7. A. SCHOTERMAN Zn.
ST. EMILION mmAmEL
De middenstand congresseert
1928
Sluit de gelederen'
SERIE INBRAKEN
GEPLEEGD
Blaricummer voor de
rechtbank
GEVESTIGD 1878 UTR.STR. 17
TEL. 145
per flesch f 1.45, per anker f 58.
NEVAS-CONGRES TE
's GRAVENHAGE
KLEINHANDELAREN IN
LEVENSMIDDELEN
A. H. VAN NIEUWKERK O. - TELEFOON 543
COMPLETE WONINGINRICHTING
HUMORHOEKJE
Openingsrede van Ed. C. Schiirmann
Het bedrijf van bovenaf
niet te regelen
Amsterdam, 5 Sept. Onder voorzit
terschap van den heer Ed. G. Sohürmann
werd heden te Amsterdam het 31e Natio
naal Middcnstanclocongres gehouden.
Onder hot motto: „Sluit de gelederen!",
sprak de voorzitter de openingsredo uit,
waaraan het volgende is ontleend:
Voor de vijfde maal komt de Koninklijke
Nederlandsche Middenstandsbond in con
gres hij een sedert de economische crisis
het geheele bedrijfsleven heeft ontwricht.
Tal van maatregelen werden in den loop
der jaren van regeeringswege genomen om
den nood te lenigen, doch het zijn slechts
lapmiddelen. Een verbetering van afdoen-
den aard, een wederopbouw van het be
drijfsleven, waarvan toch ons geheele volk
afhankelijk is, ligt niet in de macht eener
regeering. Het euvel is internationaal en
kan 6leohts internationaal worden verhol
pen.
0ndank6 zijn uitgestrekt overzeesch ge
bied is Nederland slechts een klein land
met acht millioen inwoners en derhalve
zeer ge\oelig voor hetgeen in de ons om
ringende groote landen op economisch ge
bied plaats vindt, zonder een overwegen
den invloed op den loop der zaken te kun
nen uitoefenen.
Bovendien zijn vele regeeringsmoatrege-
len al werden deze ook in het belang
van het gansche volk getroffen voor den
middenstand fnuikend geweest.
Het raidden6tandsbedrijf is niet van bo
venaf te regelen.
Integendeel!
De groote beteekenis van den handeldrij-
venden en van den industrieelen midden
stand voor de gansohe samenleving ligt in
het scheppen van werkgelegenheid door
eigen initiatief, door energie en durf, om
zonder steun van anderen Iets op te bou
wen.
De middenstand is de grootste werkgever
in het land.
Zijn welvaart beteekent de welvaart van
industrie en arbeidersbevolking, zijn 6lagen
een bron van inkomsten voor den fiscus.
Bij het oprichten van den landelijken
Bond in 1902 werd de klacht geuit, dat de
wètgever van den middenstand geen noti
tie nam.
Nu..na. 32 jaren, beklaagt men zich over
het te veel aan overheidsbemoeiing.
Men denkt nu aan de vrijheid van wel
eer als aan een dierbare overledene, die
iriën tijdens hhar levén niet genoeg heeft
gewaardeerd.
Het groot-winkelbedrijf, de filiaalzaken,
het cadeausts sel, het overdreven uitver
koopwezen, de verbruiks-coóperatic, dit al
les gaat onbelemmerd voort den midden
stand te ondermijnen.
De huidige toestand is slechter dan ooit!
Doch dit behoeft niet te leiden tot ont
moediging, tot geheelen ondergang van den
middenstand.
Er zijn gelukkig ook lichtpunten waar
te nemen!
In de eerste plaats is duidelijk gebleken,
dat de middenstand een economische taak
heeft te vervullen, dat de middenstand geen
asyl is voor hen, die in andere beroepen
mislukken, dat middenstander zijn een be
roep is, dat men moet hebben geleerd, dat
men moet kennen, om het naar behooren
uit te oefenen.
Dat zij, die als gelegenheidswinkelier
optreden, weder even spoedig verdwijnen,
is een geluk voor henzelf, voor de leve
ranciers en voor do vakgenooten.
Het zijn slechts uitwassen en hebben
met het gezonde middenstandsbedrijf niets
te maken. Wanneer een persoon zonder
betrekking een leegstaand winkelhuis
huurt, zonder vak- en warenkennis, zonder
behoorlijk kapitaal om den eersten stoot
op te vangen, is hij gelijk aan een niet
kunnend chauffeeren autobestuurder,
rechts en links ongelukken veroorzakend,
ecj> gevaar opleverend voor de a'lgemeene
vewigheid. Wij kunnen de regeering dank
baar zijn voor hetgeen gedurende den
crisistijd in het belang van den midden
stand is verricht, doch wij moeten er wel
op bedacht zijn. dat geen regeering in
staat is met verlies werkende bedrijven op
den duur in het leven te houden.
Wanneer de regecringen internationale
verwikkelingen weten 1c voorkomen, door
goede handelsverdragen de mogelijkheid
tot exporteeren weten te bewerken, dan
ligt het zakelijk deel op het terrein van
den zakenman en niet op dat van den
politicus of ambtenaar.
Tal van voorspellingen zijn verkeerd uit
gekomen en het is wellicht als een voor
recht te beschauwen, dat economen van
wereldreputatic thans zwijgen.
Dit is een stap in de goedo richting!
Er moet een eind komen aan al het
experimenteeren der laatste jaren De eene
autoriteit zegt. dat de mensch zoo weinig
mogelijk moet uitgeven en dat daar het
herstel ligt. „Neen", zegt een ander, het
geld moet rollen. Wij moeten den gouden
standaard verlaten, beweren sommigen en
velen zeggen het na.
Men behoeft slechts naar andere landen
te kijken om van de onjuistheid dezer
theorie te worden overtuigd.
Evenals oorlog en Spaansche griep is de
economische crisis te beschouwen als een
ramp, die vele slachtoffers eischt.
De gelederen van den handeldrijvenden
en van den industrieelen middenstand zul
len deerlijk gehavend uit den strijd ko
men. Vele bedrijven zullen voor goed zijn
verdwenen, zooals ook vele andere bedrij
ven in den eersten tijd mot groote moei
lijkheden te kampen zullen hebben.
.Wjj betreuren het, dat zooveel illusies
wreed werden verstoord, dat zooveel werk
kracht om iets te scheppen tevergeefs is
geweest. Maar tot ontmoediging, tot indo
lentie mag dit niet leiden.
In een goed geordenden staat zal een
goed middenstandsbedrijf onontbeerlijk
zijn. Het verleden en het heden zijn daar
van het bewijs.
Ook in de toekomst zal dit zoo zijn; ook
in de toekomst zal er plaats zijn voor een
krachtigen. doelbewustèn middenstand.
De zelfstandige ondernemer, toegerust
met vak- en warenkennis, energie en werk
kracht, zal steeds zijn bestaan kunnen
vinden, zoodra de kunstmatige belemme
ringen zullen zijn opgeheven.
In afwijking van de traditie om op onze
congressen meerdero punten aan de orde
te 6tellen, zal op dit congres slechts één
punt worden behandeld. Maar dit punt
„Toekomstige Middenstandspolitiek", is van
zoo'n actueel en overwegend belang, dat
hieraan alle beschikbare tijd moet worden
besteed.
Terwijl de samenwerkende Amsterdara-
scho middenstandsorganisaties op haar
tentoonstelling het publiek toonen wat de
middenstand thans praesteert, zullen de
afgevaardigden der bij den Koninklijken
N'ederlandschen Middenstandsbond aange
sloten organisaties beraadslagen over de
richting dio in de toekomst zal moeten
worden gevolgd.
Voor onze groeiende jeugdorganisatie zal
dit een richtsnoer kunnen zijn. Moge het
resultaat der beraadslagingen, waarbij
mannen van de praktijk hun licht over dit
in zijn gevolgen ver buiten den kring van
den middenstand uitgaande onderwerp
zullen doen schijen, van dien aard zijn. dat
ten bate van onze gansche volksgenieën
schap een weg zal worden ingeslagen, die
voert tot een krachtigen, bloeienden, wel-
vaartuekkenden middenstand.
Het is eigenlijk overbodig, omdat het
zoo vanzelfsprekend is, dat erop wordt ge
wezen, dat de eerste stap op dien weg
moet zijn- organisatie.
Zooals na eiken veldslag, klinke ook in
dezen economischen oorlog het parool:
Sluit de gelederen!
Bij de opening van het congres werden
door den voorzitter nog welkom geheeten
de heer F. K. J. Heringa, raadsadviseur van
het ministerie van economische zaken als
vertegenwoordiger van den minister van
economische zaken. dr. I. II. J. Vos, wethou
der van Amsterdam en eenige leden van
de Tweede Kamer en afgevaardigden van
Kamers van Koophandel.
Besprekingen der prae-adviezen.
Na de openingsrede van den voorzitter
kwam aan de orde het eenige onderwerp:
„De Toekomstige Middenstandspolitiek
en wel voor de volgende vraagpunten
1. Leidt de recente ontwikkeling van het
bedrijfsleven tot do wenschelijkheid van
ingrijpen in do bestaande machtsverhou
dingen?
2. Zoo ja, van welken aard zouden de
vereischte maatregelen moeten zijn en
door welke instantie zouden zij getroffen
moeten worden?
3. Zoo neen, kunnen er dan zonder prin
cipieele koerswijziging bepaalde middelen
worden toegepast ter beteugeling van uit
wassen?
4. a. Is het stellen van eischen, waar
aan de zelfstandige kleinondcrnemer moet
voldoen, alvorens zich als zoodanig te
kunnen vestigen wenschelijk en een doel
treffend middel tot ordening der bedrijfs-
verhoudingen?
b. Welke beteekenis moot in dit verband
worden toegekend aan e«n eventueel ves-
tiginsverbod (spertijd) voor alle of bepaal
de takken van middenstandsbedrijf gedu
rende zekeren tijd?
5. Heeft de overheid een taak met be-
Irekking tot evcntueele regeling der be-
drijfsverhoudingen? Zoo ja op welke wijze
dient zij dien taak te vervullen? Welke
zijn de grenzen van eigen wetgevende be
voegdheid van evcntueele bedrijfsorganen.
6. Bestaat cr aanleiding tot het nemen
van maatregelen tot bescherming van het
middenstandsbedrijf tegen de sociale en
economische gevolgen van de ontwikkeling
van grootwinkelbedrijf, verbruikscoöpera
tie en andere concurrcerende bedrijfsvor
men.
Over deze vraagpunten zijn een zestal in
leidende beschouwingen geleverd, die wij
reeds publiceerden.
Door den heer Koop Meiners (Rotterdam)
wordt naar voren gebracht, dat indien de
zes prae-adviseurs het eens waren over de
toekomstige Middenstandspolitiek, dan zou
de conclusie gemakkelijk zijn. Echter elk
der prae-adviseurs denkt anders cn wel op
goed gefundeerde gronden.
Indien het hoofdbestuur zijn meening zou
hebben uiteengezet, zou het congres daar
over hebben kunnen debateeren. Nu de
meeningen echter zoover uiteenloopen,
vreest spr. een onvruchtbaar debat.
Spr. had er de voorkeur aan gegeven als
het Bondsbestuur het wetsontwerp inzake
bindend verklaring van ondernemers over
eenkomsten aan de orde had gesteld, opdat
het congres zich daarover had kunnen uit
spreken.
De heer J. J. Korff, voorzitter van de Al-
gemeone Winkeliersvereeniging Amster
dam. behandelde het onderwerp „de Ver
ordenende bevoegdheid van den Midden-
standsraad." Spr. is van oordeel dat aau
dezen raad een verder strekkende bevoegd
heid behoort gegeven te worden. Die groo-
tere bevoegdheid zal moeten worden om
kleed met vele waarborgen van eenzijdig
heid. Die grootere bevoegdheid zal mee
brengen, dat men niet jaren heeft te wach
ten op wetten ter bescherming van den
middenstand.
De heer Leo Vos (Den Haag) betoogde dat
iedere decentralisatie er toe leiden moet
dat de middenstand komt in handen van
de overheid. Het groote bezwaar van spr.
tegen de ontwikkeling van het economisch
leven in de richting, die prof. Veraart wil,
is hierin gelegen, dat het doel van dit stre
ven is de nivelleering van de concurrentie
voorwaarden. Hierin ligt een energie doo-
dende tendenz.
De heer Van Baren wil het oude dat goed
is behouden. Spreker meent, dat het betoog
van dr. Tobi de basis vormt voor een com
promis, waarop de drie middenstandsbon
den kunnen voortbouwen.
De heer Kloek vraagt of het nu in deze
tijden van laagconjunctuur noodig is hulp
te vragen aan de regeering. In tijden van
hoogconjunctuur heeft men maar winkels
opgericht en het ging goed, maar nu komt
uit wie energie en vakkennis heeft. Vak
kennis is noodig, maar de hulp van de re
geering niet. Alleen echter wil spreker, dat
de regeering zou willen optreden tegen die
winkeliers, die niet eerlijk zijn.
Waarvan twee in 1930 in de
omgeving van Utrecht
Amsterdam, 5 Sept. Voor do recht
bank alhier, stond vandaag de 30-jarige
koopman P. E. J. H. uit Blaricum terecht.
Hij wordt er van verdacht niet minder dan
zes inbraken te hebben gepleegd in het
Gooi.
Hij zou - voor zoover bekend zijn
werkzaamheden zijn begonnen op 14 Octo
ber 1929. Het begin was echter niet goed,
hij werd op heeterdaad betrapt en moest
vluchten.
Op dien dag verschafte hij zich toegang
tot het Kinderhuis .Erica" aan den Naar-
derstraatweg te Naardon, door de brand
trap langs een buitenmuur te beklimmen
en een raam binnen te stappen. Op een ka
mer van een zuster doorzocht hij een
kastje cn juist was zijn aandacht getrok
ken door een geldkistje, toen hij gestoord
werd, de man wist te vluchten..
Op 14 Februari 1934 zou hij op een erf
aan de Naarderstraat uit een fietstasch
een electrische zaklantaarn hebben gesto
len. Toen hij aldus zijn uitrusting had ge
completeerd, zette hij zijn werkzaamheden
in Huizon voort. Hij bracht een bezoek aan
de woning van de familie van Eeghen aan
den Naardcrstraatweg.. Ook hier was het
geluk niet met hem. Hij was door de
hoofddeur binnengekomen, in do hall werd
hij op heeterdaad betrapt en weer moest
hij het hazenpad kiezen.
Vervolgens zou hij, hetzij alleen, hetzij
met hulp van anderen, op 7 Maart 1931 te
Blaricum hebben ingebroken in de woning
van de familie Baas aan de Schapendrift.
Door verbrijzelen van een ruit waren de
ongewenschte bezoekers binnen gekomen en
hadden zich meester gemaakt van een por
tefeuille, een tasch, een bock en eenige an
dere kleinigheden.
Doch ook buiten het Gooi zou zich het
werkterrein van verd. hebben uitgestrekt.
Hij zou in den nacht van 1 op 2 Augustus
1930 te Bilthoven in een villa aan de Schu-
bcrtlaan hebben ingebroken. Ook in dit ge
val heeft hij waarschijnlijk met anderen
samengewerkt. Door verbreking van een
ruit waren ze binnen gekomen, doch
hetzij dat ze gestoord werden, hetzij dat
ze niets van hun gading vonden ze ver
trokken weer zonder dat er den volgenden
dag iets werd vermist.
Tenslotte was aan verdachte nog ten
laste gelegd, dat hij in den nacht van 20
op 21 October 1930 te Den Doldcr in een
gebouw van de stichting Willem Arntz
Hoeve had ingebroken. Hier werd hij ech
ter betrapt door mej. H. Hij trok een re
volver en riep: „als je alarm maakt, dan
schiet ik je dood". Ook hier was hij door
een raam binnen gekomen. In dit geval is
bedreiging met doodslag ten laste gelegd.
Een groot aantal getuigen is gedagvaard
benevens eenige getuigen h décharge.
Do vérdachte wordt verdedigd door mr.
Th. Muller Massis.
Deskundige commissaris van politie A.
van IJsendijk had een onderzoek naar ge
vonden vingerafdrukken ingesteld. Op een
groot aantal punten toonden zij overeen
stemming met de afdrukken van ver
dachte.
Getuige C. II. van Eeghen, dio verd. op
14 Fcbr. j.l. in de hall van zijn woning
had aangetroffen herkent verd. pertinent,
doch deze beweerde dien avond bij zijn
moeder te Laren te zijn geweest.
Een groot aantal getuigen, meerendeels
bewoners van de perceelen waar is inge
broken, leggen meerendeels formeele ver
klaringen af over de gestolen voorwerpen
en de wijze, waarop do inbreker of inbre
kers was (waren) binnen gekomen.
Een getuige k décharge, een caféhouder
uit Blaricum, verklaart, dat verdachte op
14 Februari 1934 den heelen avond bij hem
in het café was geweest.
Den verdachte was ten laste gelegd dat
hij op dien avond uit een fietstasch staan
de op een erf aan den Naarder Straatweg,
op geruimen afstand van het café, een
zaklantaarn had weggenomen.
Om nog eenige getuigen te hooren wordt
dan de verdere behandeling aangehouden
tot 3 October aanstaande.
BEROOFD VAN 2600.—.
Amsterdam, 5 Sept. In den afgeloo-
pen nacht is in het politiebureau aan de
Stadhouderskade een 30-jarige vrouw in be
waring gesteld. Zij wordt er van verdacht,
een man, die zij in haar woning aan de
Prinsengracht had ontvangen, te hebben
beroofd van een bedrag van 2600.De
vrouw, die bij de politie geen onbekende is,
heeft vermoedelijk een of meer medeplich
tigen gehad. Het onderzoek wordt vooral
ook in deze richting voortgezet
J. TER BORG. f
In den ouderdom van 80 jaar is te Apel
doorn overleden de heer J. ter Borg, rustend
hoofd van de Chr. school te Wolvega, rid
der in do Orde van Oranje-Nassau.
De heer Ter Borg, die eerst hoofd is ge
weest te Langerad en to Nijeveen, trad in
1891 bij de opening van do Geref. school te
Wolvega op als hoofd en is dat geweest tot
aan zijn pensionneering. Vele schooluitga
ven zagen van zijn hand het licht. Een groot
aantal jaren ia hij secretaris geweest van
het Geref. Tractaatgenootschap „Filippus".
Mij werd in die kwaliteit benoemd tot rid
der van Oranje-Nassau.
Ir. A. A. Mussert zal spreker
over het nut van speciale
autowegen
De Nederlandsche Vereeniging voor Auto
snelwegen (NEVAS) zal haar jaarvergade
ring houden op Dinsdag 18 September a.s
te half drie in een der zalen van den Die
rentuin te 's-Gravenhage.
In het huishoudelijk gedeelte dezer ver
gadering zal o.a. een voorstel van het te
genwoordige bestuur worden behandeld
om den naam der vereeniging te verande
ren in: Nederlandsche Vereeniging voor
Speciale Autowegen (NEVAS).
Hoewel de vereeniging sinds enkele ja
ren in haar publicaties gewaagt van spe
ciale autowegen, wordt van andere zijden
het minder juiste woord „autosnelweg"
nog gebezigd, dat bij de oprichting der
vereeniging (in 1927) in den naam werd
opgenomen.
Naamsverandering in den thans voorge
stelden zin zal er wellicht toe bijdragen,
dat het woord „autosnelweg" in het taal
gebruik wordt vervangen door den term
„speciale autoweg", die volkomen weer
geeft wat NEVAS met haar actie bedoelt.
Te drie uur zal het openbare gedeelte
der vergadering aanvangen.
Op verzoek van het bestuur van NEVAS
zal dan ir. A. A. Mussert c.i., oud-hoofdin-
gonieur van den Provincialen Waterstaat
in Utrecht, een voordracht houden (met
lichtbeelden) over het nut en de urgentie
van speciale autowegen.
Zooals men weet is de heer ir. Mussert
schrijver van de brochure: „Vrij baan voor
de toekomst", waarin hij de wenschelijk
heid van spoedigen aanleg van speciale
autowegen heeft bepleit.
Sinds de verschijning dezer brochure
(1931) zijn tal van nieuwe argumenten
voor den aanleg van speciale autowegen
ontstaan, terwijl ook de commissio van
overleg voor de wegen inmiddels in het
einde van 1933 een rapport aan den minis
ter van Waterstaat heeft uitgebracht,
waarin de aanleg van dergelijke wegen
wordt aanbevolen.
Wat echter tot nu toe in werkelijkheid
in Nederland te dezen aanzien geschiedt,
beantwoordt in zeer onvoldoende mate aan
de wcnschen van NEVAS, meent het be
stuur, dat daarom deze vergadering heeft
voorbereid, teneinde de belangstelling van
alle weggebruikers ook van voetgangers
en wielrijders, die van het gemengd ver
keer op den grooten weg de droeve gevol
gen ondervinden, voor de urgentie van den
aanleg van zuiver speciale autowegen op
te wekken.
Amsterdam, 5 Sept. In het voortge
zette, zevende internationale congres van
de Internationale Vereeniging van Klein-
handelen in Levensmiddelen, hetwelk
wordt gehouden in de aula van het Kolo
niaal Instituut, is de volgende resolutie
aangenomen.
Het zevendo Internationale Congres van
vertegenwoordigers der bij de Internatio
nale Vereeniging van Kleinhandelaren in
Levensmiddelen aangesloten organisaties
uit elf staten met meer dan 500.000 leden
constateert eenstemmig en met leedwezen,
dat het tot dusver nog niet gelukt is de
economische teruggang, waartoe wereld
oorlog cn naoorlogstijd hebben geleid, te
doen beëindigen.
Het verwacht, getrouw aan het eigen
6treven naar vrede en harmonie tusschen
de volkeren, van de regecringen van alle
landen, het uitbakenen van een weg naar
een door dezelfde gedachte gedragen sa
menwerking, die ertoe moet leiden het we-
derzijdsch vertrouwen tusschen de volke
ren te herstellen. Daardoor moet de nood
zakelijke grondslag worden gelegd om het
economisch leven in ieder land weer tot
bloei te kunnen brengen.
Het 7do Internationale Congres van den
Levensmiddelenhandel constateert een
stemmig, dat het particulier winkelbedrijf
voor de welvaart der staten, landen en ge
meenten onontbeerlijk is. Zij heeft daarom
recht op wettelijke bescherming tegen be
nadeeling cn te zwaren druk en voor be
houd en bloei.
Het eischt daarom een billijke verdec-
ling van de lasten, dio de staat oplegt.
De in eenige landen reeds begonnen wet
geving ter bescherming van den midden
stand is van het juiste standpunt uitge
gaan, dat de arbeid van een krachtigen
middenstand leidt tot het handhaven van
verantwoordelijkheid en plichtsgevoel te
genover staat en beroep en de beste garan-
tio biedt voor de meest juiste behartiging
van de belangen der consumenten.
In de zakelijke concurrentie zal, alleen
vakkennis, eerbaarheid en zuiverheid van
gemoed den doorslag geven. Daarom zal.'
voortdurend worden aangedrongen pp de
krachtigste wettelijke maatregelen legen
oneerlijke concurrentie en niet oirbare
handelsmethoden.
De aangesloten organisaties van hande-,
laren in levensmiddelen worden verplicht
ter wille van een alles omvattende vakop
leiding krachtig te arbeid aan de opvoe
ding cn het bekwamen van het nageslacht;
dit als een der voornaamste taken te be
schouwen cn bij de jeugd het zelfbewust
zijn aan te kweeken
Ten slotte wijst het Congres alle vakge
nooten op de noodzakelijkheid om zich ter
wille van de grootste krachtontplooiing te
bedienen van het zelfgestichto instituut:
den gemecnschappelijkcn inkoop. Verder
dienen alle mogelijkheden tot gemecn
schappelijkcn verkoop te worden benut en
iederen vakgenoot bewust te doen zijn van
zijn plicht in het belang van het econo
misch leven en van zijn volk cn vaderland
de grootst mogelijke prestatie te leveren.
Amsterdam, 5 Sept Aan de r'esolu
tie van het congres van de Internationale
Vereeniging van Kleinhandelaren in Le
vensmiddelen, is op verzoek van dr. Bruni
uit Italië een clausule toegevoegd, waarin
gezegd wordt, dat den regeeringen van
verschillende landen verzocht wordt mede
te willen werken om zooveel mogelijk
mannelijke arbeidskrachten weer aan het
werk te krijgen.
Besloten werd het volgende congres in
1935 te Brussel te houden.
lieden geëtaleerdWILTON KAPETTEN, AXNIINSTER KARPETTEN
HA AR VELOURS KARPETTEN.
Toonzaal 200 M1 IS Modelkamers
BEEKENST. LAAN 10 OPGERICHT 1909
Artist, tol schoonmaakster „O, Juist Jullrouw Boen
ders, kunt uw gang gaan, als u er maar aan denkt,
alles weer precies op de plaats te leggen, waar u het
gevonden hebt." (Humorist).