KEITJES"
FRANCAISE
P.v.d.BURG
Schoolvereeniging Pallas Athene
SCHIEDAM
HIT OF THE WEEK" PLATEN
HARMONY PLATEN
J. VENHEUVEL
UW MEUBELEN
DE SCHIEDAMSCHE COURANT
ff
Tuimeltje en Kruimeltje
in het KabouterlancL
Congres voor godsdienstonderwijs
DE KERK MOET ZICH OP
DE JEUGD INSTELLEN
Advertenties
DIATHERMIE
Zr. W. MEES
HET WONDER VAN AMERSFOORT
KAMER
W!"khet Ml
onder
onderen
in het
onder
HAVIK 18a
Heinsiuslaan 1
Bureaux: Lange Haven 141
3 MAAL PLAATSEN VOOR
Referaten van Dr. Miedema en Ds
Drijver over de opleiding voor de
acte N.P.B. en het godsdienst--
onderwijs en de onker
kelijkheid
Maandag is het vijfde congres voor Gods
dienstonderwijs onder leiding van dr. R,
Miedema alhier in de Int. school voor wijs
begeerte, nadat Zondagavond de openings
bijeenkomst had plaats gevonden, aange
vangen.
Als spreker trad des morgen op ds. D.
Drijver uit Haarlem, die als onderwerp
behandelde „De opleiding voor de acte N.
P. B. voor het Godsdienstonderwijs".
Ds. Drijver memoreerdo allereerst, hoe
men in Duitschland tegenover deze kwestie
staat; daar neemt men het volgende stand
punt in: Ie. het in het hoofd der jongelui
planten van dc godsdenstige kennis; 2e.
het in het hart planten dezer kennis (de
autoritatieve en de uneumatischc methode)
Beide methoden hebben gemeen, dat zij
van uitgangspunt realistisch zijn.
humanistische paedagoog daarentegen
wlf het kind in letterlijken zin opleiden,
hetgeen volgens aanhangers der autorita
tieve methode verwerpelijk is.
In het Westen van Europa hebben we de
„Oxforl Movement", welke men èomi-hu-
manistisch zou kunnen noemon. Er staat
cp den akker van het godsdienstonderwijs
heel wat te volde; een godsdienslonderwij-
zer(es) heeft daar rekening mee te houden.
Stellen de examens daarvoor voldoende
eischen? Het examen der Ned. Ilerv. Kerk
afgenomen door het klassikaal bestuur,
gaat buiten alle critisch inzicht om; het
houdt geen rekening met de eischen van
den modernen tijd en biedt geen waarborg
voor de opleiding van degenen, die in vrij
zinnige richting willen werken, reden waar
orn de Vereen, v. Vrijz. Hervormden de
eischen heeft aangevuld en het diploma
voor gemeenlearbeid heeft ingevoerd, dat
slechts in het bezit van 5 godsdienstonder
wijzersfessen) is. De akte godsdienstonder
wijzerfes) van den N.P.B. is in bezit van
meer dan 100 menschcn. Spreker vroeg zich
af of het niet beter ware geweest, indien
de Ver. v. Vrijz. Hervormden zich in ver
binding had gesteld met den N.P.B., opdat
men na aanvullend examen, na het examen
N.P.B., het diploma voor gemeente-arbeid
kan krijgen.
Vervolgens besprak ds. Drijver dc oplei
ding voor deze examens, die men bij enkele
theologen in ons land kan krijgen; voor ve
len, die achteraf wonen is het een bezwaar
een goeden opleider te vinden. Cursussen
voor opleiding acht spreker niet gcwenscht,
omdat deze dc waan zouden wekken, dat
er vraag is naar godsdienstonderwijzeres
sen, doch het tegendeel is waar. Bieden de
twee bovengenoemde diploma's een vol
doenden grondslag voor de latere practijk
en om te komen tot een goed begrip van
den aard en dc strekking van het werk?
Deze vraag wil ds. Drijver bevestigend be
antwoorden, mits men den nadruk legt op
„grondslag", waarop goed moet worden
voortgebouwdeen grondslag, waarop niet
wordt voortgebouwd verandert zeer gauw
in een ruïne. De gediplomeerden staan niet
allen voor dezelfde taak. De een geeft gods
dienstonderwijs op scholen, de ander helpt
den predikant en een derde is voorganger
van een afdeeling. Dit zijn drie zeer ver
schillende functies. Voor liet examen zou
spreker dan ook een specialiseering in een
bepaalde richting willen cn later, als dc ge
diplomeerden in de practijk zijn. cursus
sen, waarin zij bijgewerkt worden, zooals
dat ook met medici het geval is
Als coreferent trad op mej. A. A. Tim
merman uit Dordrecht. Deze waarschuwde
legen het op te jongen leeftijd examen doen
voor godsdicnstonderwijzcres, b.v. door
hen, die dit direct na hot eindexamen gym
nasium doen cn nog te weinig ervaring
hebben. Zij wees ook op de verandering,
welke heeft plaats gevonden sedert dc
openstelling der hoogeschool voor theolo
gische studie door vrouwen. Met nadruk
wees zij op het voordeel, dat men tegen
woordig ook aan psychologie doet, waar
door dc kinderen beter begrepen worden.
Zij betreurde het, dat godsdienstonderwij
zeressen lesuren op scholen hebben; zij
hebben nog heel wat ander en nuttiger
werk te verrichten als hulp van den pre
dikant bijvoorbeeld. Voor het krijgen van
eenige lesuren is men niet gaan studeeren
voor het diploma; de wenschen waren
daarbij anders. Vervolgens besprak mej.
Timmerman de eischen welke zij, die in de
practijk is, gestold wil zien, waarbij zij
vooral de aandacht vestigde op het groote
nut van practische ervaring; de leerlingen
moeten vóór het examen minstens eenige
practische ervaring hebben opgedaan. Ook
moet de opleiding niet te eenzijdig zijn; er
moet méór gegeven worden door de oplei
ders dan voor de examens gevraagd wordt,
alhoewel het werk van de a.s. godsdienst
onderwijzeressen vrij zwaar is.
Na de pauze volgde de gedachtenwisse-
ling.
Gisteravond hield dr. R. Miedema een re
feraat over*.
Het godsdienstonderwijs en
de onkerkelijkheid.
Dr. Miedema noemde het verschijnsel der
onkerkelijkheid een massaverschijnsel van
jongen datum, dat in nauw verband staat
met de godsdienstige opvoeding. Niet min
der dan 14.42 procent onzer bevolking
(1.144.393 personen) rekent zich tot de on-
kerkelijken tegen 7.7 procent (533.714) in
1920; het kan dus niet anders, of cateche-
satie of Zondagsschool ondergaan daarvan
den invloed. Zoo waren hiervoor in 1923
1924 in totaal 146.643 leerlingen tegen
111.660 in 1931'32, hetgeen een verminde
ring \an een kleine 100.000 leerlingen se
dert 1926 betcekent, welk getal in verhou
ding veel grooter is dan de \crmindering
van het aantal leden der Ned. Herv. Kerk.
Bij de Remonstrantschc Broederschap bleef
het ledental vrijwel stationnair, doch het
aantal catechisanten daalde van 3430 in
1915 tot 2672 in 1932. Deze gegevens doen de
volgende ragen rijzen: le. Hoe komt het,
dat hot aantal catechisanten bij het kleine
kerkgenootschap in verhouding grooter is
dan bij dc Ned. Herv. Kerk? 2o. In hoever
re heeft deze onkerkelijkheid invloed op
den toestand van het. godsdienstonderwijs
cn is het mogelijk, dal de toestand van het
godsdienstonderwijs dc onkerkelijkheid be
vordert? 3e. Moet ook bij deze verhoudin
gen verschil gemaakt worden tusschen or
thodox en vrijzinnig cn tusschen stad cn
platteland?
Spreker wil zich bepalen tot het vrijzin
nig godsdienstonderwijs cn wel, dat ge
deelte, dat door den naam catechisatie
wordt gedekt en van deze catechisatie het
deel dat een stcedsch karakter draagt. Dr.
Miedema verwees in verband met de on
kerkelijkheid naar dc studie van dr. Kruyt,
waarbij deze tot dc conclusie is gekomen,
dat in het Vrijzinnig Protestantisme de
ontkerkelijking, voor zoover zij zuiverings
proces is, het verst gevorderd is en dat de
onkerkelijkheid in dc groote steden niet
sterker is dan op het platteland en zelfs
dc hoogste percentages niet in de groote
steden te zoeken zijn. Hij merklo vervol
gens op, dat bij het godsdienstonderwijs in
Vrijzinnigen geest de houding tegenover de
ragen van kerk, kerkorganisatie, toetre
ding tot de kerk een principieel andere is
dan in het rechtzinnig Protostantsch of
R.K. Christendom. Het godsdienstonderwijs
bedoelt niet het kind klaar te maken voor
de kerk; de toetreding tot het kerkgenoot
schap, waarbij men zijn opleiding heeft ont
vangen, is niet het vanzelfsprekend, nood
zakelijk eindpunt van deze opleiding. Wèl
kan deze daad het gevolg zijn van, met be
hulp der leiding, ontwaakt verlangen naar
religieuse gemeenschap, van groeiend in
zicht in de noodzaak van groepsverband,
van organische samenwerking, van ker
kelijke organisatie, maar het doel is en
blijft: „ein Werden aus der eigenen Wurzel
und auf eigenem Wege", zooals Hermann
Schuster het in „Methodik des evangeli-
schen Religionsunterrlcht an hóheren Lehr
anstalten" heeft geformuleerd. Er is geen
sprake van uiterlijke autoriteiteit maar
van innerlijke autonomie. Met nadruk
wees dr. Miedema op het belangrijke wat
Schuster eveneens heeft gezegd n.l. dat
Nur ein jugendlich erncuerte Kirche die
Jugend kann erobern". Het conservatief
karakter van een kergenpotscbap, het uit
eestclijke traagheid terugdeinzen voor
vernieuwing, de benepen klein burgerlijke
moraal, kunnen jongeren weerhouden. Dit
noemt spreker een der oorzaken van de
onkerkelijkheid van dc hedendaagsehe
jeugd. Het feit. dat dr. Ivruyt vermeldt, dat
26.G procent van dc Ncdcrlandsche studen
ten tot de onkerkelijkcn behoort," wil vol
gens spreker niet zeggen, dat het vierde
deel geen godsdienstonderwijs heeft gehad.
Wanneer wij de verhouding van het aan
tal catechisanten lot het ledental der kerk
genootschappen nagaan moet dit op hoog
stens 10 procent worden gesteld. De kerk
genootschappen dragen zelf schuld aan de
groeiende onkerkelijkheid, vooral bij de
jeugd. Deze schuld valt niet te delgen door
de jeugd in te stellen en jeugddiensten te
organiseeren.
Alleen het toonen door dc daad open te
staan voor vernieuwing, die uit innerlijke
drang geboren wordt, het toonen te worste
len met de groote vragen van dezen 'tijd,
het toonen de humanistische waarden te
willen verwerkelijken in eigen kring en
daarbuiten kan deze schuld verminderen.
De onkerkelijkheid, die wij bij de jeugd be
speuren, beteekent geen zuiveringsproces
in de kerk, doch in een deel der jongeren
zelf. Doch deze kan dit proces in de kerk
helpen bevorderen, doordat de kerk meer
en meer gaat inzien dat zij juist deze jon-
eren noodig heeft en zich zóó gaat inrich
ten, dat dc hinderpalen wegvallen en de
jongeren de levende kracht ervaren, waar
door zij wordt bezield en die er van haar
uitgaat, het volle leven in. Tot dezen arbeid
van de kerk behoort o.a. het' godsdienston
derwijs. Spreker vindt het droevig, dat de
beteekenis daarvan door de kerkgenoot
schappen nog veel te weinig wordt beseft
cn ook dit verschijnsel de neiging tot on
kerkelijkheid bij dc jongeren versterkt.
Voor de opleiding tot catecheet, waarvoor
een afzonderlijk docent benoemd moet wor
den, is nog niets gedaan sedert 1917. De toe
stand is nog precies dczclfdo als voor 15,
als voor 50 jaar. Spreker is ervan over
tuigd, dat de al'.erbedroevexdste toestand,
waarin dc catechetiek aan de universiteit
verkeert, een der voornaamste oorzaken is
van den minstens even deplorabelen toe
stand, van het godsdienstonderwijs in ons
land. Door een krachtige, wetenschappelijk
gefundeerde opleiding zou er al vanzelf
meer ordening in dit onderwijs komen en
daardoor het bij vele ouderen en jongeren
geschokte vertrouwen in de waarde ervan,
langzamerhand weer terug keeren. Een an
der bewijs voor de geringe belangstelling
voor bet godsdienstonderwijs aan de zijde
der kerkgenootschappen ziet spreker in liet
feit, dat vele gemeenten er niet aan den
ken de middelen te verschaffen, welke voor
dit werk noodig zijn, zooals een goed les
lokaal, lesmateriaal, enz, al begint hier
langzamerhand een verandering ten goede
in te treden. Ook onder de leden der kerk
genootschappen leeft in dit opzicht veel
onverstand, onverschilligheid en traagheid.
School en dansles zijn menigmaal belang
ijker dan de catechisatie. Dit geldt vooral
voor de groote stadsbevolking, waar heel
de sfeer van het groote stadsleven eraan
meewerkt om het heilige te verdringen en
te vernietigen en de ziel te vermoorden. De
teruggang van het aantal catechisanten in
de groote steden is veel grooter dan op het
platteland. Voor de Remonstrantsche Broe
derschap bedroeg de achteruitgang van het
catechisar.tcncijfer in de laatste 30 jaar in
de grootstp zeven gemeenten ongeveer 50
procent, ondanks dat het een klein kerkge
nootschap is en de gemeenten zelve in aan
tal van leden toenamen. Men zou verwach
ten, dat voor het geven van catechisatie
met zorg werden gekozen pacdogogen bij
de gratie Gods en dat deze mannen er
vrouwen daarvoor een zeer bijzondere op
leiding ontvangen, die hen geschikt maakt
voor zulk werk. De man is in do eerste
plaats prediker, die gekozen wordt als men
eenige malen heeft hooren prediken, doch
spreker gelooft niet, dat men ooit een cate
chisatie van hem heeft bijgewoond vóór
zijn benoeming tot predikant. Dr. Ilooykaas
heeft waarschuwend geroepen, dat men
niet achteraan moet loopen, maar leiding
moet nemen. Slecht godsdienstonderwijs be
vordert de onkerkelijkheid en even waar
is, dat goed godsdienstonderwijs een dor
middelen is om do onkerkelijkheid tegen
to gaan. De maatrcgclon, welko volgens
spreker genomen dienen te worden om het
godsdienstonderwijs dienstbaar te maken
aan een levende kerkorganisatie, tot ver
sterking van eigen leven en tot bestrijding
van de onkerkelijkheid, zijn de volgende:
le. Reorganisatie en concentratie van de
theologische opleiding, waarbij de catechi
satic als afzonderlijk vak wordt gedoceerd,
terwijl een vijfjarige studie met doctoraal
examen vorplichtcnd wordt gesteld.
2e. Ernst maken met de verzorging van
het godsdienstonderwijs door kerkeraad cn
kerkbesturen. Inrichting van doelmatige
lokaliteiten met een eigen sfeer, verschaf
fing van benoodigd materiaal, abonnement
op een tijdschrift!
Activitel van de calcchaten. Diep besef
fen dat deze arbeid veel voorbereiding en
toewijding cischt cn dc inzet vraagt van
heel hun persoonlijkheid. Slechts in het
uiterste geval een les doen overgaan of
verschuiven en er vooral voor waken dat
de cursus parallel loopt met den school-
duur, dus in de groote stad niet eindigen
met Pinksteren, maar tegelijk met het
schooleinde.
4e. Ordening van het godsdienstonder
wijs, volgens zielkundig inzicht en met toe
passing van een opvoedkundige methode,
waarbij innerlijke bewustwording en groei
van individueele zoowel als sociale elemen
ten worden bevorderd en waardoor toetre
ding tot een kerkelijke gemeenschap lang
zamerhand als een noodzaak en een voor
recht wordt gezien. Spreker voelt, in tegen
stelling met dr. Hooykaas, niet voor dc
meer cursorische opzet van de te behande
len leerstof. Het godsdienstonderwijs moet
geen gelijkenis gaan vertoonen met een
volksuniversiteit. Tenslotte wees dr. Miede
ma erop, dat vooral in de groote stad goed
gegeven godsdienstonderwijs, véél meer
nog dan dc prediking, op den duur beslis
send zal zijn voor het behoud van dc kerk
cn haar invloed. Het gaat om het leggen
en versterken van fundamenten, daar de
kerken wankelen en hoogc torens op in
storten staan. Daarom: dc tijd kentert, laat
ons niet achteraan loopen, maar leiding
nemen!
Co-referent was dc heer ds. Klein Was-
sink uit Culemborg, dlc inderdaad ver
schillen ziet tusschen stad en platteland,
maar die verschillen zijn toch inderdaad
niet zoo groot. De stad heeft niet zoozeer
nieuwe ideeën, maar ze zijn meer krachtig,
omdat er meer kans is op meer volgelin
gen. Het verschil is dus niet essentieel,,
doch 6lechts gradueel. Oorzaken zijn vol
gens spr.: 1. dc sociale strijd is in de stad
scherper; 2. dc rationalisocring in het eco
nomisch leven komt in do stad meer tot
uiting dan in het agrarische platteland; 3.
fle verbreiding van wetenschappelijke be
grippen gaat in dc stad vlugger dan ten
plattelande, al is dit betrekkelijk; 4. de op
heffing der isolatie, dorpsgemeenschap be
vordert kerkelijkheid; 5. dc opheffing van
do controle der gemeenschap, spr. geeft
hiervan veel voorbeelden; 6. het mengings
proces in de stad; 7. gebreken in de kerk
organisatie.
Hierover is eigenlijk te veel gezegd, om
dat de deugden er door op den achtergrond
kwamen. De gebreken zijn volgens spr. ten
plattelande niet kleiner dan in de stad. Het
werk der- predikanten is vaak niet. over-
zichtiglijk en daardoor gaat het contact
verloren. Spr. meent dat er door de pre
dikanten op een dorp meer geluierd wordt,
dan in do stad. Spr. wil voorzichtig zijn in
al te resolute onderscheiding De menta
liteit ten plattelande is niet overal gelijk.
Bloeiende gemeenten komen soms snel tot
verval bij ontactische kerkelijke leiding.
Het verschijnsel der onkerkelijkheid is zeer
ingewikkeld cn bestaat reeds lang. Dc wer
kelijkheid is niet ongunstiger dan vroeger.
In zekeren zin is dc ontkerkelijking een
zuiveringsproces en dat komt tot uiting
in het godsdienstonderwijs. Ten plattelande
wordt dit onderwijs gevoeld als een voor
bereiding tot toetreding lot het kerkge
nootschap en dit is het eindpunt der cate
chisatie. Spr. beschouwt dc kerk meer als
een geestelfjk, dan als aardsch instituut.
De kerk vormt ons meer dan we zelf
weten. De belijdenis vormt het geloof en
:le kerk is een objectieve grootheid. Gods
dienstonderwijs leidt heen naav do waar
heid. Er moet daarbij onderscheid gemaakt
worden ten aanzien van leeftijd cn begrip
bij de catechisanten. Dc kerk moet toezien
dat haar predikanten den schat leeren vin
den. Daarna vergelijkt spr. de toestanden
op 't platteland cn in de stad en bespreekt
uitvoerig zijn ervaringen op het gebied
van Zondagschool en catechisatieonder-
wijs Het jeugdwerk der reizende kerk acht
spr. zeer nuttig. Spr. aanvaardt de kritiek
op de opleiding der catecheten. Spr. voelt
niets voor predikanten, die alleen maar
catechiseeren, want specialisatie is alleen
mogelijk voor bijzonder begaafden. Spr.
vond het loslaten der oude vragenboekjes
geen verbetering en bijbelsch onderricht
moet nummer één blijven. Het gebrek aan
dogmatische en historische kennis is erger
dan het gebrek aan leermiddelen.
De suggestieve werking van het spreken
over de onkerkelijkheid acht spr. een ern
stig gevaar. Spr. toont ten slotte aan, dat
honderd jaren geleden dc toestand min
stens even erg was als nu. Ook de proble
men der onkerkelijkheid en het godsdienst
onderwijs moeten niet te ernstig genomen
worden. (Het congres duurt voort). I
9
1874
1934
Donderdag, 5 Juli a.s.
hopen onze geliefde
Ouders. Behuwd-,
Groot- en Overgroot
ouders
J. VAN PRAAG
en
S. VAN PRAAG—
LEVIESON
den dag te herdenken,
waarop zij voor 60 ja
ren in hei huwelijk
traden. Dat zij nog lan
ge'jaren voor ons ge
spaard mogen blijven
is de wcnsch van hun
dankbare Kinderen,
I1^ Behuwd-, Klein- 'n
Achterkleinkinderen.
Amersfoort, Juli 1934.
Thuis: Schimmelp.-
straat 11 van 25 uur.
Het Bestuur van het Ned.
Ilerv. Gesticht „Zon en
Schild" te Amersfoort roept
sollicitanten op voor spoe
dige indiensttreding, van::
a.
Magazijnmeester-werkman
mede in staat eenvoudig ad
ministratief werk met nauw
keurigheid te verrichten. Sa
laris f 20. tol f 24.— p sr
weck.
b.
Twee aankomende kantoor
bedienden.
Salaris I .10.— tot f 50.— per
maand.
Sollicitanten moeten Ned.
Herv. zijn cn instemmen
met den grondslag der Ver
een iging
Brieven met volledige in-
iiohtingen vóór 10 Juli aan
den Geneeshcer-D'rectcur,
Utrechtschewcg 266, Amers
foort.
Doorwarming van jicht en
rheumatiek Epilatio (vakk.
wegnemon v. overt, haar m.
d. wortel) enz.
SprcoUuur tot 16 .Tuli te
Zeist V v. Wieldr.laan 20
Tel. 2016.
Van 16 Juli af le Soestci-barg
Amersf. weg 110, Rusthuis
„Dc Wijde Dlik" Dins., Do.
en Za. van 1.30 u—2.30 u.
L. NIEWEG
Ulrochtschostraat 38
Presenteert
Tel. 1825
Tandheelkundige.
MUURHUIZEN 29.
TeL 970. Amersfoort.
Spreekuur 9—12 cn H'?—4
Zaterdags v 34 uur.
Maandag en Vrijdag
'9 avonds 7— 9.
Reserveofficier vraagt
met volledig pension van 9
lot 30 Juli. Br. met prijsop
gaaf aan ORNÉE, W. v»
Dooverenplcin 9, Groningen.
Fongers rijwiel f 39.
Fongers lamp - 6.95
Fongers garantie.
Fongers agent
HUIB HOLSTEIJN.
H.H. Vertegenwoordigers,
good ingevoerd bij grossiers
in Kol.warcn, Kruideniers en
Drogisten, welke een zeer
concu.rreorcnd artikel op rui
me provisie-basis kunnen
mede nemen, gelieven te
schrijven onder no. 353 Buss.
Boekhandel, VMctlaan (IS,
Bussum.
2 nummers op één plaat f 0-20 Keuze uit 58 nummers.
Honderden nummers
35 cent
Aan twee kanten bespeelbaar.
35 cent
Groote orkesten.
Cours de Littérature
fran?aise
comtemporaine.
Conversation
Grammaire
par
DSpiómée M.O.
Beekcnsteinsche laan 24.
On peut so faire lascrire
le Mardi et le Vendredl
de 4 h 6 h. du soit.
Kei goedkoopste adres voor
HALLO HALLO
GOED NIEUWS VAN CAFÉ-DANCING „BELLEVUE"
(Rijksstraatweg A'foort Soest)
De Groote attractie, waarover schitterende rocenties in div.
bladen
GROOT FEESTBAL
Muziek van de MELODY MIXERS
Op het Terras en in do zaal op WOENSDAG 4 JULI.
Aanvang 8 u. Geopend tot 2 u. 's nachts. Vrij Entree.
School op individueelen grondslag. In de lagere
leerjaren wordt de Montessori methode gevolgd,
in de hoogere een eenvoudig Dalton-systeem.
Opleiding voor alle vervolgscholen.
Schoolgeld progressief. Prospectus op aanvrage.
Aangifte van leerlingen voor alle leerjaren iede-
ren Dinsdag, Donderdag en Vrijdag om 3.30.
In de hard-groeiende stad
thans c.a. 60.000 inwoners
tellend verschijnt slechts
één zelfstandig dagblad:
dat er tevens het meest verspreide is:
Bedenkt dit bij het samenstellen van uw reclame-campagne
Sa Teletoon 68103; 68617 en 68923
125. Daar zag ik tie andere kaboutertjes al vertrokken. Hij
wilde wel graag mee, maar zijn becnen waren nog zoo stijf en
zwaar, dat hij maar weer in bed kroop. Bbrrr, rilde hij...
ik ben niks op mijn gemak, zoo alleen en hoe zou het met
Kruimeltje zijn? vroeg hij zich eensklaps af. Toen had ie
geen rust meer en met veel moeite ging ie er op uit, alleen
den donkeren nacht in.
126. Intussohen waren de kaboutertjes al lang aan hot
werk. Maar Kruimeltje, die nog zoo klein was, had beter
thuis kunnen blijven, want liet was verschrikkelijk slecht
weer. De lantaarntjes dreigden telkens uit te waaien en de
wind gierde zoo hard, dat ze elkaar niet konden verstaan.
Zoo kwam het ook, dat Kruimeltje, die in een mooie rozen-
tak was geklommen, aan een doorn was blijven hangen en
hoe hij ook om hulp riep, niemand hoorde het