li NS SUCCES IS UW SUCCES -i /v [TOOMWASSUHERIJ DE KOLK o MEER BETALER ZOU DWAASHEID ZIJN! VROOLIJK PINKSTERFEEST BOB KON MEE KLEUR EN KNIPPLAAT I i-r.i., -£ kCHINALEOF AAK\ ASCH JKASTKLAAR KRAAKHELDER «SGOED'OOP F VAN HOFWEGEN EEKERSTRAAT 37 - TELEFOON 61 De beste kof Be, Hulsko's Scinkofflekost nu 25 ct. per pond I Hulsko heeft één soort: het bestel In gepatenteerde, luchtdichte verpakking. - Vraagt Uw Wlnkelierl uni evn OE KOFFIE WAAR PIT IN 21TI Pinksteren, morgen is het Pinksteren! Dat zongen de vogels in de boomen, dat open do kinderen elkaar toe, terwijl zo joolden in de tuintjes of op straat; dat onje zien aan de huizen, waar alles nog óns zoo schoon en netjes leek als anders; at verteiden de geurende bloemen, de blau- e hemel en de stralende zon. Alle menschen en kinderen keken even lij, of... alle kinderen? Neen, dat was igmlijk niet waar. Een mciske stond in en tuin, soms lachttc ze tegen de buur- mderen, keek ze ook even blij als do an- eren, maar dan betrok haar gezichtje weer n was het of ze even schrok van iets, dat aar in de gedachten kwam. Zoo was het ook. Mieke Grootveld schrok elkens, als haar dat eene weer voor oogen wam, dat angstige, waardoor voor haar al Ie pret van de komende Pinksterdagen ver- aid was. Het was heelemaal haar eigen schuld, dat vist ze wol, ze kon er nu ook niets meer ian veranderen, 't was n u te laat. Mieke was een lief meisje, dat altijd ;oed haar best deed, op school en thuis, naar één ding kon ze maar niet leeren, dat vas Geschiedenis. Die akelige jaartallen, lie wilden maar niet in haar hoofdje blij- en. Vader bad gezegd: „Je denkt nu altijd naar, ik kan ze toch niet onthouden en laarom leer je ze niet goed genoeg." •Ja, misschien was dat wel een beetje waar, dat voelde Mieke ook wel. ,.Ik weet cr wit op." had Vader bedacht, als je tot Pinksteren al je Geschiedenis sen goed hebt gekend, dan vindt je 's morgens een nieuwe fiets in de schuur 'i daar mag jij dan mee op pad om een hinken fietstocht te maken." „Meent IJ dat heusch?" had Mieke uitge ocpen „Moeder, hoort U, wat Vader daar zegt?" en ze was uitgelaten blij Moeder om den hals gevlogen. „Hoe fijn, ik daqht vast, at ik tot do groote vacantic moest wacb fen. deze fiets wordt me zóó klein 1" „Maar denk er aan," had Vader nog eens herhaald, alle lessen worden prompt ge kend. ik kijk iederen dag het huiswerk- boekje na" Eerst ging alles best, tót twee dagen voor de Pinkster-vacantie. „Ik heb a' zoo veel beurten gehad," had Mieke gedacht, „morgen krijg ik er vast geen meer Ze had den avond te voren de Ips vlug overgekeken on was toen in den tuin gaan spelen. Maar juist dien noodlottigcn middag had de juffrouw haa>* uitgekozen om de les hee lemaal te vertollen. Ze hakkelde verschrik kelijk en wist haast geen een jaartal „Foei Mieke," zei Juffie, „wat is dat nu oor geknoei, geef je huiswerk-boekje eens bier!' Mieke wist geen raad; „de flets, de nieuwe fiets." dacht ze. „Mieke heeft de geschiedenisles niet ge kend, schreef de juffrouw in het boekje. Schoorvoetend liep ze naar huis; cr was vi sRe, een kennis van Vader; die bleef ften; naar het boekje werd niet gevraagd. Den volgenden dag begon dc Pinkster-va cantie. Toen Mieke uit school kwam, was tante Bep er. Tante Bcp was Moeders jon sle zuster, een vroolljke, leuke Tante. An ders vond Mieke het heerlijk, als tante Bep in de vacantie kwam logeeren, maar nu had ze nergens plezier in. Als ze het even vergat, wus ze vroolijk, maar dan zag ze op eens weer dat boekje voor zich en tobde ze. „Had ik het maar ge zegd, dan was ik tenminste eerlijk geweest. Nu kan het niet meer." Aan tafel vroeg Vader alleen „Heb je nog huiswerk in do vacantic, Miek, heb je wel tijd om morgen op de fiets meo uit te gaan?" Mieke werd vuurrood en stotterde iets van: „Geen werk, neen Vader, Ja Vader." Moeder knikte haar eens toe, „Vader weet nog wel, wat de afspraak was, hoor," stelde ze gerust. Tante Bep knikte en gaf haar een knipoogje. Mieke vond het meer dan akelig en als niet juist Geertje met den pudding was binnen gekomen, dan was ze zeker gaan huilen. 's Avonds in bed kon zo het heelemaal niet meer uithouden. Ze lag maar te woe len en kon niet in slaap komen. Wat moest ze toch beginnen, als ze morgenochtend be neden kwam en Vader en Moeder haar mee wilden nemen naar het schuurtje, om de nieuwe figts te bewonderen? Dat ze de fiets niet krijgen zou, leek haar nu niet eens zoo erg, als ze maar de waarheid ccezegd had, als ze maar eerlijk haar boekje had laten zien. Beneden zaten Vader, Moeucr en Tante over Mieke te praten. „Ik vind haar zoo stil," zoi tante Bep, „anders heeft ze veel meer te vertellen en begint na het eten altijd een stoeipartijtje of zo holt den tuin eens rond. Nu is ze stil gaan zitten lezen en wij hebben haar niet meer gehoord." „Je hebt gelijk," vond Moeder, „ze was stil,* gisteren eigenlijk ook al. Ze zal toch niet ziek worden?" „We! neen, Moeder," troostte Vader dl reet, „ze zal wat moe zijn geweest door hei warme weer, morgenochtend zal je eens wat hooren, als de nieuwe fiets voor den dag komt." Ondertusschen lag Mieko maar te woelen en te draalen in haar bedje, zo kon het niet meer uithouden, wat er ook zou ge beuren, ze moest het gaan zeggen, eerder had ze geen rust. Met een sprong stond ze naast haar ledl kantje en in de zelfdo vaart liep zo de trap af en de huiskamer in. Daar stond ze op eens middpn in do ka mer; verbaasd keken «allen haar aan. maar vóór iemand iets kon zeggen, stamelde ze: „Ik heb mijn geschiedenisles niet gekend, het staat in het boekje en... en..." Toen snikte ze het uit, haar nachtjaponnetje stijf tegen haar oogen gedrukt. „Zoo," zei Vader, „en kon jo daarvan niet in slaap komen?" Moeder en Tante knikten eens tegen el kaar, dus dat was het geweest, daarom was Mieke zoo stil. „Ga maar gauw weer slapen," zei Vader. Meer werd er niet gezegd. Mieko draaide zich om en sloop stil naar boven, net oen stout hondje, dat oen pak slaag heeft ge had. Vlug kroop ze weer 'in bed, daar lag zo verdrietig te huilen, omdat Vader zoo weinig gezegd had en Moeder heelemaal niets. Zo waren zeker erg boos, nu ze ge merkt hadden, dat Mieko niet eerlijk was geweest en bovendien haar les niet gekend had. Nu kwam de nieuwe fiets natuurlijk ook niet. Wat zou ze anders morgen trotsch zijn uitgereden, zij achter Vader op het blin kende karretje en wat zouden haar vrien dinnetjes wel zeggen? Ze hadden er zóó veel over gepraat; de een had willen wetpn, wat voor merk het was, de ander, of er oen lantaarn op zat, een derde bedeldo nu al om er eens op te mogen zitten, en nu.... Wat moest zo zeggen? Morgen zouden ze het zelf wol zien, als zo op haar oude fiets reed Maar verteld had ze het nu toch. Ze was blij, dat 70 naar beneden was gegaan, dat was tenminste voorbjj. pot was haar troost, daardoor werd- .ze ook kfflmer en sliep ten slotte in. Tante en Moeder kwamen later nog even aan haar bedje. „Zo slaapt als een roos," zei Moeder, maar daar hoorde Mieke niets van- Den volgenden morgen was Mieke al vroeg wakker. Jle^..was ^j^clitig-;weer, zoo mooi als je maar wenschen "ton. Heerlijk weer voor den fietstrfcht; 'Ja, op de nieuwe fiets, dat zou natuurlijk nog veel heerlijker zijn geweest, maar daar moeFt ze nu niei over denken. Als Moeder en Vader niet meer boos op haar waren, dan zou zo al héél blij zijn. Ze zou maar vlug opschieten en haar kamertje netjes in orde maken, dat Geertje er niets meer aan te doen had straks, dan gauw naar berieden en Moeder met het ontbijt helpen, zoo konden ze zien, dat Mieke er spijt van had en haar best deed om het weer goed te maken. Toen ze beneden kwam, waren Tante en Moeder in de kamer, Vader kwam net uit den tuin en zei „Mieke. ik heb de fietsen van Moeder pn Tante al opgepompt, doe jij nu je eigen karretje maar" Tante begon te lachen, waarom begreep Mieke niet. „Goed, Vader," zei ze heel gewillig on liep door de open tuindeuren naar het schuurtje. Mieke trok de schuurdeur open cn wat stond daar? Een schitterende, nieuwe fiets blonk haar tegen. Mieke bleef verbluft staan, sprake loos, niet wetende, wat ze daar van denken moest. Aan het stuur hing een kaartje, wat stond daar op? Even kijken. VOOR MIEKE, OMDAT ZE TOCH DE WA AR MEID KWAM ZEGGEN! Mieke draaide zich om en zag, dat Vader, Moeder en tante Bcp alle drie achter haar stonden. Ook Geertje kwam naar buiten ge- loopen. „Nou, hoe ziet die er uit, hoe lijkt die je?" vroeg Moeder. Toen was Mieke niet meer te houden. Forst vloog ze op Moeder af, toen kregen Vader en tante Bep een beurt. „Hola, juffertje Wildebras!" riep Vader, ,.kom maar eens hier cn ga er even op zitten." Dat deed Mieke. Neen maar, wat trapte dat licht, wat glom alles mooi! Niemand kon gelukkiger zijn dan Mieke, toen ze een half uurtje later, achter Vader de straat op reed. Het was nipt uit te maken, wie meer straalde, do nieuwe fiets of Mieke. Zoo reed ze de stad uit, naar buiten, recht naar do velden vol bloemon, bestraald door de heer lijke zon. Dc menschen op den weg riepen elkaar toe: „Vroolijk Pinksteren!" Boven alles uit klonk dc blijde stem van onze Mieko- „Vroolijk Pinksterfeest! Vroolijk Pinksterfeest!" ANNIE LEMMENS. (Nadruk verboden). „Zeg, Bob gaat ook mee," riep Els blij, terwijl ze op haar mcisjes-klasgenootcn toe- holde. „IIoo weet je dat'" vroeg Ric. „Hij staat 't daar juist aan do jongens te vertellen." Els wees met haar hoofd dien kant uit- Op een drafje vloog het viertal op het groepje jongens af on om strijd riepen Rie, Guus en Fict: „Is 't heusch waar, dat Je meegaat, Bob?" „Ja, werkelijk," antwoordde Bob met een glunder gezicht. „Kijk'" En toen haaldo de jongen drie guldens uit den zak van zijn lumberjack cn liet die op zijn hand ram melen. Meneer Kroes, dc loeraar in natuurlijke historie, die bij de leerlingen bijzonder ge lir-fd was, had voorgesteld gedurende do vier dagen van de Pinkstervncantie met de leerlingen van II B een jeugdherbergentocht te maken. In deze klus voelden de jongelui zonder uitzondering veel voor de natuur. Daarom zou de leernar het als een genoegen beschouwen, een poosje met de jongens en meisjes uit te gaan. Een deel van de pret was. dot ze allemaal meegingen. En nu was er heel voel kans geweest, dat Bob, één van de meest getapte jongens uit de klas, niet meeging. Do reden was, dat Bob de drie gulden niet bij elkaar had kunnen brengen. Sommigen van de klasgenooten wisten wel, dat Bobs vader door do ttjds omstandigheden buiten betrekking was ge raakt. Er kon dus geen gold gemist worden voor luxe-uitgangetjes. „Wat zal Krócs hl ij zijn," opperde Els. „En ik!" juichte Bob. Van louter plezier gooide hij zijn guldens één voor één in de iucht en ving ze achter elkaar weer op. De meisjes bewonderden zijn kunststuk. GlNO £IS ntT MET IEEGI KRUTQAKJÉ ROND Do deuren gingen opon en dc jongelui moesten naar binnen. In het speelkwartier op de groote, ruime speelplaats werd Bob weer omringd en kreeg hij te hooren, hoe dol zo't vonden, dat ze nu allemaal meegingen. Eigenlijk was de inschrijving al gesloten, want de leeraar had tijd noodig om in de verschil lende jeugdherbergen logies aan te vragen. „Ja, zeg. 't was een geluk, dat m'n groot vader gisteravond kwam," vertelde Bob op gewonden. „Die heeft 't ontbrekende voor me aangevuld en dat was nog heel wat." O, wat was de Jongen blij! Zóó blij, dat hij den grooten, stijf opgeblazen handbal uit III A cep fermen schop g.af, toen die In zijn nabijheid kwam. De bal vloog met een vaart op de gymzaal aan en schoot met rin kelend geweld door een van de groote rui ten heen. Algcneene verslagenheid! De dl- Met Pinksteren trekt Vader Pluimstaart er op uit. Als je naar het plaatje kijkt, weet je dadelijk, wat hij doen gaat. Met tent en kodak gewapend, zie je bem immers loo pen. Natuurlijk gaat hij zijn tent op een mooi plekje uitzetten. Zal ik jullie eens ver klappen: waar? Op de hei die nu nog niet bloeit, maar waar hier en daar de gou den brem de zonnestralen schijnt op te van gen en weer uit te stralen. Moeder Pluimstaart- zit intusschen ook niet stil! Zij zorgt voor de kleine Pluim staartjes, vier in getal: twee jongens en twee meisjes en voor die hun Plnkstortooi aanhebben, komt er heel wat kijken! Dat begrijp je. 't Is maar goed, denkt Moeder, dat Va der met tent en kodak vooruit Is gegaan. HIJ zal stellig straks naar hen staan uit te kijken, als hij met zijn tent klaar is. Na tuurlijk hebben ze samen afgesproken, waar de tent wordt opgezet. Zoek anders de groote hei maar eens afl 't Is prachtig weer en het Pinksterzonne tje schijnt vroolijk. Wat zullen ze genieten! AI3 Moeder Pluimstaart er dan eindelijk met de kinderen aankomt, staat Vader al bij den ingang der tent op zijn troepje te wachten. De tent staat stevig en de vlag met Vroo lijk Pinksteren wappert, dat het een lust is. Vader heeft zijn kodak op zijn gezin gericht en neemt het eerste Pinksterkiekjo van de zijpen, zooals zo daar met hun vij ven op een rij komen aanstappen: Moeder in het midden, met aan de ééne hand Flu weeltje en aan de andere Trilneusje. Zoo heeten de beide zusjes. Aan den buitenkant loopen de broertjes: Grijs en Grauw. Jammer, dat Vader Pluimstaart mij geen enkel kiekje stuurde, 'k Had het jullie zoo graag laten zien. Laten we daarom alleen hem maar op zetten, zooals hij (zie het voorbeeld) langs het kanaal loopt om de hei te bereiken. Aan het voorbeeld hoef je niets te doen. Je kijkt er alleen maar naar om te weten, hoe het geheel worden moet Je begint dus met Vader Pluimstaart, het landschap en de driehoekjes of steuntjes op dun, doorzichtig papier over te trekken. Ze daarna op dun karton te plakken. Vervolgens kleur je de plaatjes. Zelf mag je do kleuren kiezen. Dan plantjes en driehoek les uitknippen. De drie hoekjes op de stippellijnen om vouwen. De reepjes met lijm of gluton bestrijken cn tegen de plaatjes plakken. Bij elk steun tje staat aangegeven, waar het een plaatsje hebben moet (Nadruk verboden)..

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 15