AMERSFOORTSCH DAGBLAD
GEVAAR IN HET VERRE OOSTEN
FEUILLETON
Woensdag 16 Mei 1934
32e Jaargang Na. 267
ONZE BELANGEN AAN
f DE PACIFIC
BEZWAREN TEGEN
NATURALISATIE
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct.
LANDBOUWCRISISFONDS
DE MOORD TE BUSSUM
DE SMELTAX
TELEF. 1354 of 743
G. LENSBNK
EEN VERDIENSTELIJKE
„DETECTIVE"
De Heks van Winslea
Kapitein ter zee Furstner spreekt
voor het Comité tot waarschuw
wing tegen eenzijdige ont
wapening
's-G a v e n h a g e, 15 Mei. Het Centraal
Comité tot Waarschuwing tegen Eenzijdi
ge Ontwapening hield in hotel Bellevue te
's-Gravenhage zijn jaarvergadering onder
leiding van den alg. voorzitter, den heer II
Meinesz. Behalve het bijna voltallige Co
mité waren aanwezig afgevaardigden van
verschillende bevriende en samenwerken
de organisaties, plaatselijke vertegenwoor
digers van'het C.C. uit li plaatsen in ons
land (8 verschillende provincies), eenige do
nateurs en'enkele geintroduceerden.
Kapitein ter zee J. Th. Furstner, direc
teur van. de Hoogere Marine Krijgsschool,
verkreeg het woord voor het houden van
een voordracht over „Het dreigend gevaar
in het verre Oosten". Spreker ving zijn
betoog aan met te wijzen op het feit.
dat op den bodem van het Japansche pro
bleern het bevolkingsvraagstuk ligt als
•grondoorzaak van alle moeilijkheden. Hij
wees o.a. op de uitkomsten van een onder
zoek van prof. Richet, onlangs door de Aca
demie van Wetenschappen gepubliceerd,
waaruit deze geleerde concludeert, dat de
gele en gemengde rassen zich vijf- tot zes
maal zoo snel uitbreiden als de blanke ras-
8(;n. De emigratie van Japanners naar N.-
Apaerikaj en Australië is geheel mislukt.
Naar Zuid-Amerika, met name Brazilië, is
het een tijdje langer goed gegaan, doch ook
daar is een beweging gaande om de gren
zen voor Japanners vrijwel te 6luiten. De
emigratie naar Mandsjoekwo waarop in 1931
eenige hoop was gevestigd, blijkt mislukt
door de ongeschiktheid van het klimaat en
vooral door den zeer lagen levensstandaard
en de „Konkurrenzfahigkcit" van de aldaar
reeds'gevestigde Chineezen
Zonder haar aandacht te onthouden aan
de emigratie heeft de Japansche Regeering
nh 1924 vooral de industrialisatie op haar
program gezet. Op dit gebied zijn buitenge
woon belangrijke resultaten bereikt doordat
de Regeering gebruik heeft gemaakt van de
devaluatie van de Yen, van in zekeren zin
planmatiger productie en van de vaderlands
lievende soberheid van het volk, waardoor
het mogelijk is, dat de gemiddelde dagloo-
nen Ln_ Yen voor.geheel Ja.pap zich bewegen
tusschen Yen 2.16 voor een model-.maker
in de machine-industrie en Yen 1 09 voor
een steenbakker in de keramische industrie
(1 Yen gerekend op plm. 0.50).
De industrialisatie-politiek dier Regeering
uitte zich ten opzichte van het buitenland
in de poging om zeggenschap te verwerven
over het rijke productiegebied China.
Wat de zware industrie betreft is Japan
nu onafhankelijk van het buitenland; in
oorlogstijd kan de zware (oorlogs)industrie
in Nippon blijven draaien zoolang de Ja
pansche vloot voor een ongestoorde verbin
ding met het vaste land zorgt. Vele andere
industrieën zijn echter nog afhankelijk en
daar doen zich dan ook reeds moeilijkheden
voor. Spr. denkt aan de textiel-industrie,
die voor ruwe katoen vooral van Brïtscb-
Indië afhankelijk is. In verband met de be
kende opzegging van het handelsverdrag
tusschen Britsch-Indië en Japan stelde Ja
pan plotseling veel belang in Nieuw-Guinea
waar katoen wordt verbouwd. Met de wol
is het niet anders. De in Japan verwerkte
wol komt hoofdzakelijk uit Australië en wie
de economische geschiedenis van het laat
ste jaar heeft gevolgd, weet, dat de plotse
linge krachtige 6tijging der wolprijzen in
Melbourne als gevolg van groote Japansche
vraag voor een deel aansprakelijk i6 voor
den financieelen ommekeer in Australië.
Ook hier zoekt Japan een leverancier, die
meer onder controle gehouden kan worden
en het interesseert zich bijzonder voor Mon-
:olië.
De grondstoffen voor papier-, hout-, che
mische en andere industrieën ging spr. voor
bij, maar op één ding wilde hij nog de aan
dacht vestigen.
Dat is de aardolie met derzelver derivaten
als benzine enz. Ook hier schiet de eigen
productie van Japan hopeloos te kort. Het
produceert nog geen 25 van de vredes-
consumptie, de aanvulling komt uit N.-Ame
rika en Nod.-Indië. In 1929 kwam 25 van
de stookolie en niet minder dan 93 van
de benzine uit het Aziatisch deel van het
Nederlandsche Rijk. Het behoeft geen be
toog. dat in oorlogstijd, als de verbindings
lijnen ter zee worden bedreigd, Ncd.-Indië
het productiegebied is, waar Japan voor zijn
dan zeer sterk gestegen verbruik op aange
wezen is.
Verder behandelde spr. het streven van
Japan naar controle op de consumptie-ge
bieden. Hij wees er daarbij op, hoe de Ja
pansche Regeering steeds achter den Ja-
paii6chen handel staat om de afzetmoge
lijkheden tc vergrooten. Zij heeft nu een
poging gedaan om aan het Westcr6ch kapi
taal den toegang tot China zonder toestem
ming van Japan onmogelijk te maken. Deze
poging tot monopoliseering van het ontwik
kelingsproces van een volk van 400 millioen
verbruikers bracht echter de concurrenten
zoodanig tezamen, dat do minister Hirota
spoedig bakzeil haalde. Intusschen heeft
het land van de rijzende zon alles op haren
en snaren gezet om zijn weermacht tot bet
uiterste op te voeren.
Bij de prestigc-politiek, die de Mikado
door de omstandigheden gedwongen is te
voeren, kunnen incidenten elk oogenblik
voorkomen. In dit verband behandelde spr.
de strategische zijde van een mogelijk con
flict in Oost-Azië. Zijn conclusie luidt, dat
bij een on verhoopten oorlog in den Pacific
om meerdere redenen oorlogshandelingen
nabij en in den Nederlandschen Archipel te
verwachten zijn en dat do kans, dat Neder
land dan buiten den oorlog zal kunnen blij
ven voor een groot deel afhankelijk is van
de weermacht in Ncd.-Indië. Het Neder
landsche volk moet inzien, dat als het de
Rijk6eenheid in de toekomst wil handha
ven, de weermacht in Indië niet alleen in
stand moet worden gehouden, maar verbe
terd moet worden. Spr. wijst op het merk
waardige verschijnsel, dat de kans niet is
uitgesloten, dat in ons land, terwijl de een
zijdige ontwapening wordt verworpen, nu
onder het motto „bezuiniging" die ontwa
pening voor een deel toch wordt doorge
voerd. Hiertegen moet het Centraal Comité
tot waarschuwing tegen eenzijdige ontwa
pening 6telling nemen, zoo besloot spreker.
EERSTE KAMER
NEDERLAND EN DE STILLE ZUIDZEE.
Een Fransch oordeel.
In een hoofdartikel van de Matin houdt
admiraal Docteur zich bezig met de kwes
tie der stille Zuidzee. Ilij gaat tot de onder
stelling. dat de „bezoeken der Nederland
sche ministers te Londen een band van ver
dediging ter zee tusschen Singapore en Ne-
derlandsch Indië zouden hebben voorbe
reid, waar de belangrijkste petroleumbron-
nen van het Verre Oosten 'iggen." En de
admiraal gaat door: „om ze te beschermen
onderhouden do Nederlanders er den bes
ten vlicgdienst van dien oceaan; 150 bom-
bardecrtoestcllen en een volkomen modern
jachtsmaldeel." Waarop hij laat volgen:
„dit verbond is van waarde."
FIet ontwerp toch aam
genomen
Dc vergadering wordt te 8.30 geopend.
Voorzitter baron W. L. de Vos van Steen-
wijk.
Z.h.st. en zonder debat worden aangeno
men do volgende wetsontwerpen:
Vereenvoudiging van dc bepalingen bo
treffende de vaststelling van krachtens het
le boek van het burgerlijk wetboek ver
schuldigde uitkeeringen tot onderhoud en
do tenuitvoerlegging, wijziging en intrek
king van vonnissen, schikkingen en rege
lingen tusschen partijen ter zake van zoo
danigo uitkeeringen;
beschikbaarstelling van een renteloos
voorschot uit 's Rijks kas ten behoeve van
de N.V. Waterleiding» Mij. „Zeeuwsch Vlaan
deren", gevestigd te Terneuzén;
regeling van het verrichten van arbeid
door vreemdelingen;
wijziging en aanvulling van de Nijver-
heidsonderwijswet.
Bij de behandeling van een vijftal natura
lisatie-ontwerpen maakt do heer Van C i t-
ters (AR.) ernstig bezwaar tegen het al te
grif na tu ra liseeren van Duitsche vreemde
lingen, to meer daar er zich o.a een gewe
zen deserteur en voorts enkelen, die niet
aan hun gewone dienstplicht in het vader
land hebben voldaan onder bevinden. Men
kan niet doorgaan jaarlijks honderden
vreemdelingen te naturaliseeren. hetgeen
spreker nadeelig acht voor ons volksleven.
De Minister van Justitie. Mr v Schalk,
noemt het juist, dat een groot aantal Duit-
schors wordt genaturaliseerd, doch spreker
acht dit verklaarbaar door de nabije nabuur
schap van genoemd land Wat do voorge
stelde naturalisatie van de Duitschcrs be
treft. zegt spr., dat zij geheel met ons volks
leven zijn samengegroeid. Spreker wil het
geen 20 en meer jaren geleden onder zeer
bijzondere omstandigheden is geschied, niet
meer in aanmerking doen komen. Voorts
zegt de Minister dat een scherpe selectie
gehouden wordt.
De heer Van Cittcrs repliceert; de Mi
nister dupliceert.
De heer Van Cittcrs vraagt hoofdelij
ke stemming over het eerste naturalisatie-
ontwerp, namelijk van L. 11. Breltschneider
en 19 anderen, dat \vor.dt aangenomen met
28 tegen 8 stemmen. (Tegen de anti-revolu
tionnairen Diepenhorst en Van Citters. de
christelijk historischcn De Savornin Loh
man. De Vos van Steenwijk, Pollema en de
voorzitter, de liberaal Smecnge en de ka
tholiek De Jong).
Bij het ontwerp: nadere wijziging der wet
van 20 Aug. 1859 (Stbl. 93) houdende bepa
lingen op de loodsdienst voor zeeschepen,
betuigt de heer Drooglever Fortuyn (Lib.)
behoudens enkele aanmerkingen, instem
ming met het gcbodenc. waarin spreker be
langrijke kostenbeperking voor de scheep
vaart ziet.
De heer Knottenbelt (Lib.) is het
hiermede geheel eens en hoopt op een juiste
toepassing der wet.
De Minister van Defensie, dr. Deckers,
is erkentelijk voor de insiemmende woorden
der sprekers en antwoordt op enkele detail
punten.
Het ontwerp wordt z.h.st. aangenomen.
De zitting wordt verdaagd en de Kamer
gaat in comité-generaal ter behandeling van
de huishoudelijke begroeting voor 1935.
TWEEDE KAMER
Aan de orde zijn de begrootingen van het
Landbouw Crisisfonds 1933 en 1934.
De heer Louwes betoogt, dat de land
bouw tegenwoordig ruime belangstelling
vindt in het parlement en gebaat is hij een
goed parlementair stelsel. De vaste lasten
cn de hypotheken zijn voor dc landbouwers
nog to hoog. De houding van do regeering
ten opzichte van de loonen der landarbei
ders acht spreker juist. Inderdaad zijn die
laag.
De heer van Voorst tot Voorst be
pleit de belangen der kleine zandboeren.
Spreker wil rationeele bebouwing van
den vaderlandschen bodem, welke primair
moet zijn boven den import.
De heer v. d. Heuve 1 is 't over 't goheei
met het gevoerde regeeringsbcleid eens.
Er moet 6tcrkcr gestreefd worden naar
omzetting van cultures. Er wordt b.v. nog
niet genoeg weiland gescheurd.
De heer E b c 1 s (V.D.) vestigt de aandacht
op dc betoekenis van het pachtvraagstuk
Spreker dringt aan op aanstelling van een
directeur-generaal van den landbouw.
De heer W e i t k a m p (C.II brengt hulde
aan het beleid van oud-Minister Verschuur
Spreker wijst dc beschuldiging nf. nis zou
de producent bevoordeeld worden ten koste
van den consument.
De heer v d. S1 u i s (S D.) zegt dat er in
1934 meer dan 200 millioen moet worden
opgebracht voor den landbouw. In het alge
meen moet de steunregeling worden goed
gekeurd Maar tegen sommige maatregelen
past critiek. als op de verkeerd toegepaste
afslachting van vee. Spreker wil krachtige
maatregelen voor omzetting van heide- in
bouwland, meer steun voor den tuinbouw,
en maatregelen dat de steungelden voor den
landbouw niet grootendeeïs komen bij
grondeigenaar en hypotheekhouders.
De heer S c h i 1 t h u i s (V.D.) bepleit
voorzichtigheid bij het beperken van den
invoer. Spreker wil geen bevoordocling van
coöperaties tegenover particulieren.
De lieer Zandt (Stnatk. Gcref.) betoogt
dat de regeering door haar bepalingen het
leven duur maakt.
De heer Van Rappard (Lib.) komt op
voor de kleine landbouw bedrijfjes.
De heer v. d. W e ij d e n (R.K.) betoogt de
redelijkheid van steunmaatregelen voor
den landbouw.
De vergadering wordt verdaagd tot heden
één uur.
De dader nog steeds
niet hersteld
A m s t e r,d a m, 15 Mei. Op Zondag
11 Maart schoot in de Jan Steenlaan te
Bussurn de Iluizer arbeider J. V. zijn 17
jarig meisje neer. Minnenijd was de aan
leiding tot dit drama. Enkele oogenblikken
nadat het doodelijk schot gelost was, over
leed het meisje De jongeman sloeg de hand
aan zichzelve. I-Iij werd ernstig gewond,
docli is thans herstellende. Na verpleegd te
zijn in do St. G. Majella-stichting te Bus
surn werd hij overgebracht naar de zieken
afdeling in het Huis van Bewaring te
Amsterdam. Zijn toestand is nog steeds niet
van dien aard. dat de instructie kan wor
den geopend, hij moet nog steeds het bed
houden.
Als zijn verdediger zal optreden mr. J. H
Meijer, te Amsterdam. De verdachte heeft
voor de politie te Bussum, die hem een kort
verhoor afnam in de Majeilastichting een
volledige bekentenis afgelegd.
Dc Gcadkoopsle ruimste Taxi te dezer stede.
Betrouwbare en kalmo chauffeurs.
Vraagt pHJs voor de bultenritten.
Luxe auto's to huur met en zonder chauf
feur w.o. 7 pers vanaf 7 cent per K.M.
De Ondernemer,
HOOGEWEG 49.
Ontmaskerd door eigen
hulpvaardigheid
Rotterdam, li Mei. Tot de geregel
de bezoekers van een winkeltje in fish and
chips, waar men overdag ijsco verkoopt, in
een stillo straat op den linker Maasoever,
behoorde tot voor kort een jongeman van
omstreeks 20 k 25 jaar, die met zijn smaak
volle kleeding en zijn gewichtige manieren
op do ijsverkoopers en koopers spoedig in
druk wist te maken.
De man deed zijh voor als iemand, dio
veel in te brengen had bij dc autoriteiten.
In den loop van do gesprekken, die hij zoo
nu en dan met do aanvvezigon in hot win
keltje aanknoopte, liet hij uitkomen, dat
hij particulier detective was. belast met het
opsporen van aardappjlsmokkclaars. Hij
kon, als hij wou, te allen tijde over de
strantpolitie beschikken indien dat noodig
mocht zijn. Hij had vliegtuigen ter beschik
king. Nog onlangs was hij even naar Ham
burg gevlogenEen anderen keer was
hij „rechercheur bij het kantongerecht", bo
zig met het uitzoeken van een strafzaak,
waarin koek een groote rol speelde.
IJsbereiders cn ijssnocpers plegen ontzag
te hebben voor zulke lieden Zij waren dan
ook niet verbaasd toen de man op zekeren
dag zonder eenige aanleiding kabalistische
tcekens op den vloer aanbracht, waarvan
hij do geheimzinnige beteekenis ging uit
leggen. Trouwens, aan de binnenzijde van
zijn revers droeg hij een penning, om zijn
bovenlichaam een ketting met handboeien
en om eij zijner vingers een schakelring.
Het was duidelijk, dat dit de man was, die
in duistere zaken licht wist te brengen.
Zoo geschiedde het, dat de ijswinkelier
de hulp inriep van dezen „detective" Er
was uit zijn winkel een rijwielplaatje gesto
len, dat aan een spijker tegen den muur
had gehangen. Gaarne voldeed de man aan
het verzoek om den dief op te 9poren. On
middellijk toog hij aan het werk. Hij zette
de armen in de zij en keek alle aanwezigen
een oogenblik strak in de oogen. Toen zei
hij plotseling, wijzende op een der bedien*
den:
Jij weet er meer van!
Maar de jongen was even onschuldig aaü
den diefstal als do „detective" zelf. Terecht
maakte hij zich dan ook boos. Ilij liep naar
het politiebureau Nassaukade en deed aan
gifte van valsche beschuldiging.
Eenige dagen later werd do „detective"
aan dat bureau gebracht. Do politie bleek
allerminst naar zijn pijpen te dansen. Inte
gendeel, een der inspecteurs heeft het jong-
mensch dat een handelsreiziger bleek te
zijn een flinke schrobbeering gegeven.
Daar hij met zijn vreemde gedrag tot dus
verre weinig kwaad had uitgericht, is hij
nog zonder proces-verbaal heengezonden.
Het opsporen van rijwelplaatjesdieven laat
hij voorlaan aan de politie over.
(Hbld.)
HET PALEIS NOORDEINDE.
Het Koninklijk paleis aan het Noordeinde
te Den Haag zal, tc beginnen met den 2en
Pinksterdag, tot nader bericht voor het pu
bliek zijn geopend.
Wat [ge alleen kunt doen, roept daar geen
ander bij
naar het Engelsch van May Wynne.
35
Was de liefde, die zij zoo half en half
bespot had, omdat zo er niet genoegzaam
voldoening in meende te vinden in haar
levendig en naar avonturen hakend tem
perament, haar nu tot vijandin geworden,
die zich tegen haar keerde door de pijn,
die haar aan het hart knaagde bij dc ge
dachte aan Dick's knap gelaat en zijn
lachende oogen, toen hij tot haar gespro
ken had van do vreugdevolle dagen, die
later voor hen komen zouden.
„Later!" fluisterde zij, „later!"
De zon was ondergegaan en spookachtig
verspreidde een grauwe nevel zich over
het landschap.
HOOFDSTUK XXI
Een middernachtelijk bezoek
Een zwaar beleg en een dappere verde
diging, daarvan wordt in legenden en ge
schiedenis gesproken, in het blonde graaf
schap York
Hoog op den heuveltop stond het groote
oude kasteel, dat onneembaar werd ge
acht in zijn rotsige sterkte. Maar de gele
deren van den vijand waren dicht als de
mazen van een net er omheen gespannen
en, terwijl generaal Lambert, die orders
had gekregen tot de grootste gestrengheid,
zich dan ook geen laks bevelhebber toon
de, was het dus alleen een zaak van tijd,
om het garnizoen daar binnen tot den
hongersnood te brengen.
Sir John Digby en zijn kapiteins door
zagen dit wel en menige koene uitval
werd gewaagd gedurende de volgende we
ken, die echter tot niets leidde dan tot een
groot verlies van menschenlevens, aan
weerskanten.
Maar tenslotte, w&ar dienden die hefti
ge gevechten toe, als er geen hulp van
buitenaf kon verkregen worden. Zoo vroe
gen velen van de oudsten zich af, die een
somber lot voorzagen voor hen, daar bin
nen dc dikke muren van het kasteel Pon-
tefract.
Hoe ging het inderdaad met de zaak van
den koning? Het is makkelijk dio vraag
te stellen, maar minder gemakkelijk ze
te beantwoorden, als de vijandelijke gele
deren vlak lajigs dc wallen liggen ge
schaard. Maar dat er toch wel nieuws
hieromtrent uitlekte en ook nog wel ander
betreffende het doen en laten van den vij
and, werd generaal Lambert al spoedig
bekend.
Ongetwijfeld hielden enkelen van den
'~ndadel daar uit den omtrek gemeen
schap met het garnizoen van Pontefract,
maar ook bij een nauwkeurigst acht geven
en waken kon men niet ontdekken langs
welken weg die tot stand kwam.
Lambert gaf zijn bevelen uit voor bewa
king in verdubbeld aantal, zonder dat er
iemand gearresteerd werd of dat verden
king viel op enkele personen binnen de mu
ren.
Deze dagen beroofden Marjorie Stapleton
van haar blos cn gaven haar donkere krin
gen onder de blauwe oogen, die anders
plachten te slralen van tevredenheid. Ze
werd lusteloos, had nergens meer plezier
in zoomin in haar koken als in haar naai
en, haar tuinieren of den omgang met ken
nissen in het dorp.
Vrouw Lettinglon merkte dit alles wel en
beurtelings sprak zij boos en vleiend, dan
weer vervallend in verwijlen, dat men toch
kracht moest putten uit zijn geloof.
En wat den dokter zelve betrof: de huis
houdster was bijna geneigd hem al een
heel zorgeloos vader to achten, zóó weinig
aandacht schonk hij aan het slechte uit
zien van zijn dochter.
„Het kind is volstrekt niet ziek", placht
nij te zeggen. „Maar het is niet meer dan
natuurlijk dat ze zich bezorgd maakt over
haar verloofde, want de belegerden hebben
het zeker niet gemakkelijk.
En somber staarde hij den kant uit, waar
Kasteel Pontefract lag, nu het middelpunt
van aller gedachten daar uit de streek.
Maar hoe stond het met den dokter zel
ve in die dagen? Zijn geliefkoosde studie
had hij opgegeven en hij was steeds uit
niet op armenbezoek, maar bij den land
adel uit den omtrek. En er werd gefluisterd,
dat Grey Thomas, zijn paard, steeds daar
te wachten stond, waar er getoast werd op
koning Karei en gebeden voor de vernieti
ging van diens vijanden.
Arme dokter Stapleton! Een eenvoudige
man was hij, oprecht in zijn trouw jegens
kerk en koning. Niemand wist hoezeer het
hem ter harte ging als hij daar master Hol-
öennough op den kansel zag staan van het
kerkje, waar hij zelve, dertig jaren lang,
voorganger was geweest van dc schare, dio
hij zoozeer lief had.
Vreemde tooneclen werden er nu afge
speeld in dat grijze heiligdom, waar toor
nige twistgesprekken soms werden gevoerd
naar aanleiding van een politieke toespeling
van Holdenough, dio dan door een van de
hoorders niet ongewono heftigheid werd
beantwoord.
Dat groote en tastbare fouten hadden be
staan onder het oude regime, zoowel in
kerk als staat, viel niet te betwisten, maar
hier, in dat kalme plaatsje, waren die
kwesties nog nooit opgeworpen, cn do har
ten van heel de gemeente uit Knottingloy,
zoowel van rnanncn, vrouwen als kinderen,
ware uitgegaan naar hun uit zijn ambt
ontzetten leeraar.
En was het in deze crisis nu wel verstan
dig van doctor Stapleton om de genegen
heid te laten verloren gaan, die hij altijd
had bezeten, om nog meer partijstrijd te
wekken op een oogenblik, dat de burger
oorlog immers toch onvermijdelijk was?
Misschien niet. Maar wie kan nu redence-
ren tegen overtuiging? En dat het vol over
tuiging was, dat deze geestelijke, wit van
haar, daadwerkelijk aandeel nam in de
zaak, die hij voorstond, daar hoeft men niet
aan te twijfelen.
Marjorie, verdiept in haar eigen als
zij was, vroeg zich niet af de bedoel in" vnn
die bezoeken en geheime bijeenkomsten.
Het was aan haar geliefde, dat zij dacht,
over zijn veiligheid, rlat zij zich bezorgd
maakte, ook al bad zij voor allen.
En zoo verliepen de weken, tot October
de bladeren van de boomen liet vallen en
de sombere maand November al naderde.
Er kwam nog een enkele, stralende na
jaarszon als een belofte, hoe de zon toch niet
geheel deze streken verlaten had. Mogelijk',
dat de invloed daarvan ook weer eenige
hoop had gewekt in Marjorie's gemoed, al
thans wat opgewekter dan gewoonlijk begaf
zij zich op den avond van een dergelijkcn
schoonen Octoherdag ter ruste.
De Rondhoofden zouden het toch einde
lijk wel eens moe worden om als oen kat
de wacht te blijven houden voor een mui
zengaatje, waardoor de listige bewoonster
steeds weer kans scheen tc zien voedsel
binnen te smokkelen.
Maar toch, zou het nu wel mogelijk zijn
dat de geruchten daaromtrent eenige
waarheid bevatten?
Marjorie had deze vraag hij zichzelve
overwogen, tot zij in slaap gevallen was.
Een oogenblik later zoo leek het haar
althans werd zij wakker door eenig ge
ritsel op haar kamer.
Wat kon dit geweest z'ijn?
Was het een voetstap op de gang daar
buiten, of een geluid dichterbij?
Ze streek het haar van het voorhoofd en
ging opzitten in bed.
„Wie is daar?" fluisterde zij, en haar
hart begon sneller te kloppen, toen er een
gedaante naderbij kwam, die scherp afge-
teekend werd in het maanlicht tegen het
venster, waarvan het gordijn was opge
haald.
Een man! Een man hier? Wat beteeken*
de dit ongelegen bezoek?
Maar ze had geen tijd om haar gedachten
to verzamelen; zelfs niet om een kreet te
uiten, waarmee zij haar vader of vrouw
Lettington had kunnen wekken, want een
welbekende en welvertrouwde stem noem
de haar bij den naam.
(Wordt vervolgd).