KEITJES" FRANCAISE P.v.d.BURG Schoolvereeniging Pallas Athene SCHIEDAM HIT OF THE WEEK" PLATEN HARMONY PLATEN J. VENHEUVEL UW MEUBELEN DE SCHIEDAMSCHE COURANT ff Tuimeltje en Kruimeltje in het KabouterlancL Congres voor godsdienstonderwijs DE KERK MOET ZICH OP DE JEUGD INSTELLEN Advertenties DIATHERMIE Zr. W. MEES HET WONDER VAN AMERSFOORT KAMER W!"khet Ml onder onderen in het onder HAVIK 18a Heinsiuslaan 1 Bureaux: Lange Haven 141 3 MAAL PLAATSEN VOOR Referaten van Dr. Miedema en Ds Drijver over de opleiding voor de acte N.P.B. en het godsdienst-- onderwijs en de onker kelijkheid Maandag is het vijfde congres voor Gods dienstonderwijs onder leiding van dr. R, Miedema alhier in de Int. school voor wijs begeerte, nadat Zondagavond de openings bijeenkomst had plaats gevonden, aange vangen. Als spreker trad des morgen op ds. D. Drijver uit Haarlem, die als onderwerp behandelde „De opleiding voor de acte N. P. B. voor het Godsdienstonderwijs". Ds. Drijver memoreerdo allereerst, hoe men in Duitschland tegenover deze kwestie staat; daar neemt men het volgende stand punt in: Ie. het in het hoofd der jongelui planten van dc godsdenstige kennis; 2e. het in het hart planten dezer kennis (de autoritatieve en de uneumatischc methode) Beide methoden hebben gemeen, dat zij van uitgangspunt realistisch zijn. humanistische paedagoog daarentegen wlf het kind in letterlijken zin opleiden, hetgeen volgens aanhangers der autorita tieve methode verwerpelijk is. In het Westen van Europa hebben we de „Oxforl Movement", welke men èomi-hu- manistisch zou kunnen noemon. Er staat cp den akker van het godsdienstonderwijs heel wat te volde; een godsdienslonderwij- zer(es) heeft daar rekening mee te houden. Stellen de examens daarvoor voldoende eischen? Het examen der Ned. Ilerv. Kerk afgenomen door het klassikaal bestuur, gaat buiten alle critisch inzicht om; het houdt geen rekening met de eischen van den modernen tijd en biedt geen waarborg voor de opleiding van degenen, die in vrij zinnige richting willen werken, reden waar orn de Vereen, v. Vrijz. Hervormden de eischen heeft aangevuld en het diploma voor gemeenlearbeid heeft ingevoerd, dat slechts in het bezit van 5 godsdienstonder wijzersfessen) is. De akte godsdienstonder wijzerfes) van den N.P.B. is in bezit van meer dan 100 menschcn. Spreker vroeg zich af of het niet beter ware geweest, indien de Ver. v. Vrijz. Hervormden zich in ver binding had gesteld met den N.P.B., opdat men na aanvullend examen, na het examen N.P.B., het diploma voor gemeente-arbeid kan krijgen. Vervolgens besprak ds. Drijver dc oplei ding voor deze examens, die men bij enkele theologen in ons land kan krijgen; voor ve len, die achteraf wonen is het een bezwaar een goeden opleider te vinden. Cursussen voor opleiding acht spreker niet gcwenscht, omdat deze dc waan zouden wekken, dat er vraag is naar godsdienstonderwijzeres sen, doch het tegendeel is waar. Bieden de twee bovengenoemde diploma's een vol doenden grondslag voor de latere practijk en om te komen tot een goed begrip van den aard en dc strekking van het werk? Deze vraag wil ds. Drijver bevestigend be antwoorden, mits men den nadruk legt op „grondslag", waarop goed moet worden voortgebouwdeen grondslag, waarop niet wordt voortgebouwd verandert zeer gauw in een ruïne. De gediplomeerden staan niet allen voor dezelfde taak. De een geeft gods dienstonderwijs op scholen, de ander helpt den predikant en een derde is voorganger van een afdeeling. Dit zijn drie zeer ver schillende functies. Voor liet examen zou spreker dan ook een specialiseering in een bepaalde richting willen cn later, als dc ge diplomeerden in de practijk zijn. cursus sen, waarin zij bijgewerkt worden, zooals dat ook met medici het geval is Als coreferent trad op mej. A. A. Tim merman uit Dordrecht. Deze waarschuwde legen het op te jongen leeftijd examen doen voor godsdicnstonderwijzcres, b.v. door hen, die dit direct na hot eindexamen gym nasium doen cn nog te weinig ervaring hebben. Zij wees ook op de verandering, welke heeft plaats gevonden sedert dc openstelling der hoogeschool voor theolo gische studie door vrouwen. Met nadruk wees zij op het voordeel, dat men tegen woordig ook aan psychologie doet, waar door dc kinderen beter begrepen worden. Zij betreurde het, dat godsdienstonderwij zeressen lesuren op scholen hebben; zij hebben nog heel wat ander en nuttiger werk te verrichten als hulp van den pre dikant bijvoorbeeld. Voor het krijgen van eenige lesuren is men niet gaan studeeren voor het diploma; de wenschen waren daarbij anders. Vervolgens besprak mej. Timmerman de eischen welke zij, die in de practijk is, gestold wil zien, waarbij zij vooral de aandacht vestigde op het groote nut van practische ervaring; de leerlingen moeten vóór het examen minstens eenige practische ervaring hebben opgedaan. Ook moet de opleiding niet te eenzijdig zijn; er moet méór gegeven worden door de oplei ders dan voor de examens gevraagd wordt, alhoewel het werk van de a.s. godsdienst onderwijzeressen vrij zwaar is. Na de pauze volgde de gedachtenwisse- ling. Gisteravond hield dr. R. Miedema een re feraat over*. Het godsdienstonderwijs en de onkerkelijkheid. Dr. Miedema noemde het verschijnsel der onkerkelijkheid een massaverschijnsel van jongen datum, dat in nauw verband staat met de godsdienstige opvoeding. Niet min der dan 14.42 procent onzer bevolking (1.144.393 personen) rekent zich tot de on- kerkelijken tegen 7.7 procent (533.714) in 1920; het kan dus niet anders, of cateche- satie of Zondagsschool ondergaan daarvan den invloed. Zoo waren hiervoor in 1923 1924 in totaal 146.643 leerlingen tegen 111.660 in 1931'32, hetgeen een verminde ring \an een kleine 100.000 leerlingen se dert 1926 betcekent, welk getal in verhou ding veel grooter is dan de \crmindering van het aantal leden der Ned. Herv. Kerk. Bij de Remonstrantschc Broederschap bleef het ledental vrijwel stationnair, doch het aantal catechisanten daalde van 3430 in 1915 tot 2672 in 1932. Deze gegevens doen de volgende ragen rijzen: le. Hoe komt het, dat hot aantal catechisanten bij het kleine kerkgenootschap in verhouding grooter is dan bij dc Ned. Herv. Kerk? 2o. In hoever re heeft deze onkerkelijkheid invloed op den toestand van het. godsdienstonderwijs cn is het mogelijk, dal de toestand van het godsdienstonderwijs dc onkerkelijkheid be vordert? 3e. Moet ook bij deze verhoudin gen verschil gemaakt worden tusschen or thodox en vrijzinnig cn tusschen stad cn platteland? Spreker wil zich bepalen tot het vrijzin nig godsdienstonderwijs cn wel, dat ge deelte, dat door den naam catechisatie wordt gedekt en van deze catechisatie het deel dat een stcedsch karakter draagt. Dr. Miedema verwees in verband met de on kerkelijkheid naar dc studie van dr. Kruyt, waarbij deze tot dc conclusie is gekomen, dat in het Vrijzinnig Protestantisme de ontkerkelijking, voor zoover zij zuiverings proces is, het verst gevorderd is en dat de onkerkelijkheid in dc groote steden niet sterker is dan op het platteland en zelfs dc hoogste percentages niet in de groote steden te zoeken zijn. Hij merklo vervol gens op, dat bij het godsdienstonderwijs in Vrijzinnigen geest de houding tegenover de ragen van kerk, kerkorganisatie, toetre ding tot de kerk een principieel andere is dan in het rechtzinnig Protostantsch of R.K. Christendom. Het godsdienstonderwijs bedoelt niet het kind klaar te maken voor de kerk; de toetreding tot het kerkgenoot schap, waarbij men zijn opleiding heeft ont vangen, is niet het vanzelfsprekend, nood zakelijk eindpunt van deze opleiding. Wèl kan deze daad het gevolg zijn van, met be hulp der leiding, ontwaakt verlangen naar religieuse gemeenschap, van groeiend in zicht in de noodzaak van groepsverband, van organische samenwerking, van ker kelijke organisatie, maar het doel is en blijft: „ein Werden aus der eigenen Wurzel und auf eigenem Wege", zooals Hermann Schuster het in „Methodik des evangeli- schen Religionsunterrlcht an hóheren Lehr anstalten" heeft geformuleerd. Er is geen sprake van uiterlijke autoriteiteit maar van innerlijke autonomie. Met nadruk wees dr. Miedema op het belangrijke wat Schuster eveneens heeft gezegd n.l. dat Nur ein jugendlich erncuerte Kirche die Jugend kann erobern". Het conservatief karakter van een kergenpotscbap, het uit eestclijke traagheid terugdeinzen voor vernieuwing, de benepen klein burgerlijke moraal, kunnen jongeren weerhouden. Dit noemt spreker een der oorzaken van de onkerkelijkheid van dc hedendaagsehe jeugd. Het feit. dat dr. Ivruyt vermeldt, dat 26.G procent van dc Ncdcrlandsche studen ten tot de onkerkelijkcn behoort," wil vol gens spreker niet zeggen, dat het vierde deel geen godsdienstonderwijs heeft gehad. Wanneer wij de verhouding van het aan tal catechisanten lot het ledental der kerk genootschappen nagaan moet dit op hoog stens 10 procent worden gesteld. De kerk genootschappen dragen zelf schuld aan de groeiende onkerkelijkheid, vooral bij de jeugd. Deze schuld valt niet te delgen door de jeugd in te stellen en jeugddiensten te organiseeren. Alleen het toonen door dc daad open te staan voor vernieuwing, die uit innerlijke drang geboren wordt, het toonen te worste len met de groote vragen van dezen 'tijd, het toonen de humanistische waarden te willen verwerkelijken in eigen kring en daarbuiten kan deze schuld verminderen. De onkerkelijkheid, die wij bij de jeugd be speuren, beteekent geen zuiveringsproces in de kerk, doch in een deel der jongeren zelf. Doch deze kan dit proces in de kerk helpen bevorderen, doordat de kerk meer en meer gaat inzien dat zij juist deze jon- eren noodig heeft en zich zóó gaat inrich ten, dat dc hinderpalen wegvallen en de jongeren de levende kracht ervaren, waar door zij wordt bezield en die er van haar uitgaat, het volle leven in. Tot dezen arbeid van de kerk behoort o.a. het' godsdienston derwijs. Spreker vindt het droevig, dat de beteekenis daarvan door de kerkgenoot schappen nog veel te weinig wordt beseft cn ook dit verschijnsel de neiging tot on kerkelijkheid bij dc jongeren versterkt. Voor de opleiding tot catecheet, waarvoor een afzonderlijk docent benoemd moet wor den, is nog niets gedaan sedert 1917. De toe stand is nog precies dczclfdo als voor 15, als voor 50 jaar. Spreker is ervan over tuigd, dat de al'.erbedroevexdste toestand, waarin dc catechetiek aan de universiteit verkeert, een der voornaamste oorzaken is van den minstens even deplorabelen toe stand, van het godsdienstonderwijs in ons land. Door een krachtige, wetenschappelijk gefundeerde opleiding zou er al vanzelf meer ordening in dit onderwijs komen en daardoor het bij vele ouderen en jongeren geschokte vertrouwen in de waarde ervan, langzamerhand weer terug keeren. Een an der bewijs voor de geringe belangstelling voor bet godsdienstonderwijs aan de zijde der kerkgenootschappen ziet spreker in liet feit, dat vele gemeenten er niet aan den ken de middelen te verschaffen, welke voor dit werk noodig zijn, zooals een goed les lokaal, lesmateriaal, enz, al begint hier langzamerhand een verandering ten goede in te treden. Ook onder de leden der kerk genootschappen leeft in dit opzicht veel onverstand, onverschilligheid en traagheid. School en dansles zijn menigmaal belang ijker dan de catechisatie. Dit geldt vooral voor de groote stadsbevolking, waar heel de sfeer van het groote stadsleven eraan meewerkt om het heilige te verdringen en te vernietigen en de ziel te vermoorden. De teruggang van het aantal catechisanten in de groote steden is veel grooter dan op het platteland. Voor de Remonstrantsche Broe derschap bedroeg de achteruitgang van het catechisar.tcncijfer in de laatste 30 jaar in de grootstp zeven gemeenten ongeveer 50 procent, ondanks dat het een klein kerkge nootschap is en de gemeenten zelve in aan tal van leden toenamen. Men zou verwach ten, dat voor het geven van catechisatie met zorg werden gekozen pacdogogen bij de gratie Gods en dat deze mannen er vrouwen daarvoor een zeer bijzondere op leiding ontvangen, die hen geschikt maakt voor zulk werk. De man is in do eerste plaats prediker, die gekozen wordt als men eenige malen heeft hooren prediken, doch spreker gelooft niet, dat men ooit een cate chisatie van hem heeft bijgewoond vóór zijn benoeming tot predikant. Dr. Ilooykaas heeft waarschuwend geroepen, dat men niet achteraan moet loopen, maar leiding moet nemen. Slecht godsdienstonderwijs be vordert de onkerkelijkheid en even waar is, dat goed godsdienstonderwijs een dor middelen is om do onkerkelijkheid tegen to gaan. De maatrcgclon, welko volgens spreker genomen dienen te worden om het godsdienstonderwijs dienstbaar te maken aan een levende kerkorganisatie, tot ver sterking van eigen leven en tot bestrijding van de onkerkelijkheid, zijn de volgende: le. Reorganisatie en concentratie van de theologische opleiding, waarbij de catechi satic als afzonderlijk vak wordt gedoceerd, terwijl een vijfjarige studie met doctoraal examen vorplichtcnd wordt gesteld. 2e. Ernst maken met de verzorging van het godsdienstonderwijs door kerkeraad cn kerkbesturen. Inrichting van doelmatige lokaliteiten met een eigen sfeer, verschaf fing van benoodigd materiaal, abonnement op een tijdschrift! Activitel van de calcchaten. Diep besef fen dat deze arbeid veel voorbereiding en toewijding cischt cn dc inzet vraagt van heel hun persoonlijkheid. Slechts in het uiterste geval een les doen overgaan of verschuiven en er vooral voor waken dat de cursus parallel loopt met den school- duur, dus in de groote stad niet eindigen met Pinksteren, maar tegelijk met het schooleinde. 4e. Ordening van het godsdienstonder wijs, volgens zielkundig inzicht en met toe passing van een opvoedkundige methode, waarbij innerlijke bewustwording en groei van individueele zoowel als sociale elemen ten worden bevorderd en waardoor toetre ding tot een kerkelijke gemeenschap lang zamerhand als een noodzaak en een voor recht wordt gezien. Spreker voelt, in tegen stelling met dr. Hooykaas, niet voor dc meer cursorische opzet van de te behande len leerstof. Het godsdienstonderwijs moet geen gelijkenis gaan vertoonen met een volksuniversiteit. Tenslotte wees dr. Miede ma erop, dat vooral in de groote stad goed gegeven godsdienstonderwijs, véél meer nog dan dc prediking, op den duur beslis send zal zijn voor het behoud van dc kerk cn haar invloed. Het gaat om het leggen en versterken van fundamenten, daar de kerken wankelen en hoogc torens op in storten staan. Daarom: dc tijd kentert, laat ons niet achteraan loopen, maar leiding nemen! Co-referent was dc heer ds. Klein Was- sink uit Culemborg, dlc inderdaad ver schillen ziet tusschen stad en platteland, maar die verschillen zijn toch inderdaad niet zoo groot. De stad heeft niet zoozeer nieuwe ideeën, maar ze zijn meer krachtig, omdat er meer kans is op meer volgelin gen. Het verschil is dus niet essentieel,, doch 6lechts gradueel. Oorzaken zijn vol gens spr.: 1. dc sociale strijd is in de stad scherper; 2. dc rationalisocring in het eco nomisch leven komt in do stad meer tot uiting dan in het agrarische platteland; 3. fle verbreiding van wetenschappelijke be grippen gaat in dc stad vlugger dan ten plattelande, al is dit betrekkelijk; 4. de op heffing der isolatie, dorpsgemeenschap be vordert kerkelijkheid; 5. dc opheffing van do controle der gemeenschap, spr. geeft hiervan veel voorbeelden; 6. het mengings proces in de stad; 7. gebreken in de kerk organisatie. Hierover is eigenlijk te veel gezegd, om dat de deugden er door op den achtergrond kwamen. De gebreken zijn volgens spr. ten plattelande niet kleiner dan in de stad. Het werk der- predikanten is vaak niet. over- zichtiglijk en daardoor gaat het contact verloren. Spr. meent dat er door de pre dikanten op een dorp meer geluierd wordt, dan in do stad. Spr. wil voorzichtig zijn in al te resolute onderscheiding De menta liteit ten plattelande is niet overal gelijk. Bloeiende gemeenten komen soms snel tot verval bij ontactische kerkelijke leiding. Het verschijnsel der onkerkelijkheid is zeer ingewikkeld cn bestaat reeds lang. Dc wer kelijkheid is niet ongunstiger dan vroeger. In zekeren zin is dc ontkerkelijking een zuiveringsproces en dat komt tot uiting in het godsdienstonderwijs. Ten plattelande wordt dit onderwijs gevoeld als een voor bereiding tot toetreding lot het kerkge nootschap en dit is het eindpunt der cate chisatie. Spr. beschouwt dc kerk meer als een geestelfjk, dan als aardsch instituut. De kerk vormt ons meer dan we zelf weten. De belijdenis vormt het geloof en :le kerk is een objectieve grootheid. Gods dienstonderwijs leidt heen naav do waar heid. Er moet daarbij onderscheid gemaakt worden ten aanzien van leeftijd cn begrip bij de catechisanten. Dc kerk moet toezien dat haar predikanten den schat leeren vin den. Daarna vergelijkt spr. de toestanden op 't platteland cn in de stad en bespreekt uitvoerig zijn ervaringen op het gebied van Zondagschool en catechisatieonder- wijs Het jeugdwerk der reizende kerk acht spr. zeer nuttig. Spr. aanvaardt de kritiek op de opleiding der catecheten. Spr. voelt niets voor predikanten, die alleen maar catechiseeren, want specialisatie is alleen mogelijk voor bijzonder begaafden. Spr. vond het loslaten der oude vragenboekjes geen verbetering en bijbelsch onderricht moet nummer één blijven. Het gebrek aan dogmatische en historische kennis is erger dan het gebrek aan leermiddelen. De suggestieve werking van het spreken over de onkerkelijkheid acht spr. een ern stig gevaar. Spr. toont ten slotte aan, dat honderd jaren geleden dc toestand min stens even erg was als nu. Ook de proble men der onkerkelijkheid en het godsdienst onderwijs moeten niet te ernstig genomen worden. (Het congres duurt voort). I 9 1874 1934 Donderdag, 5 Juli a.s. hopen onze geliefde Ouders. Behuwd-, Groot- en Overgroot ouders J. VAN PRAAG en S. VAN PRAAG— LEVIESON den dag te herdenken, waarop zij voor 60 ja ren in hei huwelijk traden. Dat zij nog lan ge'jaren voor ons ge spaard mogen blijven is de wcnsch van hun dankbare Kinderen, I1^ Behuwd-, Klein- 'n Achterkleinkinderen. Amersfoort, Juli 1934. Thuis: Schimmelp.- straat 11 van 25 uur. Het Bestuur van het Ned. Ilerv. Gesticht „Zon en Schild" te Amersfoort roept sollicitanten op voor spoe dige indiensttreding, van:: a. Magazijnmeester-werkman mede in staat eenvoudig ad ministratief werk met nauw keurigheid te verrichten. Sa laris f 20. tol f 24.— p sr weck. b. Twee aankomende kantoor bedienden. Salaris I .10.— tot f 50.— per maand. Sollicitanten moeten Ned. Herv. zijn cn instemmen met den grondslag der Ver een iging Brieven met volledige in- iiohtingen vóór 10 Juli aan den Geneeshcer-D'rectcur, Utrechtschewcg 266, Amers foort. Doorwarming van jicht en rheumatiek Epilatio (vakk. wegnemon v. overt, haar m. d. wortel) enz. SprcoUuur tot 16 .Tuli te Zeist V v. Wieldr.laan 20 Tel. 2016. Van 16 Juli af le Soestci-barg Amersf. weg 110, Rusthuis „Dc Wijde Dlik" Dins., Do. en Za. van 1.30 u—2.30 u. L. NIEWEG Ulrochtschostraat 38 Presenteert Tel. 1825 Tandheelkundige. MUURHUIZEN 29. TeL 970. Amersfoort. Spreekuur 9—12 cn H'?—4 Zaterdags v 34 uur. Maandag en Vrijdag '9 avonds 7— 9. Reserveofficier vraagt met volledig pension van 9 lot 30 Juli. Br. met prijsop gaaf aan ORNÉE, W. v» Dooverenplcin 9, Groningen. Fongers rijwiel f 39. Fongers lamp - 6.95 Fongers garantie. Fongers agent HUIB HOLSTEIJN. H.H. Vertegenwoordigers, good ingevoerd bij grossiers in Kol.warcn, Kruideniers en Drogisten, welke een zeer concu.rreorcnd artikel op rui me provisie-basis kunnen mede nemen, gelieven te schrijven onder no. 353 Buss. Boekhandel, VMctlaan (IS, Bussum. 2 nummers op één plaat f 0-20 Keuze uit 58 nummers. Honderden nummers 35 cent Aan twee kanten bespeelbaar. 35 cent Groote orkesten. Cours de Littérature fran?aise comtemporaine. Conversation Grammaire par DSpiómée M.O. Beekcnsteinsche laan 24. On peut so faire lascrire le Mardi et le Vendredl de 4 h 6 h. du soit. Kei goedkoopste adres voor HALLO HALLO GOED NIEUWS VAN CAFÉ-DANCING „BELLEVUE" (Rijksstraatweg A'foort Soest) De Groote attractie, waarover schitterende rocenties in div. bladen GROOT FEESTBAL Muziek van de MELODY MIXERS Op het Terras en in do zaal op WOENSDAG 4 JULI. Aanvang 8 u. Geopend tot 2 u. 's nachts. Vrij Entree. School op individueelen grondslag. In de lagere leerjaren wordt de Montessori methode gevolgd, in de hoogere een eenvoudig Dalton-systeem. Opleiding voor alle vervolgscholen. Schoolgeld progressief. Prospectus op aanvrage. Aangifte van leerlingen voor alle leerjaren iede- ren Dinsdag, Donderdag en Vrijdag om 3.30. In de hard-groeiende stad thans c.a. 60.000 inwoners tellend verschijnt slechts één zelfstandig dagblad: dat er tevens het meest verspreide is: Bedenkt dit bij het samenstellen van uw reclame-campagne Sa Teletoon 68103; 68617 en 68923 125. Daar zag ik tie andere kaboutertjes al vertrokken. Hij wilde wel graag mee, maar zijn becnen waren nog zoo stijf en zwaar, dat hij maar weer in bed kroop. Bbrrr, rilde hij... ik ben niks op mijn gemak, zoo alleen en hoe zou het met Kruimeltje zijn? vroeg hij zich eensklaps af. Toen had ie geen rust meer en met veel moeite ging ie er op uit, alleen den donkeren nacht in. 126. Intussohen waren de kaboutertjes al lang aan hot werk. Maar Kruimeltje, die nog zoo klein was, had beter thuis kunnen blijven, want liet was verschrikkelijk slecht weer. De lantaarntjes dreigden telkens uit te waaien en de wind gierde zoo hard, dat ze elkaar niet konden verstaan. Zoo kwam het ook, dat Kruimeltje, die in een mooie rozen- tak was geklommen, aan een doorn was blijven hangen en hoe hij ook om hulp riep, niemand hoorde het

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 3