A.V.R.O. leden te Arnhem bijeen
FEUILLETON
Maandag 30 Juli 1934
33 e Jaargang No. 25
Financien baren geen
zorg
GROOTE BRAND TE
BEMMEL
Het Mysterie van het
Diamanten Kruis
Begin September hoopt Guus
Weit zei weer aan het
werk te gaan
De A.V.R.O. is in het jaar 1933
sterker geworden, haar bloei is in
weerwil van de crisis toegenomen;
in geheel de periode van ons be
staan hebben wij er nog nimmer
zóó goed voorgestaan als thans.
Een instelling, die in tijd van
ongehoorden druk en zorg zich kan
handhaven, ja. verstevigen op de
wijze al6 de A.V.R.O. dat getoond
heeft te kunnen in 1933. moet wel
een instelling zijn, die geschraagd
wordt door merkwaardige krachten,
een vereeniging, die in uitzonder
lijke mate de trouw en de genegen
heid blijkt te bezitten van een met
haar innig verbonden aanhang.
Aldus de heer G. de Clercq in zijn
openingsrede ter jaarvergadering van de
A.V.R.O., welke Zaterdag in Musis Sacrum
te Arnhem wordt gehouden.
De tijd is er niet naar, dat van de be
stuurstafels van naamlooze vennootschap
pen en van vereenigingen opgewekte klan
ken veelvuldig worden vernomen. In dit
opzicht maakt de A.V.R.O. een gelukkige
uitzondering.
Onze verhouding met den Minister van
Binnenlandsche Zaken is goed.
Wij erkennen gaarne, dat de Minister
altijd bereid is onze vertegenwoordigers te
ontvangen, maar nadat wij onze inzichten
aan Zijne Excellentie hadden medegedeeld
was er niet zoo heel veel aanleiding om
dikwijls den drempel van de werkkamer
van den Minister van Binnenlandsche
Zaken te overschrijden.
Wij mogen ons niet ontveinzen, dat wij
«enige maanden geleden onaangenaam
werden opgeschrikt bij het lezen van een
verslag van een rede. die de Minister van
Binnenlandsche Zaken in Zwolle had ge
houden voor Gereformeerde Jongeren.
Toen wij eenige dagen na deze „im
pulsieve ontboezeming" door den Minis
ter in gehoor werden ontvangen, heeft
deze verklaard, dat een bedoeling, om aan
het adres van de A.V.R.O. onaangename
dingen te zeggen, hem volstrekt vreemd ge
weest is.
Kort geleden werd echter op andere
•wijze de stilte, die in den radio-strijd is
ingetreden, verstoord door niemand min
der dan den voorzitter van den Radio-
Raad. Deze voerde het woord voor een
vergadering van de Christelijk-Historische
Kiesvereeniging te Voorburg en uit den
mond van één der aanwezigen op die ver
gadering ontvingen wij verslag van hetgeen
daar door dien voorzitter was gezegd.
Dit stemde al evenmin tot groote geest
drift.
Over de A V.R.O. werden daar dingen
gezegd, waarmede wij het volstrekt niet
eens kunnen zijn, maar bovendien werd in
deze vergadering door den voorzitter van
den Radio-Raad een mogelijkheid geopperd
over de oplossing van het omroep-vraag-
stuk, tegen welks verwezenlijking wij ons
toch met hand en tand zouden moeten ver
zetten.
Het algemeen programma.
Minister Reymer heeft het algemeen pro
gramma uitgevonden als een plakmiddel
om den in scherven gevallen Nederland-
schen Omroep aaneen te krammen. Dit is
niet gelukt en dat behoeft ons ook niet
to verbazen, omdat liet zendtijden-besluit
van 1930 een daad was waarbij de Neder-
landsche Omroep werd versplinterd. Die
omroep viel met dien nog altijd door ons
verfoeiden maatregel in tallooze elkaar
bestokende en beconcurrcerende groepen
en groepjes uiteen.
Wil de regeering van den radio-omroep
in Nederland een gezonde eenheid maken,
dan zal zij het zendtijden-besluit van 1930
moeten intrekken. Doet zij dit niet dan kan
ook van het algemeen programma geen
gezond instituut worden gemaakt. De
A.V.R O. legt voor de verzorging van haar
algemeen programma geen andere maat
staven aan dan die welke zij gebruikt voor
de verzorging van de echte AVRO-program-
ma's.
Het karakter van de A.V.R.O.
Ten onreche wordt de zienswijze van
de A.V.R.O. verward met een streven naar
de omroep-hegemonie. Deze verwarring is
volkomen overbodig want een instituut,
dat zich tot taak stelt spiegel van de maat
schappij te zijn, spiegel van het cultureele
leven, in al zijn overrijke schakeering. een
instituut dus dat zich beperkt tot weer
kaatsing van beelden, wil niet tevens zelve
bron zijn van gekleurd licht. Deze houding
brengt met zich mede. dat de A.V.R.O. er
wel degelijk van overtuigd is, dat alle vor
men waarin het cultureele leven van 'Ne
derland zich openbaart, aangenomen dat
zij steunen op goede zeden en op de wet,
recht van verkondiging hebben. Deze be
ginselen zijn niet nieuw; maar om te
voorkomen, dat men de gedachte zou gaan
koesteren, dat wij ze niet meer huldigen, is
het noodig, dat ze op deze plaats nog ecna
worden herhaald.
Wat den zenderbouw betreft, de zucht de
zaken niet nutteloos op de spits te drij
ven, heeft ons doen besluiten ons bij het
inzicht van den Minister, zij het noode,
neer te leggen. Ook door de AVRO. wordt
dus deelgenomen aan het overleg om te
geraken tot het gemeenschappelijk bezit
van een geheel nieuw zender-complex ten
behoeve van den Nederlandschen Omroep,
waarin het Rijk voor 60 pet, wat de zeg
genschap en de financiën betreft, zal par-
ticipeeren.
Het feit. dal aldus het zwaartepunt
werd gelegd bij het Rijk en niet bij de drie
bijzondere omroepvercenigingen, heeft ons
doen besluiten zooveel als ons mogelijk
was, het onze bij te dragen tot een snelle
tot standkoming van het gedachte zender-
etelsel.
Spreker besloot:
Laten wij wakker, strijdvaardig en frisch
blijven.
Laten de Luistervinken zonder uitzonde
ring zich blijven inspannen nieuwe leden
te winnen en nieuwe abonné's op de „Radio
bode" te werven. Want wanneer straks de
eindstrijd om een blijvende plaats in den
Omroep moet worden gestreden, werpen
velerlei argumenten gewicht in de schaal.
Geen enkel argument weegt zoo zwaar als
dat van het getal. Nu is dat 200.000. Op!
naar het kwartmillioen!
HET JAARVERSLAG.
De heer W. Vogt, directeur van het om
roepbedrijf, bracht vervolgens het jaarver
slag uit, waaraan het navolgende is ont
leend:
De zuivere bedrijfsresultaten ovïr het le
halfjaar van 1934, dat ongeveer een maand
geleden werd afgesloten. bedragen
468.600.Wij zijn dus wel zeer voorzich
tig geweest met onze schatting, dat de be
grooting voor geheel 1934 een saldo over
schot zou geven van f 200.000.—. Tot dit
cijfers zijn wij gekomen door de ontvang
sten van de A.V.R.O. te begrooten op
560.000.een bedrag, dat toch werkelijk
nog gezien zou mogen worden in deze
moeilijke tijden, maar dat in werkelijkheid
922.000.heeft bedragen.
De uitgaven, die begroot waren op
460.000.—, bedroegen in werkelijkheid
ruim 453.000.—.
Door dezen zeer voorspoedigen gang van
zaken is er een nieuwe mijlpaal bereikt
wat onze financiën betreft, want het eind
saldo der beschikbare middelen op 1 Juli
1934 is daarmee gekomen op 2l/t milliocn
gulden.
Men zal niouwsgierig zijn naar den toe
stand van een voorname bron van onze
inkomsten; waaruit immers in de eerste
plaats de gezondheid van het AVRO-leven
blijkt. n.I.: de contributies van de luister
vinken in het le half jaar van 1934.
De paplepel, heeft zijn plicht gedaan.
Bijna 140.000 luistervinken offerden hun
bijdrage ten kantore van de A.V.R.O., op de
bijkantoren, of op de postkantoren. Een
6om van 270.000.stelden zij tot onze
beschikking.
Wat het ledental betreft is matiging ge
boden in onze verwachtingen ten aanzien
van het dóórtrekken van de stijgende lijn,
die dit ledenaantal tot dusver heeft te zien
gegeven. Men mag de oogen niet sluiten
voor het feit. dat de radio-omroep in Neder
land is ingeburgerd; dat een verzadigings
punt nadert of misschien reeds bereikt is.
Guus Weitzels torugkeer.
Nu u enkelo bijzonderheden heeft ge
hoord over den stand van de A.V.R.O.
beurs, wil ik u een aantal mcdedeelingen
W. VOGT.
doen uit de AVRO-familie; ik begin met u
er aan te herinneren hoe de oudste zoon
des huizes, genaamd Guus, door ziekte ge
noopt werd een poosje het bijltje er bij
neer te leggen. Na een niet ernstig lijkende
influenza-aanval in het voorjaar consta
teerde do huisarts bij den heer Weitzcl een
afwijking aan de longen, die niet verwaar
loosd mocht worden. Het dokters-advies
luidde: een half jaar naar Davos in Zwit
serland tot herstel van gezondheid.
Op 1 Maart heeft de b<?er Wcitzel dat ad
vies opgevolgd; op 2 September a.s. is het
halfjaar verstreken. Wij hebben van tijd
tot tijd opwekkende berichten van den
patient ontvangen en in het laatste schrij
ven, dat hij ons gezonden heeft, spreken het
vertrouwen en de hoop om begin Septem
ber het werk, dat hem zoo na aan het hart
ligt en dat hij op zoo'n bewonderenswaar
dige wijze vervulde, te hervatten. Met mij
zult u van harte wenschen, dat dit het
geval mag zijn; want luisterend Nederland
zal met voldoening de stem van Guus
Weitzcl in den anther hooren tcrugkeeren
De studiobouw.
Met den studio-bouw is op 1 Juni j.l. be
gonnen en hoewel het niet voorzichtig is
om bij zoon groot bouwwerk data van
gereedkomst te noemen, mogen wij aanne
men. dat tegen het einde van het volgende
jaar een lang gekoesterde wensch op schit
terende wijze zal zijn vervuld.
De afdeeling Naarden-Bussum van de Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw hield Zater*
dag een groot bloemencorso door het Gooi. De eerste prijswinnaar In den stoet
BLOEMENCORSO IN HET GOOI.
Bussum. Ter gelegenheid van haar
12>j-jarig bestaan heeft de afdeeling Kaar
den—Bussum en Omstreken van de Kon.
Nederl. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde
Zaterdagmiddag een bloemencorso georga
niseerd, dat duizenden, ondanks de ongun-
stigo weersgesteldheid op de been heeft ge
bracht.
Het punt van uitgang was de Oude Bla-
ricummerweg in het Bosch van Bredius
waar de deelnemers hun versierde auto's
an de keuring van de jury moeiten on
derwerpen. Kr waren zeven luxe-auto's,
waarbij vooral bewondering wekte een wa
gen smaakvol getooid met rose lelies; deze
ontving de eerste prijs dezer afdeeling. De
tweede werd toegekend aan een met gele
gladiolen kwistig gesierde auto. de derde
prijs verkreeg een met roode asters en wa
terlelies uitgedoschte wagen. De bloemcn-
tooi was uiterst fraai maar harmonieerde
minder met de fletsch blauwe, met gelen
kap gedekten wagen.
Onder de afdeeling reclame-auto's was
een wagen van den kennel Rehoboth. ver
sierd door de firma Slapendel verreweg de
fraaiste. In een kooi werd een pracht nest
Samojcden meegevoerd waarhij twee meis
jes in het wit gekleed mooi harmonieer
den. Zeer aardig was een wagen van de
zweminrichting „De Zuwe" to Kortenhoef
versierd met rietpluimen en waarop baders
en hengelaars het genot van een verblijf
aan de plassen bij zomerweer suggereerden.
Slechts een paar versierdo sjeezen reden
mee in den stoet, die vooraf werd gegaan
door de muziek van „Crescendo" in een
versierde vrachtauto en besloten met de
auto met luidsprekerinstallatie van de fir
ma Ferree. Van de deelnemende versierde
fietsen maakten slechts enkelen den rond
rit mee, anderen waren achtergebleven.
Na den tocht door Bussum, Laren. Blari-
cum cn Huizen kwam de stoet eerst om te
gen 7 uur op het uitgangspunt terug, waar
in hotel „Het Bosch van Bredius" de prij
zen werden uitgereikt, na een toespraak
\an den loco-burgemeester van Naarden,
wethouder Jac. Smits
De eerste prijs luxe-auto's verkreeg de
heer A. J. Ilerwig; 2e prijs de heer II. P.
Bendien3o prijs do heer Van Leeuwen
Boomkamp.
Bedrijfsauto's: le prijs Kennel Rehoboth
te Laren; 2e prijs de firma Hoggüer te Bus
sum; 3e prijs firma Van Dijk. bloemist te
Laren; 4e prijs Zweminrichting „De Zuwe",
Kortenhoef.
Voor de fietsen werd de eerste prijs toe
gekend aan de jongejuffrouw Strubben,
voor een met bioemen uit eigen tuin ver
sierde fiets.
De studio, die onder leiding van onze
architecten, de hoeren Mcrkclbach en Kar
sten. wordt gebouwd, zal er een zijn. die
met de best uitgeruste radio-omrocp-stu-
dio's van Europa zal kunnen wedijveren
Eist, 28 Juli. Te Bommel is hedenmor
gen in de dichtbewoonde buurt de Molen
wei, een ernstige brand uitgebroken, waar
bij drio groote panden in de asch zijn
gelegd.
Omstreeks acht uur bemerkten bewoners
dat het pand van den molenaar A. J. Derk-
sen in lichter laaie stond. Spoedig daarna
sloeg het vuur over op een pand, eveneens
toebchoorende aan den heer Derksen. dat
bewoond werd door den bakker en winke
lier Huisman. Tengevolge van den hevigen
wind nam de brand steeds in omvang toe,
De burgemeester van Bemmel. de heer
Herkenraath. riep daarom de assistentie
in van de brandweer uit Eist. die spoedig
met twee motorspuiten aanwezig was, doch
door gebrek aan water in het begin niet
veel hulp kon verleenen Het gevolg was,
dat spoedig ook de schuren en hooibergen
van de kapitale boerderij de Leemkuil van
den heer A. W. Costcrmans. cn vervolgens
diens woning, door het vuur werden aange
tast. Ook dit groote gebouwencomplex werd
geheel door het vuur verwoest.
Uit de woningen van de heeren Derksen
en Huisman kon slechts zeer weinig wor
den gered Bij den heer Costcrmans kon
een gedeelte van do boerderij-inventaris,
alsmede van den inboedel in veiligheid
worden gebracht.
De schade, die zeer aanzienlijk is, wordt
gedeeltelijk door assurantie gedekt.
Omtrent de zoorzaak van den brand is
niet3 bekend. Deze brak uit terwijl de
vrouw van den heer Derksen alleen thuis
was.
HET BESLAG OP ONTKLEURDE
PETROLEUM.
N.O.P.LM. cr niet bij betrokken.
De directie van de N.V. Nedcrlandsche
Overzee Petroleum Import Mij. (NOPIM) te
Amsterdam wijst erop, dat het noemen van
haar naam in de publicaties over het inbe-
slagnnmen van ontkleurde petroleum te
Zwolle, blijkens haar ervaring, den indruk
gewekt heeft alsof zij bij deze zaak betrok
ken is. De Nopim draagt als leverancier
geen verantwoording voor wat er met haar
producten na aankomst op de plaats van be
stemming geschiedt. Zooals de directeur der
„Nopim" mededeelt worden haar producten
in fictief entrepot bij de gemeente Amster
dam opgeslagen en daaruit door getneente-
pcrsoncel en onder douanctoezicht afge
leverd.
Als ons levensbeginsel goed is behoeven
wij verder geen regelen.
Uit het Engelsch van Chester K. S. Steele
door A, W. v. E.—v. R.
Zoo stapte de oude detective, toen de
schemering over Colchester begon te val
len, in den trein, en hield een goed geklee-
den, pas geschoren man in het oog, die met
zijn sluw, glad uiterlijk de manieren had
van een tijger. Zijn handen, die in nieuwe
handschoenen staken, sloten en ontsloten
zich beurtelings, alsof hij zijn vingers met
genoegen om den zachten hals van een
siachtoffer zou geklemd hebben.
„Ja," mompelde de kolonel, op zijn plaats
neervallend, „ik denk, dat ik dezen keer
met den goeden visch thuis kom!"
HOOFDSTUK XXI.
Bruisend water.
Op het kleine station in Pompey zag de
kolonel zijn man den trein verlaten. Voor
den behendigen visscher was het het werk
van een oogenblik, om aan den anderen
kant van den spoorlijn uit den wagen te
springen cn zich achter een werktuigen-
loods te verbergen. En toen de trein puf
fend weer vertrok, gluurde de detective om
een hoekje van de loods, waarin een hand
kar en allerlei gereedschappen van de
baanwerkers stonden, naar zijn „visch",
zooals hij hem koppig bleef noemen, die
besluiteloos op liet perron bleef staan.
„Wat zal hij nu doen?" mompelde de ko
lonel.
Hij behoefde niet lang te wachten.
De man ging het station binnen, maar de
detective kwam niet van zijn uitkijkpost
vandaan. De halte was zoo klein, dat ie
dereen, die wegging, zelfs aan den anderen
kant van de rails te zien was, zoodra hij
uit de schaduw van het station kwam.
Maar het lag blijkbaar niet in de bedoe
ling van den man, heen te gaan. Hij ver
scheen weer op het perron, gevolgd door
een jongen, die, naar het scheen boodschap
pen overbracht cn telegrammen bezorgde,
als die de vreedzame rust van Pompey kwa
men verstoren.
„Dat briefje moet ik zien!" mompelde de
kolonel, toen hij zag, dat de jongen er een
kreeg. „En als hij den weg inslaat, dien ik
denk, dat hij zal nemen, zal ik het zeker
krijgen! Ik geloof, dat ik de dame, aan wie
het geadresseerd is, wel ken!"
De jongen praatte even met den man,
knikte met het hoofd, ten teeken, dat hij
het begrepen had en liep toen langs de rails
naar een pad, dat over een veld liep cn
naar een groep dorpshuisjes leidde.
„Net zooals ik dacht!" fluisterde de kolo
nel.
De gereedschappenloods tusschen zich
zelf en den man houdend, die nu zenuw
achtig op het perron heen en weer liep,
verliet de kolonel snel het station, dezelfde
richting volgend als de jongen.
De beenen van den jongen waren kort en
gespierd, die van den kolonel lang en niet
minder gespierd, cn dank zij zijn toewij
ding aan Walton, die hem zoowel langs
heuvelachtige wegen van ettelijke mijlen
lengte als door vlakke weilanden had
gevoerd, haalde de oude detective den
knaap spoedig in, op een punt, dat van het
station af niet zichtbaar was.
„Heidaar!" riep de kolonel.
De jongen bleef staan en keek vragend
om.
„Heb je hem verteld, waar de beste plaats
was om te visschen?" vroeg de kolonel.
„Visschcn? Wie?"
„De heer. die je dat briefje gaf! Heeft hij
werkelijk niet over visschen gesproken?"
„Neen, daar zei hij niets van! Hij gaf mij
alleen maar dit briefje en
„Waarschijnlijk vergat hij over het vis
schen te spreken!" De kolonel lachte grim
mig. „Laat mij het even zien!"
Zonder eenige aarzeling gaf de jongen
het hem. Vlug als de gedachte doorliep de
kolonel het, en toen hij het, den knaap te
rug gaf, merkte hij op: „Het is in orde! Ik
heb mij niet vergist! Maak nu voort en je
hóeft niet regelrecht naar het station te
gaan op den terugweg!"
„Maar hij heeft gezegd, dat ik hem ant
woord moest brengen!"
„Zoo, zei hij dat? Nu, dan zal ik in het
dorp op je wachten, en dan kun je het mij
eerst laten zien. Dan weet ik alles van dat
visschen en kan ik met mijn vriend mee
gaan. Vooruit, jóngen! Als je het antwoord
op het briefje hebt, vind ik je wel in het
dorp. Dan weet ik precies, waar we gaan
visschen. Hoe is het hier in de buurt? Is er
goed visch water?"
„Goed visch water? Dat zou ik denken!
Ik heb zulke groote baars gevangen!"
„Zoo, ik dacht wel, dat ik mij niet ver
giste, toen ik in jou een leerling van Izaak
Walton zag!"
„Izaak Walton! Poeh! Zoo heet onze
meester niet!"
„Neen, dat zal wel niet!" glimlachte de
kolonel. „Nu, maak voort, mijn jongen, en
hier heb je een kwart dollar. Ik zal je vol
gen en je moet mij het antwoord laten zien,
voordat je naar mijn vriend teruggaat. Het
zou jammer zijn, als hij en ik op verschil
lende plaatsen gingen visschen. Ik wil bij
hem zijn."
„Waar zijn uw hengels?" vroeg de jon
gen.
„O, de angels en het snoer neb ik in mijn
zak!" En grimmig klopte de detective op
zijn zak. waarin iets rammelde, dat op me
taal leek.
„Een stok kunt u wel in het bosch snij
den!" zei de jongen. „Dat heb ik ook dik
wijls gedaan!'
„Natuurlijk!" stemde de kolonel glim
lachend toe.
De jongen repte zich voort over het veld.
De detective volgde langzamer, tot hij de
groep huizen bereikte cn daar bleef hij
rondslenteren en bekeek de verschillende
woningen, alsof do grillige, oude dorps
straat hem belang inboezemde.
Het duurde niet lang, of de jongen
kwam terug met een duidelijk zichtbare
enveloppe in de hand. Hij glimlachte, toen
hij den kolonel in het oog kreeg.
Het werd al duisterder.
„Het is nu te laat, om nog te gaan vis
schen!" merkte de jongen op, terwijl hij,
zonder het te weten, de enveloppe over
handigde. „Als u tenminste geen nachtlij-
nen uitzet!"
„Misschien doe ik dat wel!" zei de detec
tive. „Maar hel is niet dadelijk licelemaal
donker."
Vlug bekeek hij de enveloppe. Er stond
geen adres op het groote. witte oppervlak,
en zich omkeerend, als om het laatste, in
het westen wegstervende licht op to van
gen, las de kolonel het briefje haastig. Ter
wijl hij dat deed. kwam er een angstige
trek op zijn gelaat.
„liet zal mij benieuwen, of zij woord
houdt!" mompelde hij. „Het verbaast
mo
Vlug schoof hij het briefje in een andere
enveloppe, die hij uit een hoop papieren
uit zijn zak te voorschijn haalde, cn gaf
het den jongen terug, terwijl hij de gelakte
enveloppe, die hij had moeten openscheu
ren behield.
„Daar heb jc het terug!" zei hij. „Zeg
maar niets aan mijn vriend over het vis
schen. Ik wil hem verrassen. Zeg ook niets
over mij! En hier heb je een halve dollar,
mijn jongen. Zou je wat willen verdienen
en mij naar die beek willen brengen, waar
je mij van vertelde, cn waar je zei, dat
zulke groote visschen zitten?"
„Zeker wel!" antwoorddo de jongen met
graagte, terwijl hij het geld in den zak
stak. „Ik weet een heeleboel van visschen
af!"
„Goed. Misschien heb ik je noodig! Ga
nu maar heen, en denk er aan mondje
dicht! Dit moet een verrassing zijn!"
„Ja, dat weet ik!" En m<*t een vrijmoedig
knipoogje verdween de jongen in de steeds
meer vallende duisternis.
(Wordt vervolgd}.