De boerderij brand te Barneveld
RINTEL
ILIEMM6
HA4R M&AT
4 jaar geëischt
Radioprogramma
UTRECHTSCHE RECHTBANK
Tal van deskundigen gehoord, die
een electrische oorzaak
uitsluiten
Gistermiddag diende voor de Utr. recht
bank do bekende zaak tegen den landbou
wer te Barneveld, die ervan verdacht wordt
brand te hebben gesticht in zijn woning.
Men herinnert zich ongetwijfeld nog, dat
deze zaak indertijd zeer veel stof deed op
waaien, omdat de verdachte, een notabel in
gezetene van Barneveld, in arrest werd ge
steld en later, onder groote blijken van be
langstelling der bevolking, weer op vrije
voeten gesteld. Er zijn toen zelfs feestverga-
deringen gehouden, die nog eenige conflic
ten van politieken aard tot nasleep hebben
had.
Thans was ook de belangstelling
voor deze strafzaak zeer groot. Er waren niet
minder dan 17 getuigen gedagvaard.
Verdachte, die zich laat verdedigen door
Mr. O. Hogen brug, is ten laste gelegd,
dat hij op S November 1933 in zijn woning
brand heeft gesticht, door brandbare stoffen
op den deel in brand te steken en dat hij
dezen brand heeft gesticht om zich weder
rechtelijk de verzckcringspenningen te kun
nen toe eigenen.
Desgevraagd ontkent verdachte het ten
laste gelegde: „Zooiets doet alleen iemand,
die totaal van zijn zinnen is beroofd". 1-Iij
geeft toe, dat hij zijn inboedel tegen brand
had verzekerd voor ongeveer 20.000. Onge
veer 6 jaar heeft verdachte m zijn vorige
woning ook brand gehad, maar hij weet
niet, of hij toenmaals ook van brandstich
ting is verdacht.
In den nacht van den onderhavigen brand
werd de boerderij bewoond door verdachte,
diens echtgenoote en zijn drie zoons.
De president, Mr. Havelaar, gaat aller
eerst met verdachte de situatie van het
huis na. Verdachte stond op zijn gewonen
tijd op, 's morgens te 5 uur ongeveeer, kwam
op den deel, en constateerde toen, dat het
voorhuis vol rook stond. Hij snelde naar een
deur om die te openen, en bij zijn terug
komst zag hij vuur op den graanzolder bo
ven den deel, vuur, dat zich snel uitbreidde.
Direct heeft hij toen de jongens en de vrouw
gewekt door luide te toepen en tc schreeu
wen
President: „U behoeft hier niet te
schreeuwen" (verdachte gaat namelijk hoe
langer hoa luider spreken).
Verdachte vertelt verder, dat hij is blijven
schreeuwen, totdat hij zijn zoons buiten
hoorde. Toen was er niets meer te redden.
Het vuur had zich van boven, van den zol
der af, al medegedeeld aan een wagen met
havcr-garven, die op den deel stond.
President: „U heeft geen poging gedaan
om het vee te redden?"
Verdachte: „Neen. Mijn eerste zorg gold
de vrouw en de jongens."
„President: „Wat heeft U dan al dien tijd
gedaan?"
V*»rr!»»rhfo: roepan en geschreeuwd."
De officier (Jhr. Quarles van Ufford):
„"Waarom is l niet naar «Ie jongens toege
gaan?
Verdacht: „Dat kon ik niet meer. Daar zat
vuur tusschen."
De officier: „U heeft aan het vee niets ge
daan, zelfs geen deur open gegooid. Maar U
heeft wel Uw bureau naar buiten gesleept."
Verdachte: „Ja. Daar zat mijn hcelc admi
nistratie in. Maar toen was er achter in de
stallen niets meer tc redden
Rechter Mr. Kaars Sypcsteyn: „Heeft u dc
Jongens naar beneden zien komen over den
deel?"
Verdachte: „Neen".
Mr. Sypesteyn: „Toen kon er dus nog over
den deel geloopen worden. Toen had t u toch
ook nog wel het vee kunnen redden?"
Verdachte: „7k heb mijn keurcolleclie vee
zien verbranden, mijn heele toekomst, mijn
heelc ideaal. U begrijpt toch wel, dat ik dat
vee wel zou hebben gered, als ik er eenige
kans toe had gehad?"
Officier: „Heeft u niets gehoord van het
verbranden van het vee?"
Verdachte: „Neen".
Officier: „Ik zal de getuigen voorbrengen,
die het op 2 K.M afstand hebben gehoord
Maar u hoort niets. Ik kan u bewijzen, dat
het vee door den stahvand is hccngcbrokcn,
cn op den deel is gevonden. Maar u merkt
er niets van."
De president vraagt verdachte naar
di' ns meening omtrent de oorzaak van den
brand. Hij heeft drie vermoedens: 1 de
electricitcit, 2. de uitlaat van een motor; 3.
zijn houding als lid van den gemeenteraad
van Barneveld tegenover dc werkloozen.
Eén werkloozc namelijk neeft hem, nog
kort voor den brand, gedreigd, waarvan
verdachte aangifte bij dc politie heeft ge-
'daan. In dat verband acht verdachte het
een eigenaardige omstandigheid, dal een
achterdeur open werd gevonden, die altijd
gesloten was
Rechter mr. Eggcns: „Is het uitgesloten
'dat u dat in de verwarring zelf heeft ge
daan?"
Verdachte: „Absoluut uitgesloten."
De officier vraagt nog waarom verdachte
juist de zijdeur van den deel opende, waar
op deze antwoordt, dat hij dat gedachteloos,
of ook uil kracht der gewoonte deed.
President: „Hadt n geldelijke moeilijkhe
den?"
Verdachte: „Neen, En al had ik misschien
schulden (eu welke boer heeft die niet?)
dan was nog mijn naam er goed voor.
Het blijkt voorts, dat verdachtes oudste
zoon de brandweer heeft gewaarschuwd.
De verdediger wijst er nog op, dat één
ding niet was verzekerd, namelijk een
zeer kostbare fokstier, die een groote waar
de vertegenwoordigde
Het getuigenverhoor.
Allereerst wordt de burgemeester van
Barneveld, dc heer Westrik, als getuige ge
hoord. Hij is door een toevallige om
standigheid niet bij den brand zelf ge
weest, doch is pas 's middags gaan kijken.
Hij heeft het onderzoek overgelaten aan
dc deskundigen, de heeren Friraa en Hes-
selink. Die deskundigen had getuige ver
zocht te komen omdat bet een raadslid be
trof. en omdat er al eens meer brand bij
verdachte was geweest. Omtrent verdachtes
financieele omstandigheden heeft getuige
geen informaties kunnen krijgen.
Mr. Kaars Sypesteyn: „Komt het meer
voor, dat bij bocrdcrijbrariden geen stuk
vee wordt gered?"
Getuige deelt mede, dat zijn ervaring is,
dat dc landbouwers altijd het eerst trach
ten hun vee te redden.
Do verdediger stolt de vragen, of de Bur
gemeester zou hebben gezegd: „Toch zat hij
(verdachte) erin"; of de Burgemeester naar
den Haagsclien hoofdcommissaris zou heb
ben geschreven, naar aanleiding van een
boerendemonstratie, dat verdachte een
bolsjewiek zou zijn. De president acht die
vragen niet ter zak© dienende, cn getuige
wcnscht er niet op to antwoorden.
Getuige Pennekamp, chef-veldwachter te
Barneveld, geeft inlichtingen over het ver
loop van den brand. Hij deelt mede, dat
verdachte als vermoedelijke oorzaak ojigaf
de motorpijp, die over den graanzolder
liep. Ook zinspeelde hij op een bedreiging
van een werklooze, maar van zulk een be
dreiging is niets gebleken na onderzoek.
Dr. W. F. I-Iesselink, directeur van den
keuringsdienst te Arnhem, heeft samen
met den heer Frima een onderzoek inge
steld. Op den deel vond getuige de over
blijfselen van een wagen, die daar gestaan
moet hebben tijdens den brand. Hij acht
het uitgesloten, dat de pijp van den motor
op den zolder is blijven nagloeien, en den
brand heeft veroorzaakt. Zelfs al was do
pijp gloeiend geweest, kan die nog niet
het hout van den vloer aangestoken heb
ben. Getuige acht het onaannemelijk, dat
do vlam omlaag is geslagen van den zol
der naar den onder gelegen deel
Verdachte wordt ook bij het bestudeeren
van de situatieteekening gehaald. Hij legt
nog eens uit, dat bij een soort steekvlam
van den zolder naar beneden zag komen,
naar den deel In een oogwenk stond toen
de wagen met haver in brand. Getuige
Hessclink acht dat onmogelijk, zoowel de
steekvlam, als het branden van den wagen
van boven af.
Mr. Kaars Sypesteyn merkt op, dat ver
dachte een zijner jongens, toen die naar
beneden kwam op zijn geschreeuw, weer
naar boven stuurde om zich aan te klec-
den. Was daarvoor dan nog tijd, als het
vuur zich zoo snel verspreidde".
Verdachte herinnert zich dat niet meer.
Officier: „Hebt u wel eens een hooiberg
van boven aangestoken?"
Verdachte: „Neen".
Getuige Hesselink acht de eenige moge
lijkheid, dat de wagen met havergarvcn
van onderen is aangestoken. Die wagen
stond trouwens op een zeer geschikte
plaats om, als dat de opzet was, het vuur
te verbreiden.
Dr. P. Frima uit Hilversum, de tweede
deskundige, is tot dezelfde conclusies ge
komen als dr. Hesselink. Ook hij acht zulk
een steekvlam ondenkbaar, hij heeft van
een «Ier zoons gehoord, dat deze nog door
zijn vader naar boven is gezonden om zich
aan te kleeden.
De verdediger: „Kan er niet een bran
dend stuk graan naar beneden zijn geval
len, op den wagen?"
De officier: „Verdachte verklaart zelf,
dat hij een vlam naar beneden heeft zien
slaan van den graanzolder af".
Verdachte: „De heelc zolder rondom den
wagen stond in vuur. Het was dus niet
een enkele vlam".
Mr. Kaars Sypesteyn: „U zeide, dat de
deel vol met rook stond. Hoe kon u dan
al dat vuur zien?"
Verdachte: „Dat kon ik door den rook
heen zien, toen ik de deur had open ge
daan".
Nog een deskund1 ,re legt zijn verklarin
gen af, namelijk de heer L. van Nispen uit
Zwollerkerspel. Hij heeft eenige dagen na
den brand een onderzoek ingesteld. Hij kan
niet aannemen, dat electriciteit dc oorzaak
van den brand is geweest. Het eenige, wat
mogelijk zou kunnen zijn, is z.g. buisslui
ting, n.l. als de stroom op do metalen buis
komt te staan, en een vonk veroorzaakt
Deze getuige kan nog mededeelen, dat in
een gedeelte van den slai de electrische
lampen ontbraken, terwijl toch de leiding,
blijkens den stand van de schakelaar, on
der stroom stond.
Verdachte kan daarvan geen verklaring
geven. Met de „electrische rommel" be
moeide hij zich nonit
Getuige heeft bovendien uit geknoei, dat
hij heeft ontdekt in de electrische leiding,
geconcludeerd tot de mogelijkheid van
poging tot brandstichting langs dezen weg.
Dat is echter blijkbaar niet gelukt. Wel
kostten die knoeierijen veel stroom, die
ongebruikt wegvloeide.
Verdachte zegt daaromtrent niets te we
ten.
Getuige zegt nog. dat de verklaring van
dezen brand niet in de electrische leiding
kan worden gevonden.
De getuige A. Verhoeven heeft eveneens
een onderzoek ingesteld, en heeft geen en
kele electrische oorzaak van den brand
kunnen vinden.
Dr. J. G. C. van Vloten, militair paarden
arts, legt eenige verklaringen af over het
gedrag van vee bij brand. Vooral paarden
zullen zich bij brand zeer heftig uiten,
veel heftiger dan b.v. runderen. Naar ge-
tuige's meening moet het vee in verdach-
te's stal heftig gereageerd hebben, het
vee door loeien, de paarden door te slaan
en te trachten weg te komen, direkt na
het bemerken van vuur of rook. Speciaal
een paard berust nooit of te nimincr in een
benarde positie. Het moet volgens getuigo
in het onderhavigo geval mogelijk zijn ge
weest om liet vee te redden, b.v. door de
halsters door te snijden en dc deuren open
te zetten.
Officier: „Volgens verdachte is dit alles
onder diep stilzwijgen gebeurd".
Getuige: „Dat is uitgesloten".
Officier. „U zult straks een getuige hoo-
ren, die zegt, dat het best mogelijk is. dat
dc dieren zich niet hebben laten hooren".
Getuige: „lk acht dat onmogelijk".
Getuige Ren es uit Scherpenzeel zegt de
electrische geleidingen in de boerderij van
verdachte te hebben aangelegd. Deze in
stallatie heeft getuige geheel cn al in orde
afgeleverd.
Volgende getuigen, naburen van den
verdachte, verklaren tijdens den brand,
dien zij in de verte konden zien, angstig
geloei van koeien te hebben gehoord. Of
dat evenwel liet vee van verdachte was,
dot kunnen zij niet zeggen.
Verdachtes vrouw, eveneens als getuige
gedagvaard, wenscht geen verklaringen af
te leggen, cvenzoo zijn zoons, die eveneens
zich op luin verschoon ingsrecht beroepen.
Getuigen a décharge.
Vervolgens worden eenige getuigen a dé
charge gehoord.
Een landbouwer uit den omtrek is kort
na het uitbreken van den brand ter plaatse
geweest. Hij zag het branden, en snelde
er heen. Toen hij ter plaatse kwam sloeg
de vlam uit hei dak van het achterhuis;
op dat moment was het vee niet meer te
redden.
Officier: „Wat deed verdachte toen?"
Getuige: „Die haalcle een ton uit een
schuur".
Mr. Kaars Sypesteyn „U heeft nog po
gingen gedaan om huisraad te redden. Deed
de familie van verdachte ook nog iets?"
Getuige. „Neen".
Verdachte: „Heeft getuige mij niet gehol
pen om de kippen uit het hok te jagen?"
Getuige: „Ja, dat hebben we".
Mr. Eggens: „Maar wat heeft u voor dien
gedaan?"
Verdachte: „Er was niets anders meer
te doen".
Officier: „U heeft toch liet bureau naar
buiten gedragen".
Verdachte: „Maar voor iets anders was
geen tijd meer".
Volgens dezen getuige was bet niet mo
gelijk om het vee te redden door het los
te snijden. Want ac koeien stonden zoo
dicht op elkaar, dat ze zich niet konden
omdraaien om den stal te verlaten.
Verdediger: „Als een koe een tijd op stal
staat, wordt ze dun niet stijf?"
Getuige: „Dat kan wel".
Mr. Kaars Sypesteyn „Dan worden zo
naar de wei gedragen". (Hilariteit.)
Een andere landbouwer verklaart ook bij
den brand te zijn geweest, kort na het uit
breken. „Toen was alios al dood".
President: „Hoe wist u dat?"
Getuige zegt, dat hij een deur van den
paardenstal open deed, en een paard mors-
dood zag liggen De officier trekt uit die
médedeeling de conclusie, dat de brand in
het achterhuis dan allang voorbij moet zijn
geweest, want van een huis. dat in lichter
laaie staat, doet men geen deur open.
De laatste getuige a décharge, dr. D. M.
Hoogland, dierenarts, verklaart desge
vraagd, eens een boerderijbrand te hebben
meegemaakt onder Hoevelaken. Die boer
derij was in 5 minuten lijd één vuurzee. In
die boerderij zijn verbrand 8 runderen. Een
paard en twee pinken konden nog gered
worden. Op een desbetreffende vraag van
den verdediger zegt getuige, dat dieren bij
een brand kunnen stikken zonder éénig
geluid to geven. Dat is natuurlijk mogelijk.
Getuiges ervaring is, dat een koe niet zoo
gauw geluid geeft. Een paard gaat slaan
met de beenen.
Mr. Kaars Sypesteyn: „Acht u het mo
gelijk, dat paarden in epn stal zich rustig
laten verbranden zonder te reageeren?"
Getuige; „Er zal natuurlijk wel eenige
reactie zijn, maar zoo'n brand kan ontzag
lijk snel gaan, zooals ilc heb verteld".
Verdachte: „Is het bestaanbaar, dat ik
niets van het vee heb gehoord?"
Getuige: „Dat is zeer wel mogelijk".
Verdachte: „Acht u een boer, die een
kcurcollectie stamboekvee heeft opgefokt,
m staat die moedwillig te laten verbran
den?"
Mr. Kaars Sypesteyn: „In het algemeen
is dat natuurlijk niet waarschijnlijk, maar
er kunnen omstandigheden zijn..."
Het requisitoir.
De officier van justitie, jhr. Twiss
O nar les van Ufford, neemt daarna
zijn requisitoir. Hij is van oordeel, dat is
kamen vasi te staan verdachtes schuld.
Hij heeft zi. i geheelen veestapel aan den
vuurdood prijs gegeven, alleen om zijn zak
te spekken. De deskundigen zeggen, dat
brand door electriciteit is uitgesloten; an
dere deskundigen zien de oorzaak nergens
anders in dan in den wagen met haver op
den deel, dio zal zijn aangestoken. Wie an
ders kan dat gedaan hebben dan deze ver
dachte? Wij hebben hier te doen mei een
zeer ernstig misdrijf, dat buitengewoon
streng dient te worden gestraft. De officier
eischt dan ook een gevangenisstraf
voor den tijd van vier jaar, met be
vel tot gevangenneming bij dc uitspraak
Het pleidooi.
Mr. Hogcbrug, de verdediger, betoogt,
dut het nu heel gemakkelijk is, om ver
dachte te verwijten dat hij het vee niet
heeft gered. Maar is het te verwonderen,
dat hij het eerst om vrouw en kinderen
heeft gedacht? Het is volkomen begrijpe
lijk. Do veestapel was wel verzekerd, maar
niet de stier, die een waarde van minstens
10 koeien had. Bovendien was het vee te
gen de gewone marktwaarde verzekerd, en
niet tegen stamboekwaarde. Hieruit blijkt,
dat verdachte er alleen maar slechter op
kon worden. Daarbij komt, dat verdachte
géén schulden had; zijn financieele positie
was niet slecht. Men vindt het ook vreemd,
dat de wagen met haver naar binnen was
gereden, doch dat moet, om de haver
droog te doen zijn, want anders verliest zij
VARKENSMARKT 13-15. TELEF. 582
van haar voedingswaarde. Pleiter meent,
dal geen van de getuigen iets heeft kun
nen opmerken ten aanzien van den opzet
van den verdachte. Ds deskundigen zeg
gen, dat de brand niet door electriciteit
kan zijn veroorzaakt; maar kunnen zij zich
niet vergissen? Toen verdachte vrij kwam
uit de hechtenis, is hem een feestelijke ont-
vangst bereid. Ligt daarin niet een aanwij
zing, dat men hem tot zulk een daad niet
in staat acht? Dat pleit vóór hem. zooals
er meer zaken voor hem pleiten. Spreker
vraagt, concludcercndc, vrijspraak voor
zijn cliënt, met afwijzing van den eiscli van
den officier tot gevangenneming.
Verdachte heeft het laatste woord.
Verdachte acht het een bittere teleurstel
ling, dat de officier hem tot zulk een daad
in slaat acht. Dat kan alleen iemand doen,
die totaal van zijn zinnen is beroofd. Ver
dachte heeft zijn bedrijf met veel moeite op
gebouwd; zijn veestapel had een grooton
naam overal in het land. Voor geld kan
men zulk een adellijken veestapel niet
koopen. Dien kan men alleen fokken. En
als men zoo iets fokt, zou men het dan la
ten verbranden? Do stier was niet verze
kerd, een van de edelste fokdieren, die er
in ons land bestonden. Hij was gemakke
lijk te redden geweest Is hij gered? Neen,
hij is ook verbrand. Toen het verdachte
bleek, dat zijn vrouw en kinderen waren
gered, toen was er verder niets meer te
redden. De deskundigen zeggen, dat ver
dachte het heeft gedaan. Maar zij behooren
tot de beste stuurlui, die aan den wal
staan. Zij hebben zoo iets nooit meege
maakt. Zijn vrouw en kinderen lagen ver
dachte het naast. Is dat zonde geweest?
Was het voor de verzekering goedkooper
geweest, als er eenige koeien waren ge
red, doch de kinderen verbrand? Spreker
weet, dat hij duizenden vrienden heeft
maur ook duizenden vijanden, die hem
graag den nek willen breken. Dat blijkt
ook uit de dossiers. Maar hij heeft nog zoo
veel vertrouwen in de Nedorlandsche
rechtspraak, dat hij het vonnis dezer recht
bank rustig afwacht
Het onderzoek wordt gesloten, en de
uitspraak bepaald op Dinsdag 1 Mei.
BOTSING TUSSCHEN AUTO EN
MOTORRIJWIEL.
Barneveld. 17 April. Nabij de hof
stede „Dc Palmpol", in een flauwe bocht
van den rijksweg tusschen „De Viersprong'
cn Terschuur. waar reeds zoovele ongeluk
ken zijn gebeurd, heeft Maandagmiddag
een ernstige aanrijding tusschen een auto
en een motorrijwiel plaats gehad, waarvan
natuurlijk laatstgenoemd vervoermiddel de
dupe werd. De motorrijder zelf kwam er
nog al genadig nf, doch zijn verloofde, eon
25-jarige dame uit Apeldoorn bekwam een
dubbele beenbreuk. Eon ireneesheer van
hier cn een medicus uit Hoevelaken zagen
zich verplicht, dc verwonde, op den weg
een eerste verband aan te leggen, waar
door het drukke verkeer eenigen tijd was
gestremd.
Vervolgens werd de ongelukkige per zie
kenauto naar het ziekenhuis te Apeldoorn
overgebracht.
Dc automobilist en de motorrijder be
schuldigde elkaar wederkeerig te veel links
van don weg te hebben gereden. De ge
meentepolitie alhier, die spoedig aanwezig
was. heeft de zaak in onderzoek.
Auto cn motorrijwiel waren ernstig be
schadigd.
EXTRA GIFTEN.
Barneveld. 17 April. Ook in dezen
crisistijd is de goedgeefschheid gelukkig de
wereld nog niet uit. Zoo werden Zondag in
de Ned. Herv. kerk alhier twee extra giften
gecollecteerd en wel 100 voor de kerk
cn 70 voor do armen dier gemeen te.
RAAD VAN HOEVELAKEN
Hoevelaken, 18 April. De raad dezer
gemeente is in vergadering bijeengeroepen
op Dinsdag a.s.
Behandeld zal o.a. worden een voorstel
tot stopzetting van dc werkverschaffing.
OUDSTE INWOONSTER VAN
HOEVELAKEN OVERLEDEN
Hoevelaken, 17 April, lieden 13 ai
hier dc oudste inwoonster, dc weduwe W.|
van LcyenhorstCortus, in den ouderdom
van 92 jaar overleden.
HIT DOODGEREDEN.
Hoevelaken, 17 April. Gisteren is op
den Rijksstraatweg, alhier, een achter een
hittenkarretje gebonden hit door een ach
terop rijdende vrachtauto doodgereden
Donderdag 19 ApriL
Hilversum: Golflengte 3015 M.
A V.R.O.
8.01 Gramofoonmuziek.
10.01 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Solistenconcert door Mevr. M. R.
Klattc, piano cn Bram Keereweer. zang.
Aan den vleugel: Egbert Veen.
11.00 Knipcursus kindcrkleeding door
Mevr. Ida de Leeuw-van Rees.
11.30 Voortzetting solistcnconcert.
12.01 Lunchconcert door Kovacs Lajos cn
zijn orkest. Intermezzi: Gramofoonmuziek.
.00 Concert door Jan de Vente, fluit; Eg
bert Veen Jr., viool; Egbert Veen Sr., piano.
2.30 Gramofoonmuziek.
.3.00 Vervolg knipcursus door Mevr. Ida de
Leeuw-van Rees.
3.45 Zenderverzorging.
4.00 Mevr. Antoinette van Dijk spreekt
voor zieken en ouden-van-dagen.
4.30 Gramofoonmuziek.
5.00 Radiotooneel voor de jeugd. Studio
opvoering van „Op zoek naar de schatten
van Bidoux"; hoorspel in 10 tafereelen
naar bet boek van Ir. J. P. Valkema Blouw,
dcor Cor Hermus. Spclleiding Kommer
Kleijn.
5.30 Gramofoonmuziek.
6.30 Sportpraatje door H. Hollander.
7.00 Viool-recital door Nicholas Roth. Aan
den vleugel: Egbert Veen.
7.30 Engelscho les voor beginners door
Fred Fry.
8.01 Nieuwsberichten Vaz Dias.
8.05 Concert door het Omroeporkest onder
leiding van Nico Trecp. Solisten Elly Ney,
piano; Marcel Wittrisch, tenor.
9.00 Gramofoonmuziek.
9.30 Concert door het Omroeporkest o.Lv.
Nico Treep, m.m.v. Marcel Wittrisch. tenor.
10.30 Gramofoonmuziek.
11.00 Nieuwsberichten Vaz Dias.
11.10 Speciaal studio-concert door Jack
Hylton cn zijn orkest. Symphonische jazz-
en dansmuziek.
12 00 Tijdsein en sluiting.
Huizen: Golflengte 1875 M.
K.R.O.
8.00 Morgenconcert.
N.C.R.V.
10.00 Gramofoonmuziek.
1015 Morgendienst, door ds. Joh. J. van
Petegem, pred. der Vrije Evang. Gemeente,
Hilversum.
10.45 Leger des Heils-kwarticrtje, (Gra
mofoonmuziek).
K.R.O.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuurtje door Pas
toor L. H. Perquin.
12.00 Tijdsein.
12.01 Politieberichten.
12.15 Lunchconcert door het K.R.O.-Orkest
o.l.v. Marinus van 't Woud.
N.C.R.V
2.00 Cursus fraaie handwerken door mej.
G. Abüj.
3.00 Vrouwenhalfuurtje. Mej. A. van Apel
doorn spreekt over Meisjesopvoeding".
2.30 Gramofoonmuziek.
3.45 Verzorging van den zender.
4.00 Bijbellezing door ds. A. J. Wormgoor,
N.'d Herv. Predikant.
5.00 Cursus handenarbeid voor onze jeugd
door H. J. Steinvoort, „Een ganlantaarntje".
5.30 Concert, door een Septet, o.l.v. Piet
v. d. Hurk. N.C.R V.-Orgcl: Fcrd. Kloek. Na-
tionaal-programma.
6.30 Christ. Sportorganisaties in Neder
land. Het Nederlandsch Christelijk Gymna
stiek Verbond J. J. Adriaanse, bondsvoor
zitter, spreekt over: „Wat het Ned. Chr.
Gymn. Verbond bedoelt".
6.45 C.N.V.-kwarticrtjc. Spreker: H.
Amelink, secretaris Chr. Nat. Vakverbond
in Nederland.
7.00 Politieberichten en persberichten Ned.
Chr. Persbureau.
7.15 Gramofoonmuziek.
7.30 Weekoverzicht „Wat er op de wereld
gebeurt", door Corn. A. Crayé.
8.00 Uitvoering van de H-Moll Messe van
Joh. Seb. Bach in Haarlem.
10.20 Persbureau Vaz Dias.
10.30 Gramofoonplatenconccrt.
Brussel: (Fransche uitz.) 483.9 M.
6.35 Kroniek van de Arbeiderswereld.
6.50 Sportpraatje.
7.20 Gramofoonmuziek.
7.50 Intermezzo.
8.20 Economische causerie.
8.35 Concert door het Omroeporkest.
9.20—10 20 Gramofoonmuziek.
Brussel: ((Vlaamschc uitz.) 321.9 M.
7.20 Concert door hot Omroeporkest.
8.05 Z. E. II. Boon: Overzicht van het Ka«
tholiek leven.
8.20 Gramofoonplatcn.
10.20 Gramofoonplatcn.
Daventry: 1500 M.
7.10 Spaanscho causerie.
7.40 Dramatisch intermezzo.
8.20 Het Radio Militair-Orkest.
9.40 V. Bodker: The weck abroad (uit
Berlijn).
9.55 Concert.
1050 Korte Diensu
11.05—12.20 Dansmuziek door Howard
Jacobs.
Dcutschlandsendcr: 1571
6.40 Gramofoonmuziek.
8.35 Sclectio uit „Der Bettelsludent".
9.50 Majoor Suren: Die Fördcrung der
Leibesübugen.
11.2Q—1220 Duitschland s Jeugd groet den
Leider.
Kulundborg: 1261 M.
6.50 Causerie over Indië.
7.20 Concert door het Radio-Symphonie-
Orkesl.
9.35—11.50 Dansmuziek uit „Rest. „Ritz".
La n gen berg: 455.9 M.
6.20 Vocaal concert m.m.v. H. Richartz.
sopr.
8.35 Hoorspel van E. M. Hoog
9.40 Gramofoonmuziek.
10.20—11.20 Concert door het Omroepor
kest