KEBTJES Als de zaak rust werkt de ADVERTENTIE 3 x plaatsen voor f 1.-- Uitsluitend bij voor uitbetaling. REINHARDT LETTERKUNDIGE KRONIEK UITZENDINGEN UIT OBERAMMERGAU "I ..Kil n.,,J IWHI'II >1 iipiCW!! Na zijn triomftocht door Zwitserland en Italië in ons land Reinhardt, die dezer dagen voor zijn tournée door ons lend arriveerde, heeft pas een triomftocht achter den rug door Italië en Zwitserland. De tournée door Europa is op Paaschzondag in Praag begonnen en zal na Nederland en Engeland in Salzburg eindigen. In Italië zijn Pirandello en Reinhardt. LEONORA VON MEDELSSOHN in de titelrol MARIA STUART. MAX REINHARDT. die beide na de vertooning van „Sechs Per sonen suchen einen Autor", voor het voet licht verschenen, om strijd toegejuicht. Zeer gevierd werd eveneens Elconora Mendelssohn, die de hoofdrol vervult in „Maria Stuart" (zie bijgaande foto) en die in Ifolië als petekind van de groote Eleo- nora Duse een bizondero vereering geniet. De „Corriere della Sera" noemde liaar, in wier aderen het Italiaansche bloed van Gordigiani vloeit, een wonderbaarlijke actrice. De Zwitscrsche pers schreef te meenon Maria Stuart voldoende te kennen, maar de aartstoovenoar van bet, Duitscbe thea ter heeft het werk, hoewel ons diep ver trouwd, gloednieuw gemaakt. De voorstel ling wordt geprezen als een openbaring. Erfgenamen door Ferenc Kör- mendi. Nederlandsche vertaling van Mevr. Szekely-Lulofs. (Uitgave Bocht, Amsterdam). Eenigen tijd geleden, toen mij het voor recht toeviel voor eenc afdeeling der Ne derlandsche Vereeniging van Huisvrouwen, een overzicht te geven over de boeken, dio aan de orde zijn, werd mij een vraag ge steld, die mij cenigszins in verbijstering bracht» Zij geschiedde naar aanleiding van „Carrière", den roman van Ferenc Körmen- die, die, ook hier in Nederland, een zoo stoim-achtig succes veroverde. Men vroeg rnij, of deze schildering van het verworden leven van na den oorlog er toe kon bijdra gen, om dien zin voor het verhevene te kweeken, welke men van de literatuur ver wacht. De oude vraag, de vraag, die de mensclien al bezig hield toen do Nieuwe Gids, welks voorlieden thans oud en ge decoreerd zijn, in zijn opkomst was. en die thans nog de gemoederen beheersebt: de kunstenaar wil uitbeelding van het leven in schoonheid, al heeft die schoonheid een ver schrikkelijk of tragisch karakter, maar de lezer, die, behalve aesthetiscli ook ethisch mcnsch is, gevoelt zich onbevredigd. Het antwoord op de vraag is, vooral in dien men haar van de opvoedkundige zijde bekijkt, niet eenvoudig. Er ligt in boeken als Körmendi's „Carrière" één winst: de winst der zelfherkenning. Wij hebben, toen wij dat boek lazen, gekeken in den spiegel van dezen tijd. Het wonderlijke echter, dat tegelijk het succes en het afgrijzen dat dit boek wekte verklaart, is hierin gelegen, dat Köi*mendi's tijdsbeeld in „Carrière" orde ning miste. Het boek was geschreven op impulsen, het gaf plotselinge visioenen to aanschouwen, die voor den schrijver, die da! werk in een kramp van kunstenaars hartstocht had geschapen, waren opgere zen, maar terwijl velen juist daarom door het boek werden meegesleurd, heeft het anderen om die reden geërgerd. Ik zal thans niet dieper ingaan op de aesthetische en ethische problemen, die zich achter deze merkwaardige, tweeledige reactie van het publiek op een boek als „Carrière" bevinden. Ik wil alleen maar vaststellen, dat de harmonisch aangelegde raensch het tragische aanvaardt, wanneer het als een levenswet aan hem verschijnt, terwijl hij het tragische verwerpt, wanneer het zich bij hem aankondigt in ordelooze gestalte. Het nieuwe boek van Körmendi, ..Erfge namen", zal velen voor zich winnen, die zich van „Carrière" hebben afgewend. Want zijn beteekenis ligt hierin, dat het de wet matigheid van de reactie op de gebeurte nissen van den tijd doet uitkomen. Was „Carrière" een bont tafereel van figuren, gebeurtenissen, spannende momenten. „Erf genamen" gaat uit van een bepaalde ge dachte, de gedachte van de verhouding tus- schen do verschillende generaties. Die ver houding spreekt zich uit in de karakters van de drie zonen van den Budapestcr ge neesheer, dr. Hegcdüs, George, Paul en Johnny. Georgo is de oudste. Hij bereikte vóór den oorlog de volwassenheid, Paul, de tweed2 zoon is volwassen, wanneer de oorlog eindigt, terwijl Johnny het kind is van de periode, die na den oorlog open gaat. Hunne karakters vertooncn overeen stemming met het algemeen karakter van den tijd, waarin zij manbaar worden. In George, het kind van vóór den oorlog, ontmoeten wij den romantischen mensch, den individualist, die eigenlijk tegen den geweldigen ommekeer, die door den oorlog over ons leven kwam, niet op kan. Hij is een toonkunstenaar van ongemeen talent, maar als de verwarring van den oorlog over de wereld komt, laat hij zijn kunst varen, hij meldt zich aan als soldaat, li ij wordt ki ijgsgevangenc, en zwerft over dc wereld, maar bij zijn terugkomst bezwijkt hij aan de tragedie van zijn léven; hij vindt een vroegtijdigen dood. Paul, die tijdens den oorlog tot bewust heid komt, is een minder tragische, maar eerder een wankele figuur. Hem is de ro mantiek, het voorgevoel van naderend on heil vreemd, dat de generatie van George bepaalt, maar er is in hem een angst tegen over het leven. Johnny, de jongste, vertoont die zakelijke positiviteit, die onverschillig heid, welke het kenmerk vormt van het na den oorlog komend geslacht. Door dit hoofdmotief heen, zijn andere belangrijke motieven geborduurd. In de eerste plaats het motief van den invloed der vrouw op het leven van den man. Dok ter Hegedüs verliest vroeg zijn eerste vrouw, en hertrouwt met ecne gouvernante zijner kinderen, Klara Tot. Die Klara Tot is een merkwaardige persoonlijkheid. Zij is beeldschoon, zij heeft veel intelligentie en veel natuurlijke talenten en beschaving. Maar zij wordt, omdat zij van zeer eenvou dige afkomst is, en hoogerop wil, verteerd door ambitie. Een niets ontziende hard nekkigheid en de dorst naar een mondain leven, vormen dc hoofdeigenschappen van haar natuur. Zoo brengt zij haar man, die overigens door de crisis een aanmerkelijk deel van zijn fortuin verliest, tot den bedel staf. Maar zij richt meer onheil aan. George, de oudste zoon uit het eerste huwe lijk, heeft voor zijn jonge stiefmoeder een wanhopige liefde opgevat. Die liefde, welke hij niet wil openbaren uit eerbied voor zijn vader, is het geheime verdriet, dat aan zijn leven knaagt. Zij is de reden, waarom hij telkens opnieuw het ouderlijk huis ont vlucht, en zwerven gaat in verre, vreemde landen. Als zijn vader gestorven is, open baart hij zich aan Klara, maar hij wordt afgewezen. En dan volgt de dood, die een einde maakt aan dit droefgeestig bestaan. Ook in Paul's leven richt de verhouding tot de vrouw verwoestingen aan. Hij is nog bijna een kind, wanneer hij de liefde al op zijn pad ontmoet. Alle jonge mannen van den huwbaren leeftijd waren naar het front, en het zijn do nog onrijpe jongens, op wie men als huwelijkscandidaten het oog ge slagen heeft. Deze vroegtijdige kennisma king met de sfeer der liefde, ontwricht den jongen, en plaatst hem, ook voor zijn verder leven in een scheeve positie ten aanzien van de vrouw. De schrijver doet ons duide lijk zien, hoe het dc tijdgeest is, die alle gezonde levensverhoudingen vernietigt. Een derde motief, en het is dit motief waaraan het bock in zekeren zin zijn titel dankt, is het motief der traditie. Erfge namen zijn deze drie zonen van een tradi tie. Traditie van stand, van aanzien, tradi tie ook van Joodsche afkomst. De familie Hegedüs is tot het christendom overgegaan Maar tegen zijn dood knaagt in den ouden dokter Hegedus het heimwee naar zijn Joodschen oorsprong. Hij gevoelt het als een verraad, dat hij dc Joodsche sfeer heeft verlaten. Hij voelt zich ontworteld, en het is misschien dat gevoel van onthecht te zijn aan den familie-oorsprong, waarmee Kör mendi ook de karakters der „erfgenamen" heeft willen bepalen. Een courantenartikel heeft zich te beper ken tot de weergave der hoofdlijnen van een besproken boek Een reeks van inte res8ante, meesterlijk gcteckendc figuren omgeeft de personen, waarover ik U hier boven sprak. Het zijn hoofdzakelijk figuren uit het Hongaarsche leven, dat men nauw keurig uit dit bock leert kennen. Ja, de vraag komt in ons op. of niet heel het nieuwste werk dep inslag draagt van de Hongaarsche geestesgesteldheid, en daarom de ontwrichting door den tijd. niet een ster ker accent krijgt dan wij, Nederlanders, kunnen waarnemen. Körmendi's /nieuwe Wtjrk 'is somber, even als het vorige. Hij is nu eenmaal opmerker en realist en men kap, geen idèalistischen kijk verlangen van iemand, die skoptisch tegenover bet leven staat. Toch zullen al len, die een synthetische gedachte in een roman verlangen, waardeerend staan tegen over dit meesterlijk geschreven boek. Om dat het wil ordenen en verklaren. En om dat het zoo boeiend ,cn suggestief is. dat men het. ondanks zijn gr.ooten omvang, in één adem uitleest. Wie op de hoogte wil zijn van zijn tijd, kan het niet ongelezen laten! \art van der Leeuw. Die van hun leven vertelden. (Rotterdam, Nijgh en van Dit mar N.V. 193 i). Er muot een diepe vreugde in ons wo nen om dit (waarschijnlijk) nagelaten werkje van Aart van der Leeuw. Hij is dc vertegenwoordiger van het literaire in de literatuur. Men gevoelt uit elk zijner als met ganzen veder geschreven volzinnen,, dat hij den lust had in het schrijven. Lust hebben in schrijven is iets anders dan door een hartstocht tol schrijven te worden voortgejaagd. Het is iets anders dan door een ijzeren noodzaak zich tot schrijven tc voelen gedrongen. Het is iets anders, ten slotte, dan bezeten te zijn door de noodon en problemen van dezen tijd, en het als zijn plicht te gevoelen, daaraan ge stalte te geven. Lust in het schrijven heb ben bcteekent, met het schrijven bezig te zijn als met een gekoesterde liefhebberij. Het is, niet op sleeptouw genomen worden door emoties cn indrukken, maar: iedere ervaring te genieten en uit te werken. Wij weten liet allen wel, dat liet diepste ver driet aan liet leven en het werk van Aart van der Leeuw niet is voorbijgegaan, wij kennen do zachte verwondering, waar mee deze sierlijk-mijmorendc geest tegen over het leven stond, maar wij weten ook, dat hij dc sinart met zijn vreug de gedragen heeft. Van der Lccuw's stijl is zeer ver verwijderd van de moderne zakelijkheid. Er is zonneschijn, en er zijn glinsterende spinnewebben in zijn volzin nen, van der Leeuw is nimmer de man van de onmiddellijke effecten, hij is een edelsmid van de taal, zijn proza heeft de bekoorlijke omslachtigheid, welke vriende lijke doovcn kenmerkt, die toch veel luis teren naar het innerlijk rblythmc van hun ziel. In overeenstemming met van der Lccuw's precieuse gebaren-taal is de precieuso keu ze zijner ondcrwrpen. Hij laat zich zijn on derwerp niet dicteeren door de openbare smaak, hij kiest datgene wat hij kiezen wil, datgene in welks beschrijving hij ple zier heeft. Het is merkwaardig te ervaren waneer wij zijn verzamelde geschriften doorbladeren, dat het moderne sentiment en de moderne levens-desillusie, in den geest, dje schijnbaar zoover bezijden den weg stond van biet leven van dezen tijd, herhaaldelijk een instrument zochten, maar van der Leeuw begint te kiezen wat hem aantrekt, wat zijn lust cn liefde heeft. In dit nieuw-uitgegeven boekje is die neiging klaarblijkelijk. Wie zou er in onze dagen van schrijfmachines cn dictafoons, in onze dagen, waarin men alles wat men elkaar niet door de telefoon kan zeggen, in Amerikaansch ingerichte zakenbrieven ver vat, de neiging hebben om zich met iets zoo ouderwets, iets zoo vergeelds tc gaan bezig houden als mei „mémoires, reisbe schrijvingen, brieven en autobiografieën Wie anders dan Aart van der Leeuw? Maar hij heeft gelijk met zijn singuliere liefhebberij. Van den modernen uilzichts- toren bekeken, krijgt dat voor immer ver loren land van lyrische ontboezemingen cn confidenties een buitengewone, wee moedige bekoring, iets ongemeens, waarin wij de tegenzijde, cn misschien het diepst verlangen ontwaren van ons leven van nu. Het is niet mijn bedoeling, de verschil lende correspondenties en autobiografieën, waaruit vrtn der Leeuw een rijke verschei denheid van mcnschiclijke ervaringen en stemmingen heeft gepuurd, afzonderlijk to gaan bespreken. Ik bepaal mij, tot de me- dcdc-eling, dat hij figuren voor ons laat oprijzen uit onderling zeer verschillende lijden, en van onderling zeer verschillend karakter. Een Hcinrich Scuse, een Gütz van Ber- lichingen, een Casanova en Alfieri, een Benjamin Franklin en Joachim Netteibeek. Wat ik wil doen in deze kroniek is, mijn lozer cenigszins nader tc brengen tot den geest, die al deze opstellen vervult, tot dc sfeer, waardoor ze allen zijn omgeven, en die dc geest cn dc sfeer zijn van Aart van der Leeuw. Laat ons Ie zamen luisteren naar wat van der Leeuw zelf over zijn bedoelingen zegt: „Kronieken, mémoires, reisbeschrij vingen, brieven en autobiografieën, wat een genot is liet, om, met het boek voor je opengeslagen, naar dc stemmèn van men- scb,cn te luisteren, cn al die lang gestor venen naar je toe tc zien komen in het licht, waarin ze gekend willen zijn." Het genot van deze lectuur is het genot, zoo erkent hij grif, dat de lectuur van le genden geeft boven het genot der weten schappelijke geschiedbcschrijving, die de taak der persoonlijke bekentenissen heeft overgenomen. Eerst heeft van der Leeuw het in zijn voorwoord over de kronieken. „Toekende men dc gebeurtenissen op," zoo doet hij uitkomen, „die men als tijdgenoot meerge- maakt had, dan kwam er daarmee ook al tijd veel van dc eigenaardigheden van den loboekstellcr aan den dag; inaar in veel groolere mate was dat het geval, wanneer het liep over dingen, waarbij dc schrijver er zelf een leidende rol vervuld had, en die als het ware met zijn hulp ter wereld ge bracht waren. En zoo zit daar dan do een of andere verweerde zeeman, met een ganzenveder tusschen zijn gekromde vin gers voor zijn perkament. Aan den wand, achter glas, kunt ge de kunstig nageboot ste beeltenis aanschouwen um het fregat, waarmede hSj gevaren heeft, aan de zol dering hangt een albatros, cn door een klein venster hebt ge uitzicht op een ha ven niet zijn blauwe golven, witte zeilen en een mastenwoud. En de zeerob, hij mag dan Marco Polo, van Linschoten of Bontc- koe heeten, arbeidt ijverig aan een schriftstuk, dat het verslag van zijn itine- rario of voyagic zal behelzen. Ook een jichtige grijsaard, een generaal kan het wezen, die zich zijn dooltochten over de Russische sneeuwvelden dicteert en de gevaren, waarmee hij de rampspoedige res ten van zijn gehavend legercorps over dc Bcrizina gevoerd heeft. De haren van de zee hebben ze toegedekt, ze zijn vergaan op het slagveld, of misschien hebben ze een eerlijke begrafenis gekregen, maar voor ons bleven ze leven, en als we bezoek van ze ontvangen is het telkens weer feest". Van dc Kronieken komt van der Leeuw tot dc brieven. „Gelukkig", zoo schrijft hij „bleven cr ontelbare van bewaard, een sneeuwstorm van papieren. Je zoudt cr in om kunnen komen. liet is al voldoende je raam open tc zetten, dadelijk stuift er een vlaag over je tafel, en je hebt voor een maand of wat lectuur. En wat voor een heugelijke! Hier krijgt ge bezoek, dat geen blad voor den mond neemt, en je ja, en het mag dan eeuwen geleden goed en wel onder een grafsteen zijn weggesloten en van de lijst des levens afgevoerd meer werkelijks en sprankelends ten beste zal geven, dan ge uit gesprekken met tij'lge- nooten, immers waar dient het gesproken woord anders toe dan om de ziel te ver bergen, ooit vernemen zult"* Hoewel de over heel de wereld vermaarde passiespelen tc Oberammergau slechts ora do tien jaar ten tooneele komen cn in 1930 de laatste uitvoeringen gegeven werden, hebben zij ook dit jaar wederom plaats. Het derdo eeuwfeest van deze zoo merkwaardige tradi tie wordt met dit tusschcntijdschc speeljnar herdacht. Reeds bij do uitvoeringen in 1930 werd cr in den Europeeschen omroep aandacht aan do passiespelen tc Oberammergau geschon ken. Een uilzending had toen terstond nog niet plaats. Het omroepwezen heeft zich in do. laatste vier jaren echter weer sterk ont wikkeld. Hoewel in dezen tijd do radio- omroep, aan wier aandacht tegenwoordig niets ontsnapt, van iets wonderlijks tot iets \anzclfsprekcnds is geworden, blijft het eer ste relay der Oberammergauer-spelen, dat Zondag 13 Mei j.l. plaats had, een gebeurte nis. Het relay, dat voor Amerika bestemd was, duurde echter slechts twintig minuten. Anton Lang, die in 1910 cn 1922 de Christus- rol vertolkte, hield daarbij een inleidende lezing in het Engelsch. Daarna worden cenige massale episodes uit het passiespel ten gehoorc gebracht. Van meer belang voor den omroep in Furopa is echter dc uitzending van Vrijdag IX Mei a.s. over verschillende Duitscbe zen ders (o.a. München, -405.4 M., 740 kc/sec.) van 19.40—20.20 uur. Om een ongestoorde en kwalitatief goede uitzending van het spel te verzekeren, moesten er, zoowel van techni sche als artistieke zijde, vele moeilijkheden overwonnen worden. Er werd een lijn ge legd voor de microfoon naar den dichtst^ bijzijnden telefoonkabel van den Duitschcn Spoorweg en maatregelen werden getroffen on» het „lijn-effect" zooveel mogelijk to reduceeren. Voorts werd met medewerking van Dr. Feldhütter, een bekend Beicrsch folklorist, oen voor de microfoon geschikte keuze uit het spel gedaan. De luisteraars zi.llen achtereenvolgens te beluisteren krij gen een gcdeelto van de ouverture, ge* speekl door het plaatselijk orkest, een toe spraak van Anton Lang, waarna o.m. uit hef spel volgen do intocht in Jeruzalem, Geth- scmané, kruisdraging cn Calvarië. Bij <|e uitzendingen zal het spel tot het midden- tooneel beperkt blijven, daar anders grouto accoustische moeilijkheden zouden ontstaan^ Zooals men weet, vindt het passiespel van Oberammergau zijn oorsprong in een be lofte der bevolking, tijdens een pest-epide- rfiie, welke in 1633 de streek teisterde, ge daan. In 1634 had daarop het eerste spel plaats. Tot zoover van der Leeuw. Wij kun nen zijn voorkeur voor do stof, die hij ons biedt eigenaardig en wat precieus vinden,; geen oogenblik mogen wij vergeten, het geen zoo sterk spreekt uit het laatst-gege- ven citaat, dat het niets anders dan het mcnschelijk leven in al zijn kracht van gevoel, van intellect, van avontuur is, dat hem bezig houdt. En is het niet een bewijs van uitzonderlijke vitaliteit, om mcnsche lijk leven, dat zich niet terstond, maar on der den verborgen sluier der historió aan ons openbaart te ontdekken? Van der Leeuw staat kritisch en schif tend tegenover zijn materie. Ilij heeft go* vonden, dat liet een ware hartstocht van dc Duitsclicrs is, om zich al lyrisch-ont- boezemend aan den cvenmensch tc openha- rn. Geen Duitsch auteur, geen Duitsche fiugur van beteekenis, of hij wordt omwolkt door correspondentie en bekentenissen. Onze schatten van het verleden verza melende schrijver heeft nog iets anders ge vonden. Verhalend over de briefwisseling tusschen Abélard en Heloise, geeft hij te kennen, dat wat Abélard schrijft droog is én ieerstellig, terwijl ge bij haar verwarmd wordt door den gloed van een hart, dat nooit beeft vergeten. En dan voegt van der Leeuw cr aan toe: ..dat zij hier den prijs krijgt is zeker geen toeval, want steeds weer kunt go het vaststellen, hoezeer een. brief, die door een vrouwenhand is ge vouwen, in teederheid, geestdrift, fijnheid en losheid, het schriftstuk, dat door een man van zijn zegel voorzien is, overtreft. Omdat onze vriendinnen spoediger en ech ter aangedaan zijn, en minder van huil eigen gewichtigheid vervuld zijn dan wij zeiven, omdat zij dc dingen zooveel lichr ter nemen en gevoeliger zijn voor de schit teringen, waarin dc ^nestraal van. liet oogenblik die doet tintelen'. Dit boekje van van der Leeuw te lezen is een blijde verpoozing te hebben, te mid den van de onrust en de ellenden die ons omgeven. Ik ben er verheugd over, dat ik het met dit korte woord bij mijne lezer? heb mogen inleiden. P. H. RITTER Jr.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 13