AMERSFOOIRTSCH DAGIBI^AO
Amersfoortsche Kunsthandel
FEUILLETON
Donderdag 31 Mei 1934
32 e Jaargang No. -279
TWEEDE BLAD
CREDIET VOOR WERK
VERRUIMING
UIT DE STAATSCOURANT
BEZUINIGING BIJ DEN RAAD
VAN STATE ENZ.
Het kanaal door Zuid-Beveland
NEDERLAND EN DE
TRANSFER-CONFERENTIE
DE PAPIERINDUSTRIE
OP DE VELUWE
Hollandsch en Italiaansch
Smeedijzer
De Heks van Winslea
Volgens het Voorloopig Verslag der
Eerste Kamer kunnen vele leden
zich niet vereenigen met de
loonpolitiek der regeering
Verschenen is liet Voorloopig Verslag
over het wetsontwerp tot wijziging en ver
hooging van het zevende hoofdstuk B. dér
Rijksbegrooting voor 1931 (erediet voor
werkverruiming).
Vele leden gaven te kennen, dat zij groote
waardeering hadden voor de strekking van
dit wetsontwerp.
Deze leden vertrouwden, dat, indien
blijkt, dat gunstige resultaten van de voor
gestelde richting zijn te bereiken, de re
geering zoo noodig verdere credieten zou
aanvragen.
Verscheiden andere leden konden dit
wetsontwerp niet met algeheelo instem
ming begroeten.
Dat zij thans dit wetsontwerp allerminst
kunnen toejuichen en daartegen zelfs ern
stig bezwaar hebben, is vooral een gevolg
van het feit, dat de regeering van deze ge
legenheid gebruik wil maken om de loonen
der arbeiders nog meer te drukken.
Om te kunnen beoordeelen of de aanne
ming van dit wetsontwerp met het oog op
de rijksfinanciën gewettigd is, zouden eenige
leden gaarne worden ingelicht omtrent
den toestand van deze financiën en een
overzicht ontvangen van de inkomsten
over de thans verloopen maanden van 1931.
Loonpolitiek. Vele leden konden zich
niet vereenigen met de loonpolitiek van de
regeering. De regeering, zoo zeiden zij,
spreekt het wel tegen, maar de practijk
leidt er toch toe, dat van hoogerhand
loonsverlaging wordt bevorderd.
Deze leden drongen er op aan, dat de
regeering alvorens tot verdere loonsverla
ging te dwingen, nogaals zal willen over
wegen, of deze wel gerechtvaardigd is.
Andere leden verklaarden geenerlei be
zwaar te hebben, dat voor de werken, die
met financieelen steun der regeering zul
len worden uitgevoerd, lager loon zal wor
den uitbetaald dan voor normaal werk.
Eenige leden maakten do opmerking, dat
er rekening mede moest worden gehouden,
dat tengevolge van verschillende omstan
digheden, zooals den aan den landbouw in
velerlei vorm verleenden steun en de ge
volgde, monetaire politiek, de kosten van
het noodzakelijk levensonderhoud hier te
lando hooger zijn dan elders, en dat als
gevolg daarvan vergelijkingen met in an
dere landen geldende loonen en steunnor-
men niet opgaan.
Sommige leden vestigden er de aandacht
op, dat loonsverlaging vermindering van
koopkracht beteekent.
Ten aanzien van de loonpolitiek werden
een aantal vragen gesteld, o.m. deze:
Indien bij het overleg, waarbij de ter
plaatse bestaande loonen niet als norm zul
len geden. overeenstemming niet zal wor
den bereikt, zullen de werken dan niet
worden uitgevoerd? Of zullen in een zelfde
streek soortgelijke werken naast elkander
worden uitgevoerd tegen verschillend loon
peil?
Verlaging van de kosten van het levens
onderhoud. Sommige leden betoogden,
dat loonsverlaging niet mogelijk is, indien
do kosten van het levensonderhoud niet te
vens tot daling wordt gebracht.
De leden, hier aan het woord, bepleitten
de noodzakelijkheid van verlaging der
huren.
Enkelo leden wezen op het groote ver
schil. hetwelk hier te lande nog steeds be
staat tusschen groot- en kleinhandelsprij
zen.
Monetaire politiek. Enkele leden be
loogden, dat, indien de regeering de loonen
wil aantasten, zij ook op vermindering der
vaste lasten bedacht moet zijn. Alle lan
den zijn de weg der devaluatie opgegaan,
behalve Zwitserland en Nederland. De
vraag mag worden gesteld of Nederland
niet in een onhoudbare positie komt te vcr-
keeren.
Handelspolitiek. Eenige leden zouden
het op prijs stellen van de regpering eene
uiteenzetting te mogen ontvangen van de
groote lijnen der door haar te dezen in de
naaste toekomst te volgen politiek. Meer in
het bijzonder zouden zij gaarne worden in
gelicht omtrent den stand der onderhande
lingen met Engeland, Frankrijk, België en
vooral met Duitschland.
Aangedrongen word op krachtige be
scherming van de Nederlandsche industrie
tegen de destructieve concurrentie van het
buitenland. De regeering zal krachtiger ge
bruik moeten maken van de verdedigings
middelen, welke de Statcn-Gcneraal haar
op haar voorstel hebben verschaft.
Hiertegenover maakten andere leden de
opmerking, dat vermindering van den in
voer noodzakelijkerwijze tot vermindering
van den export zal moeten leiden.
Steunverleening. Ten aanzien van de
steunverleening werd de opmerking ge
maakt, dat het bedrag van den sieun het
loon op den voet volgt. Zoo is tengevolge
van de daling van het loon de steun in
Twen the reeds verlaagd van 13 tot 11.
en indien het loon verder moet dalen, zal
ook de steun nogmaals word.cn vermin
derd. Naar het oordeel van sommige leden
kan dit niet worden gedoogd, aangezien
dit eene ethisch ontoelaatbare handeling
zou zijn.
Het belang der gemeenten bij dit wels
onlwerp. Afgezien van het morei Ie
voordeel van de, zij het vermoedelijk
slechts tijdelijke, werkverruiming is het
wetsontwerp, zoo betoogden enkele leden,
van belang voor de gemeenten.
Dit wetsontwerp, mpcnden de leden, Vner
aan het woord, dan ook mede te mogen be
schouwen als gevende aan de gemeenten
eenige rechtvaardige compensatie voor de
vermindering der rijksbijdrage in de uitga
ven voor werkloosheidszorg. Gewezen werd
speciaal op Amsterdam en Rotterdam.
Financiering der werken. F.enige le
den hadden bezwaar, dat de voor de uit te
voeren werken benoodigde gelden door lee
ning op langen termijn zullen worden ver
kregen. Zij achtten het onjuist, dat deze
lasten naar de toekomst worden verscho
ven.
Enkele leden vestigden in dit verband de
aandacht op het denkbeeld door prof mr.
C. W. de Vries, hoogleeraar aan de llan
delshoogeschool te Rotterdam, om. bij con
solidatie van de vlottende schuld, welke
voor de uitvoering van het onderhavige
plan zal zijn aan te gaan, eene vrijwillige
geldleening uit te schrijven tegen verlaag
den rente'vöet.
Aard der uit te voeren werken. - Ver
scheidene leden wenschten te worden in
gelicht aangaande den aard der werken,
welker uitvoering de regeering voornemens
is te bevorderen.
Bestuur van het werkfonds. Eenige le
den maakten bezwaar tegen de samenslel
ling van het bestuur van het werkfonds,
aangezien daarin niet vertegenwoordigers
van de vakcentrales zitting zullen hpbben.
Bij beschikking van den minister van
Waterstaat is met ingang van 1 Juni 1934
le. de expert bij de Scheepvaartinspectie J.
H, Th. Eerman overgeplaatst van het 4de
district naar het 2do district, met stand
plaats Rotterdam; 2e. den adjunct-expert
bij de Scheepvaartinspectie A. C. van Bra-
kel als ambtskring aangewezen het 4de dis
trict met standplaats '6-Gravenhagc.
Bij K.B. is aan den bouwkundig ambte
naar eerste klasse bij den Rijksgebouwen
dienst H. R. Schwencke, te 's-Gravcnhage,
do persoonlijke titel van bouwkundig hoofd
ambtenaar, bij den Rijksgebouwendienst
verleend.
EERSTE KAMER
Beperking van buitenlandsche
studeerenden aan de Technische
Hoogeschool
Aan de orde zijn verschillende wetsont
werpen. Dat tot wijziging van artikel drie
der wet op de inkomstenbelasting 1914
wordt zonder debat en z. h. st. aangeno
men.
Bij de wetsontwerpen inzake bezuiniging
bij den Raad van State, de AÏgemeene Re
kenkamer en de rechtelijke macht betiogt
de heer van Sassc van Ysselt dat
bij den laatste de salarissen eigenlijk niet
voor verlaging vatbaar zijn.
De Minister van Justitie beroept
zich op don nood der schatkist
De wetsontwerpen worden z h. st. aan
genomen.
Bij bet wetsontwerp tot wijziging der
pensioenwet 1922 maakt de heer Ossen-
dorp eenige bezwaren wat betreft bet ver
vallen van pensioen voor de hertrouwende
weduwe.
Ook tast het wetsontwerp de autonomie
der gemeenten aan.
De heer Mend els komt er tegen op,
dat een hertrouwende en een in concubi
naat levende weduwe gelijkelijk hun pen
sioen verliezen.
Minister de Wilde zegt dat. dit ont
werp niet meer is, dan een onderdeel van
de algemeene salarisregeling, waarom
trent voortdurend naar meer uniformiteit
wordt gestreefd, ook voor de lagere orga
nisaties. Nog onlangs heeft spreker per cir
culaire bij de gemeenten aangedrongen op
zooveel mogelijk aansluiting bij dc rijks-
salarisrcgelmgen.
Het wetsontwerp wordt z. h. st aange
nomen.
Eenige kleinere wetsontwerpen worden
zonder debat en z. I». st. aangenomen.
Bij het wetsontwerp lot lijdelijke beper
king der bevoegdheid voor vreemdelingen
om aan de Technische Hoogeschool te
Delft examen nf te leggen, betoogt dc heer
Mendels dat het te veel onzekerheid om
vat. Het treft de intellcotueelcn. terwijl het
uitoefenen van tal van bedrijven door
vreemdelingen vrij "blijft.
Minister Merchant betoogt, dat het
wetsontwerp een veiligheidsklep is. ten be
hoeve van het toenemende aantal Neder
landsche gestudeerden, dat geen emplooi
kan vinden en dient om het gevaar voor
overvleugeling door vreemdelingen te kce-
ren.
Het wetsontwerp wordt z. h. st. aange
nomen.
Bij bet onteigeningsontwerp voor ver
breeding van bet kanaal door Zuid Beve
land en verhooging van de spoorwegbrug
over dat kanaal, bij Vlakc met bijkomende
werken, betoogt de heer de Savornin
Lobman dat de rceeering bij krachtig op
treden, o. m. in de Rijnvaart-commissie, op
den steun van het parlement kan rekenen.
Spreker komt er tegen op, dat sommigen in
België de werken beschouwen als een er
kenning van schuld door Nederland jegens
België. Aanneming van dit wetsontwerp
mag geen verplichtingen jegens andere lan
den inhouden.
De heer van der Bergh ziet in de
werken een zuivere Waterstaat-kundige
aangelegenheid.
De heer Knottenbelt zegt, dat velen
sceptisch staan tegenover het inzicht van do
regeering. Spreker dringt aan op meer
openhartigheid jegens het parlement.
Dc Minister van Waterstaat, de
heer Kalff, zegt, dat het kanaal verbreed
moet worden voor de binnen- en buiten
landsche scheepvaart.
Het wetsontwerp wordt z. li. st aangeno-
nomen.
Verschillende andere, o. m. contingentee-
rings-wetsontwerpen, worden zonder debat
en z. h. st aangenomen.
Do vergadering wordt verdaagd tot 12
Juni a.s.
Naar aanleiding van bet officieele com
muniqué omtrent den afloop van do
transfer conferentie te Berlijn, hebben de
heeren C E. Teimeulen en mr. W. Cnoop
Koopmans, vertegenwoordigers van do Ne
derlandsche houders van vorderingen op
langen cn op middclmatigen termijn, te
dezer conferentie daartoe aangewezen door
de Vereenig ing voor den Effectenhandel en
do Amsterdamsche bankiersvereeniging
aanvullende mededeclingcn verstrekt. Zij
wezen er op dat niet do minste zekerheid
bestaat, dat op vorderingen, vervallen in het
jaar van 1 Juli 1934 tot 30 Juni 1935 eenige
contante betaling zal geschieden.
Ook ten opzichto van het behouden van
de rechten der houders, betreffende aflos
bare hoofdsommen, beslaat nog geenerlei
zekerheid. Het behoeft geen betoog dat de
vertegenwoordigers der Nederlandsche cre
diteuren die in voortdurend eng contact
met de Nederlandsche regeering hebben
gestaan, hun stem aan een dergelijk voor
stel niet konden geven.
Thans is naar hun meening hot moment
gekomen, waarop de regeering deze zaak
zelf in handen moet nemen. Zij zijn in het
volste vertrouwen dat de regeering de mid
delen zal aanwenden, die haar ten dienste
staan om voor de houders een uitweg uit
do tegenwoordige, ernstige situatie te be
reiken.
„NATIONAAL HERSTEL EN DE N.S.B."
Naar aanleiding van een bericht in en
kele bladen ontkent het hoofdbestuur van
liet Verbond voor Nationaal Herstel met
nadruk, 'onderhandelingen te voeren om
tot een fusie met de N.S.B te komen.
Nadere mededeelingen van
generaal Snijders.
Naar aanleiding van het bericht omtrent
onderhandelingen tusschen de N.S.B. en
Nationaal Herstel heeft de N.R.Ct een on
derhoud met generaal Snijders gehad. De
generaal zeidc, dat er van onderhandelin
gen geen sprake was. „Ik sta wel met ir.
Wiegersmn iri gedachtenwisseling, zoowel
schriftelijk als mondeling, over de beginse
len van de N.SB Ik doe dit echter geheel
privé en buiten het hoofdbestuur van Na
tionaal Herstel om. en uitsluitend om mij
nader te oriénteeren omtrent die beweging.
Ik begrijp niet hoe men hieruit de gevolg
trekking kan maken van een fusie en ik
begrijp ook niet hoe een dergelijk bericht
in dc wereld komt, daar ik hierover met
niemand buiten mijn allernaaste omgeving
heb gesproken".
Op onze vraag, of ook ir Wiegersma als
privé persoon aan deze gedachtenwisseling
deelgenomen beeft, antwoordde de heer
Snijders dat hij geen oogenblik den indruk
heeft gehad dat de heer Wiegersma in dit
geval met dc leiding van de NSB. voeling
heeft „Do heer Wiegersma vyeet ongetwij
feld ook, dat ik mij tot hem als privé per
soon en niet als drager van een of andere
N.srB. functie heb gewend".
IR. W. C. G. H. VAN MOURIK
BROEKMAN, f
Gistermiddag i6 te Haarlem tengevolge
van een hartaandoening plotseling overle
den ir. W. C. G. H. van Mourik Broekman.
Ir. van Mourik Broekman was onlangs af
getreden als directeur van de eerste H.B.S
en was lid van het directorium van het ge
meentelijk lyceum aldaar.
Eerbeek, 30 Mei Ons industriedorp
met zijn vijfhonderdtwintig huishoudens,
waar in hoofdzaak de ingezetenen hun em
plooi vinden in de papier- en papicrwaren-
industrle n.l. een vijfhonderdtal wordt ern
stig bedreigd.
Langen tijd heeft de industrie zich staan
de weten te houden ten koste van groote
financieele offers, doch in verband met het
bijna geheel wegvallen van den export cn
met de daartegen overstaande vermeerde
ring van invoer van buitenlandsche'papier
soorten zijn hier to lande groote voorraden
bij de verschillende fabrieken opgeslagen,
waarvoor absoluut geen afzetgebied te vin
den is.
Met ingang van 1 Juni zal dan ook door
een der grootste fabripken, de werktijd wor
den ingekrompen met 33'A cn is de m?
gelijkheid groot, dat binnenkort meerdeic
firmas zullen volgen. Tal van arbeiders
zullen hierdoor financieel getroffen worden.
Engeland heeft haar invoerrechten van
16% voor ongeveer een maand terug ver
hoogd tot 20 voor de meeste papiersoor
ten uitgezonderd o a. krantenpapier Van de
zijde der Vereeniging van Nederlandsche
papier Fabrikanten en ook van de zijde der
werknemers, alsmede door het gemeente
bestuur is de Regeering herhaalde ma'en
op dezen toestand gewezen en zijn stappen
gedaan om tot contingentcerïng te komen;
tot heden zijn deze nog zonder practisch
resultaat, gebleven
AANSCHAFFING VAN LUCHTDOEL
GESCHUT.
Naar aanleiding van mededeelingen, in
sommige bladen, o.a. dc s.-d. arbeiderspers,
verschenen in verband met proefnemingen
mot luchtdoelgeschut, wordt bet volgende
bericht.
Voor de luchtverdediging van den af
sluitdijk der Zuiderzee is bij do begrooting
voor 1934 gerekend op beschikbaarstelling
uit het Zuiderzeefonds van een bedrag van
2.250.000 voor*de aanschaffing van lucht
doelgeschut, luistertoestellen en zoeklich
ten (zie witte stukken 1933—1934, Tweede
Kamer, wetsontwerp 2F, begrooting Zuider
zeewerken en wel memorie van toelichting,
bladzijde 5 bovenaan).
Ten einde bij dezen in uitzicht gestelden
aankoop van luchtdoelmateriaal zoo oeco-
nornisch mogelijk te werk le gaan, is aan
een aantal fabrikanten offerte gevraagd
van luchtdoelgeschut, vuurleidingstoestellen
enz. voor eenige batterijen rnet de daarbij
bohoorende reserve.
Deze aanbiedingen zijn in handen gestold
van een door den minister van defensie in
gestelde commissie, welke dc aanbiedingen
zal onderzoeken en den minister voorstel
len zal doen.
Deze aanschaffing is noodig ten gevolge
van den door de uitvoering van de Zuider
zeewerken tot stand gekomen ge wijzigden
waterstaatkundigen toestand en staat der
halve met den algemeenen politiekcn toe
stand in Europa in geenerlei verband.
De mededeelingen betreffende een reeds
gemaakte keus zijn voorbarig, aangezien
het onderzoek der commissie nog niet is af-
geloopen cn nog geenerlei voorstellen zijn
gedaan.
Handwerk, Aparte vormen. Schemerlampen,
Bureaulampen, Wandlampen.
UTRECHTSCIIEWEG 36 TELEFOOH 1758
Direct over 't spoor
Alles wat uw hand vindt om te doen, doe
dat met al uw macht.
naar het Engelsch van May Wynne.
47
Lambert zond een bode naar Cromwell,
om te vragen, of het slot vernietigd moest
worden, en het antwoord luidde bevesti
gend.
Dus werd een aanvang gemaakt met bet
sloopwerk en zou het oude slot zich niet
langer dreigende verheffen, terwijl zulk
een vesting toch eer de trots dan de vrees
van het land had moeten uitmaken.
Na verloop van veertien dagen was ei
niet veel meer van over gebleven, dan éen
groote puinhoop.
Er was intusschen geen spoor ontdekt van
het zestal, dat ontsnapt was.
Zoo eindigde het laatste beleg van Ponte
fract en de bevolking uit de omliggende
dorpjes zag hierin een verplaatsing van den
strijd, die haar meer vrede beloofde.
Moest vrede dan alleen geboren worden
uit vernietiging? Dit op zichzelf was, voor
waar geen troostelooze gedachte.
HOOFDSTUK XXX.
Onder de ruïnen.
Eindelijk dan toch vrij!
Dit was de juichkreet van Marjorie Stap-
leton, toen zij zich over de vennen van
Winslea naar Knottingley begaf.
Gedurende een veertien dagen nog was
zij gevangen gebleven op Winslea Grange,
steeds vreezende, dat James Birley soms
mocht terugkeeren.
Maar de zwarte poel bewaarde zijn ge
heim goed. Hoezeer ze ook nazoek deden,
er werd geen spoor gevonden van den heer
en meester van de Grange cn in waarheid
was het een verluchting voor de bedienden,
nu ze hoe langer hoe meer gingen denken,
dat master Birley nooit zou terugkeeren!
Zijn stiefzuster, Janet, was de eerste, die
ronduit sprak:
„Een man met zoo'n harde, wreedo na
tuur zal nog veel meer vijanden hebben ge
had. dan wij wel wisten. En in deze dagen
van bandeloosheid is een man maar veel
te gauw geneigd zijn zwaard te trekken. Ik
houd het in ieder geval voor zeker, dat Ja
mes niet terugkeert. Uit eigen vrijen wil
zou hij toch niet zijn weggegaan van Wins
lea. terwijl den volgenden dag zijn huwe
lijk zou voltrokken worden!"
Maar toen Janet, na verloop van een
week. er van had gesproken, dat Marjorie
dus vrij zou zijn. was mistress Birley het
hiermede niet eens geweest.
„Een onvoorziene plicht kan hem wel op
geroepen hebben", sprak zij tot haar doch
ter, „en plicht ging bij James altijd vóór
alles."
Janet baalde de schouders op.
„Ik ben er nog niet zoo zeker van. dat
James zoo'n heilige zou zijn", meende zij.
„en ik houd het voor onzen plicht, dat wij
dat arme kind naar haar familie laten
terugkeeren. Ze is nog maar een schim
van wat zij geweest is en dit enkel uit
vrees, (fat James soms weer mocht op
dagen".
Maar toch bleef mistress Birley nog een
week weigeren. Na verloop van dien tijd
was de oude dame het met Janet eens, dat
James zeker iets overkomen moest zijn.
Dus werd Marjorie verzocht nu niet lan
ger als gevangene, maar als logée op Wins
lea tc blijven. Heel vriendelijk en beleefd
bedankte het jonge meisje hiervoor, maar
nam een teeder afscheid van Janet.
„Ik dank je hartelijk voor de wijze waar
op je mij terzijde gestaan liebt", riep zij
half-snikkend in het besef van haar vrij
heid.
„Het verheugt mij oprecht Marjorie, dat
de Voorzienigheid het zoo geschikt heeft
Nu hoop ik nog maar, dat het niet lang
duurt, of jc vindt je verloofde en treedt
met hem in het huwelijk' Dat heb je wel
verdiend na al het leed. dat je eerst werd
opgelegd".
Moedig wisclile Marjorie do tranen af.
„Ik weet niet. wat ik beginnen zal, als
Hugh iets overkomen mocht zijn. Ik zal
dan maar hopen, dat de Voorzienigheid
mij ook hierin gunstig gezind is".
Arme Marjorie! Zij kon toch ook niet
vermoeden, dat het zulk een droevige
thuiskomst voor haar zou zijn.
Het zien van het verlaten huis en den
verwaarloosden tuin riep haar weer le
vendig voor den geest die tragedie van den
dood van haar vader.
Het was eeo vreesclijke beproeving, om
daar in haar vaders studeerkamer alles
nog zóó te zien. als hij het verlaten had-
met opengeslagen folio's en met zijn groo-
ten armstoel, zoo even van tafel gescho
ven, precies, zooals hij daaruit opgestaan
was op den avond, dat hij zich op dien gc-
vaarlijken tocht begaf.
Waarom had hij zich liever niet tot zijn
studie bepaald; hij was immers niet prac
tisch genoeg voor een dergelijke gewaag
de onderneming!
En waar was vrouw Lettington? Zij had
haar toch ook niet verlaten?
Ze liep alle vertrekken door. maar vond
geen spoor van dc oude getrouwe. Wel
was er verschrikkelijk geplunderd; in de
eene kamer ontbrak dit, in dc andere dat
stuk van waarde, en. naar zij later hoorde,
was dit hoofdzakelijk bet werk van Lar-
kins.
Vrouw Lettington had zoozeer getobd
over den dood van baar beer cn het ver
dwijnen van diens dochter, dat P"rker
bang was geweest hoe ze zich eenig leed
zou aandoen, haar dan ook maar getrouwd
had en haar toen bij zijn familie in Skel
brook had gebracht, een plaatsje een paar
mijlen daar vandaan.
Maar waar zou Marjorie zelve nu heen
gaan?
Haar eerste gedachte was een bezoek te
brengen op Barkleigh Towers. Lady Ain-
slie, de moeder van Hugh, was ccn paar
maanden geleden gestorven, maar zeker
zouden enkele van de bedienden toch wel
weten, waar hun heer was.
De vernieling van Pontefract had zij met
eigen oogen aanschouwd, maar naar haar
geliefde had zij nog niet durven vragen.
Ze kon het nu echter niet langer uit
houden, want ze voelde zich weergaloos
eenzaam en verlaten, zonder een enkelen
vriend of raadgever, tot wicn zij zich wen
den kon.
Zoo spoedde zij zich de lange oprijlaan
af, naar Barkleigh Towers, maar, naar
mate zij het huis naderde, ging zij lang
zamer loopen.
„Wat ter wereld zou zij toch beginnen,
als zij hoorde, dat Hugh ziek was, of go-
vangen zat, of....
Een man trad door de oprijlaan; Marjo
rie herkende hem als Greyson, den tuin
man, en hield hem staande.
„Je heer?stamelde zij. „Waar is je
heer?"
Hij keek ten zeerste verrast, want er wa
ren vreemde geruchten in omloop geweest
betreffende Marjorie Stapleton. Hij voelde
echter medelijden met haar en antwoordde
vriendelijk:
„Hij is niet hier, mistress. Hij is ook niet
weergekeerd na de overgave van het kasteel.
Ze zeggen, dat de generaal van de Rond
hoofden eischtc, hoe hij cn vijf van zijn
wapenbroeders uitgeleverd en dan gehan
gen zouden worden, maar ze hebben zo
geen van allen gevonden. Dus heeft de ge
neraal het slot met den grond gelijk ge
maakt cn is weggetrokken. Maar nog al
tijd bobben wij van onzen heer niets ge
hoord, al zeggen sommigen dan ook. dat
hij naar Frankrijk ontsnapt is, en anderen,
(lat bij bij het beleg den dood vond".
Marjorie uitte een kreet en riep:
„O neen. nfet dood!... Toch niet gedood...
„Dat geloof ik ook niet. mistress", zei de
man, om haar te troosten. „Hij zal te eeni-
ger tijd wel',weer terugkomen, als de ko
ning weer op Whitehall is".
"Zou dit ooit nog gebeuren?" vroeg zij
ongeloovig.
(Slot volgt).