ROND DE ZAAK NIJENRODE Mr. MULLER MASSIS PLEIT WEDEROM 21 UUR Waarom de vrees den moed overheerschte PIJNLIJKE VOETEN?? VRM8T INLICHTINGEN IIJ JOH. BOTTINGA Onze Postvliegers onderweg De quneslie van de chantage en van de gecamoufleerde correspond dentie tusschen Onnes en Koning aan een nadere beschow wing or.der> worpen Amsterdam, 26 April. Het is van daag de 30ste zittingsdag in liet proces Nijun rade. liet publiek is nog altoos verzot op de bijwoning van de behandeling en o.s. de deuren hedenmiddag open gaan dan is daar iiet gewone schouwspel van uile 29 vorige Onnes-dagcn: een haast je rep je om tie beste plaatsen in te nemen Men wil de ad vocaten hooren pleiten in deze hoogst merkwaardig© strafzaak, waarvan de cffi eter van lustitio Dinsdag zelf heeft ge zegd, dat dit proces een unicum vormt in de geschiedenis van de rechtspraak. Vn'ko men juist! Zoo iets is nog nio dn ge wesen, en daarom is bij ontelbaar velen een verlangen om toch iets van de bt-hati doling mee te maken al is hot dan maar een enkel uur in een verscholen hoekje van de publieke tribune Een groot gvdeelte van de belangstellenden, zoowel beneden in de zaal als boven, behoort tot de „zeer ge trou wen Er zijn gezichten bij die al goede bekende zijn geworden en die geen morgen en geen middag hebben gemiöt. Wij krijgen van hen uls wij onze plaats aan de perstafel inne inen een zeer vriendelijk knikje zooiets als ..hoo maakt u het sedert de vorige keer? Hoewel wij de menschep volstrekt niet ken nen dun als gezichten op de traditioneele vaste plekken. Maar er zit in dien groet zonder woorden toch wel iets aardig.-»men beschouwt zich als deel van den kring, die in deze rechtzaal een pied terre heeft ge kregen. De zwaar gehelmde rijksveldwach ters, de deftig gerokte bodes, de deurwaui ders mot hun oranjelint om liet-hagelwitte boord, de verslaggevers met hun zware acte «asscheo. de* Advocaten in hun zeer variee- rend gedragen toga's zij dcelen in de ^tillo groeten over eu weer, Lieder ohpe Worto en zijn even hartelijk in hun knik terug, zco tegen het moment dat de hoofd bode. in den corridor verschijnt en aankon digt; „Hoeren, als-je-blicft, wij gaan begin nen! Zoo Is het alle dagen gegaan, zoo ging het ook vandaag. Mr. Muller Massis zet zijn verdediging voort Hij bespreekt dc zilverkant op het kasteel Nijenrode, die door den een (Ko ning) rood werd genoemd en door don an der «Onnes) zwart. Daaromtrent had de officier z'n verbazing uitgesproken en j.too- te tegenstrijdigheden opgemerkt. Pleiter had dit punt daarom nog eens onderzocht en zooals het zoo vaak gaat ook hier blijkt de waarheid in het midden te liggen. Volgens de uiterst deskundige be schrijving van de zilverkast is deze rioch rood, noch zwart, maar bruin (lu;d gelach) Laten wij dus zeggen, dat alle partijen aan gaande de kleur gelijk hebben gehad Plei ter licht nog eens toe hoe gemakkelijk Ko ning met allerlei kasteeldetails op dé hoogte kon zijn. Bovendien kon iemand £.19 Koning uit één enkel gegeven direct wel conclusies trekken en andere gegevens opbouwen al waren die dan ook sterk ge fantaseerd, tot welke fantasie Koning wel bizonder het talent bezat. Dat Koning en Onnes over verzekeringen spraken simple comme bonjour want zij hadden samen zeer uiteenloopendo er varingen met vcrzekeringsuitkecringen* Koning ondervond altijd moeilijkheden. Onnes ontmoette die bezwaren nooit. ICn daarover ervaringen uitwisselend is er gc sproken over die twee gebroken beeldjes op Nfjcnrodc, waarvan Goudstikker onkundig bleef. Och ja, heel gewoon, omdat Onnes met Goudstikker geen discours had gehad mot verzekeringsuitkeeringen als onder werp rn zoo hoorde Goudstikker toevallig van die beeldjes niets en Koning wel, omdat Onnes die beeldjes tegenover Ko ning in debat bracht als voorbeeld van zeer coulante uitkeering eener verzeke ringsmautschappij. Mr. Muller Massis vervolgt zijn pleidooi en komt nu tot do groote qunestie van de chantage. Het i3 voor de magistratuur moeilijk, om zich in een geval van chan tage goed te verdiepen, maar een practi- zeerend advocaat staat anders tegenover zulk een geval Pleiter heeft in z'n practljk al verschillende gevallen van chantage be leefd, in allerlei vorm en ais men die er varing heeft, dan oordeelt men wel ernigszin6 anders over de houding van een gechanteerde, al lijkt die ook nóg zoo vreemd. Onnes- was koopman, had als koop man tal van relaties loopen, woonde als In een glazen huisje; de positie van Onnes was dus wel een geheel andere dan die van andere gechanteerden, die geen al gemeen© bekendheid genieten en niet hebben te verliezer, wat een groot koop man wèl te verliezen heeft, t.w. zijn re putatie. En al mocht nu vele duizend ma len volstrekt onwaar zijn, wat men hem bij chantagepogingen ten zijnen nadeele zo u willen aanwrijven, dan nóg zou iemand van den naam Onnes liever trach ten door transigeeren zich van de onnan gename gevolgen van chanteeren te ont- ten tegen elke poging hem te chanteeren; het eerste duizend malen liever dan het tweede, in do oogen van Onnes, omdat hem zijn goede naam boven alles ging. En zoo komt Onnes er dan ook toe, om Koning met z'n chantage-pogmgen aan een zoet lijntje »e houden en duar wat geld voor over te hebben, liever dat, dan naar de politie gehold en zich, wie weet, welke narigheden en verwikkelingen berokkend Zie daar de gedachtengang bij 'nnes. Do magistratuur moge dat nu eigenaardig noe men en onb sgrijp-j.ijk - maar voor iemand dio in den handel zit en daarin over aan zienlijke relaties beschikt, relaties, waar voor een onbesproken naam eenvoudig bo ven alles gaat, voor zoo iemand Is dat geenszins eigenaardig en absoluut niet on begrijpelijk. Zoo iemand vreest nu eenmaal opspraak en ruchtbaarheid! De toestand was intusschen voor Onnes, direct nu de inbraak, toch al héél vervelend gewordon; het heet, dat vanuit Rotterdam eon rochet'' cheur-deskundigc zal komen om de situatie in het kasteel op te nemen met hot oog op het opsporingswerk In do zaak, maar die rechercheur-deskundige blijkt later een bekende inbreker te zijn geweest, die een» voudig beweerde, wel wat van de diefstal affaire op Nijenrode te sveten en daarom door een der verzekeringsmaatschappijen in don arm was genomen, om haar oons te vertellen In hoeverre de inbraak op Nljon- rode a 1 dan niet echt kon zijn geweest. Voor Onnes een heel vervelende geschiede nis als hij dit bemu*kt, dit bewijs van wan trouwen van de zijde dor verzekering Men weet ikit die rechercheur deskundigo. uit Rotterdam gezon ion naar Breukelen voor onderzoek. Lange Wi'lem was. eou berucht inbrekers type, pas uit de strafgevangenis in Scheveningon onlslngon, die, om zich in teressant te maken, aan de Hs*urantio* maatschappij had gezegd: „laat mij maar eens gaan kijken. Ik weet don wol of do inbraak echt of gefingeerd i6 geweest Men weet. dat dit bezook van Lange Willem óp niets is uitgedraaid. Er was voltrcns jpni. ter, méér wat in diu eerste dagen na de inbraak, voor Onnes zier onpleizlei-lg was. de verzekeringsmaatschappijen informeer den op Breukeion. of Onnes niet in de schulden slak en of hij zijn leveranciers wel geregeld betaalde! Velen menschel: spraKen, in verband met deze informaties, maar openlijk het vermoeden uil Onnes zal wel méér van do inbraak at weten. Toen de Utrechtsche rechercheurs op Nijen rode kwamen, was het oerslo wat zij danr tegen Onnes zeidon; mon vertelt algemeen dat er wol méér van weet, van don dief stal. Al deze ervaringen waren voor Onnes hoogst onaangenaam in de spanning, nó. de inbraak. Men stelde tinantieelo informatie» in. die niet allemaal gunstig uitvielen Inderdaad ha'd Onnes het in die tijden gel delijk niet makkelijk, maar dat overkwam heusch wel méér menschcn in die vol-cri- sis-dugc». En toen kwn.pt daar inoens de clientage van Koning nog bij! Men moet. zich indenken, wat dat toen voor Onnes in die dagen beteekende, bij all1 moeilijk heden die hem al bestormden Hij geeft aan dio chantage pogingen van Koning toe, buitengewoon verkeerd goed, toe gestemd. Onnes heeft zélf tientallen malen gezegd stommerd, die ik bon geweest, had ik maar anders gehandeld tegenover Ko ning! Maar intusschen moet men niet z'n moreele appreciate van de houding, door Onnes aangenomen, héél voorzichtig zijn en wèl willen overwegen wat hém in dio dagen bewoog. Onnes vroeg zich af. heb ik me soms tegenover Koning te openhar tig uitgesproken met een of ander? heb ik soms uitlatingen gedaan tegonover hem, die ik nii als onvoorzichtig moet kwallfi- ceeren? ben ik misschien al te vertrouwe lijk geweest tegenover iemand, dié zich nu als een chantage-sujet ontpopt? i& het won der dat Onnes, bij al het wantrouwen dat do verzekeringsmaatschappijen al hadden doen kennen, zich angstig afvroeg, wat er van die verzekerings-uitkeeringen, waar hij toet» recht op h i, zou terechtkomen, als deze via Koning miséchien de mcest-on- ware verhalen zouden ontvangen aangaan de Nijenrode en waarvan Koning zich zeker zou bedienen, als hij (Onnes) zich verzette tegen do chantage-pr.gingcn? Als de verze keringsmaatschappijen begonnen met hun. uitkeeringen, op grond van verhalen van Koning, eens voorloopig achterwege te hou- n, dan zou Onnes, die liet. finantieel toch al lastig had, geldelijk in nóg grooWe pe ncelen geraken! Dat alles is Ohnes door het hoofd gevaren toen Koning hem plot seling met chantage bedreigde! Is het won der, dat Onnes niet den moed heeft gehad om zich tegen Koning te verweren en ge dacht heeft, aan de mogelijkheid om er zich u 11 te redden langs lijnen van geleide lijkheid? Is het wonder dat Onnes in dio moei'ijke dagen den moed miste om den strijd tegen de hem bedreigende, onbeken de macht, aan te binden9 Want onbekend was aan Onnes ten eenemale. met welke middelen Koning zou gaan werken om On nes dwars te zitten als wraak tegenover diens verzet tegen de chantage-pogingon! Mr. Muller Massis releveert hoe dc offi cier van Justitie zoide, zich niet te kunnen begrijpen dat Onnes zoo beangst was voor die chantage ven Koning als hij (Onnes/ zich zelf volmaakt schuldeloos wist Pleiter vraagt: wat is eigenlijk chantage? Wat ls het équivalent, voor chantage? Het woord chantage klinkt zoo fraai, het vloeit zoo gnacieuselijk ons uit den mond in dat be minnelijke Franach: c-h a-n-t-a-g-e' Als men dat woord hoort, waant men zich in het Concertgebouw (gelach). Is chanteeren het openbaar maken van een geheim, wat een ander onwelgevallig is en dat men nu poogt met geld te zullen verzwijgen? Maar wélk geheim was- hier 0nne6 zooveel waard, om te worden verzwegen? Kr be stond niet zulk een geheim voor Onnes! Moest misschien het geheim bestaan in een openbaring aangaande den diofstal ten na SuplMtsr Service LAN6ESTRAAT 26 TH. S8. slaan, <Ian zich eenvoudig vierkant verzet-1 dcelo van Onnes? Maar in dien zin b ei 6 t o n d er geon diefstal voor Onnes. De officier zei Dinsdag J.I.: iemand die gechan teerd wordt, gaat niet met den chanteur onderhandelen, raaur geeft dezen diroyt aan bij de justitie' Ja, dk t is het systeem van een officier van justitie buiten dc prac tljk, maar dat is niet direct liet systeem van oen zakenman in de practljk. Maar al« ware die aangifte bjj de justitie gedaan wat dan nóg? Wat zou cr dan bereikt zijn? Immers niets. Koning zou het heb ben ontkend. Bp-wat dan? Dan niemen dal Onnes voelde zich wat den diefstal op Nijenrode betreft, volmaakt onschuldig Als het waar was, wat Koning beweerde, dat hij n.l. betpelilgt zou zijn geweest op verzoek van Onnes in de Nljenrode-inbraak, dan zou Koning we! ui les aanwendon om to probceren dat geheim te houden. Koning zat ir» geld-verlegonhoi-1. kon van Onnes, ondanks al z'n pogingen daartoe, geen hulp los krijgendén chantage' En omdat her. om geld ging wilde Onnes trachten mei geld den chanteur zoet te houden; ging hij naar die methode li 1 e t te werk er» ging Koning als gevolg daarvan *.vle zal vertel len wélke verhalen opiituigyn, dun zouden de r.ssuraruiemuatiChuppijeii zulk een ver* haul natuurlijk mc-t heide handen aangrij pen om te tracht /.loh jion de ultkeeriijgs- verplichtingen to on i nok ken u-n zouden er jaren-lang dur fde procesvoeringen nood zakelijk blijken om toch da gplden der ver zekering uitbetaald te krijgen, In welke processen Koning nalijuilljk ui* getuige zou komen te fungeeren. Kil wat processen van dien aard beteokcnfliu tnet j\ouing In hot centrum ervan d:V» is ons nu wel héél duidelijk geword.'.n sedert voor dez« Recht bank u's getuig m de verzekering* diroetcu. j reu uit Dultsciiland lego». Koning versche nen; in verband nut diens rehsta) brapden en wat daarbij annex was De officier van justitie hooft gezegd „iejnnnd die chgii- DxU't, Hobt gij te nogoeren". Pleiler ant woordt daarop „dCb, ih»t v\ erf ijc nu zoo dadelijk nog-niut", Mop moet zich kunnen indenken in d« bijzondere positie van Iemand, op wio'n'onder bijzondere omstan digheden, d-« chantage wordt geplengd Dn- nes'wits. toen hij voor (lie chantage kwam te staan, cmn den eetyih kunt ziedend van ■vocdo jegen-; den man die liern wilde slrti-htol foren en' aaii dén anderen kant uitermate bevangni< door vrées vopr al de ellende dio hem bjt; -.wc-Igerijng zp.u--bedrei gen, juist in dez«m- voor hém ló.ck til zoo .moeilijken lijd. In- hi'nes straftci\ moed 011 vrees rondom dc MépjiUté-ffguur van Ko ning en in cl ion st IJ cl is Onnes gedreven tot dé struisvogel-politiek. die hom nader hand zoo liei-oqwd :jbeoff. En 'dc tpèn door Onnes .'uingun lijn !s dooi- liern' se dort dat besluit constant én consequent lvolgehouden, do iljn van laai' iU Koning ontzien 011 hem daa'rdooi' in een voor mij genoeglijke stemming houdön. dan zot! tk er vermoedelijk het veill^sd tusschen-uit Do officier heeft verwonderd gevraagd- waarloo al die lingc telefoongesprek kun met Koning? Mijnheer do officier niet* verwonderlijks. Herhaaldelijk als Onnes werd opgebold, was hij vér van hét tele foontoestel verwijderd, in het pork van het kasteel bij voorbeeld Dun moest hij worden opgehaald, wal tijd in beslag nam en het telefoongesprok lang deed duren in z'n kos tenberekening. Pleiter herinnert eraan, hoe de Officier van justitie in diens requisitoir de opmer king maakte, dat Koning niet de ontwerper van de Ua9teel-inbraak kon zijn, omdat Koning niet bij machte was die inbraak te financieren; hoe kon Koning zoo riep de officier Dinsdag uit bijv aan de eerste 1000 komen, die noodig was als eerste belooning voor dc verhuizers! Dio 1000 moesten immers wel van Onnes ko men, volgens den offitiei. Pleiter ontkent dat nadrukkelijk, want Koning was een personage die altoos aan geld kon komen cn zeif6 wel aau véél meer geld dan f 1000. Pleiter wijst or in dit verband hp. dat Koning Iemand was dte op alle mogelijke manieren trachtte aan geld te komen en dat geld dan ook wel wist machtig to wor den. De Amsterdamscho politleinspecteur Posthuma zegt zélf'in een zijner rapporten: „ik weet eigenlijk niet welk beroep Koning uitoefent, hij handelt in schilderijen en antiquiteiten, hij handelt in renpaarden, hij doet in tandpasta's en in aambeien-zalf, hij handelt in grond, hij doet-eigen li j.ji van al les. Als Kdnin'g geld noodig had. dan wist hij altijd wel weer kanalqn te vinden. waarlangs het hem toevloeidetotdat zijn faillissement voor de deur staat en hij bij Onnes aanklopt: och help mij toch. En dan, geeft Onnes, die parse weigerachtig blijft om Koning geld ter hand te stellen, hem een broche, dat als kostbaarheid door Koning in Den Haag beleend wordt en dat bij die belcenlng 1000 opbrengt. Tot welk doel heeft Koning dat geld aangewend? De huishoudster van Koning is daarnaar als getuige gevraagd; zij heeft positief ontkend, dat die 1000 in do huishouding van; Koning zijn opgenomen: Koning zeide haar. dat dit geld hem toekwam maar wnap die 1000 naar toe zijn gegaan, dat is haar onbekend gebleven. Pleiter wil wel een ver onderstelling wogen; Koning had aan Wil brand 1000 toegezegd als een eerste .be looning voor de „verhuizers'', maar Koning had 'die 1000 op dat moment niet voor radig cn de verhuizers drongan op die be taling aan Hebben de f 1000 van de in Den Hang beleendo broche soms niet ge diend om Witbraad tevreden te stellen, op lat deze den verhuizers zou kunnen uit deden. wat hun als eerste premie was in uitzicht gesteld?? Deze veronderstelling komt mr Muller Massis alleszins waar schijnlijk voor. Koning heeft dc zaak heel anders voorgesteld, zooals men zich uit dfens getuigenverklaringen herinneren zal; Koning heeft het verhaal voor de rechtbank gedaan dat Onnes hem op 3 Maart 1932 in het restaurant Parkzicht te Amsterdam de beloofde 1000 eerste belooning voor de verhuizers heeft overgedragen, een over dracht die héél geheimzinnig in haar werk K*ng, opdat, volgens Koning, geen sterve ling in het restaurant er erg in zou hebben, dat de een den ander zooveel geld toereik te. En daarom had Onnes een stapeltje bankpapier aan Koning locgeriekt. onder het tafeltje door, waaraan zij beido zaten te praten. Koning heeft voor de Rechtbank gezegd: ik herinner mij dat overreiken héél nauwkeurig. Onnes reikte mij het geld met de linker hand onder tafel toe en ik nam het van hem met do rechterhand aan. Die bijzonderheid weet Koning zich haar fijn te herinneren, h ij, die anders allerlei dingen op het punt van plaats en van tijd heel.emaa) niet precies meer weet en daar om altoos zegt: „bijzonderheden weet ik zoo niet meer. maar de hoofdzaak is ge weest Of die ontmoeting in Park zicht bij morgen of middag heeft plaats gehad, dat weet Koning alweer niet; hij heeft or alléén van kunnen zeggen: „ik weet dat wjj koffie hebben zitten drinken in Parkzicht, maar het uur waarop wij dftor waren, dat herinner ik mij niet." Plei ter noemt dit hoogst verwonderlijk, want iemand die „rechter- en linkerhand onder tafel" heeft kunnen onthouden, die moet toch óók bet tijdstip van den dag onthou- den hebben, waarop die handen onder tafel gingen. En waar toe al die geheimzinnig heid in Parkzicht, die Koning beschreven heeft? Nog geen kwartier tevoren hadden Koning en Onnes elkander gesproken in het Vondelpark te Amsterdam; als cr geld te overreiken was gew eest, waarom dat dan niet gedaan in het Vondelpark, waar n 1 e- rji a n d hot zou hebben gezien w aarom moest dat zoo stickum gebeuren, onder een tafeltje door, in Parkzicht? Wat dan ook door Onnes ten eencnmale wordt ontkend. Koning heeft, om z'n Parkzicht-vertelling nog méér gewicht te geven, gezegd dat op het oogonblik woarop de 1000 „onder tafel" doorging, in het restaurant de buffet juffrouw in 't buffet stond Dat had Koning zich herinnerd, omdut zij 'n geintje met die luffrouw in het buffet hadden gemaakt. Maar nu is het mooie van die geschiedenis, dat bij navraag gebleken is. dat er in Park zicht heelemaal geen buffet-juffrouw- in het restaurant beslaat. En zoo kan er óók niet mol een juffrouw in 'net buffet gekheid zijn gemaakt. Toen die omstandigheid bekend word heeft de officier van justitie vergoe lijkend voor geinige Koning opgemerkt, dat cMr dan een vérgissing van deze geweest moest zijn. Maar als hei Onnes was ge weest, die de buffel-juffrouw in Parkzicht ten toorieelc had ^ebj-acht, wat zou de offi cier dan geZegd hebben?? Dan zou de of ficier gezegd hebban, zie jq. daar héb je alweci' een aparte leugen bij den verduchle. Koning tnag zich volgent den officier van Justitie vergisvién, Inaur Onnes mag dat n ic Hel is, volgens pleiter.' mét die heele Purkzicht-historie zonderling gesteld: de geheimzinnige handen onder tafel, tot w'elke geheimzinnigheid geen enkele reden bestond, gekheid met een juffrouw in het buffef Id een restaurant, waar men geen juffrouw in het buffet kent en als herin nering aan het oogenblik, waarop men in Parkzicht geweest moet zijn, geen andere aanwijzing dun koffie. Het komt pleiter voor dat men de bewuste f 1000 oneindig gemakkelijker in het Vondelpark elkaar had kunnen overgeven, zondor dat iemand er erg in had, dan daartoe een handbewe ging te maken onder tafel door, wat on middellijk de argwaan kon trekken van an dere café-bezoekers. Met het oog op dit alles noemt ple;tei de Parkzicht-geschiede nis in do lioogsfe mate apocrief. Even apocrief als het gesteld is met dien ge rucht-makenden derden Maart, van 1932, waarbij dc vraag naar voren komt. of On nes inderdaad op den derden Maart in Am sterdam is geweest. Koning zegt van w 1 Maar heeft, daarvoor geen bewijs. Getuige van der Dussen rn cent van wèl, maar heeft daarvoor geen ander bewijs dan een vluchtige aanteekening in z'n notitieboekje, waarvan hij zélf toestemt, dat hij geen en kel houvast heeft om to kunnen verzekeren dat het inderdaad 3 Maart, moet geweest zijn cn geen andere dag kan geweest zijn. Dr. van Ledden Hulsebosch gelooft even eens van wèl, maar baseert z'n halve weten schap uangaande dien datum op „hooren zeggen". Onnes zelf heeft eerst getwijfeld, maar kon zich later zekerheid verschaffen, dat hfj op 3 Maart 1932 niet in Amster dam is geweest. Niemand weet het luiste precies. Is het zoo niet eigenlijk met dezo heele zaak gesteld? Mr. Muller Massis staat dan stil bij de overdracht der veel-besproken 1000 uit handen van Koning aan Witbraad. Alweer hoogs t-eigenaardigc geheimzinnigheid. Koning hoeft gezegd dat hij Witbraad ..ergens' op straat ontmoette in Amster dam, welke ontmoeting noodig was voor de overdracht der duizend gulden. Een gekke historie dot voor een zóó belangrijke daad, men elkander ontmoet „ergens". Als pleiter aan iemand 1000 moet geven, dan weet bij wel, waar hij den man ontmoet, die de 1000 moet hebben. Maar Koning weet dat niet en treft Witbraad „ergens" op straat. Men komt dan samen te land in het restau rant De Roode Leeuw, en dan kiest men dc W. C. uit als plaats, waar W'itbraad de 1000 van Koning overneemt Nu gaat het niet met handjes onder tafel, maar nu ge schiedt het op de toilet Zonderlinge plaats. Waartoe nu weer die geheimzinnigheid? In een groot café als de Roode Leeuw heeft men gelegenheid te over om elkaar even 1U00 aan bankpapier over te geven, zon der dat hot de aandacht trekt van anderen. Maar als men dat doet op de W.C., loopt men véél méér de risico dat iemand het ziet Pleiter meent de Rechtbank toch wèl cp het hart to mogen bindon om uiterst voorzichtig om te gaan met verklaringen, die afkomstig zijn van Koning en Wit braad, de hoofdgetuigen tegen Onnes Wat dc medcdeelingen van Koning waard zijn, Havik 26-4 26—4 Riistvcv. Snip Amsterdam 26—4 Marseille 26—4 Rome Athene 25-4 Mersamntruh Cairo 24-4 Gaza Rut ha wells Baudad 23 4 Boeshir Diask 22-4 Karachi 21-4 J od poer Allnhatiad Calcutta 20- 4 Akynb 19-4 Rainrkok 264 Smzapnre 25-4 18-4 Medan Batavia 25-4 18-4 19-4 19-4 20-4 21-4 22-4 23-4 24-4 25-4 26-4 Vertrek van liet eerstvolgend© post vliegtuig van Amsterdam 3 Mei. is op deze 30 zittingen van de Rechtbank wel gebleken, wat de mededeelingen van Witbraadt aan beleekenis hebben, is wel duidelijk uitgekomen, toen Witbraad zélf allerlei onmogelijkheden probeerde aanne melijk te maken door op de zitting hier eenige malen uit te roepen: „Ik moest het zaakje toch sluitend maken", met andere woorden, ik lijm alles maar aan elkaar. E11 wat moet men van een getuige als Wit braad denken, die „om de zaak sluitend" te rnaken, ten kantore van pleiter trachtte „een zilveren kling" in handen to krijgen, oin de boel inderdaad aan elkander te krammen tot een sluitend geheel. Pleiter doelt hiermee op het avond bezoek, dat Witbraad eenigen tijd geleden bracht aan mr. Muller Massia op dien* kantoor te Am sterdam, met de boodschap, dat hij mis schien wel eens „een tip" zou kunnen ge ven aan pleiter in dc Nijenrode zaak als mr. Muller Massis daar ten minste wat voor over had. Met andere woorden: als je met geld over de brug komt. kan ik je mis schien wel eens iets belangrijks influiste ren Men weet dat Witbraad toen onmid dellijk het kantoor van mr. Muller is &f- gebonjourd. Maar in de zaak contra Onnes zijn zulke personen toch maar als kroon getuigen opgetreden! Is het óók al niet frappant, dat Koning en Witbraad als ge tuigen met elkander in flagrantcn tegen spraak zijn gekomen en Witbraadt heet te liegen wat Koning vertelt?! Pleiter bepaalt olsnu de aandnebt van de Rechtbank bij de quaestie van de cor respondentie die tusschen Onnes en Koning is gevoerd, welke briefwisseling het onder werp is geweest op eenige zittingen van dc Rechtbank. Onnes heeft altoos gezegd: deze correspondentie was volkomen reéel cn liep over onderhandelingen aangaande beleeningen van schilderijen, waardoor Ko ning aan geld geholpen zou kunnen wor den. Koning daarentegen heeft steeds ont kond, dat dit het doel was der gevoerde correspondentie, die louter gecamou fleerde correspondentie was niet schil rlerijen als voorgewend onderwerp, om in dezer, vorm van briefwis.seling elkander op do hoogte te houden van het verloop van de inbraak op het. kasteel in hare gevol gen. briefwisseling die bedoelde afspraken te maken voor persoonlijke ontmoetingen op diverse plaatsen enz enz. en welke brief wisseling voor de politie misleidend moest zijn als deze eens in de zaak gemoeid mocht worden -- immers: men kon dan tegenover de politie gemakkelijk volhou den, dat er slechts gecorrespondeerd werd over echilderijou-beleeningen en over niets anders. Mr. Muller Massis stelt in het licht dat Koning ten aanzien dezer correspon dentie tegenover den rechter-commissaris eerst aarzelend is geweest m zijn verkla ringen, maar dat hij in die verklaringen in een later stadium van de zaak krachti ger is geworden en positiever en erkend heeft dat dié brefwisseling slechts gevoerd werd als „Mittel zum Zweck". Volgens Ko ning dan een zuiver gecamoufleerde corres pondentic, die naar buiten den volkomen indruk van echte, reëele briefwisseling moest vestigen. Alweer een heel gek ding in die correspondentie: dat Koning daarin prijzen van schilderijen heeft genoemd, ox». van een Van de Velde, d<e kant noch wal raakten, briefwisseling waarbij o.u. de des kundige Gt'oeneveld uit Den Haag was be trokken, voor den verkoop van een Van de Velde. Toen Koning ondervraagd werd naar dien gek-hoogen prijs, deelde hij mede. daarmee den heer Grooneveld te hebben willen helpen bij den verkoop, al* deze aan eventueel gegadigden voor het doek van Van dc Velde den brief van Koning kon laten zien die de waarde van dit stuk bui tengewoon hoog aansloeg. Dan zou de heer Groeneveld zijn cliënt kunnen bewegen voor dit schilderij een abnormaal hoogen prijs to betalen. Maar de heer Groeneveld in Den Haag heeft deze bedoeling van Ko ning vèr cn vèr van zich geworpen onder mededeeling dat het Haag6che expert-huis Groeneveld niet gewoon was z'n relaties al dus er tusschen t'- nemen. Pleiter signaleert deze houding van Koning nog eens met na druk, om het licht te .inen vallen op diens weinige betrouwbaarheid. Hij (pleiter) be spreekt stuk voor stuk diverse brieven tusscbon Onnes cn Koning gewisseld en omgekeerd, brieven die, gecamoufleerd naar het heet, ten doel zouden hebben ge had onderlinge afspraken te maken voor persoonlijke ontmoetingen en elkaar Infor- maties te verstrekken aanzaando „het ver loop der dingen, nè de kasteel inbraak". Tn al deze brieven zoekt pleiter tevergeefs naar camouflage het zijn doodgewone zakenbrieven, handelende over beleenings mogelijkheden; hij ieest diverse brieven in

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 10