AMERSFOORTSCH DAGBLAD
FEUILLETON
Amersfoortsche Kunsthandel
Donderdag 5 Juli 1934
33 e Jaargang No. 4
TWEEDE BLAD
BEGRAFENIS Prof. Dr.
H. R. RIBBIUS
IN DEN RIJN VERDRONKEN
OUD-GEPENSIONNEERDE
MILITAIREN
BARRICADES IN DE
JORDAAN
UIT DE STAATSCOURANT
SMEEDIJZER
VERGEEFSCHE VLUCHT
VAN EEN GEVANGENE
DE RAADSVERKIEZINGEN
IN ENSCHEDE
JONGE MAN MET EEN
MES GESTOKEN
Het Mysterie van het
Diamanten Kruis
Rotterdam, 4 Juli. Onder zeer groote
belangstelling, vooral uit de kringen van
het hooger onderwijs en de rechterlijke
macht, is heden op de algemeene begraaf
plaats Crooswijk ter aarde besteld het stof
felijk overschot van prof. mr. dr. H. R.
Ribbias, in leven gewoon hoogleeraar aan
de Nederlandsche Handelshoogeschool en
plaatsvervangend rechter in de arrondisse
mentsrechtbank te Rotterdam. Nadat de
ki6t, die door eenige bloemstukken was ge
dekt in de groeve was neergelaten, heeft
de rector-magnificus van de Handelshooge
school, prof. E. W. Boerman eenige woor
den van gedachtenis gesproken, er aan her
innerend, dat de overledene gedurende 16
jaren hoogleeraar aan deze hoogeschool is
geweest en gedurende dien tijd zijn taak
heeft vervuld op een wijze, waardoor hij
senaat en besturende colleges aan zich
heeft verplicht. Spreker gewaagde ook van
de belangstelling die van mr. Ribbius uit
ging naar zaken, die op algemeen maat
schappelijk gebied liggen. Zoo was hij een
gewaardeerde kracht in Armenzorg, in het
Rotterdemsche Crisiscomitó, in het bestuur
van de Huishoudschool en in de commissie
van toezicht op het middelbaar onderwijs.
Na de Paaschvacantie is prof. Ribbius zijn
rustkuur begonnen tij het voortdurend
verzwakken was bet optimisme, dat bij
eens in staat zou zijn zijn arbeid weer op
te vatten, niet geweken. Noch zijn zonnig
geloof, noch de toegewijde liefde, die hem
betoond zijn, hebben het verloop kunnen
afwenden. Rotterdam mi6t een beminne
lijke figuur en de hoogeschool en de stu
denten missen een humaan hoogleeraar.
De heer Thöne uit Bloemendaal heeft
vervolgens eenige woorden van afscheid
gesproken als vriend.
Een zwager heeft namens de weduwe en
de dochter dank gebracht voor de laatste
eer.
In de ontvangkapel was ten slotte gele
genheid de familie te condoleeren
Amerongen, 4 Juli. Hedenavond om
streeks 8 uur begaven zich eenige jongelui
naar het zwembad in den Rijn, hetwelk
reeds was gesloten. Bij het zwemmen al
daar is de 20-jarige Mej. E. Brevé op nood
lottige wijze verdronken. De overige jonge
lui hebben nog getracht haar te redden, wat
bijna meerdere slachtoffers had geëischt. Na
ruim 3 uur dreggen mocht men er niet in
slagen het lijk op te halen. Bij den lagen
waterstand is het zwemmen daar te plaatse
zonder toezicht levensgevaarlijk.
BRAND IN HET STATION TE NIJMEGEN.
N ij m e g e n, 5 Juli. In den afgeloopen
nacht werd de brandweer gealarmeerd voor
een brand in het stationsgebouw. De goede
renloods stond in lichter laaie toen de
brandweer met groot materiaal arriveerde.
Het vuur werd van alle zijden aangetast,
zoodat men er in 6laagde de brand te be
perken tot de loods cn de daarboven ge
legen opslagplaatsen voor het seinwezen.
Het dak van de loods stond weldra in volle
vlam en aanvankelijk liet de brand zich
ernstig aanzien. Het aan de loods grenzen
de postkantoor werd ontruimd. Het spoor
weg-personeel kon de goederen nog bijtijds
uit de loods halen, zoodat van de bestelgoe-
deren niets verloren is gegaan. Dank zij het
kordaat optreden van de brandweer, brand
de alleen het bovengedeelte van de loods af
De aneigoederendienst wordt tijdelijk onder
gebracht in de 3de klasse wachtkamer. Do
oorzaak van den brand is onbekend. Verze
kering dekt de schade.
Supplefoire begrooting in verband
met de verhooging der
uitkeeringen
Ingediend is een suppletoirc begrootine
van Defensie voor 1934. Dc toelichting zegt
o.m.:
Herhaalde malen is er reeds in de beide
Kamers der Staten Generaal op aangedron
gen. dat de regeerinng stappen zoude doen
om verbetering te brengen in de financieele
positie der oud-gepensionneerden. met na
me in die van de gewezen militairen van
zee- en landmacht. Daarbij werd in den
laatsten tijd meermalen betoogd, dat deze
groep van oud-landsdienaren in ongunsti
ger omstandigheden verkeert dan de gewe
zen burgerambtenaren, uit hoofde van het
feit, dat eerstbedoelden destijds werden ge-
pensionneerd naar een standenpensioen, ter
wijl laatstbedoelden een pensioen ontvin
gen, afhankelijk van het door hen genoten
salaris.
Het was geen uitzondering, dat bepleit,
werd, in dezen toestand verbetering te
brengen door alle pensioenen, di. naar men
betoogde, krachtens vroegere pensioenwet
ten aan militairen verleend, te laag zijn
vastgesteld, voor een verhooging in aan
merking te doen komen.
Afgescheiden van andere bezwaren, aan
het inslaan van dezen weg verbonden, is
dit alleen reeds om deze reden onmogelijk,
dat de schatkist dientengevolge nieuwe be
langrijke uitgaven zou moeten doen.
De regeering wenscht echter blijk te ge
ven, dat zij daar, waar zulks mogelijk is,
aan de nooden van oud-gepensionneerde
militairen wil tegemoet komen.
Een door haar ingesteld onderzoek toon
de de wenschelijkhèid aan om de uitkee
ringen aan de minstbedeelden onder de oud
gepensionneerdo militairen eenigszins te
verhoogen. Het ligt in het voornemen een
regeling te treffen, waardoor zij aan pen
sioen en bijslag van de Stichting, bedoeld
in de wet van 26 Juni 1926 te zamen zullen
mogen genieten een bedrag, gelijkstaande
met 320 pet. van het hun oorspronkelijk
verleende pensioen, in plaats van, zooals
thans, rnet 280 pet,
De beperking, toegepast bij het toeken
nen van geldelijke uitkeeringen aan de z.g.
mobilisatie-slachtoffers, deed op art. 110
van de loopende Defensiebegrooting een
overschot ontstaan van 40.000, welk be
drag aan bovengenoemde Stichting wordt
overgemaakt ter nadere uitkeering aan
oud-gepensionneerden van zee- en land
macht.
DE KLOKKEN VAN HET LEIDSCHE
STADHUIS.
Onze correspondent te Leiden schrijft:
Bij den brand van het Leidsche stadhuis
zijn enkele klokken uit den toren gespaard
gebleven. Wij vernemen dat deze klokken
in den toren van het nieuwe stadhuis zul
len worden aangebracht.
Naar men ons van zeer bevoegde zijde
mededeelde is voor deze klokken aan het
gemeentebestuur een bedrag van 14.000
geboden, welk aanbod B. en W. echter heb
ben gemeend van de hand te moeten wijzen
DE KWARTEL NAAR INDIË.
Amsterdam, 5 Juli. Het K.L.M.-vlieg-
tuig „De Kwartel'* is hedenochtend te 4.55
uur naar Indiè vertrekken.
Aan boord bevonden zich vier passa
giers
Amsterdam, 5 Juli. In den afgeloo
pen nacht na twaalf uur is het in de Jor-
daan naar aanleiding van de steunver
laging tot ernstige ongeregeldheden ge
komen. De politie ontving omstreeks het
middernachtelijk uur bericht, dat op de
Lindegracht een relletje plaats had. Met
een „overval-auto" trok men er op uit. Bij
do Lindegracht gearriveerd, bleek deze
over de volle breedte opengebroken te zijn.
De politie werd met het werpen van
groote steenen ontvangen. Toen de agenten
een zijstraat ingingen, stiet men daar op
barricades, die varen opgetrokken van
balken, die men van een schuit had ge
haald, straatsteenen, kisten cn huisraad.
Het ergste was echter, dat er volkomen
duisternis heerechte, daar de bc-woners alle
lantaarns stuk gegooid hadden. De enkele
politiebeambten konden niets uitrichten en
derhalve vroegen zij aan het posthuis om
versterking
Van verschillende zijden kwamen toen
auto's met manschappen, terwijl men er
eveneens met zoeklichten op uittrok. Nu
men licht had, was de kwestie iets eenvou
diger geworden. Met den sabel en den
gummiknuppel werd de menigte uiteen
gejaagd, terwijl de barricades konden
worden opgeruimd. De politie was genood
zaakt enkele malen van de vuurwapens
gebruik te maken, waarbij twee personen
resp. in het onderbeen en in den arm wer
den geraakt, terwijl een ander een sabel
hauw opliep. De getroffenen werden naar
het ziekenhuis vervoerd.
Bij liet wegrijden van de politieauto's
werd opnieuw met groote steenen gewor
pen, waarbij een steen met zulk een
kracht aankwam, dat van een der auto's
het voorspatbord werd afgerukt.
Ook in de Indische buurt, met name in
de Sumatrastraat, is het na twaalf uur
weer onrustig geweest. De politie moest
eenige charges uitvoeren, waarbij een paar
personen verwondingen opliepen.
Benoemd met ingang van 15 Juli tot bur
gemeester van Broekhuizen J. G. A. Rut
ten;
op verzoek met ingang van 10 Juli eervol
ontslagen J. T. C. Koeken, als notaris te
Zevenaar;
bevorderd tot kapitein der mariniers de
eerste luitenant der mariniers L. Langeveld
bevorderd tot hoofdofficier van admini
stratie 2de klasse, de officier van admini
stratie 1ste klasse H. G. Gerdes, vvien eer
vol ontslag uit den zeedienst is verleend;
Aparte kandelaars, bureau-, wand
en hanglampen in smeedijzer
UTRECHTSCHEWEG 36 TELEFOON 1758
Direct over 't spoor
bevorderd tot officier van administratie
1ste klasse die der 2de klasse J. K. Leijen;
eervol uit den militairen dienst ontslagen
de majoor D. Buys, van het 7de regiment
infanterie;
benoemd tot majoor bij het 17e regiment
infanterie de kapitein A. T. Dufour, van
het 19e regiment infanterie;
benoemd tot eerste luitenant bij de S.R
O.I. de 2de luitenants J. J. Wijnsouls en J
Slink en bij hun tegenwoordig regiment de
2e luitenant D. C. de Vries van het le reg.
Infanterie. J. C. A. Langeveld van het 17e
reg infanterie en K. Timmerman van het
20e reg infanterie en voorts de tweede lui
tenant op nonactiviteit, der infanterie W.
Faber, J. Deknatcl. A. L. v d. Berge. II. P.
Fielstra, K. H Pall en R. Baten en bij zijn
tegenwoordig regiment de tweede luitenant
W. C. H. van Reede van het le reg. huza
ren;
In een gonclel over de Amster
damsche Singelgracht
Amsterdam, 4 Juli. Vanmorgen om
streeks kwart voor elf heeft een gevangene,
die in het Tnstructiegebouw aan*de Leid-
schekado wegens heling voor 6 maanden
was opgesloten, kans gezien, voor korten
lijd aan zijn bewakers te ontsnappen. De
Telegraaf doelt daarover het volgende
mede:
Slechts ruim een kwartier heeft dc jonge
man van zijn vrijheid kunnen genieten,
want nauwelijks had hij de moeilijkste
taak van zijn ontvluchtingspoging achter
den rug, toen hij weer door zijn bewakers
werd opgemerkt en later op de Ilobbcma-
kade door een verkeersagent kon worden
gegrepen.
De man had vanmorgen opdracht gekre
gen orn een deel van het gebouw schoon te
maken en tijdens dat werk zag hii zijn kans
schoon om in een onbewaakt oogenblik met
behulp van een trap op een platje te klau
teren. Dit platje scheidde hem echter nog
een flink eind van den zwaren hoogen
muur, dien hij nog over moest om buiten
het gebouw te komen. En daar wachtte
hem verder het brcede water van de Stad
houderskade
Een gewaagde sprong.
Vermoedelijk hoeft de vluchteling op het
platje staande, wel even geaarzeld vóórdat
hij den grooten sprong van het plat naar
den ringmuur durfde wagen. Immers, in
dien hij zijn sprong te kort nam, zou hij
van vrij groote hoogte aan de binnenzijde
op de steenen terecht gekomen zijn, terwijl
hij bij een te ruimen sprong aan den an
deren kant op den grond zou vallen. Maar
de sprong was perfect. I-Iij. kwam er precies
bovenop Nauwelijks stond hij hier of de be
wakers op de binnenplaats ontdekten hem
en bedreigden hem met hun revolvers.
Bliksemsnel liet de vluchteling zich aan
den anderen kant van den muur zakken en
holde vervolgens naar een gondel van „Het
Lido", die toevallig aan de zijde van het
Huis van Bewaring gemeerd lag.
Even later dobberde op de Singelgracht
een vreemdsoortige gondelier, die door zijn
eigenaardig pakje de man was nog in
zijn gevangeniskleding de aandacht
trok van verschillende voorbijgangers en
van een verkeersagent,die aan de Hobbe-
makade dienst deed. De politieman rende
naar het water, waar hij met de revolver
in zijn hand rustig wachtte op het moment
dat het booije langzaam door zijn stuur
man naar de Stadhouderskade was ge
boomd
Hier hadden de agent en de inmiddels
reeds ter plaatse, verschenen gevangenbe
waarders niet de minste moeite om den
man tc grijpen en over te brengen naar de
plaats vanwaar hij gekomen was.
Hier toonde dc kerel veel berouw over
zijn vergeefsche vlucht cn voerde als ex
cuus aan, dat het trapje hem in de verlei
ding had gebracht...
Enschedé, 4 Juli. Het resultaat van
de hoden alhier, naar aanleiding van de
samenvoeging van de gemeenten Enschedé
en Lonneker gehouden gemeenteraadever»
kiezingen was als volgt:
Neutrale Iviesvereeniging Oud Lonneker,
1597 stemmen (1 zetel).
Lijst Lipper, 455 stemmen (0 zetels).
Vrijz. Dem. Bond, 2165 stemmen (2 ze
tels)
Soc. Dem. Arbeiders Partij, 9331 stemmen
(11 zetels).
Anti Revolutionairen 2857 stemmen (3 zo
tcis)
Lijst van Schaick, 294 stemmen (0 zetels)
Katholiek Democratische Partij 1280
stemmen (1 zetel).
R.K, Staatspartij 6389 stemmen (7 zetels).
Vrijheidsbond 3163 stemmen (3 zetels).
Chr. I-Iist. Unie 2337 stemmen (2 zetels)
Amusementspartij 428 stemmen (0 zetels)
O.S.P. 1565 stemmen (1 zetel).
Communisten 3029 stemmen (3 zetels).
Rev Soc. Partij 1102 stemmen (1 zetel)
Chr. Dem Unie 2013 6temmen (2 zetels)
Ter vergelijking dienen de resultaten dei
raadsverkiezingen, in 1931 te Enschedé en
le Lonneker gehouden
E n e c 1. e d
S.D A.P. 7032 stemmen (10 zetels).
R.K Staatspartij 4211 &temmen (6 zetels).
Vrijheidsbond 2S00 stemmen (4 zetels).
Anti Rev 2319 stemmen (3 zetels).
Chr. Hist. Unie 1981 stemmen (3 zetels),
Vrijz. Dem. 1191 stemmen (2 zetels).
Rev. Soc. Partij 845 stemmen (1 zetel).
R.K. Volkspartij 354 stemmen (0 zetels).
Communistische Partij 1135 stemmen (2
zetels).
Lonneker:
R.K. Staatspartij 2340 stemmen (5 zetels)'
S.D A.P. 3308 stemmen (6 zetels).
Lijst Lipper 1097 stemmen (2 zetels).
Amusementsparlij 179 stemmen (0 zetels),
Vrijz. Dem. 290 stemmen (0 zetels).
Rev. Soc. P^rf-'j 90 6 tem men (0 zetels).
Anti Rev. 838 stemmen (2 zetels).
Comm. Partij 1176 stemmen (2 zetels).
Chr. His. Unie 1C65 6temmen (2 zetels).
Plattelanrlersbond 831 stemmen (2 zetels).
Vrijheidsbond 531 stemmen (1 zetel).
Lijst Scholten (Plattelander) 690 stem-i
men (1 zetel).
Zu i 1 e n, 4 Juli. Hedenavond le
ongeveer half negen heeft in de
Leliemanstraat alhier een steek
partij plaats gehad.
Op een braakliggend stuk terrein in dezö
straat waren een aantal jongens aan het
voetballen. Door tot nog toe vrij duistere
oorzaak ontstond daarbij ruzie tusschen
den 17-jarigen S. en den 14-jarigen K. Toen
S. hem te lijf wilde gaan, liep de 14-jarige
jongen weg om zijn 21-jarigen broer voor
hulp te halen. Ondertusscben haalde S.
een zakmes te voorschijn, om daarmede zijn
tegenstander af te wachten. Toen deze
gekomen was, ontstond er een twistgesprek,
na afloop waarvan S. den 21-jarigen K. het
rnes in den rug stak. De verwonding was
van dien aard, dat dr. Wesly geneeskun
dige hulp moest verleenen.
De aanvaller vluchtte naar huis, na eerst
het mes te hebben weggeworpen. Nadat de
politie hem gesommeerd had op het politie
bureau te komen, verscheen hij daar in ge
zelschap van zijn vader.
Het slachtoffer wordt in zijn woning ver*
pleegd. I
De politie stelt een nader onderzoek in.
Het verleden eeren, voor het heden wer
ken, en in de toekomst gelooven.
Uit het Engelsch van Chester K. S. Steele
door A. W. v. E.v. R.
29
„Juist Shag, doe wat iL je gezegd heb! Ik
ga visschen. Al vang ik niets dat hoeft
niet, als ik daar eenmaal ben. Maar laat mij
maar gaan visschen, als ik rustig moet
nadenken! En dat moet ik nu! Maak de
boei in orde, Shag!"
„Ja, kolonel."
Nadat hij op deze wijze een middel meen
de te hebben uitgebracht, om eenige der
raadsels, die met de Darcy-zaak in verband
stonden, op te lossen, ging kolonel Ashlev
naar het hoofdbureau van politie, om meer
feiten te hooren over den moord op den
Indiër.
Carroli en Thong waren er, en al verwel
komden zij den kolonel niet zoo hartelijk als
«ij een der hunnen zouden hebben gedaan,
zij betoonden hem in elk geval den eerbied,
dien men verschuldigd is aan den beoefe
naar van dat bijzondere vak, waarin soms
geheel onverwacht begaafdheid een rol
speelt. En Carroll en Thong, die nu, evenals
de andere mannen op het hoofdbureau, wis
ten, wie de kolonel was, zagen er niet tegen
op, nog wat te leertm, al was het dan van
een mededinger. Want zij wisten zeer goed.
dat de kolonel hij ^et verhoor van James
Darcy tegenover hen en den officier van jus
titie zou staan.
„Wel jongens^ wat hoor ik daar van een
nieuwen moord?" vroeg kolonel Ashley,
nadat hij eenige van zijn sigaren had aange
boden, die de twee hoofd-bureau-ambtena
ren gaarne wilden opsteken.
„Den een of anderen Dago zijn de her
sens ingeslagen", merkte Tbong op. ..Wij
hebber, er niets mee te maken, daarom
weten wij er niet veel van."
„Neen? Wie behandelt het?"
Pinkus en Donovan, is het niet, Car
roll?"
„Ja.' Carroll was te veel verdiept in de
langzaam opkrinkelende rookwolkjes van
zijn sigaar, om meer tc zeggen.
„Wilt U hen soms spreken?" vroeg
Thong vriendelijk.
„Als zij hier zijn, ja."
„Ik geloof dat zij juist zijn gekomen,"
zei Thong. terwijl hij zijn voeten met een
bons van de tafel, waarop bij zo had ge
legd op den grond zette. „Gaat U dat zaak
je uitzoeken, kolonel?"
„O neen, ik stel er alleen belang in. om
dat Singa Phut ook genoemd werd bij den
moord op mrs. Darcy".
„Maar daar was hij even weinig bij be
trokken als die kat daar, kolonel!" En Car
roll wees op de kat van het hoofdbureau,
die bij een radiator lag slapen, want het
was koud geworden en de verwarming was
aan.
„Misschien niet," stemde kolonel Ashley
toe. „Maar er zijn eenige toevallig gelijke
omstandigheden, en als het jullie hetzelfde
is, zou ik wel eens willen zien, wat ik daar
van kan te weten komen."
„Doe, wat u wilt, kolonel!" antwoordde
Thong onnoodig edelmoedig. „Wij hebben
onzen man te pakken en meer hebben wij
niet noodig. Met die andere zaak hebben wij
niets te maken. O, Donovan!" riep hij, toen
hij een speurhond in mcnschengedaante
door een der buitenkamers zag loopen. „Hier
is iemand voor je!" Kameraadschappelijk
maakten de kolonel en Donovan kennis met
elkaar. Zij hadden elkaar reeds eerder ge
zien, doch nog niet gesproken.
,Het doet mij genoegen, U te leeren ken
nen, kolonel Ashley!" zei Donovan. „Ik heb
heel wat over U gelezen! U hebt de Darcy-
zaak in handen, heb ik gehoord?"
„In zeker opzicht ja. Ik werk in het be
lang van den jongen man. Maar ik hoor,
dat cr weer een moord is gepleegd?"
„Ja, maar die is zoo klaar, dat er voor
u niets aan is. Het eenige, wat Pinkus en
ik te doen hebben, is, de hand te leggen
op de Dago, die het gedaan heeft en de
vlucht heeft genomen. Het zal ook niet lang
duren, of we hebben hem. Hij is iemand,
die zich niet gemakkelijk kan verbergen,
tenzij hij zich verstopt en zelfmoord pleegt,
cn dat mag hij gerust doen."
„1-Ioe gebeurde het? En is het waar, wat
de kranten vertelden, dat hetzelfde horlo
ge, dat in mrs. Darcy's hand gevonden werd.
ook in de hand van den dooden man lag?"
,Ja, dat deel van het verhaal is waar,
maar dat is dan ook alles. Het is alleen een
toevallige gelijkenis. Singa Phut kreeg zijn
horloge terug, nadat het gerecht had ge
oordeeld het niet noodig te hebben als be
wijsstuk. Singa had in het geheel niets met
de Darcy-zaak te maken, en hij scheen er
erg happig op, dat horloge terug te krijgen.
Dus werd het hem teruggeven."
„Maar vermoordde hij zijn compagnon
werkelijk?"
„Dat staat zoo vast als een paal boven
water! Hij sloeg hem het hoofd in rnet een
zwaren kandelaar één van een paar. Ik
heb hem hier, kijk maar!" Een kabinet
openend, waar hij zijn bewijsstukken voor
loopig had opgeborgen, haalde Donovan er
een paar zware, bronzen kandelaars uit, in
den vorm van cobra's met opgezette kappen.
,Met, deze hier werd het gedaan." zei de
detective van de politie, op een der kande
laars wijzend, waar iets donkers en onbe
hagelijks aan het eind zat.
„Mijn God!" riep de kolonel uit, „juist de
kandelaar, die ik wilde koopen!"
„Wat? U koopen?" riep Donovan uit
„Luister eens, kolonel, weet U er meer van?"
en het beroepsinstinct van den detective
kreeg de overhand boven zijn vriendelijk
heid.
„Niet het minste, evenmin als U!" was
het koele antwoord. „Ik zag die kandelaars
onlangs toevallig voor het raam van Singa
Phut's winkel staan, en ik besloot ze te koo
pen, als ik kon. Ik ben bang, dat het nu niet
meer gaan zal. Maar hoe gebeurde het?"
„Och. daar valt niet veel van to Vertel
len!" Uit Donovans stem klonk zijn teleur
stelling. „Phut ik weet niet, of dat zijn
voor- of zijn achternaam is, had een com
pagnon. Shere Ali. Niemand weet veel van
dien Ali af, want hij kwam hier pas kort
geleden. In elk geval schenen Phut en hij
het samen niet te kunnen vinden. De buren
hoorden hen dikwijls ruzie maken, en gis
teren ging het er weer frischjes toe. Toen
werd het weer stil en niemand hoorde meer
iets. Toen het donker was, kwam iemand
een lamp koopen. Er was geen licht in den
winkel, en hij struikelde over iets, dat op
den grond lag en dat was Ali's lijk met inge
slagen hoofd, en deze zware kandelaar stond
naast hem.
Hij begon hard te schreeuwen en Pinkus
en ik gingen er zoo gauw mogelijk heen,
Natuurlijk was Phut verdwenen. Maar we
zullen hem wel krijgen!"
„Je denkt dus, dat hij het gedaan heeft?n
„Vast en zeker! Wie anders?"
„En het horloge was in Ali's hand?"
„En of! Hij had het zoo stijf vast, dat we
het er bijna niet uit konden krijgen. Zelfs
zoo stijf, dat hij er zijn handpalm aan
schaafde. Misschien ging de ruzie er om,
aan wien het horloge toebehoorde, want de
Dago's spraken in hun eigen taal en geen
der buren verstond wat hij zeide."
„Juist. En het horloge? heb je dat?"
„Ja, dat heb ik hier. Het loopt zelfs nog.
Hoort u het tikken?" En Donovan hield de
deur van lut kabinet open. Van de plaats,
waar vreemde jassen, hoeden en andere
kleeren hingen, en van de plank, waarop
een verzameling gevaarlijke wapens lag,
kwam een regelmatig getik.
„Dat is het horloge!" sprak de detective,
er naar reikend. „Het loopt zelfs nog, ziet
u wel?" cn hij hield het kolonel Ashley voor.
Tot Donovans verbazing nam de kolonel
het uurwerk op de vlakke hand en zoo
voorzichtig, dat het Donovan de opmerking
ontlokte:
„U bent toch niet zoo overdreven gevoelig,
wel, omdat het in de hand van een doodeti
man en van een doode vrouw is ge*
weest?"
(Wordt vervolgd.»