FORTMANN HEHENKAMP Hoe anderen over Berlage denken |||||P«| j MARKIEZEN ZONSCHERMEN PANTHEON DER MENSCHHEID HUMORHOEKJE GROOTE COLLECTIE NIEUWE DESSINS. Vraagt prijsopgave. LANGESTRAAT 63. TEL. 88 werp Gemeentemuseum in Den Haag in 1919. Zooals men weet nadert dit laatste averk volgens een zeer vereenvoudigd plan zijn voltooiing In 1922 maakte Berla ge een indrukwekkend ontwerp voor het Rotterdamsdie Hofplein, ,n 1921 is het uit breidingsplan voor Utrecht gereed, en maakt liij ook een nieuwen verkeersweg langs de Govangenpoort in 's-Gravcnha- ge. In 1925 het kantoorgebouw De Neder landen van 1815 in Den Ilaag, in 1928 een kerk van Christian Science, even eens in Den Haag, vervolgens liet Mercatorplein met omliggende woning blokken in A,m6terdam-West, en de mo numentale Amstelbrug (nadat Berlagc in 1906 reeds een brug over den Amstel had gemaakt). In aanbouw is nog in samen werking met architect Ouèndag een ge bouw van de Am&terdamsche Bank in Am sterdam. Tusschen al die werken door bouwde hij verschillende villa's en landhuizen. In onze 6tad werkte hij mee aan het bekende gebouw „De Nederlanden van 1845" op het terrein van Tlvoli. B er lage heeft, zooals reeds gezegd, de eerste moderne meubels ontworpen en als zoodanig ook deze toegepaste kunst een stoot gegeven in de goede richting. Een man als Penaat heeft ongetwijfeld veel aan Berlage te danken. Ruim een kwart eeuw geleden reeds liet hij zioh in met de kunst van het glas. In 1900 ontstond een drinkservie6, uitge voerd door Baccarat en later Pontin (Pa rijs). In 1923 wendde hij zich opnieuw tot het glas, nu in Lc-crdam. Hij ontwierp o.m. een volledig ontbijtservies, voorts- twee jaarbekers, een drinkservies, op den ei vorm gebouwd, voorts beeldhouwwerk in glas, zoogenaamd# abstracties. Berlage was het ook die de bouvvsteenen van glas ontwierp, die hij o.a in de Ohristan Scien ce-kerk te 's-Gravenhago heeft toegepast. Bij zijn benoeming tot doctor honoris causa door de Groningsche universiteit (1911) werd zijn beteekenis aldus weerge geven: „de zeer bekwame bouwmeester cn uitnemende voorganger, die in de bouw kunst zoowel zijn eigen aard als die van zijn vaderland recht heeft laten wederva ren". In 1924 werd hem con eeredoctoraat ver leend in Delft. In 1932 ontving hij de En- gelschè Kon. gouden medaille voor archi tectuur. van Berlage is hiervan het monumentale voorbeeld Niet een menscheiijke illusie hecrscht maar een redelijke rationaliteit, en wel met een aangrijpende eerlijkheid. Nergens iets opgeoflerd aan een schoone schijn. Overal wordt de waarachtigheid van het bouwen getoond". De verassciiing van dr. Berlage. Den Haag, 12 Aug. Naar wij verne men zal het stoffelijk overschot van dr. II. P. Berlage Donderdag a.s, op Westerveld worden gecremeerd, na aankomst van den trein van 11.41 uur. Een greep uitspraken van bekende architecten en andere kunstenaarsdie allen in Berlage den pionier zien van de vernieuwde architect uur en ambachtskunsten Wij laten hier uitspraken volgen van ver schillende kunstenaars over Berlage, uit spraken die uiteenloopen naar inhoud en toon, maar die alle overeenstemmen in dit éénc, dat. Berlage de groote pionier is ge weest voor dc vernieuwing van onze bouw kunst cn van de amhachtskunsten, die daar mee samenhangen. Ir. .Jan Gratama in „Dr. Berlage als bouwmeester" (Brusse)- „Er zijn vele ar chitecten geweest, die misschien in hun soort meer talent, ruimer fantasie, grooter scheppingskracht hadden dan Berlage; ar chitecten, wier werk inderdaad aangenaam, sierlijk, geestig of verfijnd is; en die toch niet zijn beteekenis hebben. Dit komt, om dat zij individucele schoonheid hebben voortgebracht; terwijl Berlage grooter werk verrichtte, doordat hij do geheel© Neder landsche architectuur verder bracht". Arch. Jart Wils in „De Beweging" van 1919: „Het was in de allereerste plhats Berr lage, die als bouwkunstenaar in woord en daad zijn tijdgenooten wees op het zich-zelf zijn in* de kunst. Hij stónd daarin niet al leen, maar vond in een groep dichters, pro zaschrijvers, schilders en beeldhouwers menschen, die in geest geheel met hom overeenstemden en een kunst voorlbrach ten, onmiddellijk in verband staande met de zich toen meer algemeen openbarende economische stroomingen." J. J. P. Oud in „Hollandische Architek- tur" (Bauhausbüchèr): Berlage hoeft, nadat hij als pionier den stoot tot een omkeering van nog onbereken bare beteekenis gegeven heeft, als kunste naar werken geschapen, die tot het aller beste behoorèn, wat do Ilollandsche bouw kunst in vroeger of later tijd heeft voort gebracht. R. N. Roland Holst in het Gedenk boek (1916): „In deze onvaste tijden, waar in het tempo van de voortdurend wisselen de meeningen, de snelheid van een in volle vaart om zijn eigen as draaienden stoom- mallemolen heeft bereikt, groeiden de ge voelens voor de Beürs rustig uit van mis kenning tot verwonderino cn wel kenschet send is, wat een van do allerjongste kun stenaars mij bekende, toen hij zei: „Nooit loop ik voorbij de Beurs of ik klop hem op zijn ruwe flanken en zeg hem dank voor al wat hij ons bracht". Niet alleen de jonge kunstenaars, maar zelfs do burgerij begint te doorzien, dat in dit wellicht wat kinderlijk-grootsch gebouw iets van een geloof leeft, waar zij van ver vreemd zijn, een geloof waarin de diepe schoonheid van voorbije tijden wordt er kend, maar waarin tegelijk toch ook het vertrouwen leeft in de grootheid der ko mende tijden". Jan J a n s in „Bouwkunst cn Cultuur" (N.V. De Arbeiderspers 1934): „Berlage was in dc Beurs niet eens in de eerste plaats kunstenaar, maar allereerst profeet". „Dc oude eenheid van bouwen en sieren stond licm voor oogen als 'n toekomstvi sioen. Hij begreep ook zoo goed de bouw kunst als drie-dimensionale kunst. Hij wordt in zijn gebouwen niet moe ons in te lichten omtrent hoogte, lengte en diepte. Daarbij weet hij de belangrijkste onderdee- len naar buiten uit le spreken. Zijn Beurs is een boek in steen over architectuur en over de grondslagen der bouwkunst. Ook in dezen tijd is dit boek nog niet verouderd". Arch. Aug. M. J. Sevonhuysen in Nieuwe Bouwkunst in Nederland (uitgave „De Waelburgh", Blaricum): „Daar i s bij de Beurs van Berlage een keerpunt. Hier is het bevrljdingsmomont uit den sleur der slappe traditie van histo rische vormen. Deze revolutie was, als iede re revolutie, in wezen bizonder evolutionair en reeds lang voorbereid cn zeker ook al liicr en daar tot uiting gekomen. In ieder geval gaf deze schepping den stoot tot jyrijcr uiting en ruimere erkenning van die nieuwe beweging. De stoere mannelijke een voud van dit bouwwerk was als het ware het symbool van zuivering. Op dit gegeven kon zich een nieuwe bouworde vrij ontwik kelen en ze is ook ontwikkeld. Just Havelaar in verband met Ber- lago's Beursgebouw, dat het uitgangspunt is geworden en gebleven van onze heden- daagsche architectuur: „Voor 't eerst weer, sedert eeuwen, werk ten talrijke kunstenaars samen aan de totstandkoming van een groot cultureel monument. En dit monument zelf, in 't hart der hoofdstad, dit monument, door zijn strakken eenvoud, zijn heerlijke eer lijkheid, zijn strengen gevel, markanten toren cn plastische ingangspoorten, door zijn nobele binnenruimten ook, dit zoo ver eerde en beschimpte monument toonde al de schoonheden der jeugd. Het toonde die schoonheden tot zelfs in zijn karakterrijke tekortkomingen! Berlage's Beurs kreeg voor ons dc beteekenis van een symbool". (Ned. Ambachts- en Nijverheidskunst 1925 1926. Bij Brusse). Just Havelaar in „Het Moderne Meu bel" (bij Brusse). „Do bevrijdende daad, ook in do meubel kunst, werd door Berlage volbrachtHet versierende element is bij hem geheel on dergeschikt gehouden aan het constructieve beginsel. Ook van zijn meubels verwachte men geen verfijnde bewerkingen.... Alle overbodigheden en bijkomstigheden* alle krullen en franjes, worden weggelaten; alle uit zich zelf sproken doet cn dat schoon is door waar te zijn. Het is op dezelfde wijze schoon als het moderne bouwwerk, als de Beurs van Amsterdam. Het meubel van Berlage werkt als een program. Het is haast didactisch in zijn leerstelligheid. Met een ietwat pijnlijko nauwgezetheid wordt soms de constructie plastisch opgedrongen aan oog cn verstand. Met angstvalligheid wordt niet slechts het ornament, maar ook een meer verfijn de houtbewerking geweerd. Het is naakt van eerlijkheid; soms plomp van recht schapenheid. De materie, het hout blijft dikwijls te zeer materie: planken en bin ten en balken". Arch. J. Luthman (In Moderne Bouw kunst in Nederland"): „Tusschen Cuypers en Berlage is de afstand zeer groot. Met Berlage wordt do beweging ingeluid die met diepere bewustheid te werk gaat. Het streven is hierbij gericht op het vinden van uitdrukkingsvormen voor oen nieuw ont waakt sociaal bewustzijn. Als iedere jonge beweging grijpt ook deze terug naar ele mentaire waarden. Het is dit elementaire dat een voornaam bestanddeel vormt van Berlage's werken. De betrekkingen tus schen ruimte vorm en plastische vorm zijn hier weer duidelijk geworden, de materia len worden verwerkt naar hun aard en functie. Wat in de 19e eeuw zoo deerlijk te loor was gegaan: het zinrijk verband tus schen bestemming en uitdrukking, wordt opnieuw nagestreefd. Daarbij is Berlage's werk sterk doortrokken van een nieuw cul- tuur-idealismo. Steeds is zijn arbeid gedra- door 't besef dat bouwkunst een uiting dient te zijn van gemeenschapsleven in zijn hoog- sten vorm cn een dienende factor in dit ge- meenteschapsleven. Niet do persoon van den kunstenaar is souverein, maar de idea len, die in do gemeenschap leven, moeten door hem hunne vertolking vinden". Het dcor Berlage „gedroomde", maar in- tusschen zeer gewetensvol en tot in bizon- derheden uitgewerkt project van het „Pan theon der menschhcid" men vindt hier naast de afbeelding van een onderdeel is uitgegeven in een afzonderlijk boekj' met een gedicht van mevr. Roland Holst. Dit boekje verscheen in 191G, dus midden in de oorlogsjaren, cn moet beschouwd worden als een uiting van heimwee naar den Eeuwigen Vrede. Berlage schreef ter inleiding het volgende: „Ik heb mij dit Pantheon voorgesteld na den oorlog gebouwd in liet midden van Europa op een hoogen heuvel in de vlakte. Acht hcirwegen voeren van alle hemel streken naar de ingangen. Deze gelegen tusschen de torens van liefde én moed, van bezieling en bezonnenheid, van kennis en macht en van vrijheid én vrede, die als wachters rond de groote hal staan en 's nachts hun licht ver uitstralen, geven toegang tot het pantheon. Ter weerszijden liggen de hoven der overpeinzing, ingeslo ten door de galerijen ter herdenking der gevallenen van de oorlogvoerende staten. Langs de galerijen der tegemoetkoming wordt de groote ruimte betreden. Daar staat ingesloten door de galerij der ge dachtenis, alleen door het zenithlicht van uit den koepel bestraald, het monument der menschen-eenhcid. IToogerop worden de galerijen der erkenning, der verheffing cn der alomvatting bereikt, terwijl de ruimte door den koepel der volkeren-ge meenschap wordt afgesloten". Uit het gedicht van Henriet te Ro land Holst citeerén wij ter kenschet sing één enkele strofe: Aan hen die leden ch stierven om De paden te effenen der Liefde, De Ziel te bevrijde' uit de macht van t goud; Aan hen die bloedden en hongerden Om menschheid te:- maken één Gemeenschap, Om de vrijherdsvlag te planten op aard. Ir. Jan Gratama kunst in Nederland"): („Moderne Bouw- Was in ons land dr. Cuypers de talent volle romanticus, Berlage is de Nederland- sche figuur van het realisme... De waar de van Berlage's Beurs zit niet in het eer lijk toonen van de constructies, maar in het aanvoelen van het mystieke wezen der con structies. Want alle constructies zijn span ningen, dus uitingen van God of Natuur. Het realisme heeft het ééne deel van het eeuwige wezen der bouwkunst: doelmatig heid, sterk en eenzijdig beleden- De Beurs OVER DE GRENS GELOKT? Reeds negen maanden in voorarrest Een wraakneming? >- 0,AL .-li s' Si Geheel Nederland tot in alle lagen van zijn bevolking heeft onlangs met groote verontwaardiging uit de Nederlandsche dagbladpers kennis genomen van het ge val Spansicr, den socialist uit Nijmegen, die thans te Berlijn tot een gevangenisstraf van tweo jaren is veroördeeld. Een niet minder schokkend feit aldus lezen wij in Do Tijd is ons thans ter oore gekomen door middel van het Nederland sche Consulaat te Essen en mr. Ernst Daub, advocaat en procureur te Venlo. Ons is gebleken, dat in de gevangenis te Essen reeds sedert December 1933 een Hollander gedwóngen verblijf houdt, die tot op den huidigen dag nog niet nauwkeurig weet, voor welk feit hij gevangen gehou den wordt. De man heet Gerrit Jan Zwiers, werd te Zutfen geboren en stamt uit een gegoede familie. De laatste jaren woonde hij te Ven- ol in behoeftigo omstandigheden. Begin De cember verdween hij plotseling. Sedert dien werd te Venlo niets meer van hem gehoord. Allerlei geruchten deden evenwel de ronde. Wellicht had men nooit meer iets van den man vernomen. De toestand, waarin hij voor enkele Wekén werd aangetroffen, is althans van dien aard, dat indien niet spoedig ingegrepen wordt, do man psy chisch cn physiek ten gronde gaat. Ongeveer twee maanden geleden bracht de Hollandschc consul te Essen een be zoek aan het Huis van Bewaring aldaar ten gerieve van een Hollander, die preven tief zat. Nadat de consul zijn zaak afge wikkeld had, werd hem door een dor be wakers verteld, dat nóg een Nederlander in preventieve hechtenis gehouden vverd, reeds sedert December 1933. De Nederlandsche consul trof G. J. Zwiers in deerniswekkende» toestand aan. Do man 5 totaal uitgeput. Dc gevangene was buiten zich zelve van vreugde voor het eerst sedert langen tijd weer Nederlandse]» te hooren. Hij vroeg den consul of deze zijn brieven ontvangen had. De consul wist an geen enkelen brief. Drie had Zwiers er geschreven. Geen enkelen had de consul ontvangen. Ook aan vele andere personen had de gevangene brieven gericht Dat hij van niemand antwoord had ontvangen, werd hem nu duidelijk. De brieven had den geen van alle hun bestemming be reikt. In zijn brieven had Zwiers zijn toestand uiteengezet. Aan den Nederlandschen con sul had hij geschreven, dat hij op Zondag morgen 3 December door enkele Duitschers, vermoedelijk S.A.-menschen op Neder- landsch grondgebied,! n.L 't Berkenlaantje op dc Groote Heide te Venlo, was overvallen en mishandeld. Vervolgens hebben deze menschen hem daarna over de grens ge sleept en in een gereedstaande auto naar Krefeld gebracht, vanwaar hij nog dezelfde maand naar Essen werd overgebracht. Op verzoek van Zwiers stelde de consul alsnog een onderzoek in. Dat dit onderzoek, dat zeer gebrekkig verliep, geen resultaat ten gunste van Zwiers heeft opgeleverd, was to verwachten. Sporen van den overval cn worsteling op Nederlandsch grondgebied, waarnaar ge zocht werd, waren natuurlijk niet meer te ontdekken. Een vrouwelijke getuige, grondgebied stond een auto gereed. Zwiera werd onmiddellijk naar de gevangenis to Krefeld gereden. Na enkele weken vervoer* de men hem naar Essen. De Duitschers, die Zwiers gearresteerd hadden, werden over het voorval niet ge hoord. De rechter van instructie volstond met een enkele vraag of zij Zwiers op Hol- landschen bodem gearresteerd hadden. Dit ontkenden zij. A. S. werden enkele suggestieve vragen gesteld in dien geest, dat het antwoord reeds in de vraag lag opgesloten. Zij ver klaarde een overval niet gezien te hebben. Ook had zij niets gehoord. Toen Zwiers tegen deze verklaring protesteerde en haar wees op enkele typische uitlatingen en ge dragingen tijdens den overval, werd hem het woord ontnomen. Daarna werd hij naar de gevangenis teruggevoerd. De Nederlandsche consul te Essen wendde zich schriftelijk tot advocaat mr. Ernst Daub te Venlo, die kort voor zijn arrestatie Zwiers in een proces terzijde ge staan had. Eerst thans door middel van den consul vernam deze na langen tijd weer iets van Zwiers. Onmiddellijk heeft mr. Daub zich daarop naar Essen begeven. Het mocht hem gelukken tot den gevangene toegang te krijgen. Ook hem had Zwiers brieven geschreven, doch ook deze zijn nimmer gearriveerd. Bij het onderzoek, dat mr. Daub bij de Duitsche justitie instelde, kwam hij na veel moeite de dagvaarding op het spoor. De aanklacht. Oorspronkelijk was een tweevoudige aan* klacht tegen Zwiers gerichthet smokkelen van revolvers van België naar Duitsch- land en het verraden van militaire gehei men. Na eenige maanden van vooronder zoek heeft men de aanklacht, het smokkelen van revolvers, laten vallen. Waarin bestaat dit verraden van militaire geheimen. Deze aanklacht grondt zich uitsluitend hierop, dat Zwiers eens ruim één jaar voor zijn arrestatie gezeten in een auto op den weg tusschen Venlo en Nijmegen, aan de hiervoor aangeduide Duitsche vrouw gevraagd heeft of zij geen militaire gehei men wist los te krijgen Dit is de aanklacht, waarvoor hij sedert December 1933 in voorarrest zit Zwiers zelf gaf mr. Daub den volgenden uitleg van het bewuste autoritje. Hij zou aan vrouw S. gevraagd hebben of zij iets voor hem tc verdienen wist. Van de Duitsche justitie vernemen we, dat het vooronderzoek in deze zaak gesïoM ten is. Het dossier is inmiddels reeds naar Leipzig doorgezonden. Nadat liier het Reichsgericht over een al dan niet vervol ging beslist heeft, zal een evcntuêle berech ting te Berlijn moeten geschieden. Een toegewezen Duitsche advocaat heeft zich met de zaak bemoeid. Nadat deze echter eenmaal aan Zwiers een bezoek bracht, heeft hij nimmer meer iets van Zich laten hoorèn Een door den Hollandschen advocaat in gesteld onderzoek heeft aan het, licht ge bracht, dat de Duitsche vrouw in verbin ding stond met personen, waartegen de ge vangen Zwiers kort te voren een procos gevoerd had. Dit proces had Zwiers ge wonnen. In tegenwoordigheid van getui gen heeft daarop ccn dér personen van de tegenpartij een bedreiging geuit, die met Zwiers' arrestatie werkelijkheid werd. Een schets van den ingang van het door Berlage „gedroomde" Pantheon der mensch- heid IN ZEE VERDRONKEN. Z a n d v o or t, 12 Augustus. Hedenmiddag om kwart over vijf werd. ten Zuiden van het tentenkamp tusschen dc palen 68 cn 69 door kampeerders het lijk gevonden van oen on geveer 70-jarigen geheel gokleedcn man. Dr. C. A. v. Fraasscn, dio de lijkschouwing verrichtte, constateerde dat het lijk ongeveer tweo uren in het water heeft gelegen. Ver moedelijk liep de man langs het strand te wandelen, toen hij door een beroerte werd getroffen. Bij vlood is de man toen vermoe delijk in zee terecht gekomen en afgedreven en later aangespoeld. De identiteit van het slachtoffer kon nog niet worden vastgesteld. DOODELIJK ONGELUK TE ROTTERDAM. Rotterdam, 11 Aug. Hedenmorgen te 10 uur is in de Rubroekstraat te Rotterdam een ernstig ongeluk gebeurd. De groentenbandelaar Schurink had voor zijn pand zijn handwagen gelost. Het vier jarig dochtertje A. Schurink was daarna in de nabijheid van de wagen gaan spelen. Het kind is aan de kar gaan hangen, waardoor deze kipte en do kleine tusAchen de hand wagen en dc straat bekneld raakte. Met ern stige inwendige kneuzingen is zij naar het ziekenhuis aan den Bergweg gebracht, waai zij is overleden. De Nederlandsche consul te Essen wist van do Duitscho justitie gedaan te krijgen dat hot onderzoek omtrent den overval werd voortgezet. Zwiers had den consul meegedeeld, dat een vrouw, zekere A. S.„ die vroeger bij Zwiers als huishoudster te Venlo gewoond had, getuige van den over val was geweest. De consul speelde het klaar, dat deze vrouw in tegenwoordigheid van Zwiers te Essen een getuigenis om trent het voorgevallene moest afleggen. Ook de Duitschers, die hem gearresteerd hadden, waren hierbij tegenwoordig. Zwiers deed zijn verhaal. Eind November van verleden jaar had Zwiers van vrouw S. een brief ontvangen, waarin zij hem meedeelde, dat zij iets voor hem te verdienen Wist. Aangezien de vrouw wegens een proces te Amsterdam als ongewenschtc vreemdelinge zonder midde len van bestaan ons land was uitgezet, ver zocht zij Zwiers naar Duitschland tc komen. Schriftelijk deelde Zwiers haar mede, dat hij voor een verdienste wel te vinden was. Op Duitsch grondgebied wenschte hij ech ter niet te komen. Na nog enkele brieven gewisseld te hebben deze corresponden tie bestaat nog kwamen beiden overeen, dat zij elkaar op Zondagmorgen op de Groote Heide te Venlo, in het Berkenlaan tje, dat nog Hollandsch is, zouden ont moeten. Na zijn kostbaas meegedeeld te hebben, dat hij direct na zijn bezoek aan de Groote Heide naar huis zou terugkeeren, vertrok Zwiers. Op de Groote Heide in het Berken laantje aangekomen, zag hij in de verte vrouw S. naderen. Plotseling viel de vrouw en stiet een gil uit. Zwiers, die een ongeluk vermoedde, spoedde zich snol naar de plaats, waar de vrouw gevallen was. Toen hij de vrouw tot °P tien meter af stand genaderd was, werd hij plotseling van achteren aangevallen. Zes of zeven Duitschers in burgerkleeding waren op hem tocgestormd, hadden hem vastgegrepen en wilden hem meeslcopen. Zwiers verzette zich met bovenmenscholijke krachtsinspan ning. Hij ontving enkele zware slagen met een hard voorwerp op hoofd en schouders. Tenslotte moest hij allen tegenstand op geven. De vrouw was intusschen weer op gestaan. Toen zij zijn met veel bloed be smeurd gezicht zag, stiet zij een hevigen gil uit. Men had Zwiers drie tanden vóór uit den mond geslagen Direct werd Zwiers daarop in de richting van de Duitscho grens gevoerd. Op Duitsch BOTSING TUSSCHEN AUTOBUS EN TRAMWAGEN. Ernstig verksersongeval te Am* sterdam. Amsterdam, 12 Aug. Op de gevaar lijke kruising Andreas BcnnstraatCam perstraat heeft vanmorgen tegen half twaalf een ernstige aanrijding plaats ge had tusschen een Gemeenlebus van lijn E en één tramwagen van lijn 6. De tram had even stil gestaan en de bestuurder bracht haar juist in beweging, toen de chauffeur van de bus vóórlaligs wilde passeeren. Met een hevigen slag raakte dc tram de linker* zijwand van de bus, die zwaar werd be schadigd, terwijl ook enkele ruiten braken cn een gat in den benzinetank ontstond. Van de tram werd het voorbalcon inge drukt en braken eveneens eenige ruiten. De passagiers die door de beide wagens wer* den vervoerd waren uiteraard hevig go- schrokken. Twee inzittenden van de bus, een vrouw cn een inwoner van Hilversum, liepen snijvvonden op. Na in het O.L. Vrou- wepgasthüis verbonden te zijn, konden zij zich naar hun woningen begeven. De poli tie stelt een onderzoek in naar do schuld vraag. wOURNALISTIEK. In dc plaats van den heer F. Th. Hols- bocr, die met ingang van 1 September, op zijn verzoek, eervol is ontslagen als hoofd redacteur, is thans tot leider der redactie van het Deventer Dagblad benoemd, de heer W. A. H. van Liefland. r. „Ik geloof, dat er iemand voor u aan de telefoon is, meneer." „Gelooven U hoort zeker te weten." „Nou, iemand riepben jij daar ouwé idioot?" (Varfc Hem)-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 6