Laren's burgemeester beleedigd GROOTE STUKKEN 'AMERSFOORTSCH DAGBLAD II FEUILLETON DE SNELTAX TELEF. 1354 sf 743 Dinsdag 29 Mei 1934 32 e Jaargang No. 277 Geldboete van f opgelegd 100 7. cent TWEEDE BLAD HET KOUDE WEER CYCLOON-RAMP" OVER ENKHUIZEN Roode Kruis-tent toont zijn paraatheid G. LENSINK UIT DE STAATSCOURANT De Heks van Winslea De bekende kwestie van dc uitwijzing der vier Duitschers Amsterdam, 28 Mei. Naar aanlei ding van de uitwijzing van vier Duitschers, die eon internationale conferentie in de Jeugdherberg „De Toorts" te Laren bijwoon den, door den Burgemeester van Laren Jhr. H. L. M. van Nispen van Sevenaar heeft Ir. J. H. B. den Burgemeester een brief met beleedigenden inhoud geschreven. Bedoelde brief luidt als volgt: „Kain wat hebt gij met Uw broeders gedaan. Gaat naar het graf van vader Willem en spuwt er op, dat past U, gij verrader van 's lands eer". De burgemeester achtte zich hierdoor be leedigd, zoodat tegen den ingenieur een klacht werd ingediend. Vandaag stond deze voor den politierechter. Mr. Muller, terecht, verdacht van eenvoudige beleediging. Door het O.M waren geen getuigen opge roepen. De verdediger. Mr. Dr. Benno Stok vis, heeft echter als getuige décharge Burgemeester van Nispen van Scvenaer gedagvaard. De verdachte zeide niet bet voornemen te hebben gehad, om te beleedigen. De president; „Kent U de positie van Kaïn?" Verdachte: „Het was bij mij een spontane reactie op do daad van don Burgemeester. Mijn bedoeling was 's lands eer te bescher men. Het was tegen do traditie van ons land, wat de Burgemeester heeft gedaan". Verdachte wil dan da feiten, zoonis die zich in Laren hebben voorgedaan uiteen zetten. doch de politierechter verzoekt licm bij de beleediging zelf te blijven. Verdachte: „Ik heb het gevoeld als een beleediging door den Burgemeester mijn land aangedaan, en ik voelde het als mijn taak om te zorgen dat zoo iets niet meer kan voorkomen." Dan wordt de burgemeester van Laren. Jhr. van Nispen van Scvenaer gehoord als getuige décharge. Dc verdediger Mr. B. J. Stokvis stelde bem de volgende vraag: „Is het juist dat U tegenover anderen hebt gezegd: „Als zij. die vier Duitschers doodgeschotennu ja,het waren rcvoiiiüonarcn cn ik ben niet zoo kleinzee- rig." Getuige: „Ik kan het niet toegeven. Wan neer zou het dan geweest zijn? Ik weet het niet zoo precis meer. Kr is zooveel over die zaak gesproken. Ik herinner het mij niet." De verdachte vraagt den Burgemeester dan: „Was het U bekend, dat een van de \icr uitgezetten een retourbiljet Antwer pen—Kopenhagen over zee in zijn zak bad?" De politierechter: „Die vraag kan ik niet toelaten en bovendien kan dio kwestie op mijn oordeel geen invloed uitoefenen" De verdediger wijst erop dat dergelijke punten invloed hebben uitgeoefend op den heer B. en deze daardoor tot het schrijven van den brief is gekomen. liet word is hierop aan don Officier van Justitie. Mr. B Beilingh. Deze achtte do be leediging bewezen. Do Burgemeester stond bekend als een goedhartig man. van wlcn men niet mag aannemen dat hij opzettelijk de Duitschers in moeilijkheden wilde bren gen. Spreker requireerde tegen verdachte een gevangenisstraf van vijf dagen Hierna vangt dc verdediger Mr. LV J Stokvis zijn pleidooi aan. In do eerste plaats betoogt hij. dat in de dagvaarding niet is gesteld het. oogmerk om te beleedi gen. Dus is geen strafbaar feit ten laste gelegd. Tot do feiten komende merkt pleiter op, dat de verdachte reeds tegenover de politie heeft verklaard, dat hl) niet dc bedoeling heeft gehad om den burgemeester te be leedigen. De zaak-Laren is helaas van na tionale en internationale bekendheid go worden. Zij is uitgegroeid tot een wereld kwestie. De brief van verdachte was een ware cri de coeur Met dc uitzetting kan pl zich vereenigen, maar zoo zegt hij breng ze dan over de grens, die de vreedelingen zelf annwij zen zooals het bij onzen Vreemdelingen dienst dc gewoonte is De monschen waren polilicke verdachten in Duitschland en voor hen had het over de Duitschc grens zetten, uiterst onaangename gevolgen Ilier is sprake geweest van een verkapte uitleve ring De president: „Ik moet U tot de orde roe pen". De verdediger zet zijn pleidooi voort en deelt mede, dat een van (le over de grens uit een concentratiekamp is ontvlucht D> drie anderen worden of zijn reeds ter dood gebracht. Van alle kanten is geprotesteerd tegen de handelwijze van den Burgemeester. Van uiterst links tot uiterst rechts is een stroom van protesten gekomen Ook do buitenland- sche bladen, zooals do „Manchester Guar dian" en het Deensche blad „Politiken" hebben op scherpe wijze hun afkeuring te kennen gegeven In vergelijking met wat deze en ook ver schillende binnenlandschc bladen schreven, zijn de uitingen van verdachte nog zeer rustig, geweest. Verdachte heeft slechts de bedoeling gehad het besmeurde kleed van de Nederlandschc Maagd van een smet te reinigen. Verdachte is een volkomen obiec tief mensch en hij staat buiten allo politie ke partijen" „Was dit zoc roept pleiter uit nu een geval voor strafvervolging? Als iemand ziet dat een boom van een kerel een klein kind slaat en hij roept „houdt op schoft", dan zal toch niemand het in zijn hoofd krij- EN. DE GESCHENKENBONS BLIJ VEN* GEHANDHAAFDE gen om een vervolging in te stellen wegens beleediging?" Het klem dringt pleiter tenslotte aan op vrijspraak subs tot hot opleggen van een kleine geldboete. Nadat verdachte nog het een en ander over ons asylrccht heeft gezegd, is het woord aan den politierechter Mr. Muller, voor het wijzen van het vonnis. De politierechter is van meening. dat er voldoende wegen voor iedereen openstaan om critiek te oefenen of zich te beklagen over bet optreden van overheidspersonen. Onder dc vrijheid van het woord moet men niet verstaan do vrijheid van schelden. Aan de edele gevoelens van Ir. B twijfelt spr niet. doch Kaïn is een beleedigend scheld woord in dit geval. De politierechter wil echter in aanmerking nemen, dat de be leediging per brief js geschied en niet in bet openbaar of bij een gedrukt et uk,, waar van een ieder kennis kan nemen. In ver band hiermede wil spreker geen gevange nisstraf opleggen, doch zich bepalen tol een geldboete van honderd gulden, subs, tien dagen hechtenis. Onze weerkundige medewerker schrijft ons: Do laatste dagen hebben ons weer een flinke daling der temperatuur gebracht Den 22sten was dc gemiddelde temperatuur van den dag 1.3.1 gr. Zij daalde de volgen do dagen tot 9.5 gr., welke gemjddelde tem peratuur den 26sten voorkwam. Dit is na genoeg in overeenstemming met den ge middelden datum voor den Uoudston dag omstreeks dezen van de maand, terwijl de daling grootcr was dan dc gemiddelde over do laatste veertig jaren. Hoewel Iedereen wel den indruk zal heb ben gekregen, dat Zaterdag eén heel gure dag was, is het record van guurheid niet geslagen worden, want uit mijn aanteeke- ningon blijkt, dat dc laagste gemiddelde temperatuur, 8.5 gr., is voorgekomen op 25 Mei 1914. Het kan dus. om dezen tijd nog kouder zijn. Het mag echter niet onvermeld blijven, dut het ook heel veel warmer kan zijn, zoo als uit de aanteckcningen blijkt. In het jaar 1921 was do gemiddelde temperatuur van den 25sten Mei 22 2 gr. C. Dat is heel was anders cn juist doordat van jaar tot jaar zulke groote verschillen kunnen voor komen en wij dus in. zekeren zin wel eens warme Meidagen mogen verwachten, zijn deze koude dagen zulke groote tegenval lers. liet is nu maar te hbpen. dat er spoedig een algemeene verandering komt in den weerstoestand over geheel Europa, want zonder deze kunnen wij niet verwachten, dat het weer veel warmer zal worden. Wij hebben in den voorzomer vrij wat mooie en warme dagen gehad, meer dan in vele andere jaren, en de droogte die natuurlijk samengaat met geringe- bevolking, draagt or toe bij, dat bet weer mooi is, maar in den laatsten tijd komen veel koele dagen voor. Als daarin dus geen groote verande ring komt moeten wij ons voorbereiden op menigen koelen dag in Juni, een maand, die in de eerste helft nog dagen kan bren gen, die niet zachter zijn dan 1.1. Zater dag. NATIONAAL SOCIALISTISCHE PARTIJ OPGERICHT. Amsterdam, 28 Mei. Uit protest tegen den gang van zaken bij do procedure, wel ke geleid beeft tot het faillissement van het Verbond van Nationalisten, hebben de leden van den Centralen Raad van dat Ver bond eenparig al6 zoodanig en als lid be dankt. Door hen i6 thans opgericht een nieuw verbond genaamd „Nationaal Socia listische Partij" (N.S.P.), leider dr. v. d. My le. Vijftig „gewonden' bevolken de tie* henhuizen van Hoorn Het stadje Enkhuizen men hoeft hét reeds eerder in ons blad kunnen lezen is Vrijdag in den laten avond getroffen •door een ernstige, zij liet dan ook vcron dcrstclde, cycloonramp In het westelijk stadsdeel zijn enkele huizen ingestort, monschen zijn onder hét instortend puin bedolven, de spoorlijn Hoorn—Enkhuizen is gestremd, het auto verkeer door dc Streek versperd. Tot overmaat van ramp heerscht er ïn de. stad een roodvonk-epidemie. Dit is al les gecnscenecrd om het Roode Kruis go- legenhcid te geven tot het houden van een demonstratie, zooals het vorig jaar op touw werd gezet in de omgeving van Raalto bij een vermeenden watersnood. Reeds te 4 uur in don morgen was Za terdag te Hoorn in de omgeving van het Doelenhotel alles in volle actio. De alge meene leiding van de hulpverlecnine1 was in handen van generaal Bakker, 's Nachts was reeds telefonisch opdracht gegeven aan den commandant van dp Schoolcom- pagnic van den Motordionst to Haarlem, om zoo spoedig mogelijk tien vrachtauto's en zes personen auto's met bestuurders ter beschikking te stellen. Voorts was er ma teriaal aangevoerd uit Amsterdam voor het inrichten van een tweetal hulpzieken huizon te Hoorn met een gezamenlijke ca paciteit van 50 bedden. Toen we le ongeveer half acht por leger auto in Enkhuizen arriveerden, was de hulpverleening. welke onder leiding stond van generaal Munnekrede, reeds in vollen gang en was men druk bezig met het transporleeron van zieken en gewonden, wat deels per vrachtauto, doch ook wel met boerenkarren of schuit geschiedde. De besmettelijke zieken werd in per vracht auto naar Hoorn overgebracht. De overige patiënten werden, na te zijn verbonden, vervoerd naar het station Boven karspel cn vandaar per specialeri trein naar Hoorn. De Enkhuizer bevolking toonde bij deze ramp groote belangstelling. O.m was de burgemeester, baron Mackav, reeds vroeg "P-het appèl Als gewonden fungeerde een 50-tal werk- lonzen, die zich nogal gemoedelijk in hun lot schikten. Verschillende doktoren ver leenden medewerking en voel eerder dan men had gedacht, waren de zieken en ge wonden in de hulpziekonhui/.en te Hoorn, inmiddels door een zestal ploegen en 24 helpsters ingericht. ondergebracht. Aan deze demonstratie verleenden ook de Ge nie. de Rfjksvcldwacht en de padvinders medewerking. Zaterdagavond vcreenigde men zich aan ren maaltijd in Ilolel De Doelen te Hoorn. (Msb.) DE REGEERING EN HET STRAPERLO. 's-G ravenhago, 28 Mei. Den laat sten tijd werden door de Regcering meer dere adressen ontvangen, waarin, in het bijzonder voor wat betreft badplaatsen, toe stemming werd verzocht voor de exploitatie van spelen, welke overeenkomst vertoonen met het z.g. Strapcrlospel. Op die adressen is bericht, dat de regee ring in geen enkel opzicht aan de gedane verzoeken kan tegemoetkomen, doch dat integendeel, wanneer dc omstandigheden daartoe aanleiding mochten geven, zoude moeten worden overwogen om nadere wet telijke voorzieningen op dit gebied in het leven te roepen. Dc Goedkoopste ruimste Tax) tc dezer stede. Betrouwbare en kalme chauffenrs. Vraagt prijs voor d-e bultenrltten. Luxo anto's te hnur met en zonder chaut- 'fitir w.o. 7 nors vanaf 7 cent per K.Tfl. De Ondernemer, HOOGEWEG 49. Overgeplaatst naar liet regiment jagers de kapitein N. Tibo van den staf der infan terie. Benoemd tot officier van gezondheid tweede klasso bij de landmacht de student in de geneeskunde (arts) N. van Eek. Met 1 Juli is dc kapitein ter zee II. J. Albarda eervol ontheven als directeur van het loodswezen, do betonning, bebakening en verlichting in het le en 2e district te Harlingcn en als permanent commissaris van toezicht op de betonning cn verlichting der Eemsmondcn en is hem op verzoek we gens langdurigen dienst eervol ontslag uit den zeedienst verleend. Met 1 Juli is do kapitein-luitenant ter zee S. van Ramshorst eervol ontheven van zijn betrekking van inspecteur van het loodswezen enz. in algemeencn dienst en is hem opgedragen de betrekking van di recteur van het loodswezen enz. in het le en 2c district te Harlingcn, legons perma nent commissaris van toezicht op do be toon ing cn verlichting der Eemsmondcn. Met in en nu van lfi Mei 1934 is bevorderd tot kapitein-luitenant ter zee bij do Ko ninklijke marine-reserve de luitenant tor zee der le klasse dier reserve J. C. Bender en is hom op ziin verzoek eervol ontslag uit don d'nnst. verleend. Bij K.B is benoemd tot Ridder in do Ordo van Oranje Nassau, Dr. R. S. Hermanides, arts Ie Apeldoorn. Bij K B. is toegekend de aan do Orde vau Oranje Nassau verbonden cere medaille in brons nan A. Verhagen, tuinman bij de fa milie Van der Lee te Hekendorp Bij K.B. is met ingang van 17 September 1934 aan Prof. Dr. A. W. Niemvonhuis, op zijn verzoek eervol ontslag verleend als hoogleeraar aan dc Rijksuniversiteit te Lei den, met dankbetuiging voor de belangrijke in dio betrekking bewezen diensten. Rij K.B. is met ingang van 1 Juni 1931 benoemd tot adjunct-expert bij de Scheep vaartinspectie A. C. von Brake], to Gaar-: keuken. Bij K B. is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau de heer L. G. van Loon, chef van het hoofdpost- en telegraafkan toor te Batavia Centrum. Bij beschikking van den Minister van Fi nanciën is de Ontvanger der directe belas tingen. mr. C. Kcnncma verplaatst van de inspectie der directe belastingen to Hilver sum naar het kantoor der directe belastin gen en accijnzen tc Dongen. Bij K.B is aan J. H. Mulder, Ingenieur, wonende le Utrecht, verlof verleend tot het aanemen van zijn benoeming tot Ridder in de Orde van het Legioen van Eer van Fran krijk. DE EERSTE NIEUWE HOLLANDSCHE HARING. AanH. M. de Koningin aange boden. Zalordug werd aan If. M. do Koningin do Eerste Nieuwe Ilollandsche Maatjesha ring aangeboden door do Firma Jan Don Co. te Vlaardingen. Dc aanbieding vond plaats door den bij kans 86-jarigen Haring-expert, den Heer A- v. d. Berg. Volharden, kloek van zinnen, Een goede zaak beginnen, Verwint 't heelal... naar het Engelsch van May Wynne. 4-5 HOOFDSTUK XXVIII. Het geheim van den Zwarten Poel. Achter een groep elzen stond een kleino jongen in een versleten buisje en zonder pet op het hoofd, zoodat de wind vrij spel had door zijn peenklcurig haar. Weinig aandacht schenkend aan de wan orde, die de wind over het geheel mocht aanbrengen in zijn toilet, aanvaardde „Wan delende Tam" den tocht heuvelopwaarts in dc richting van Winslea Grange. Nu on dan stou- hij stil, keek rechts tn links on; zich heen en verschool zich soms achter een boom of een steonblok. of hij bang was, dat hij gezien zou worden. Hij wist zeer goed. dat de man aan den anderen kant van do rivier wel degelijk op hem lette. En die man was James Birley. Maar toch zette hij moedig den tocht voort, want Zwarte Meg had hem warm avondeten beloofd als bij goed zijn bood schap deed. Het was al koud hier op de vennen en niet lang zou het meer duren of de avondnevel kwam opzetten. Maar Tam liep door en be reikte na eenigen tijd bet huis van Wins lea Grange. Hij wist zeer goed, dat bij van achter een struik, dichtbij het gesloten venster, waar hij stónd, werd gade geslagen. Iritusschen nam hij voorzichtig een paar kiezeltjes, wierp die tegen een van de ruitjea en riep zacht: „Mistress Marjorie! Mistress Marjoriel" Jaracs Birley leunde -zoo ver mogelijk voorover cn spande zich in om vooral te hooren wat nu volgen zou. Daar werd het \enslcr opengeschoven en een stem vroeg: „Wie roept Marjorie Stapleton?" „Ik, Wandelende Tam. Ik. die u al eens hierheen heb gebracht, mistress, van de hut van Meg van Winslea". Marjorie her kendo hem nu en herhaalde: „Wandelende Tam? En waarvoor ben je nu gekomen?" „Mcg van Winslea heeft mij gezonden, mistress. Kr is een man bij haar in de hut gekomen, die van u spreekt". „Een man?O, de hemel zij geloofd! Zeker Hugh Ainslie?" „Neen, mistress, zoo heet hij niet. Kolo nel Richard Morrice moest ik u zeggen on dan zondt u het wel weten". „Inderdaad, dien man ken ik. Maar hoe is die in de hut vau Meg gekomen, vanuit kastocl Póntefract?" ..Dat weet ik niet, mistress. Hij heeft niet van ziclizelvcn gesproken, enkel van u. En hoe bij zijn vriend beloofd had u uit welk gevaar dan ook te redden". „Om mij te redden?" Zij verloor nu alle voorzichtigheid uit bet oog en boog zich half voorover uit het von- ster naar het ventje, dat nu waarschuwend don vinger op de lippen legde. „U Jiioet oppassen, lady.r waarop Marjo rie zich dan ook in groote ontsteltenis terug trok en h» m enkel nog tot spoed aanmaan de om haar zoo gauw mogelijk do bood schap nine ta doelen „Kolonel Morrice zal hier morgenavond zijn bij het opgaan van de maan en hij zal de middelen meebrengen om u uit uw ge vangenschap te vcrl ssen, als u zich aan z'n zorgen wilt toevertrouwen". „Natuurlijk van gan-eher harte. Maar el- lacie!Morgenavond zal het te laat zijn. want. op den ochtend moet ik trouwen met een. dien ik haat cn vrees. En dan ook niet uit vrijen wil, maar gedwongen". „Morgenochtend? Ja, dat is nu een moeilijkheid, waarop di«* lieer niet gerekend heeft Welk antwoord zal ik hem dan bren gen. mistress?" „Luister eens, Tam: aa hem nu zoo gauw mogelijk \ertelien, dat het morgen te laat zal zijn: dat hij vanavond komen moet vanavond, vat je? Sineck hem, bij al wat hem heilig is, dat hij ooit heeft liefgehad of zal liefhebben dat hij vanavond een hul- polooze vrouw bijstand komt verleencn. Wil je hem dat zeggen, Tom?" Do jongen aarzelde. „Vanavond?Maar de mist komt op, lady, en ik heb jc bopren zeggen, dat deze heer don nacht doorbrengt in de „Bar-Gu e>ts'\ bij den \V2c6lea \Val< rval en u weet, dat die plaats een sRcfilcn naam heeft, want dat daar geesten rondwaren in den mane schijn". „Maar als jc Je wat haast, Tam, zal je daar nog zijn, lang voor het opgaan van de maan. O, ga toch, jongen! Je mag vragen, welke belooning je maar verlangt Hier is mijn beurs, daar zit niet veel in, dat geef ik toe, maar er zijn anderen, d.e je,zeker, rui mer beloonen zullen. Neem die nu vast mee,. Tam. Loop dan, wat je loopen kunt, naar de „Bar Guests' en vraag of kolonel Morrice, zonder mankeeren. vanawnd komt". Hij nam de zijden beurs, die zij bom had tojgowoiuen van tie ei no hand in de ande re en herhaalde half luide: „Naar dc „Bar-Guests". Zwarte Mcg zal daar misschien zelf nog heengaan, als ik terug b-*n. Maar ik donk wel, dat die blonde neer met do b'auwe oogen hier zal komen". 'ïatr '.iep weg cn boorde zachtjes het ven sier achter zien dichtgaan. Maar dal was niet het geluid, waarop hij wachtte. Hij durfde echter niet omkijken om te zien James Birley hem wel volgde Toch was hij hier cu oogenblik later ze ker van en opzettelijijk liep hij toen niet tc snel. dat zijn vervolger hem in den nevel toch vooral in liet oog kon houden Met triomf in het hart ging James Bir ley dat sanicnt. cflen tegemoet met kolonel Morrice, den man, op vvien hij zich wreken wilde en rUcii bij zich voorstelde als e-m vluchteling, zwak cn uitgeput door ontbe ringen en dus des te gemakkelijker een prooi voor zijn zwaard. Morgen zou hij Mistress Marjorie verkla ren waarom haar redder zich niet aan dc af spraak gchoudon liad. En wat zou bij zich ook verdienstelijk maken tegenover zijn par tij. als hij de natie bevrijdde van dien moor denaar van generaal Rainsborough! Tam had hij nu uit het oog verloren, dus 6tond hij stil cn luisterde Juist, daar was de oever van de rivier en daar hoorde hij het geruisch van den Wa terval van Winslea. Maar vernam hij daar nog niet een ander geluid, dat tot hem kwam uit den nevel, die over den oever hing? Een stem, diep en rijk van toom maar toch rnet iets droevigs er in, dat niet hoorde bij den inhoud van het lied, zong: Hey for Cavaliers! Ho for Cavaliers! Pray for Cavaliers! Rub-be-dub! Rub-be-dubl Havo at old Beelzebub, Oliver smokes for fear! En, terwijl James Birley aan don eenen oever stond, zag hij aan den anderen Ri chard Morrice, geheel ten strijde uitgerust, zoonis hij was, toen hij met zljn4 kameraden den uitval van kasteel Póntefract ondernam. Morrice zag hem ook en kwam een schre de naderbij. Helaas stroomde de rivier tusscben hen beidenToch trok Morrice zijn zwaard met een woeste uitdaging, dat. als Birley niet openlijk met hem strijden wilde, hij dan over dc rivier zou zwemmen cn hem zou doodslaan als een hond. Maar het antwoord, dat James Birloy had willen geven, zou nooit uitgesproken worden, want, terwijl hij enkel maar be dacht was op den vijand daar aan de over zijde, kwam er achter hem een nog v«e! dreigender gevaar, in den vorm van een op geheven rapier, dat, helaas, niet zoo raak trof, als dit wel do bedoeling was geweest van Zwarte Meg want die was het, die gewaarschuwd door Wandelenden Tam, on zichtbaar en hoorbaar in den nevel achter hem geslopen was. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 5