HERZIENING INVOERRECHTEN rENTOONSTELLING MARKTHAL AMERSFOORT 'n dooKi&ocML tuccei/ DAG GEOPEND van 10 tot 10 uur DAT MOOGT U NIET MISSEN.' c HRYS LI ER' N O O EEN REEDS 1 JULI VAN TOEPASSING MEERDERE BATE VAN 14 MILLIOEN GROOTE STAGNATIE TE NIJMEGEN HET WOORD „DUTCH" Benzine wordt duurder :'A*. Een hoogste heffingspercentage van 12 pet. 7e. de noodzakelijke verbreeding van het tarief zal tot gevolg hebben, dat een groo- ter aantal goederensoorten, welke van be lang zijn voor de voor export werkende in dustrieën. aan een invoerrecht zullen wor den onderworpen, waarom het gewensclit is de beslaande mogelijkheid van vrijdom of restitutie van invoerrecht in geval van export, te verruimen; '6-Gravenhage, 18 Juni. De Staatscou rant van hedenavond bevat een Kon. Be sluit, waarbij het bij Kon. Boodschap van 15 Juni aan de Tweede Kamer ter overwe ging aangeboden ontwerp van wet tot vast stelling van een nieuw tarief van invoer rechten met inachtneming van eenige bij zondere in dit besluit opgenomen bepalin gen, met ingang van 1 Juli 1934 wordt toe gepast als ware het ontwerp reeds tot wet verheven. Voorts bevat de Staatscourant een be schikking van den Minister van Financiën ter uitvoering van artikel 6 van bovenge noemd K.B., in welk artikel is bepaald, dat de minister van Financiën ten aanzien van na liet inwerkingtreden van het K.B. inge voerde goederen, waarvan de invoerrechten door die inwerkingtreding zijn verhoogd, geheel of gedeeltelijk teruggaaf kan doen ver leenen van die verhooging. De minister heeft bepaald, dat voor goederen, waarvoor het invoerrecht met meer dan 5 is ver hoogd, het boven die 5 betaalde kan wor den teruggeven, onder voorwaarde, dat dit verschil, ingevolge een reeds vóór 15 Juni 1934 gesloten koopovereenkomst, niet of niet ten volle op den kooper dier goederen kan worden verhaald, en dat de invoer plaats heeft vóór 1 September 1934. Verder is bepaald, dat ten aanzien van thee, welke vóór 1 Juli 1934 is ingevoerd en op dien datum nog in het vrije verkeer voorradig is, voor hoeveelheden van ten minste 200 K.G. netto teruggaaf kan ge schieden van het invoerrecht, dat na dien datum van die thee minder geheven zou zijn. wordt voor zoolleder invoerrecht voorgesteld van 3 pet. voor zolen van 6 pet. van waarde, voor enkel gezaagd hout wordt in het alge meen voorgesteld 3 pet., voor ver der bewerkt hout 6 pet. van do waarde, voor niet gepolijste mar meren platen 3 pet., voor gepolijste 6 pet. van de waarde. Wat de groep afgewerkte produc ten betreft heeft de regeering ge meend oen heffing te kunnen voor stellen, welke in het algemeen 12 pet. van de waarde niet zal over treffen. Bij de uitwerking van dezen opzet is onderscheid gemaakt tussehen: le. producten welke geen artikelen zijn die door den particulier worden gebruikt, zooals buizen; 2e. producten welke nog niet voor direct gebruik door don consument geschikt zijn, zcoals manufacturen; 3e. de geheel afgewerkte producten, die zonder nadere bewerking en zelfstandig voor het gebruik van den consument ge schikt zijn te achten. Hiertoe behooren lijfsieraden, kleeding. schoeisel, meubelen, huishoudelijke artikelen, muziekinstru menten en dergelijke. Bij de vaststelling van de hoogte van het voor afgewerkte prodacten verschuldigde Invoerrecht. Is verder in beginsel reke ning gehouden met hun karakter en voorts met het feit of door de binncnlandsche in dustrie, wolke die goederen vervaardigt, voor de door haar te verwerken materialen al dan niet invoerrecht moet worden be taald. Voor zoover afgewerkte producten zoo wel voor gebruik door particulieren als voor gebruik in bedrijven bestemd zijn, ia. evenals in het bestaand© tarief, door het stellen van gewichtsgrenzen of anderszins een scheiding gehandhaafd. Bedrijfshulpmiddelen meer al gemeen belast. De eisch, dat de herziening van het ta rief een verhoogde opbrengst moet mede brengen, moest er toe leiden ook de groep der bedrljfshulpmiddelen meer algemeen aan invoerrechten t© onderwerpen. Over wogen is, dat aan drze heffing geen groote bezwaren verbonden zijn, omdat een groot deel der bedrijfshulpmiddelen onder de ka pitaalgoederen is te rangsohikken, zoodat de verhooging van den aanschaffingsprijs door het invoerrecht, over den levensduui van het aangeschafte object kan worden verdeeld en dit invoerrecht dus op de pro ductiekosten van het bedrijf slechts eer geringen druk uitoefent. De hoogte van de heffing op de bedrljfshulpmiddelen is in het al gemeen gesteld op 6% van de waar de. Opgemerkt zij nog, dat voor een reeks, thans niet belaste bedrijfshulpmiddelen of onderdeelen van bedrijfshulpmiddelen, wel ke In verband met hun slijtage herhaalde lijk vervangen moeten worden, met af wij king van het algemeens heffingspercentage een invoerrecht van 3ven de waarde is voorgesteld, zooals eveneens is geschied voor eepige automobiel- en motoronderdce len, welke meer in het bijzonder voor der bouw van automobielen en motoren dienen Van verschillende zijden is tijdens de voorbereiding van het onderhavige wets voorstel aandrang uitgeoefend, om in het nieuwe tarief aan de specifieke rechten een voorname plaats in te ruimen. Aan dezen aandrang kon geen gevolg worder gegeven in verband met het feit, dat de aangehouden bestaande nomenclatuur niet op een heffing v-m specifieke rechten if opgebouwd. Kon aan het verlangen om specifieke rechten in het tarief op te nemen in het algemeen geen gevolg worden gegeven voor sommige gevallen meende de regee ring, dat men inachtneming van do voor opgezette grondslagen specifieke rechter kenden worden vastgesteld. De thans in enkele pasten naast hel waarderecht opgenomen specifieke rechten voor goederen van aardewerk en glas, ko men naar het oordeel van de regeering met het karakter der tariefwet niet in strijd Immers, zooals uit de omschrijving van de desbetreffende posten kan blijken kon daarbij de bestaande nomenclatuur met enkele aanvullingen, worden behouden en behoefde men niet af te dalen in allerlei onderscheidingen, terwijl de voorgestelde rechten niet al6 beschermend zijn aan U merken, omdat de hcogte daarvan in door snede neerkomt op 10 k 12% van dc waar de. Voorts is voor deze goederen feitelijk het waardereoht gehandhaafd, behoudens dat dit recht niet zal mogen dalen beneden een vast bedrag per aangewezen eenheid Het verkrijgen van een hoogere bate uit het tarief kan worden bereikt door een ver hooging van het recht over de gehcele lijn. door het verhoogen van enkele posten ol door het uitbreiden van het aantal goede rensoorten waarvan invoerrechten zullen worden gelieven. De Regeering is tot de conclusie gekomen, dat een verbreeding van het tarief niet gemist kan worden, indien de verhooging van het tarief post voor post binnen matige gren zen gehouden moet worden, terwijl dan daarnaast nog een verhooging van het algemeen heffingspercen tage noodzakelijk ie. Dit heffings percentage is, zooals reeds eerder werd vermeld, op ten hoogste 12% van de waarde gesteld voor afge werkte fabrikaten, behoudens voor enkele gevallen, waarin ook vol gens het bestaande tarief rechten boven het normale percentage wer den geheven. Wil de opbrengst van het tarief van invoerrechten het be drag bereiken, dat in verband met den toestand van 's Rijksschatkist vereischt is, dan is het opvoeren van het invoerrecht voor afgewerk te producten tot 12% onvermijdelijk. In dit licht gezien spreekt het naar gemeend wordt vanzelf, dat ook thans de algemecne verhooging van het tarief, welke volgens de Wet van 19 December 1931 tot en met 31 December 1934 wordt geheven, wordt geconsolideerd. Indien het ontwerp in den voor gestelden vorm tot wet wordt ver heven, kan da meerdere bate welke tengevolge van de in het bestaande tarief aan^ebrichte wijzigingen zal worden verkregen, worden geraamd op rond 14 millioen gulden, terwijl door de voorgestelde vorhooging vao het bijzonder invoerrecht op benzine een bate zal worden verkre gen welke is te stellen op rond 7 rriilliocn gulden. Boetebepaling. Art. 37 bepaalt, dat hij, die een valsch of vervalscht geschrift vertoont, doet vcr- toonen, overlegt of doet overleggen, wordt gestraft met ten hoogste 1000 boete of (indien na to noemen bedrag hooger is dan 1000) ten hoog6te tien maal de belasting, die ten gevolge van de onjuiste gegevens te weinig geheven is. Indien de schuldige weet of redelijkerwijze moet vermoeden, dat het geschrift valsch of vervalscht ie, kan hij bovendien' ten hoogste een jaar gevangeni66traf krijgen. De hier omschre ven feilen zijn 6trafbaar, ook al6 zij buiten het Rijk in Europa worden begaan. Dc vorm van fraude, die hier hoofdzake lijk in aanmerking komt, is het bij invoer van naar de waarde belaste goederen over leggen van valscho facturen om den schijn te wekken, dat de ingevorderde goederen een lagere waarde vertegenwoordigen, dan cr inderdaad aan moet worden toegekend. Het bestaande wetsartikel geeft niet steeds voldoenden grondslag om tegen deze zeer verbreide praotijk strafrechtelijk zoo krach tig mogelijk op te treden. Men heeft nu een redactie ontworpen ook met het oog op de mogelijkheid, dat men komt te staan tegenover een buitenlandsohen jntel- lectueelen dader al6 den eigenlijken schul dige; dat de intellectuele doder het feit in liet buitenland heeft gepleegd; dat de eene schuldige zich verschuilt achter den ande ren, enz. Naast het maximum van tien moal de belasting is, gezien den ernst van liet feit, een vast maximum van 1000 noodig. Benzine. In 9rt il wordt o.m. voorgesteld om bet bijzond-*r invoerrecht op benzine te verhoo gen van zes tot acht gulden. Met het oog op den toestand der schatkist is het niet mogelijk, de bate, voortvloeiende uit de hef fing van 30 opcenten op het invoerrecht en het bijzonder invoerrecht op benzine, geheven krachtens de wet van 24 Decem ber 1932, thans prijs te geven. Daar laatst genoemde heffing op 1 Juli 1934 vervalt, is het noodig, het bijzonder invoerrecht op benzme, geheven krachtens de wet van 19 December 1931, te verhoogen. Daar deze wet per 1 Januari 1935 zou vervallen en haar bate ook daarna noodig zal zijn, wordt voorgesteld, haar werkingsduur te verlengen tot 1 Januari 1939. Zoo wordt overeenstemming verkregen met de even eens tot dot tijdstip geheven opcenten op den accijns op gedistilleerd, sommige soor ten suiker en wijn. Verder omvat het ontwerp een toelich ting der tariefsposten, die zoowel brilarmen en neusbruggen als mangels, watten zoo wel als locomotieven en versche vruchten zoowel als torpedo's omvatten. H"t ontwerp beslaat uit 43 artikelen en het tarief uit 160 posten. De memorie van toelichting neemt 91 bladzijden in beslag. Achthonderd auto's wachtten om overgezet te worden Nijmegen, 18 Juni. Groote stagnatie is bij bet veer te Nijbegen door den lagen waterstand ontstaan. Eenige weken geleden was het reeds noodzakelijk de groote pont uit de vaart te nemen en do verbinding werd onderhouden met tweo kleinere pon ten. Tot gisteravond half twaalf ging dit goed, doch toen is een der ponten aan den Lentschen oever aan den grond gevaren. Er ontstond een zeer groote verkeersop stopping. De overtocht was tot halfdrie volkomen gestremd. Daarna gelukte het met de tweede pont het vaslgeloopen vaartuig vlot te krijgen. Hedenmorgen acht uur is de pont echter weer vastgeloopen. Het duurde toen tot over halftien voor men het vaartuig weer vlot had. Gedurende dien tijd was het ver keer volkomen gestremd. Men heeft toen de beide ponten uit do vaart genomen. De overtocht geschiedde daarna met een klein pontje, met zeer geringe laadcapaciteit De gevolgen van dezen toestand waren zeer ernstig Te Nijmegen wordt heden dc wekelijksche markt gehouden, terwijl ook door het feit, dat van vandaag af te Nij megen de K. N. A. C. de Veiligheidslaan heeft ingericht, liet verkeer naar do stad zeer druk was. Vanmorgen kwart over tien stonden aan de Waalkade te Nijmegen zeker meer dan tweehonderd wagens te wachten om te worden overgezet. Aan de Lentsche zijde was de toestand nog veel erger. Daar ston den zeker 350 wagens le wachten. De file reikte tot ver op den Arnhemschestraat- vveg. Er waren daar automobilisten, die reeds uren gewacht hadden en voorloopig nog geen kans hadden den overkant te be reiken. Van den Bovenrijn wordt nog steeds val geseind, zoodat deze onhoudbare toestand waarschijnlijk zeer geruimen tijd zal duren, aldus besluit de Telegraaf. En het misverstandwaartoe het veelvuldig aanleU ding geeft Eenigen tijd geleden heeft do Vereeniging „Nederland in den Vreemde" aan een aantal vooraanstaande lichamen in binnen- en bui tenland verzocht in de toekomst het gebruik van het woord „Dutch" na te laten on dit woord te vervangen door „Netherlands)1' of, indien dit om practische redenen aanbeve ling zou verdienen: „Holland". Deze actie vond haar grond in de overwe ging dat aan het woord „Dutch" verschil)tn- de, voor ons land en volk weinig sympa thieke associaties zijn verbonden en tevens, dat, vooral in Amerika en in 't verre Oosten „Dutch" eenvoudig hetzelfde is als „Deutscli". Op een volkomen onverwachte wijze vindt deze gedaclitcngang haar bevestiging in het feit, dat dc boycot van Duitsche goederen door de Anierikaanschc joden, zonder meer ook de Nederlandsche goederen omvat die op eenigerlei wijze het woord „Dutch" voe ren. Dat dit voor onzen Ncderlandschen han del zeer onaangenaam en onvoordeelig is be hoeft geen verder betoog. De Vereeniging „Nederland in den Vreem de" heeft zich gewend tot den secretaris van de „Non-Sectarian Anti-Nazi League" te New Vork, met verzoek op ruime schaal bekend heid te willen geven aan het feit, dat goede ren die onder den naam „Dutch" worden aangeboden geen Duitsche doch Nederland sche goederen zijn afkomstig uit een ianJ dat den Joden welgezind is. De „Non sectarian Anti-Nazi League" heeft toegezegd aan dit verzoek gaarne te voldoen en aan een en ander op ruime schaal be kendheid te geven en bij voortduring tegen verwarring te waken, die een Nederland- schen zou kunnen schaden Waarschijnlijk zou vermijding van dit on gelukkige woord evenwel nog betere resulta ten opleveren, want, het behoeft geen betoog, „the man in the street", die toch in laatste instantie kooper is, kent het verschil nu een maal niet tussclien „Dutch" en „Deutscli". Ingediend is een wetsontwerp tot vaststelling van een nieuw tarief van invoerrechten, aan dc Memorie van Toelichting waarvan het vol gende werdt ontleend: Het hierbij aangeboden wetsont werp is, evenals de Memorie van Toelichting, in hoofdzaak liet re sultaat van het werk van dc door den vorigen minister van Finan ciën ingestelde Commissie. De technische herziening van het tarief kon niet beperkt blijven tot het enkel wegnemen van eebreken, doch moest tevens een hoogere op brengst uit de invoerrechten mede brengen ter vervanging van de lot en met 30 Juni 1934 geheven op centen, n.I. a. 30 opcenten op de invoerrechten voor goederen, welke hier le lande niet worden voortge bracht en 15 opcenten op het speci fieke invoerrecht voor bier; b. 20 opcenten op den accijns op suiker; c. 15 opcenten op den accijns op bier. Het onderhavige wetsontwerp zal dus wel leiden tot een verhoogde heffing van invoerrechten, doch dit beteckent niet een verzwaring van den totalen belastingdruk. Tegen over de verhooging van de balen uit het tarief staat immers liet ver lies, dat een gevolg zal zijn van het vervallen van de hierboven ge noemde opcenten. Behalve dc hiervóór bedoelde opcenten- heffing zijn gedurende de laatste jaren nog enkele andere maatregelen op tariefgebied lot stand gekomen, eveneens met beperkten geldigheidsduur, die uit den aard der zaak hij de beoordeeling van de tarieflijst in haar geheel, vanzelf aan de orde moesten komen. Deze maatregelen zijn de heffing van invoerrechten of verhoogde invoer rechten: le. op paarden, verschillende vieeschsoorten en aardappelen; 2e. op bananen, citroenen, mandarijnen en sinaas appelen. De bovengenoemde beoordeeling van de tarieflijst heeft geleid tot het voorstel, dezt> heffingen te bestendigen. Grondslagen der nieuwe voor stellen. Bij dc technische herziening van het tarief, welke naar de meening van de re geering liet fiscale karakter van het gel dend tarief niet principieel moet aantas ten, hebben de volgende overwegingen een rol gespoeld: ie. onvolkomenheden in liet tarief, welke door de practijk zijn aangetoond, moeten worden uit den weg geruimd; 2e. dc technische herziening behoort niet te worden benut als middel tot het weg nemen van gevolgen, welke voor het be drijfsleven voortspruiten uit tijdelijk en abnormaal te achten verschijnselen; 3e. de aard van dc herziening, zoomede de beschikbare tijd brengen mede. dat de bestaande nomenclatuur moet worden be houden; 4e. dc regelingen, neergelegd in het Tariefbcsluit 1925, gegrond op art. 43 der Tariefwet, zijn te incorporeeren in de al- gemeeno tarieflijst; 5e. het gevolg van het met name noemen van goederen in liet tarief. n.I. dat van niet genoemde goederen, welke niettemin voor een heffing in aanmerking komen, geen invoerrecht kan worden geheven, moet, waar mogelijk, worden ondervangen. 6e. bij de samenstelling van bet nieuwe tarief, waarbij ter verkrijging van een hoo gere opbrengst een uitbreiding van het aantal te belasten goederen on\ ermijdelijk is, moet getracht worden onderscheid te maken tussehen grondstoffen, halffabrika ten, bedrijfshulpmiddelen en afgewerkte producten; 8c. voor goederen van eenvoudigen aard, waarvan de waarde, in verband met qua- liteitsverschillen niet al te zeer uiteen loopt, kunnen, voor zoover dit mogelijk is, zonder belangrijke veranderingen aan te brengen in de beslaande nomenclatuur, specifieke rechten worden voorgesteld of wel minimumrechten naast het waarde recht, welke minimumrechten het te hef fen waarderecht in het algemeen niet te boven gaan; 9e. uit de technische herziening van het tarief moet een bate voor dc schatkist voortvloeien. De regeering is van meening, dat de moeilijkheden, waarmede het bedrijfsleven ten gevolge van tijdelijke en abnormaal te achten verschijnselen heeft te kampen, met tijdelijk werkende afweermaatregelen moe ten worden bestreden. Het behoeft naar de mecning der regee ring geen betoog, dat een tarief van in voerrechten. dat mede in de behoeften van de schatkist moet voorzien, niet in aan merking komt als een lijdelijk werkende afwcermaatregel. Dit neemt niet weg, dat bij het vaststellen van de tarieven zooveel mogelijk het belang van het bedrijfsleven in het oog is gehouden. Als gevolg van het feit. dat in liet be staande tarief slechts enkele z.g. sluitpos ten voorkomen en de goederen in den regel met name zijn belast, komt het tamelijk veelvuldig voor, dat van goederen, wolke uit hun aard wel voor een heffing in aan merking zouden komen, geen invoerrechten kunnen worden geheven, wijl zij niet kun nen worden gerangschikt onder de mei name in hot tarief belaste goederensoorten Hoewel dit bij het Instaande tarief, als een onvermijdelijk gevolg van het bij de samenstelling gevolgde systeem moest worden aanvaard, valt tocli niet te ontken nen, dat dit systeem tot inconsequenties leidt, welke thans, nu in de heffing van invoerrechten ook halffabrikaten en be drijfshulpmiddelen moeten worden betrok ken. niet langer mogen worden bestendigd De regeering heeft daarom gemeend aan verschillende posten het karakter van sluitpost te moeten geven en door nieuwe sluitposten het tarief vollediger te moeten maken De noodzakelijkheid van het verkrijgen van een hoogere opbrengst uit de invoer rechten maakt het noodig om het aantal goederensoorten, waarvoor invoerrechten zullen zijn te heffen, uit te breiden, wil men althans niet voor het. feit komen te staan, dat hot invoerrecht, geheven van de thans in het tarief opgenomen goederen, belangrijk zou moeten worden verhoogd. Hiervan uitgaande en bedenkende, dat het tegenXvoordige tarief in hoofdzaak al leen belast afgewerkte artikelen, welke al9 zoodanig door den particulier worden aan geschaft, is het duidelijk, dat hiernaast an dere categorieën van goederensoorten in do heffing van invoerrechten moesten worden betrokken. Dit bracht rnede, dat onder scheid gemaakt werd tussehen grondstof fen, halffabrikaten, bedrijfshulpmiddelen rn afgewerkte producten. Bij het uitwerken van dezen op zet is vastgehouden aan het begin sel, overeenkomstig vroegere tarief- wetten, om algemecne levensbe hoeften niet te belasten In het nieuwe ontwerp zijn, naast de eigenlijke grondstoffen, ook fabrikaten in den ruwen vorm, welke overwegend het karakter van grondstof hebben, van in voerrecht vrijgesteld (als voorbeelden van een en ander worden genoemd katoen, wol, huiden en metalen in den uit do ertsen verkregen vorm). Bovendien zijn, in som mige gevallen, daar waar het industrieel belang zulks vorderde, en voor zoover het fiscaal belang zulks nog toeliet, materia len, welke als halffabrikaten hadden moe ten worden belast, niettemin van de hef fing van invoerrecht vrijgesteld (als voor beelden worden genoemd plaat- en pro- ficlijzer, industricgarens, droge verf). De halffabrikaten en afgewerk te prodacten. Bij de vaststelling van de hoogte van het invoerrecht voor halffabri katen, hetwelk in het algemeen ge steld is op 3 tot 6 pet. van dê waar de, heeft de regeering gemeend rekening te moeten houden met een graad van bewerking, op zoo danige wijze, dat producten, welke het dichtst staan bij een afgewerkt product liet hoogst zijn belast. Zoo

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 6