltje, dat zo van Opa gekregen had
en op de klok kon ze zien, hoe laat het
was, ten minste als die op het hecle of
halve uur stond. De letters begon zo ook al
aardig lo kennen. En als Moeder zat te
naaien, leerde zo Rudi liedjes zingen. In
den afgeloopen winter had Moeder poppen-
kleertjes voor haar geknipt en haar voor
gedaan, hoe ze dio met kleine, nette steek
jes moest naaien. Dat was nog eens pret
tig \Vérk, vond Rudi en ze deed zóó haar
best, dat Moeder en later Jansje in dc keu
ken haar met eei^ „knap kind" prezen
Zoo langzamerhand was" Rudi zich toch
wel erg knap gaan vinden en vond ze het
noodig, als iets haar niet aanstond, een
lip to trekken. Als haar Iets verboden
werd, of wanneer ze niet de jurk aan
mocht, die ze wilde, of wanneer z© 't eten
niet lustte, dan krulde dadelijk haar onder
lipje naar buiten en dikwijls kwamen er
dan ook nog waterlanders. Eéns toen zo
met de nichtjes speelde en zich slootte,
bad zc ook een lip getrokken, van traantjes
.vergezeld. „Kind, wat hen jij kleinzee-
rig,*1 had Frida geroepen en Ida had ge
zegd: „wat trek je toch telkens een lip, zoo
straks toen je het spelletje verloor, ook al.
Pruillipje zullen we jo noemen!"
Dit was niet zoo erg lief van Ida ge
weest, want ze vergat, dat Rudi zooveel
fileincr was dan zij. Maar het was waar,
het werd heel erg met die lip. Rudi vond
het wel naar, dat ze dien bijnaam gekre
gen had, maar ze deed geen moeite dio
leelijke gewoonte af te leeren.
Op een zonnigen dag in het voorjaar zei
Moeder: „vanmorgen gaan we niet wande
len. Rudi; ga er 's wat met je poppenwagen
in den tuin rijden." „Ilè nee. Moeder."
„Hè ja, Rudi." „Mag Jansje dan met
me uit?" „Neen, dio heeft vandaag te
veel Ie werken, je moet je zelf nu 's bezig
houden."
Schoorvoetend ging Rudi met den pop
penwagen den tuin in. Ze was kwaad en
ze slofte zóó over het grind, dat de kiezels
hoog opsprongen tegen het mooi gelakte
wagentje. Maar het voorjaarszonnetje
scheen zóó lekker, de vogels tjilpten zóó
druk, en toen ze het heel met crocusjes
omgereden was en het eerste madeliefje
in het gra6 ontdekt had, was Rudi's boos
heid al weer wat gezakt. Ze kón zich ook
best zelf bezighouden, want toen ze langs
den schommel kwam, zei ze tegen haar
poppekind: „nu varen we een eindje de
rivier af," en -giug»-e&-eea^papsje mpe
op den schommel zitten deinen. „Nu zijn
we bij den speeltuin en gaan we Van do
boot," zei ze weer.
Even later sprong zc van den schommel.
Ze liep naar het oude deurtje in den tuin
muur, waardoor je op straat kon komen.
Vóór dat deurtje waren twee uitgesleten
treden: als je op 't bovenste zat, had je
aan het onderste meteen een bankje voor
je voeten. Het was Rudi's lievelingsplekje.
De klimop hing daar in dichte takken over
den muur heen, cn toen Rudi er zat, vlo
gen do vogels met strootjes in hun snavel
rakelings over haar heen. Ze had zooveel
door
C. E. DE LILLE HOGERYVAARD.
Twalef heeft de klok geslagen
En de groote deur der school
Gaat wijd open. - Ziet ze komen:
Meisjes, jongens! Wat een jool!
't Groote schoolplein, straks zoo stil nog,
Is nu eensklaps vol rumoer.
Voor de meesten was stil zitten
In de les een heel© toer!
Daarom zijn ze nu zoo vroolijk,
Stoeien, draven in het rond!
Wie te wild is, maakt plots kennis
Met den hardcD, steencn grond.
Meisjes, juijgens, steeds ravottend.
Gaan in groepjes dan naar huis.
Morgen zullen zij weer rustig
In de les zijn: als een muis!
Nu zijh z* echter vrij: 't Is Woensdag!
Steeds weer wisselt voor hen af:
School en vrij zijn! 't Was eentonig,
Als het steeds hetzelfde gaf
(Nadruk verboden).
te kijken, dat ze eigenlijk een beetje
schrok, toen zc „Rudi" hoorde roepen.
Meteen verscheen Tante Co in de keuken
deur. „Ik kom je halen om bij me te logee-
ren. Ida cn Frida zijn op een partijtje en
nu kom ik jou voor de gezelligheid lee-
nen."
„Ik ga niet mee," zei Rudi en stapte
langs Tante heen het huis in om hulp bij
Moeder. Die vond zc boven op haar ka
mertje, bezig, niet lraar pyamaatje cn haar
borstel in te pakken. „Je pop rriag ook
mee," zei Moeder. „Maar ik wil niet,"
zei Rudi nog eens.
Toen ging Moeder op den rand van het
ledikant zitten en trok Rudi naar zich toe:
„Je moet Moeders groute meid zijn cn doen,
wat Moeder ie vraagt. Ik heb het druk
rnet een verrassing, zoodra die er is. laat
Moeder je weer (huis halen, 't Zal o zoo'n
heerlijke verrassing zijn!' Moeder lachte
over haar heele geziclit en gal Rudi een
stevigen kus. Even later liep het meisje al
met Tante Co, die het koffertje droeg, op
straat
Daar was nu Pruillipje uit logeeren ge
zonden, wat haai lang niet naar den zin
was. Ze keek dan ook erg donker, toen ze
met Oom, Tante en Niélt aan rle koffie
tafel zat Maar niemand lette er op. Toen
ze klaar waren, hoorde ze Tante in de
gang vragen „kun je niet wat met Rudi
spelen, Niek?
„Met dat kleine kind, di« Pruillip? Neen,
dank U wel," antwoordde de tienjarige
Nico en toen klonk Tantets slem weer
Maar wat ze zei, verslond Rudi niet. Ze
stampvoette en de tranen Sprongen haar in
de oogen. Ze keek gauw het raam uit, dat
Oom ze maar niet zou zien, als hij uit zijn
krant opkeek. Wat dacht die Niek wel?
Een klein kind, die Pruillip! Ze zou er
's laten zien, dat ze niet zoo klein was..
Even later kwam Tante binnen. „Rudi,
help je me met afdrogen van den koffie-
boel?" Ja-a-a Tante," antwoordde Rudi nog
met een onvast stommetje van de wegge
slikte tranen; nu kon ze mpteen toonen.
dat z© niet klein was. Ze hielp Moeder
cok wel 's en ze deed altijd héél voor
zichtig, vooral met dc kopjes.
Toen ze er ine© klaur waren, gingen
Tante en zij gezellig boodschappen doen.
Voordat ze den weg naar huis insloegen,
kocht Tante een knipplaat voor Rudi.
't Was een leuke; een circus moest het
worden. Daar was een clown, een wit
paard, een mijnheer met ecu hoogen hoed.
die met een zweep klapte en nog veel
meer. Thuis begon Rudi dadelijk vol ijver
een hondje uit te knippen, dat door een
hoepel sprong. Zo was er nog niet mee
klaar, toen Nico thuis kwam. Hij verdween
dadelijk naar boven om in zijn kamer to
knutselen.
,Hij hoeft lekker hcelemaal niet met me
te spelen," dacht Rudi, „ik zit wat fijn te
knippen."
„Rudi," vroeg Tante, „ga je even Ooms
theekopje van zijn studeerkamer halen?"
Rudi ging naar boven cn juist toen ze aan
Ooms deur wilde aankloppen, stormde N'iek
zijn kamertje uil, pardoes tegen Rudi aan.
Pats, daar zat zc op het zeil van dc gang!
Au! hard kwam het aan...
Juist wilde ze een deuntje huilen haar
onderlip schoot al naar voren toen z©
bedacht: „groot zijn, niet huilen!" Ze slik
te en slikte... cn toen Niek haar overeind
getrokken had cn vroeg: „pijn gedaan?"
schudde ze gauw van neen. „Hier," zei
hij, diepte uit zijn zak een stuk drop op cn
duwde het in Rudi's mond. Ze was toch
nog wel erg klein, dacht hij. Gelukkig, dat
ze niet aan 't huilen geslagen was, anders
zou je wat gehoord hebben van Moeder!
Die zei altijd: „je bent veel te wild, je
maakt nog eens ongelukken!"
„Je mag straks mijn hok wel komen
kijken," zei hij tegen Rudi, die maar van
ja knikte en niet kon weten, dat het een
groote gunst was. Maar toen zc Ooms
kopje gehaald had en weer beneden
kwam, wafen juist Ida en Frida thuisge
komen van bun partijtje en die hadden
zóóveel te vertellen, dat Rudi met open
mond bleef luisteren.
Na tafel deden ze gezellig met elkaar
spelletjes; in een wip was het bedtijd.
Tante had voor Rudi-een bed op de kamer
Mieko had haar voet verstuikt.
Ach, het deed zoo n pijn!
Maar ze ging niet huilen, hoer'
„Groot" wou Mieko zijn!
Met den armen, zieken yqpl
In een stijf verhandje
Droeg men groote, kleine MieU
Naar haar ledikantjc.
Mams leest voor cn Paps vertelt!
Oma ook komt kijken.
Dat ze veel van Mieke houdt,
Laat ze duid'lijk blijken!
Want een prachtig sprookjesboek
Komt uit Oma's tasch.
„Hè," denkt Jaapjc erg jaloersch,
,,'k Wou 't voor mij maar was!"
En op eens roept kleine Jaap
Met verheugden blik:
„Oma-lief, onthoudt U T goed?
Morgen... dan val ik!"
R. WINKEL.
(Nadruk verboden).
bij de nichtjes gezet. Dan kon ze zicb niet
eenzaam voelen. Nu, dat met je drietjes
op een kamer zijn heel iets anders is dan
maar alleen, zooals ze gewend was, merkte
Rudi. Lang duurde het, voor dc nichtjes
ophielden rnet lachen en babbelen. Toen
ze eindelijk stil waren, lag Rudi met ge
sloten oogen nog lang wakker. IIoo kon
zc nu slapen, zonder nachtzoen van Moe
der en Vader?! Bijna ging zc er om huilen,
maar ze bedacht zich, dat Moeder gezegd
had: een groote meid zijn! En verbeeld je,
dat de nichtjes haar hoorden! „Pruillip"
zouden ze zeggen en dat hadden ze van
daag juist heclcmaal niet gedaan.... Wat
zou het toch voor groote verrassing thuis
zijn? Ze had Nieks kamer verge
Op eens was het al de volgende mor
gen. Ja, dan had Rudi toch in één stuk
door geslapen cn lekker ook. Ze ging over
eind zitten. Ida lag te lezen en Frida rekte
zich heel lui uit. „Fijn, Zondagmorgen, niet
naar school," zei ze.
„Luilak, wacht eens..." zei Ida, zo klap
te haar boek dicht cn mikte haar kussen
op Frida. Dit was het sein tot een dol kus
sengevecht, waaraan Rudi dapper mee
deed. Toen op eens ging do deur open en
de zusjes, die een standje verwachtten,
doken gauw onder de dekens, maar...
Achter Tante Co stapt© Rudi's Vaclcr bin
nen, zóó maar met zijn overjas nog aan cn
den hoed in dc hand.
„Ik kom je halen, kind," zei hij. „Moe
der en ik en je zusjo verlangen, dat je
thuiskomt."
,,'t Zu „Neen maar, Oom, heeft
Rudi een zusje gekregen?" „Hoe heet het
dan wel, Oom?"
Alle drie riepen ze door elkaar, terwijl
Vader Rudi met een omhelzing uit bed
tilde.
„Kleed je maar gauw aan," zcj hij, „dan
neem ik je achter op mijn fiets mee
Frida kwarn al met Rudi's kousen aan
dragen cn Ida zette de waterkraan vast
open, allebei vol hulpvaardigheid, dat Rudi
maar gauw klaar zou zijn.
„Kalmpjes aan," zei Tante Co. „Vader
krijgt beneden eerst een lekker kopje tbee
met een boterham van me, en dan laat ik
jullie pas gaan."....
Ja, dat was wel een heel groote verras
sing! Nooit zou Rudi dat geraden-hebben!
Wat vond ze het zusjo lief, maar wat
klein! Daar voelde ze zich toch groot bij,
o zoo groot! Toen Moeder haar later op den
dag vroeg: „ben je gisteren een groote
meid geweest?" knikte Rudi van ja. „Ze
hebben me geen één keer Pruillip ge
noemd," zei ze. „Ik wil 't ook niet meer
zijn, en o Moeder, laat u bet zusje nooit
weten van dien leclijkcn bijnaam?"
Nu, dat beloofd© Moeder van harte.
HELENA A. II. MARCUS,
(Nadruk verboden).
Lies was uit logccreu bij Oma buiten.
Echt heerlijk vond ze dat, al was 't niet
lang. Want T was geen vacantie, zie je en
Liesjo kon alleen maar van Zaterdagmid
dag tot Zondagavond bij Oma blijven. Maar
't was toch prettig, al was 't kort. want
't was prachtig, warm weer cn Oma bad
zoo'n aardig huisje! Overal wuren groote,
openslaande ramen en 't stond midden in
een verrukkelijker» tuin, vol mooie bloe
men, bloeiende struiken en liooge boomen.
Die tuin was een paradijs voor Liesje,
maar ook voorde vogels. Die nestelden
dan ook op verschillende plaatsen tusschen
do struiken en in bet geboomte. Oma had
Lies heel voorzichtig een paar nestjes ge
wezen.
Nu lag Lies in bed in Omas frissche
logeerkamer. Omdat 't zoo warm was,
mochten dc openslaande ramen open blij
ven staan, 't Begon al donker te worden.
Ja, Lies was eigenlijk veel te laat naar
bed gegaan. Maar Grootmoeder had Lies
een knipoogje gegeven cn gezegd: „Je bent
niet clko week bij Grootmoeder, hè! En
morgen kan jc uitslapen!'
Ja, ja, uitslapen! Dat zou jo zoo denken.
Neen, hoor! Lies werd heel vroeg gewekt-
En door wie? Door twee meesjes. Die
vlogen heel brutaal door de logeerkamer
heen. Lies werd wakker van het vreemde
geklap van hun vleugeltjes.
„Wat hoor ik toch?" dacht ze.
Op eens zag zo eeu vogeltje op de kast
zitten, het maakte een piepend geluid, net
of het wat t© zeggen had. En toen zag
't meisje plotseling dat er een tweede vogel