Laren's burgemeester beleedigd
GROOTE
STUKKEN
'AMERSFOORTSCH DAGBLAD
II
FEUILLETON
DE SNELTAX
TELEF. 1354 sf 743
Dinsdag 29 Mei 1934
32 e Jaargang No. 277
Geldboete van f
opgelegd
100
7.
cent
TWEEDE BLAD
HET KOUDE WEER
CYCLOON-RAMP" OVER
ENKHUIZEN
Roode Kruis-tent toont zijn
paraatheid
G. LENSINK
UIT DE STAATSCOURANT
De Heks van Winslea
De bekende kwestie van dc
uitwijzing der vier
Duitschers
Amsterdam, 28 Mei. Naar aanlei
ding van de uitwijzing van vier Duitschers,
die eon internationale conferentie in de
Jeugdherberg „De Toorts" te Laren bijwoon
den, door den Burgemeester van Laren Jhr.
H. L. M. van Nispen van Sevenaar heeft Ir.
J. H. B. den Burgemeester een brief met
beleedigenden inhoud geschreven.
Bedoelde brief luidt als volgt: „Kain wat
hebt gij met Uw broeders gedaan. Gaat
naar het graf van vader Willem en spuwt
er op, dat past U, gij verrader van 's lands
eer".
De burgemeester achtte zich hierdoor be
leedigd, zoodat tegen den ingenieur een
klacht werd ingediend. Vandaag stond deze
voor den politierechter. Mr. Muller, terecht,
verdacht van eenvoudige beleediging.
Door het O.M waren geen getuigen opge
roepen. De verdediger. Mr. Dr. Benno Stok
vis, heeft echter als getuige décharge
Burgemeester van Nispen van Scvenaer
gedagvaard.
De verdachte zeide niet bet voornemen
te hebben gehad, om te beleedigen.
De president; „Kent U de positie van
Kaïn?"
Verdachte: „Het was bij mij een spontane
reactie op do daad van don Burgemeester.
Mijn bedoeling was 's lands eer te bescher
men. Het was tegen do traditie van ons
land, wat de Burgemeester heeft gedaan".
Verdachte wil dan da feiten, zoonis die
zich in Laren hebben voorgedaan uiteen
zetten. doch de politierechter verzoekt licm
bij de beleediging zelf te blijven.
Verdachte: „Ik heb het gevoeld als een
beleediging door den Burgemeester mijn
land aangedaan, en ik voelde het als mijn
taak om te zorgen dat zoo iets niet meer
kan voorkomen."
Dan wordt de burgemeester van Laren.
Jhr. van Nispen van Scvenaer gehoord als
getuige décharge.
Dc verdediger Mr. B. J. Stokvis stelde
bem de volgende vraag:
„Is het juist dat U tegenover anderen
hebt gezegd: „Als zij. die vier Duitschers
doodgeschotennu ja,het waren
rcvoiiiüonarcn cn ik ben niet zoo kleinzee-
rig."
Getuige: „Ik kan het niet toegeven. Wan
neer zou het dan geweest zijn? Ik weet het
niet zoo precis meer. Kr is zooveel over die
zaak gesproken. Ik herinner het mij niet."
De verdachte vraagt den Burgemeester
dan: „Was het U bekend, dat een van de
\icr uitgezetten een retourbiljet Antwer
pen—Kopenhagen over zee in zijn zak
bad?"
De politierechter: „Die vraag kan ik niet
toelaten en bovendien kan dio kwestie op
mijn oordeel geen invloed uitoefenen"
De verdediger wijst erop dat dergelijke
punten invloed hebben uitgeoefend op den
heer B. en deze daardoor tot het schrijven
van den brief is gekomen.
liet word is hierop aan don Officier van
Justitie. Mr. B Beilingh. Deze achtte do be
leediging bewezen. Do Burgemeester stond
bekend als een goedhartig man. van wlcn
men niet mag aannemen dat hij opzettelijk
de Duitschers in moeilijkheden wilde bren
gen.
Spreker requireerde tegen verdachte een
gevangenisstraf van vijf dagen
Hierna vangt dc verdediger Mr. LV J
Stokvis zijn pleidooi aan. In do eerste
plaats betoogt hij. dat in de dagvaarding
niet is gesteld het. oogmerk om te beleedi
gen. Dus is geen strafbaar feit ten laste
gelegd.
Tot do feiten komende merkt pleiter op,
dat de verdachte reeds tegenover de politie
heeft verklaard, dat hl) niet dc bedoeling
heeft gehad om den burgemeester te be
leedigen. De zaak-Laren is helaas van na
tionale en internationale bekendheid go
worden. Zij is uitgegroeid tot een wereld
kwestie. De brief van verdachte was een
ware cri de coeur
Met dc uitzetting kan pl zich vereenigen,
maar zoo zegt hij breng ze dan over
de grens, die de vreedelingen zelf annwij
zen zooals het bij onzen Vreemdelingen
dienst dc gewoonte is De monschen waren
polilicke verdachten in Duitschland en voor
hen had het over de Duitschc grens zetten,
uiterst onaangename gevolgen Ilier is
sprake geweest van een verkapte uitleve
ring
De president: „Ik moet U tot de orde roe
pen".
De verdediger zet zijn pleidooi voort en
deelt mede, dat een van (le over de grens
uit een concentratiekamp is ontvlucht D>
drie anderen worden of zijn reeds ter dood
gebracht.
Van alle kanten is geprotesteerd tegen
de handelwijze van den Burgemeester. Van
uiterst links tot uiterst rechts is een stroom
van protesten gekomen Ook do buitenland-
sche bladen, zooals do „Manchester Guar
dian" en het Deensche blad „Politiken"
hebben op scherpe wijze hun afkeuring te
kennen gegeven
In vergelijking met wat deze en ook ver
schillende binnenlandschc bladen schreven,
zijn de uitingen van verdachte nog zeer
rustig, geweest. Verdachte heeft slechts de
bedoeling gehad het besmeurde kleed van
de Nederlandschc Maagd van een smet te
reinigen. Verdachte is een volkomen obiec
tief mensch en hij staat buiten allo politie
ke partijen"
„Was dit zoc roept pleiter uit nu
een geval voor strafvervolging? Als iemand
ziet dat een boom van een kerel een klein
kind slaat en hij roept „houdt op schoft",
dan zal toch niemand het in zijn hoofd krij-
EN. DE GESCHENKENBONS
BLIJ VEN* GEHANDHAAFDE
gen om een vervolging in te stellen wegens
beleediging?"
Het klem dringt pleiter tenslotte aan op
vrijspraak subs tot hot opleggen van een
kleine geldboete.
Nadat verdachte nog het een en ander
over ons asylrccht heeft gezegd, is het
woord aan den politierechter Mr. Muller,
voor het wijzen van het vonnis.
De politierechter is van meening. dat er
voldoende wegen voor iedereen openstaan
om critiek te oefenen of zich te beklagen
over bet optreden van overheidspersonen.
Onder dc vrijheid van het woord moet men
niet verstaan do vrijheid van schelden. Aan
de edele gevoelens van Ir. B twijfelt spr
niet. doch Kaïn is een beleedigend scheld
woord in dit geval. De politierechter wil
echter in aanmerking nemen, dat de be
leediging per brief js geschied en niet in
bet openbaar of bij een gedrukt et uk,, waar
van een ieder kennis kan nemen. In ver
band hiermede wil spreker geen gevange
nisstraf opleggen, doch zich bepalen tol een
geldboete van honderd gulden, subs, tien
dagen hechtenis.
Onze weerkundige medewerker schrijft
ons:
Do laatste dagen hebben ons weer een
flinke daling der temperatuur gebracht
Den 22sten was dc gemiddelde temperatuur
van den dag 1.3.1 gr. Zij daalde de volgen
do dagen tot 9.5 gr., welke gemjddelde tem
peratuur den 26sten voorkwam. Dit is na
genoeg in overeenstemming met den ge
middelden datum voor den Uoudston dag
omstreeks dezen van de maand, terwijl de
daling grootcr was dan dc gemiddelde over
do laatste veertig jaren.
Hoewel Iedereen wel den indruk zal heb
ben gekregen, dat Zaterdag eén heel gure
dag was, is het record van guurheid niet
geslagen worden, want uit mijn aanteeke-
ningon blijkt, dat dc laagste gemiddelde
temperatuur, 8.5 gr., is voorgekomen op 25
Mei 1914. Het kan dus. om dezen tijd nog
kouder zijn.
Het mag echter niet onvermeld blijven,
dut het ook heel veel warmer kan zijn, zoo
als uit de aanteckcningen blijkt. In het
jaar 1921 was do gemiddelde temperatuur
van den 25sten Mei 22 2 gr. C. Dat is heel
was anders cn juist doordat van jaar tot
jaar zulke groote verschillen kunnen voor
komen en wij dus in. zekeren zin wel eens
warme Meidagen mogen verwachten, zijn
deze koude dagen zulke groote tegenval
lers.
liet is nu maar te hbpen. dat er spoedig
een algemeene verandering komt in den
weerstoestand over geheel Europa, want
zonder deze kunnen wij niet verwachten,
dat het weer veel warmer zal worden. Wij
hebben in den voorzomer vrij wat mooie
en warme dagen gehad, meer dan in vele
andere jaren, en de droogte die natuurlijk
samengaat met geringe- bevolking, draagt
or toe bij, dat bet weer mooi is, maar in
den laatsten tijd komen veel koele dagen
voor. Als daarin dus geen groote verande
ring komt moeten wij ons voorbereiden op
menigen koelen dag in Juni, een maand,
die in de eerste helft nog dagen kan bren
gen, die niet zachter zijn dan 1.1. Zater
dag.
NATIONAAL SOCIALISTISCHE PARTIJ
OPGERICHT.
Amsterdam, 28 Mei. Uit protest tegen
den gang van zaken bij do procedure, wel
ke geleid beeft tot het faillissement van
het Verbond van Nationalisten, hebben de
leden van den Centralen Raad van dat Ver
bond eenparig al6 zoodanig en als lid be
dankt. Door hen i6 thans opgericht een
nieuw verbond genaamd „Nationaal Socia
listische Partij" (N.S.P.), leider dr. v. d.
My le.
Vijftig „gewonden' bevolken de tie*
henhuizen van Hoorn
Het stadje Enkhuizen men hoeft hét
reeds eerder in ons blad kunnen lezen
is Vrijdag in den laten avond getroffen
•door een ernstige, zij liet dan ook vcron
dcrstclde, cycloonramp
In het westelijk stadsdeel zijn enkele
huizen ingestort, monschen zijn onder hét
instortend puin bedolven, de spoorlijn
Hoorn—Enkhuizen is gestremd, het auto
verkeer door dc Streek versperd.
Tot overmaat van ramp heerscht er ïn
de. stad een roodvonk-epidemie. Dit is al
les gecnscenecrd om het Roode Kruis go-
legenhcid te geven tot het houden van een
demonstratie, zooals het vorig jaar op touw
werd gezet in de omgeving van Raalto bij
een vermeenden watersnood.
Reeds te 4 uur in don morgen was Za
terdag te Hoorn in de omgeving van het
Doelenhotel alles in volle actio. De alge
meene leiding van de hulpverlecnine1 was
in handen van generaal Bakker, 's Nachts
was reeds telefonisch opdracht gegeven
aan den commandant van dp Schoolcom-
pagnic van den Motordionst to Haarlem,
om zoo spoedig mogelijk tien vrachtauto's
en zes personen auto's met bestuurders ter
beschikking te stellen. Voorts was er ma
teriaal aangevoerd uit Amsterdam voor
het inrichten van een tweetal hulpzieken
huizon te Hoorn met een gezamenlijke ca
paciteit van 50 bedden.
Toen we le ongeveer half acht por leger
auto in Enkhuizen arriveerden, was de
hulpverleening. welke onder leiding stond
van generaal Munnekrede, reeds in vollen
gang en was men druk bezig met het
transporleeron van zieken en gewonden,
wat deels per vrachtauto, doch ook wel
met boerenkarren of schuit geschiedde. De
besmettelijke zieken werd in per vracht
auto naar Hoorn overgebracht. De overige
patiënten werden, na te zijn verbonden,
vervoerd naar het station Boven karspel cn
vandaar per specialeri trein naar Hoorn.
De Enkhuizer bevolking toonde bij deze
ramp groote belangstelling. O.m was de
burgemeester, baron Mackav, reeds vroeg
"P-het appèl
Als gewonden fungeerde een 50-tal werk-
lonzen, die zich nogal gemoedelijk in hun
lot schikten. Verschillende doktoren ver
leenden medewerking en voel eerder dan
men had gedacht, waren de zieken en ge
wonden in de hulpziekonhui/.en te Hoorn,
inmiddels door een zestal ploegen en 24
helpsters ingericht. ondergebracht. Aan
deze demonstratie verleenden ook de Ge
nie. de Rfjksvcldwacht en de padvinders
medewerking.
Zaterdagavond vcreenigde men zich aan
ren maaltijd in Ilolel De Doelen te Hoorn.
(Msb.)
DE REGEERING EN HET STRAPERLO.
's-G ravenhago, 28 Mei. Den laat
sten tijd werden door de Regcering meer
dere adressen ontvangen, waarin, in het
bijzonder voor wat betreft badplaatsen, toe
stemming werd verzocht voor de exploitatie
van spelen, welke overeenkomst vertoonen
met het z.g. Strapcrlospel.
Op die adressen is bericht, dat de regee
ring in geen enkel opzicht aan de gedane
verzoeken kan tegemoetkomen, doch dat
integendeel, wanneer dc omstandigheden
daartoe aanleiding mochten geven, zoude
moeten worden overwogen om nadere wet
telijke voorzieningen op dit gebied in het
leven te roepen.
Dc Goedkoopste ruimste Tax) tc dezer stede.
Betrouwbare en kalme chauffenrs.
Vraagt prijs voor d-e bultenrltten.
Luxo anto's te hnur met en zonder chaut-
'fitir w.o. 7 nors vanaf 7 cent per K.Tfl.
De Ondernemer,
HOOGEWEG 49.
Overgeplaatst naar liet regiment jagers
de kapitein N. Tibo van den staf der infan
terie.
Benoemd tot officier van gezondheid
tweede klasso bij de landmacht de student
in de geneeskunde (arts) N. van Eek.
Met 1 Juli is dc kapitein ter zee II. J.
Albarda eervol ontheven als directeur van
het loodswezen, do betonning, bebakening
en verlichting in het le en 2e district te
Harlingcn en als permanent commissaris
van toezicht op de betonning cn verlichting
der Eemsmondcn en is hem op verzoek we
gens langdurigen dienst eervol ontslag uit
den zeedienst verleend.
Met 1 Juli is do kapitein-luitenant ter
zee S. van Ramshorst eervol ontheven van
zijn betrekking van inspecteur van het
loodswezen enz. in algemeencn dienst en
is hem opgedragen de betrekking van di
recteur van het loodswezen enz. in het le
en 2c district te Harlingcn, legons perma
nent commissaris van toezicht op do be
toon ing cn verlichting der Eemsmondcn.
Met in en nu van lfi Mei 1934 is bevorderd
tot kapitein-luitenant ter zee bij do Ko
ninklijke marine-reserve de luitenant tor
zee der le klasse dier reserve J. C. Bender
en is hom op ziin verzoek eervol ontslag uit
don d'nnst. verleend.
Bij K.B is benoemd tot Ridder in do Ordo
van Oranje Nassau, Dr. R. S. Hermanides,
arts Ie Apeldoorn.
Bij K B. is toegekend de aan do Orde vau
Oranje Nassau verbonden cere medaille in
brons nan A. Verhagen, tuinman bij de fa
milie Van der Lee te Hekendorp
Bij K.B. is met ingang van 17 September
1934 aan Prof. Dr. A. W. Niemvonhuis, op
zijn verzoek eervol ontslag verleend als
hoogleeraar aan dc Rijksuniversiteit te Lei
den, met dankbetuiging voor de belangrijke
in dio betrekking bewezen diensten.
Rij K.B. is met ingang van 1 Juni 1931
benoemd tot adjunct-expert bij de Scheep
vaartinspectie A. C. von Brake], to Gaar-:
keuken.
Bij K B. is benoemd tot Ridder in de Orde
van Oranje Nassau de heer L. G. van Loon,
chef van het hoofdpost- en telegraafkan
toor te Batavia Centrum.
Bij beschikking van den Minister van Fi
nanciën is de Ontvanger der directe belas
tingen. mr. C. Kcnncma verplaatst van de
inspectie der directe belastingen to Hilver
sum naar het kantoor der directe belastin
gen en accijnzen tc Dongen.
Bij K.B is aan J. H. Mulder, Ingenieur,
wonende le Utrecht, verlof verleend tot het
aanemen van zijn benoeming tot Ridder in
de Orde van het Legioen van Eer van Fran
krijk.
DE EERSTE NIEUWE HOLLANDSCHE
HARING.
AanH. M. de Koningin aange
boden.
Zalordug werd aan If. M. do Koningin
do Eerste Nieuwe Ilollandsche Maatjesha
ring aangeboden door do Firma Jan Don
Co. te Vlaardingen.
Dc aanbieding vond plaats door den bij
kans 86-jarigen Haring-expert, den Heer A-
v. d. Berg.
Volharden, kloek van zinnen,
Een goede zaak beginnen,
Verwint 't heelal...
naar het Engelsch van May Wynne.
4-5
HOOFDSTUK XXVIII.
Het geheim van den Zwarten Poel.
Achter een groep elzen stond een kleino
jongen in een versleten buisje en zonder
pet op het hoofd, zoodat de wind vrij spel
had door zijn peenklcurig haar.
Weinig aandacht schenkend aan de wan
orde, die de wind over het geheel mocht
aanbrengen in zijn toilet, aanvaardde „Wan
delende Tam" den tocht heuvelopwaarts in
dc richting van Winslea Grange. Nu on dan
stou- hij stil, keek rechts tn links on; zich
heen en verschool zich soms achter een
boom of een steonblok. of hij bang was, dat
hij gezien zou worden. Hij wist zeer goed.
dat de man aan den anderen kant van do
rivier wel degelijk op hem lette.
En die man was James Birley.
Maar toch zette hij moedig den tocht
voort, want Zwarte Meg had hem warm
avondeten beloofd als bij goed zijn bood
schap deed.
Het was al koud hier op de vennen en niet
lang zou het meer duren of de avondnevel
kwam opzetten. Maar Tam liep door en be
reikte na eenigen tijd bet huis van Wins
lea Grange.
Hij wist zeer goed, dat bij van achter een
struik, dichtbij het gesloten venster, waar
hij stónd, werd gade geslagen. Iritusschen
nam hij voorzichtig een paar kiezeltjes,
wierp die tegen een van de ruitjea en riep
zacht:
„Mistress Marjorie! Mistress Marjoriel"
Jaracs Birley leunde -zoo ver mogelijk
voorover cn spande zich in om vooral te
hooren wat nu volgen zou. Daar werd het
\enslcr opengeschoven en een stem vroeg:
„Wie roept Marjorie Stapleton?"
„Ik, Wandelende Tam. Ik. die u al eens
hierheen heb gebracht, mistress, van de hut
van Meg van Winslea".
Marjorie her kendo hem nu en herhaalde:
„Wandelende Tam? En waarvoor ben je
nu gekomen?"
„Mcg van Winslea heeft mij gezonden,
mistress. Kr is een man bij haar in de hut
gekomen, die van u spreekt".
„Een man?O, de hemel zij geloofd!
Zeker Hugh Ainslie?"
„Neen, mistress, zoo heet hij niet. Kolo
nel Richard Morrice moest ik u zeggen on
dan zondt u het wel weten".
„Inderdaad, dien man ken ik. Maar hoe
is die in de hut vau Meg gekomen, vanuit
kastocl Póntefract?"
..Dat weet ik niet, mistress. Hij heeft niet
van ziclizelvcn gesproken, enkel van u. En
hoe bij zijn vriend beloofd had u uit welk
gevaar dan ook te redden".
„Om mij te redden?"
Zij verloor nu alle voorzichtigheid uit bet
oog en boog zich half voorover uit het von-
ster naar het ventje, dat nu waarschuwend
don vinger op de lippen legde.
„U Jiioet oppassen, lady.r waarop Marjo
rie zich dan ook in groote ontsteltenis terug
trok en h» m enkel nog tot spoed aanmaan
de om haar zoo gauw mogelijk do bood
schap nine ta doelen
„Kolonel Morrice zal hier morgenavond
zijn bij het opgaan van de maan en hij zal
de middelen meebrengen om u uit uw ge
vangenschap te vcrl ssen, als u zich aan z'n
zorgen wilt toevertrouwen".
„Natuurlijk van gan-eher harte. Maar el-
lacie!Morgenavond zal het te laat zijn.
want. op den ochtend moet ik trouwen met
een. dien ik haat cn vrees. En dan ook niet
uit vrijen wil, maar gedwongen".
„Morgenochtend? Ja, dat is nu een
moeilijkheid, waarop di«* lieer niet gerekend
heeft Welk antwoord zal ik hem dan bren
gen. mistress?"
„Luister eens, Tam: aa hem nu zoo gauw
mogelijk \ertelien, dat het morgen te laat
zal zijn: dat hij vanavond komen moet
vanavond, vat je? Sineck hem, bij al wat
hem heilig is, dat hij ooit heeft liefgehad
of zal liefhebben dat hij vanavond een hul-
polooze vrouw bijstand komt verleencn. Wil
je hem dat zeggen, Tom?"
Do jongen aarzelde.
„Vanavond?Maar de mist komt op,
lady, en ik heb jc bopren zeggen, dat deze
heer don nacht doorbrengt in de „Bar-Gu
e>ts'\ bij den \V2c6lea \Val< rval en u weet,
dat die plaats een sRcfilcn naam heeft, want
dat daar geesten rondwaren in den mane
schijn".
„Maar als jc Je wat haast, Tam, zal je
daar nog zijn, lang voor het opgaan van de
maan. O, ga toch, jongen! Je mag vragen,
welke belooning je maar verlangt Hier is
mijn beurs, daar zit niet veel in, dat geef ik
toe, maar er zijn anderen, d.e je,zeker, rui
mer beloonen zullen. Neem die nu vast mee,.
Tam. Loop dan, wat je loopen kunt, naar de
„Bar Guests' en vraag of kolonel Morrice,
zonder mankeeren. vanawnd komt".
Hij nam de zijden beurs, die zij bom had
tojgowoiuen van tie ei no hand in de ande
re en herhaalde half luide:
„Naar dc „Bar-Guests". Zwarte Mcg zal
daar misschien zelf nog heengaan, als ik
terug b-*n. Maar ik donk wel, dat die blonde
neer met do b'auwe oogen hier zal komen".
'ïatr '.iep weg cn boorde zachtjes het ven
sier achter zien dichtgaan.
Maar dal was niet het geluid, waarop hij
wachtte. Hij durfde echter niet omkijken om
te zien James Birley hem wel volgde
Toch was hij hier cu oogenblik later ze
ker van en opzettelijijk liep hij toen niet tc
snel. dat zijn vervolger hem in den nevel
toch vooral in liet oog kon houden
Met triomf in het hart ging James Bir
ley dat sanicnt. cflen tegemoet met kolonel
Morrice, den man, op vvien hij zich wreken
wilde en rUcii bij zich voorstelde als e-m
vluchteling, zwak cn uitgeput door ontbe
ringen en dus des te gemakkelijker een
prooi voor zijn zwaard.
Morgen zou hij Mistress Marjorie verkla
ren waarom haar redder zich niet aan dc af
spraak gchoudon liad. En wat zou bij zich
ook verdienstelijk maken tegenover zijn par
tij. als hij de natie bevrijdde van dien moor
denaar van generaal Rainsborough!
Tam had hij nu uit het oog verloren, dus
6tond hij stil cn luisterde
Juist, daar was de oever van de rivier en
daar hoorde hij het geruisch van den Wa
terval van Winslea.
Maar vernam hij daar nog niet een ander
geluid, dat tot hem kwam uit den nevel,
die over den oever hing?
Een stem, diep en rijk van toom maar
toch rnet iets droevigs er in, dat niet hoorde
bij den inhoud van het lied, zong:
Hey for Cavaliers!
Ho for Cavaliers!
Pray for Cavaliers!
Rub-be-dub! Rub-be-dubl
Havo at old Beelzebub,
Oliver smokes for fear!
En, terwijl James Birley aan don eenen
oever stond, zag hij aan den anderen Ri
chard Morrice, geheel ten strijde uitgerust,
zoonis hij was, toen hij met zljn4 kameraden
den uitval van kasteel Póntefract ondernam.
Morrice zag hem ook en kwam een schre
de naderbij.
Helaas stroomde de rivier tusscben hen
beidenToch trok Morrice zijn zwaard
met een woeste uitdaging, dat. als Birley
niet openlijk met hem strijden wilde, hij
dan over dc rivier zou zwemmen cn hem
zou doodslaan als een hond.
Maar het antwoord, dat James Birloy
had willen geven, zou nooit uitgesproken
worden, want, terwijl hij enkel maar be
dacht was op den vijand daar aan de over
zijde, kwam er achter hem een nog v«e!
dreigender gevaar, in den vorm van een op
geheven rapier, dat, helaas, niet zoo raak
trof, als dit wel do bedoeling was geweest
van Zwarte Meg want die was het, die
gewaarschuwd door Wandelenden Tam, on
zichtbaar en hoorbaar in den nevel achter
hem geslopen was.
(Wordt vervolgd).