TENTOONSTELLING IN TILBURG
FEUILLETON
Dinsdag 3 Juli 1934
33 e Jaargang No. 2
INDISCHE GROEP
Brabantsche kunst
DE TOESTAND VAN
DEN PRINS
,DE HOOGE VELUWE'
OPENGESTELD
en
Hst Mysterie van het
Diamanten Kruis
Van wollen dekens
tot Esperanto
ui
Het spreekt vanzelf, dat de weverijen en
aanverwante bedrijven een ruime plaats in
nemen. Vooral de fabrikanten van wollm
dekens zijn rijk vertegenwoordigd. Eertijds
kon een gedegen Ilollandsch burger niet
rustig slapen, als hij zijn ledematen niet uil-
strekte onder een 24-karaats Leidsche wol
len deken. Tegenwoordig slaapt men ook
lekker onder dekens uit Tilburg; de namen
Eras en Aa Be zeggen ingewijden genoeg.
De laatste fabriek heeft een soort diorama
laten vervaardigen waar men zich op de
Noordpool waant. Wij weten niet of Willem
Barentsz zich ook al gehuld heeft in wollen
dekens uit Tilburg, maar hij zou er zeker
geen bezwaar tegen hebben gehad. Legio is
het aantal textielmachines en weefstoelen.
De nieuwste snufjes op dit gebied ontbreken
niet. Er zijn zelfs machines bij. die gloed
nieuw zijn, en die wel niet speciaal voor
deze tentoonstelling werden vervaardigd,
maar toch. in verband met deze expositie
sneller dan anders het geval ware, zijn af
geleverd.
Zij zullen in ieder geval voor de eerste
maal in deze omgeving draaien! Sommige
dezer machines doen denken aan lange
droogrekken, andere aan reusachtige rota
tiepersen, er zijn er ook die het midden hou
den tusschen een piano en een zetmachine
een oneindig aantal trillende draden vor
men de schering, waar de immense spoelen
doorheenjagen. Het is nu eenmaal zoo, dat
ten onzent die machines niet gefabriceerd
worden. De meeste inzenders in deze bran
che komen dan ook uit Duitschland, enkele
uit België en weer andere uit Polen.
Iedereen weet dat ook het handweven bij
onze dames gelukkig weer meer en meer in
zwang komt. Ook op dit gebied demon
streert deze tenoonstelling de modernste
weeftoestellen en gereedschappen.
Groot is de rubriek huishoudelijke en
luxe-artikelen. Het aantal meubelzaken is
betrekkelijk gering. Zooals te verwachten
viel is in het Zuiden het z.g. „stijlmeubel"
nog altijd het meest geliefd. Toch moet ook
het stalen meubel zijn entrée gemaakt heb
ben, anc^rs zou de Haagsche firma Van
Heyst er geen heil in hebben gezien om
haar stalen huismeubelen in dit milieu to
toonen. Eon typisch effect van rust maak
ten de beide uitvoerige stands van naaima
chines (Singer en Lewenstein). Ook het on
derwijs neemt een plaats in op deze ten
toonstelling. Zoowel de Tilburgsche Am
bachtsschool als de Textielschool toonen wel
ke onmisbare schakel zij vormen in de ap
paratuur die wordt aangewend om de hui
dige jeugd geschikt te maken voor de maat
schappij (die, helaas, meer en meer onge
schikt is om diezelfde jeugd een geschikte
plaats aan te bieden!) We zouden niet in
Brabant zijn, als de machtige schoen- en le
derindustrie, die zich in tal van centra ont
plooid heeft, hier niet in rijke mate was
vertegenwoordigd. Uit Dongen, Waalwijk,
Loonopzand. Kaatsheuvel etc. zijn de verte
genwoordigers dezer industrie hier present,
een tak van nijverheid die steeds minder van
het buitenland afhankelijk is geworden. Een
vluchtige beschouwing kan overtuigen, dat
in allerlei opzichten deze Hollandsche indu
strie den wedijver met het buitenland kan
doorstaan.
Een even geurige als kleurige groep is die
der voedings- en genotmiddelen, waarvan
de vertegenwoordigers weliswaar over ver
schillende gebouwen verspreid zijn, maar
maar die daarom niet minder de aandacht
vragen. Verschillende groote zaken, wetende
dat aanschouwelijk onderricht het meest
trekt, laten een gedeelte van hun fabricage
proces meest slotphrase aan het pu
bliek zien. Van Nelle noodigt de bezoekers
tot een zitje, en onthaalt hen gratis op kof
fie, thee of anderszins. En van Houten heeft
een soort bar ingericht, waar het publiek
weliswaar geen cocktail van alcoholische
dranken, maar wel een van chocolade-ijs
kan krijgen, terwijl een pseudo Lucienne
Boyer van regelrecht Indische afkomst lied
jes zingt bij de piano. In deze groep ontmoe
ten wij ook de bekende Utrechtsche firma
Van Rijn en Co., mosterdfabrick. Eén van de
bestgeslaagde stands komt in deze afdeeling
voor, n.l. die van „De Drie Hoefijzers" uit
Breda, uitsluitend samengesteld uit flesch-
jes en vaten, overeenkomstig het devies van
deze onderneming: „zwaar en licht bier op
fust en op flesch."
De internationale gedachte vindt op meer
dan één gebied haar weerslag; op cultureel
terrein in de propagandastand van Espe
ranto; op het terrein van het geestelijke en
godsdienstige in de boeiende exotische in
zending van het Tilburgsche Missiehuis. En
op het gebied van de ontspanning in het
attractie-terrein Venetië, waar een Marok-
kaansche Bazar prijkt naast een Weinstube
en een Bierkneipp, waar Oostersche parfu
merieën gekocht kunnen worden evengoed
als het edelste Hollandsche fruit en de.
lekkerste Hollandsche poffers.
Hier bevindt zich ook een Indische restau
rant, geleid door den heer A. E. W. de Jong,
uit Den Haag, en bediend door inlandsche
jongens van de Mij. Nederland. De heer C.
M. A. Groenevelt heeft dank zij de mede
werking van. verschillende inzenders in een
ruimte grenzend aan dit restaurant een
fraaie Indische tentoonstelling kunnen in
richten, waar men een boeiend diorama
van de Preanger ziet, geschilderd door den
bekenden kunstschilder Eland, en een plas
lische kaart van de route Amsterdam—Ba
tavia, waarboven een minuscule vliegma
chine precies de wendingen en de stations
volgt, die ook de echte K L. M.-vliegers op
hun wekelijksche trips naar de Oost „ne
men".
Deze tentoonstelling omvat verder houten
beelden van gestorvenen, tooverstavcn uit
de Bataklanden, schilden uit Nieuw-Guinea,
maskers uit allerlei deelen van den Archi
pel, beeldsnijkunst uit Bali, houten wajang
poppen en krissen van Japa, ikats, batiks
en vlechtswerk. Ook het geciseleerde zilver
werk is prachtig en zeer curieus is een fraai
gesneden veelkleurige bank uit den eersten
tijd van de O.-I. Compagnie.
Brabantsche kunstenaars.
C. A. S schrijft:
Ook aan de Brabantsche kunstenaars is
gelegenheid geboden om óp deze tentoon
stelling te toonep wat zij vermogen. Door
een groot aantal is van die gelegenheid
gebruik gemaakt, al verbaast het dat men
enkele namen die tot ver boven den Moer
dijk bekend zijn, hier niet aantreft. De in
richting is in handen gegeven van den
Bosschen kunstschilder Frans Slager, die
iets dergelijks deed bij de voorlaatste groo
te tentoonstelling, en de Congreszaal met
haar goede bovenverlichting biedt aan heel
wat schilderijen en beeldhouwwerken
plaats. Het treft dat de meeste der expo
santen zich onledig houden met landschap
en stilleven, enkelen met portret, maar dat
de compositie zeer zelden voorkomt, ter
wijl het religieuse onderwerp in tegen
stelling tot de Limburgsche kunstenaars
bij deze Brabanders zoo goed als afwezig
blijft. Voor een bij uitstek katholieke pro
vincie doet dit feit ongewoon aan.
De heer Slager heeft er goed aan gedaan
een vereeniging van recenten datum, die
voor de eerste maal exooseert. met «Jiame
de Bredasche Kunstkring terstond aan deze
expositie te laten deelnemen. Haar inzen
ding is zeker niet de slechtste. Jan Strube
blijkt eon geestig waarnemer, die vooral
zin heeft voor het groteske en caricaturale.
en die bovendien een satirieken aanleg
heeft. Zijn visie op den Brabantschen
boer is niet bepaald zachtzinnig, evenmin
als op den criticus van schilderijen. Humor
van een meer algemeene, samenvattende
6oort, legt Gerrit de Morée aan den dag
(Clown en Don Quichotte), terwijl D. Ro
vers een fraai portret heeft gesob'Hprd en
R. Peskomsky savant werk iaat zien in
expressionistischen trant. In Paul Wind-
hauscn's landschappen ontdekt men invloe
den van den Maastrichtschen Henri Jonas.
Ook buiten Breda blijken in het Bra
bantsche land nog kunstenaars van betee-
kenis te leven. De eerste van allen is
Henriëtte Pessers (Geldrop), een bezonken,
ingekeerde natuur, wars van iedere Bra
bantsche jovialiteit, maar in haar eenvoud
van een wijde spanning. Elsa Rubbens uit
Waalwijk is wat ostentatiever en drukker,
maar weet in haar kinderteekeningen toch
wel maat te houden en door een dosis
bezinning tegenwicht te leveren voor haar
virtuosen aanleg. Interessant zijn haar
composities. Reinier Pijnenburg (Vught)
iaat bekoorlijk werk zion uit Noord-Afri-
ka, niet onwaarschijnlijk komt van hern
binnenkort een expositie in Utrecht. W. v.
Dort (Bergen op Zoom) stond een zwierig
riviergezicht af en een interessant portret
van een schilder (zelfportret?). Antonie Le-
win (Den Bosch) zond o.a een fraai bloem
stuk in, Th. v. Delft (Waalwijk) deed het
zelfde, André Verhorst (Vught) is in zijn
vlotte portretten meer uiterlijk bekorend
dan innerlijk boeiend. Voorts legt de fami
lie Slager, aangetrouwd of niet, de té tal
rijke blijken af van een voortvarende schn-
der6bedrijvigheid, die erfelijk schijnt. Zij
werken veelszins in den traditioneel-im-
pressionistischen trant, zooals trouwens
de meeste dezer Brabantsche schilders;
Frans heeft enkele treffende landschappen
afgestaan, Picter o.a. oen paar deugdelijke
portretten, Jeannette een tweetal groote
bloemstiilevens, Maria 'Slager-Van Gilse
zond minder belangrijk maar wel typisch
Brabantsch landschappen en boerenerven
in, Suze Slager-Velzen ecnige fleurige
landschappen waar kleur en licht in zit.
Van de eigenlijke Brabanders noemen wij
nog P. Ieuni6se uit Eindhoven en den be
kwamen etser Hendrik de Laat uit Den
Bosch. Grafisch werk bevat deze expositie
maar b;tter weinig.
De andere exposanten zijn zich voor 't
meerendeel elders gaan vestigen, of behoo
ren tot de niet 6trikt Brabantsche schil
ders, die evenwel vaak in deze provincie
hun inspiratie hebben opgedaan.
Tot de besten behooren Jan Bogaerts uit
Wassenaar, de begaafde stillevenschilder
in verfijnd en verstrakt traditioneelen
stijl. Peter v. d. Braken met coloristische
brillante landschappen, Frans Oerder, Jan
Franken, Adiolf Weezel-Errens, Anton v.
Welie en jhr. Dittlinger.
Drie beeldhouwers, drie virtuosen, ornee-
ren de zaal met ecnige portretbustes en
een aantal plastieken. Hoewel Toon Du-
puis- en FaÜ6e in de officieelc wereld,
waar de opdrachten voor standbeelden
veelal te „vergeven" zijn, hoog blijven aan
geschreven, vinden wij jui6t hun bustes
conventioneel en onpersoonlijk, en het
wordt hoog tijd dat genoemde kringen ook
eens naar andere beeldhouwers omzien.
En die zijn er! Meer levend zijn Dupuis
en Falise in hun vrije plastieken, al blijven
zij ook hier veelal bij de uiterlijke actie
uitwendige karakteristiek en een annecdo-
tisch stemmings-moment staan. „Man in
ru6t" van Dupuis is een goed stuk, van
Falise treffen vooral de haast visionnaire
Arenden, de gespannen Trekkende Paar
den, en de gevoelige Oude spinster De wer-
de „im Bundeis Bcurgonjon uit Tilbur,
die ontstellend knap is. maar finaal in de
onbezielde virtuositeit blijft stekenl
Omtrent den toestand van den Prins
werd Maandagochtend het volgende mede
gedeeld
Na een eenigszins onrustigen voornacht
heeft Z.K.II. zes uur onafgebroken en rus
tig geslapen.
De gisteren gemelde temperatuursver-
hooging is nog niet geheel geweken. Een
zeer lichte hartvliesontsteking als gevolg
van den oorspronkelijken aanval van hart
zwakte maakt absolute rust voorloopig
dringend noodzakelijk.
Naar wij vernemen berusten de berich
ten aanvankelijk In een deel van do pers
verspreid over een bewusteloosheid, waar
mede de ziekte van Z.K.H. zou aangevan
gen zijn, op een misverstand. Do aanval
van pijn en hartzwakte waarmede de ziek
to begonnen is, hebben geen oogenblik ver
lies van bewustzijn met zich gebracht.
De Prinses komt ook terug.
H.K.H. Prinses Juliana heeft het voorne
men te kennen gegeven a.s. Woensdag haar
verblijf in Engeland te onderbreken voor
een bezoek aan haar vader.
Den Haag, 2 Juni. Omtrent den
toestand van den prins wordt het
volgende medegedeeld:
De temperatuur was hedenavond
iets lager dan gisteravond; de al
gemeene toestand is naar omstan
digheden bevredigend.
Heugelijk bericht voor toeristen
en natuurvrienden
Een bericht, dat alle natuurvrienden met
groote instemming zullen vernemen, is de
mededeeling, dat het bekende landgoed
„De Hooge Veluwe", een der grootste en
belangrijkste natuur monumenten in Ne
derland, in ruimer mate dan dit tot nu toe
het geval was, voor het publiek zal worden
opengesteld.
De eigenanesse, do N.V. W. H, Müller en
Co. te Rotterdam heeft, in overleg met den
A.N.W.B., Toeristenbond voor Nederland,
een regeling gemaakt en bepaald, dat het
landgoed zal zijn opengesteld: voor auto's
op 7, 8, 21 en 22 Juli, 11, 12, 25 en 26 Augus
tus; voor wielrijders, wandelaars en ruiters
te beginnen op 11 Juli op de tueschengele-
gen Zaterdagen, Zondagen en Woensdagen,
telkens van '6 morgens 10 tot 's avonds
21 uur.
Bij uitzondering zullen ook wandelaars,
AMERSFOORT.
4 Juli. Verkooplokaal Muurhuizen 47.
Verkooping meubilaire goederen. 9^
uur v.m.
24 Juli. ,,'t Boompje." Verkooping van
het huis Pieter Bothlaan 34. 8 uur n.m.
27 Juli. Café 't Boompje. Verkooping van
de boerenhofotede „Isselt" tusschen Soest
en Amersfoort. 11 uur v.m.
B A A R N.
25 Juli. Hotel de Pauw. Verkooping van
het dubbele heerenhuis Elisabethstraat 21
en 23. 8 uur n.m.
HOOGLAND.
4 Juli. .Concordia." Verkooping weiland.
10 uur v.m.
wielrijders en ruiters worden toegelaten op
dagen waarop alleen automobilisten toe
gang hebben.
Voor auto's is de ingang bij het admini
stratiegebouw aan den weg Otterlo-Hoen-
derlo en wordt de te volgen weg op het
terrein aangegeven, via de oude boerderij
de Pampelt, Compagnieberg naar den uit
gang bij Oud Reemst. Voor wielrijders en
wandelaars zijn de toegangen bij Iloender-
lo, bij het administratiegebouw aan den
weg Otterlo—Hocnderlo, bij Oud-Reemst en
bij Kemperberg.
Voor ruiters uitsluitend bij Oud Reemst.
Voor hen worden eveneens de te volgen
wegen en wandelingen aangeduid volgens
een door den A. N. W. B. ontworpen plan.
De te volgen routes voeren langs de mooiste
punten van het landgied. Het begin van de
wandelingen is aangeduid door een bord
en in de nabijheid daarvan is gelegenheid
tot parkeeren van auto's, zoodat automobi
listen, die een gedeelte van den wandelweg
willen volgen, daar hun wagen kunnen
loten staan.
Een gemakkelijke toegangsweg voor wan
delaars is per auto van Arnhem tot
Schaarsbergen, halte Autobus School no. 1,
vandaar tot den ingang bij Kemperberg is
nog geen kwartier gaans.
Uit de richting Apeldoorn is het land
goed het gemakkelijkst te bereiken via
Hoenderlo en uit Ede per bus naar Apel
doorn. welke bij het administratiegebouw
een halte heeft. De verschillende aange-
duido wandelingen zijn gemakkelijk to
combineeren, waardoor de wandeltoerist in
staat wordt gesteld een dagtoer te maken,
b.v. van den ingang bij Kemperberg tot den
uitgang bij Hoenderlo of het administratie
gebouw, dwars door het geheele landgoed,
dat een oppervlakte van ruim 6000 reclaren
beslaat, waarvan ca 4500 hectaren afgeras
terd.
De A. N. VV. B. heeft voor de bezoekers
een speciaal gidsje samengesteld.
BUMA CONTRA OMROEP.
Worden de vier omroepvel-
eenlgingen tegelijk gedag
vaard?
Naar wij vernemen heeft het Buma na
dat zijn kort geding inzake de autersrech-
ten tegen de A.V.R.O., naar men weet. geen
succes heeft gehad thans den president
van de Am6terdamsche Rechtbank verzocht
de vier groote omroepvereenigingen te mo
gen dagvaarden tegen 5 Juli a.s. voor de
Vacantie-Kamer der Amsterdamsche recht
bank. des voormiddags te 11 uur 30.
De bedoeling van Buma is, dat de recht
bank zal bepalen, dat de uitzending van
werken van bij Buma aangesloten compo
nisten door de omroepvereenigingen on
rechtmatig is en dat de rechtbank de ver
dere uitzending van die werken zal verbie
den, met onmiddellijke ten uitvoerlegging
van dat verbod (tenzij do door Buma ge-
eischte auteursrechten worden betaald!
(Hbld
Er is meer kracht noodig om den vrede
te bewaren dan om den vijand te over
winnen.
Uit het Engelsch van Chester K. S. Sleele
door A. W. v. E.v. R
„Zou dat een nieuw soort alarmsignaal
tegen inbrekers zijn?" dacht de kolonel.
„Als dat zoo is, is het het eerste, dat ik
vastgemaakt zie aan de electrische leiding.
Gevaarlijk in geval-van kortsluiting! Men
zou een schok kunnen krijgen die doodelijk
zou kunnen zijn en
Dit scheen den kolonel een nieuwe ge
dachte in te geven. Hij onderzocht de dra
den haastig, verliet toen den winkel, en
vertoonde zich kort daarop in de werk
plaats van een electricien, waar hij eenigen
tijd Licef.
's Avonds berichten de kranten, dat het
proces tegen James Darcy voor den moord
op zijn nicht, aanhangig was gemaakt.
Toen kolonel Ashley van de werkplaats
van den electricien terugkeerde naar zijn
hotel, vond hij Amy Mason op hem wach
ten.
„O, kolonel is het niet vreeselijk!" riep
zij uit, een krant omhoog houdend. „Het is
zoo -r- zoo
„Tut, tut mijn lieve jonge dame! Dat
heeft niets te beteekenen! Het is alleen
maar een stapje verder! Treur er maar niet
om, het was te voorzien!"
„Dat weet ik wel, maar het kinkt zoo
verschrikkelijk! Van tevoren werd hij al
leen maar verdacht, al zat hii dan ook ge
vangen. Nu lijkt het of hij schuldig is be
vonden!"
„Het lijkt er niet naar: het bewijs van zijn
schuld kan alleen maar gevonden worden
door afleiden, cn ik geloof niet. dat zij dat
kunnen. Schep moed, in ik zal hem wel
vrij krijgen!"
„Bent u er zeker van, kolonel?" en haar
oogen glinsterden van ingehouden tranen.
„Ja, natuurlijk!"
Do kolonel moest zich echter geweld
aandoen, zijn woorden natuurlijk te doen
klinken. Dat kwam misschien, doordat hij
ze al zoo dikwijls had gezegd, cn omdat
hij moe was.
Of had het iets te maken met de vreem
de draden, die naar de werktafel van Ja
mes Darcy leidden9
HOOFDSTUK X.
Het uurwerk des doods.
Toen dokter Warren, de districtsgenees
heer, het hoofdbureau van politie binnen
stapte, zooals hij dikwijls deed. als hij van
zijn ziekenbezoek kwam, om te hooren of
zijn hulp als ambtenaar werd ingeroepen,
ontmoette hij detective Carroll.
„Hallo dokter!" klonk diens hartelijke
begroeting, want dokter Warren was meer
dan een geneesheer. Hij was een politicus,
en politici en de politie waren in Colches
ter niet meer gescheiden dan elders.
„Hebt u dien vogelverschrikker van een
kolonel al gezien?" vroeg Carroll.
„Vogelverschrikker van een kolonel?" uit
de stem van den dokter klonk zijn verba
zing.
„Ja, die kerel, die met Kenneth aan de
Darcy-zaak werkt!"
„Of ik hem gezien heb? Neen."
„Hij was hier heel kort geleden voor u.
Scheen heel verlangend U te zien. Daar is
hij al. Zeg eens, als hij iets loslaat, dat wij
tegen Darcy kunnen gebruiken iets wet
tigs natuurlijk, vertel het mij en Thong
dan zult U? U weet, dat wij de zaak moe
ten uitzoeken, en tusschen ons gezegd, wij
staan niet heel sterk."
„Goed! Ik zal je laten weten wat ik te
hooren krijg."
Hiermede eindigde hun half gefluisterd
gesprek, daar kolonel Ashley het hoofd
bureau binnentrad.
Het was dien dag zijn derde bezoek aan
het politiebureau, op zoek naar dokter
Warren, en hij had de reden van zijn be
zoek aan niemand anders willen vertellen.
Nu glimlachte hij tegen den man, dien hij
zocht. Zij hadden elkaar reeds eerder ont
moet.
„Goeden morgen, dokter Warren. Ik kom
voor U," groette de kolonel. „Als het U
schikt, zou ik graag een paar minuten van
Uw tijd in beslag willen nemen officieel
natuurlijk!"
„Ik sta altijd klaar, als het plicht betreft,
kolonel. U weet zeker wel, dat wij, dokters,
in dat opzicht precies hetzelfde zijn als de
militairen."
„U hebt gelijk. Ik zal niet veel meer dan
een minuut noodig hebben, en wat ik u
wensch te vragen, kan ik evengoed hier af
doen als ergens anders. U weet. dat ik
werkzaam ben om Darcy te redden?"
„Dat heb ik gehoord!"
„Nu, u onderzocht mrs. Darcy kort na
haar dood. U kunt u al of niet een meening
gevormd hebben over de vraag, w i e haar
doodde, maar naar ik meen. weet u zeker,
hoe zij vermoord werd ik meen, den
aard van haar wond."
„Er waren twee kwetsuren een sche
delbreuk juist achter het rechteroor, en
een steekwond in de linkerzijde, die het
hart doorboorde. Elk van de twee zou den
dood veroorzaakt hebben."
„Kunt u zeggen, welke van de twee haar
doodde?"
„Ik zou zeggen de steek, maar dat durf
ik niet met zekerheid te beweren. U be
grijpt, kolonel, dat ik bij het gerechtelijk
onderzoek als getuige zal worden opgeroe
pen en alles zal zeggen, wat ik van dat ge
val weet."
„Dat begrijp ik natuurlijk. U bent prac-
tisch gesproken een getuige tegen Darcy.
En ik hoop, dat U geen oogenblik zal den
ken, dat ik iets probeer te weten te komen,
dat ik te zijnen gunste zal gebruiken. Ik
doe het alleen ter wille van het recht, dat
u ook wilt dienen, zooals ik het zelf dien.
Mocht ik dus iets ongepasts vragen, leg
mij dan het zwijgen op. Maar aangezien
U moet getuigen over die wonden, en U ze
vrijwel aan de verslaggevers hebt beschre
ven, kan het, dunkt mij, geen kwaad, mij
de bijzonderheden nog eens te herhalen."
„Niet in het minst, kolonel."
„U bent er dus zeker van, dat de steek
wond haar doodde?"
„Waarschijnlijk wel! Natuurlijk had, zoo
als ik al zeide, elk der beide wonden den
dood veroorzaakt kunnen hebben, maar
slagen op het hoofd, zelfs als de schedel
leelijk is gekneusd, zooals in dit geval, ver
oorzaken niet steeds onmiddellijk den dood.
Een feit is, dat het slachtoffer gewoonlijk
verscheidene uren bewusteloos blijft. Dat
is evenwel niet het geval met een steek
wond in of bij het hart. Die is bijna altijd
na korten tijd noodlottig een minuut of
twee. Hoewel het dus mogelijk is, dat mrs.
Darcy eerst werd geveld door een slag op
het hoofd, die waarschijnlijk den dood ten
gevolge zou gehad hebben geloof ik, dat
de dood onmiddellijk na den steekwond in
trad."
„Zouden beide door denzelfden persoon
kunnen zijn toegebracht?"
„Natuurlijk! Eerst do slag op het hoofd
cn vervolgens de steekwond."
„En waren er geen andere wonden op het
lichaam?"
„Neen, behalve lichte kneuzingen, veroor
zaakt door den val op den grond. Maar dio
waren onbeteekenend."
„Ander niets?"
„Neen hm laat eens kijken neen,
ik geloof van niet."
„Bent U er zéker van, dokter Warren?"
De stem van den kolonel had een vreemden
klank.
„Ja, ik ben er zeker van. Ik wou juist
zeggen, dat de palm van baar linkerhand
heel licht geschaafd was, een soort van
kras of prik, alsof dat door een speld was
veroorzaakt, maar daar zij in de juweliers
zaak was, en, naar ik begreep, dikwijls zelf
kleine reparaties verrichtte aan broches en
spelden, die haar gebracht werden, kon dat
op rekening daarvan gesteld worden."
„Een lichte schaafwond in de linkerhand,
zei U?"
(Wordt vervolgd).