7. A. SCHOTERMAN Zn. ST. EMILION mmAmEL De middenstand congresseert 1928 Sluit de gelederen' SERIE INBRAKEN GEPLEEGD Blaricummer voor de rechtbank GEVESTIGD 1878 UTR.STR. 17 TEL. 145 per flesch f 1.45, per anker f 58. NEVAS-CONGRES TE 's GRAVENHAGE KLEINHANDELAREN IN LEVENSMIDDELEN A. H. VAN NIEUWKERK O. - TELEFOON 543 COMPLETE WONINGINRICHTING HUMORHOEKJE Openingsrede van Ed. C. Schiirmann Het bedrijf van bovenaf niet te regelen Amsterdam, 5 Sept. Onder voorzit terschap van den heer Ed. G. Sohürmann werd heden te Amsterdam het 31e Natio naal Middcnstanclocongres gehouden. Onder hot motto: „Sluit de gelederen!", sprak de voorzitter de openingsredo uit, waaraan het volgende is ontleend: Voor de vijfde maal komt de Koninklijke Nederlandsche Middenstandsbond in con gres hij een sedert de economische crisis het geheele bedrijfsleven heeft ontwricht. Tal van maatregelen werden in den loop der jaren van regeeringswege genomen om den nood te lenigen, doch het zijn slechts lapmiddelen. Een verbetering van afdoen- den aard, een wederopbouw van het be drijfsleven, waarvan toch ons geheele volk afhankelijk is, ligt niet in de macht eener regeering. Het euvel is internationaal en kan 6leohts internationaal worden verhol pen. 0ndank6 zijn uitgestrekt overzeesch ge bied is Nederland slechts een klein land met acht millioen inwoners en derhalve zeer ge\oelig voor hetgeen in de ons om ringende groote landen op economisch ge bied plaats vindt, zonder een overwegen den invloed op den loop der zaken te kun nen uitoefenen. Bovendien zijn vele regeeringsmoatrege- len al werden deze ook in het belang van het gansche volk getroffen voor den middenstand fnuikend geweest. Het raidden6tandsbedrijf is niet van bo venaf te regelen. Integendeel! De groote beteekenis van den handeldrij- venden en van den industrieelen midden stand voor de gansohe samenleving ligt in het scheppen van werkgelegenheid door eigen initiatief, door energie en durf, om zonder steun van anderen Iets op te bou wen. De middenstand is de grootste werkgever in het land. Zijn welvaart beteekent de welvaart van industrie en arbeidersbevolking, zijn 6lagen een bron van inkomsten voor den fiscus. Bij het oprichten van den landelijken Bond in 1902 werd de klacht geuit, dat de wètgever van den middenstand geen noti tie nam. Nu..na. 32 jaren, beklaagt men zich over het te veel aan overheidsbemoeiing. Men denkt nu aan de vrijheid van wel eer als aan een dierbare overledene, die iriën tijdens hhar levén niet genoeg heeft gewaardeerd. Het groot-winkelbedrijf, de filiaalzaken, het cadeausts sel, het overdreven uitver koopwezen, de verbruiks-coóperatic, dit al les gaat onbelemmerd voort den midden stand te ondermijnen. De huidige toestand is slechter dan ooit! Doch dit behoeft niet te leiden tot ont moediging, tot geheelen ondergang van den middenstand. Er zijn gelukkig ook lichtpunten waar te nemen! In de eerste plaats is duidelijk gebleken, dat de middenstand een economische taak heeft te vervullen, dat de middenstand geen asyl is voor hen, die in andere beroepen mislukken, dat middenstander zijn een be roep is, dat men moet hebben geleerd, dat men moet kennen, om het naar behooren uit te oefenen. Dat zij, die als gelegenheidswinkelier optreden, weder even spoedig verdwijnen, is een geluk voor henzelf, voor de leve ranciers en voor do vakgenooten. Het zijn slechts uitwassen en hebben met het gezonde middenstandsbedrijf niets te maken. Wanneer een persoon zonder betrekking een leegstaand winkelhuis huurt, zonder vak- en warenkennis, zonder behoorlijk kapitaal om den eersten stoot op te vangen, is hij gelijk aan een niet kunnend chauffeeren autobestuurder, rechts en links ongelukken veroorzakend, ecj> gevaar opleverend voor de a'lgemeene vewigheid. Wij kunnen de regeering dank baar zijn voor hetgeen gedurende den crisistijd in het belang van den midden stand is verricht, doch wij moeten er wel op bedacht zijn. dat geen regeering in staat is met verlies werkende bedrijven op den duur in het leven te houden. Wanneer de regecringen internationale verwikkelingen weten 1c voorkomen, door goede handelsverdragen de mogelijkheid tot exporteeren weten te bewerken, dan ligt het zakelijk deel op het terrein van den zakenman en niet op dat van den politicus of ambtenaar. Tal van voorspellingen zijn verkeerd uit gekomen en het is wellicht als een voor recht te beschauwen, dat economen van wereldreputatic thans zwijgen. Dit is een stap in de goedo richting! Er moet een eind komen aan al het experimenteeren der laatste jaren De eene autoriteit zegt. dat de mensch zoo weinig mogelijk moet uitgeven en dat daar het herstel ligt. „Neen", zegt een ander, het geld moet rollen. Wij moeten den gouden standaard verlaten, beweren sommigen en velen zeggen het na. Men behoeft slechts naar andere landen te kijken om van de onjuistheid dezer theorie te worden overtuigd. Evenals oorlog en Spaansche griep is de economische crisis te beschouwen als een ramp, die vele slachtoffers eischt. De gelederen van den handeldrijvenden en van den industrieelen middenstand zul len deerlijk gehavend uit den strijd ko men. Vele bedrijven zullen voor goed zijn verdwenen, zooals ook vele andere bedrij ven in den eersten tijd mot groote moei lijkheden te kampen zullen hebben. .Wjj betreuren het, dat zooveel illusies wreed werden verstoord, dat zooveel werk kracht om iets te scheppen tevergeefs is geweest. Maar tot ontmoediging, tot indo lentie mag dit niet leiden. In een goed geordenden staat zal een goed middenstandsbedrijf onontbeerlijk zijn. Het verleden en het heden zijn daar van het bewijs. Ook in de toekomst zal dit zoo zijn; ook in de toekomst zal er plaats zijn voor een krachtigen. doelbewustèn middenstand. De zelfstandige ondernemer, toegerust met vak- en warenkennis, energie en werk kracht, zal steeds zijn bestaan kunnen vinden, zoodra de kunstmatige belemme ringen zullen zijn opgeheven. In afwijking van de traditie om op onze congressen meerdero punten aan de orde te 6tellen, zal op dit congres slechts één punt worden behandeld. Maar dit punt „Toekomstige Middenstandspolitiek", is van zoo'n actueel en overwegend belang, dat hieraan alle beschikbare tijd moet worden besteed. Terwijl de samenwerkende Amsterdara- scho middenstandsorganisaties op haar tentoonstelling het publiek toonen wat de middenstand thans praesteert, zullen de afgevaardigden der bij den Koninklijken N'ederlandschen Middenstandsbond aange sloten organisaties beraadslagen over de richting dio in de toekomst zal moeten worden gevolgd. Voor onze groeiende jeugdorganisatie zal dit een richtsnoer kunnen zijn. Moge het resultaat der beraadslagingen, waarbij mannen van de praktijk hun licht over dit in zijn gevolgen ver buiten den kring van den middenstand uitgaande onderwerp zullen doen schijen, van dien aard zijn. dat ten bate van onze gansche volksgenieën schap een weg zal worden ingeslagen, die voert tot een krachtigen, bloeienden, wel- vaartuekkenden middenstand. Het is eigenlijk overbodig, omdat het zoo vanzelfsprekend is, dat erop wordt ge wezen, dat de eerste stap op dien weg moet zijn- organisatie. Zooals na eiken veldslag, klinke ook in dezen economischen oorlog het parool: Sluit de gelederen! Bij de opening van het congres werden door den voorzitter nog welkom geheeten de heer F. K. J. Heringa, raadsadviseur van het ministerie van economische zaken als vertegenwoordiger van den minister van economische zaken. dr. I. II. J. Vos, wethou der van Amsterdam en eenige leden van de Tweede Kamer en afgevaardigden van Kamers van Koophandel. Besprekingen der prae-adviezen. Na de openingsrede van den voorzitter kwam aan de orde het eenige onderwerp: „De Toekomstige Middenstandspolitiek en wel voor de volgende vraagpunten 1. Leidt de recente ontwikkeling van het bedrijfsleven tot do wenschelijkheid van ingrijpen in do bestaande machtsverhou dingen? 2. Zoo ja, van welken aard zouden de vereischte maatregelen moeten zijn en door welke instantie zouden zij getroffen moeten worden? 3. Zoo neen, kunnen er dan zonder prin cipieele koerswijziging bepaalde middelen worden toegepast ter beteugeling van uit wassen? 4. a. Is het stellen van eischen, waar aan de zelfstandige kleinondcrnemer moet voldoen, alvorens zich als zoodanig te kunnen vestigen wenschelijk en een doel treffend middel tot ordening der bedrijfs- verhoudingen? b. Welke beteekenis moot in dit verband worden toegekend aan e«n eventueel ves- tiginsverbod (spertijd) voor alle of bepaal de takken van middenstandsbedrijf gedu rende zekeren tijd? 5. Heeft de overheid een taak met be- Irekking tot evcntueele regeling der be- drijfsverhoudingen? Zoo ja op welke wijze dient zij dien taak te vervullen? Welke zijn de grenzen van eigen wetgevende be voegdheid van evcntueele bedrijfsorganen. 6. Bestaat cr aanleiding tot het nemen van maatregelen tot bescherming van het middenstandsbedrijf tegen de sociale en economische gevolgen van de ontwikkeling van grootwinkelbedrijf, verbruikscoöpera tie en andere concurrcerende bedrijfsvor men. Over deze vraagpunten zijn een zestal in leidende beschouwingen geleverd, die wij reeds publiceerden. Door den heer Koop Meiners (Rotterdam) wordt naar voren gebracht, dat indien de zes prae-adviseurs het eens waren over de toekomstige Middenstandspolitiek, dan zou de conclusie gemakkelijk zijn. Echter elk der prae-adviseurs denkt anders cn wel op goed gefundeerde gronden. Indien het hoofdbestuur zijn meening zou hebben uiteengezet, zou het congres daar over hebben kunnen debateeren. Nu de meeningen echter zoover uiteenloopen, vreest spr. een onvruchtbaar debat. Spr. had er de voorkeur aan gegeven als het Bondsbestuur het wetsontwerp inzake bindend verklaring van ondernemers over eenkomsten aan de orde had gesteld, opdat het congres zich daarover had kunnen uit spreken. De heer J. J. Korff, voorzitter van de Al- gemeone Winkeliersvereeniging Amster dam. behandelde het onderwerp „de Ver ordenende bevoegdheid van den Midden- standsraad." Spr. is van oordeel dat aau dezen raad een verder strekkende bevoegd heid behoort gegeven te worden. Die groo- tere bevoegdheid zal moeten worden om kleed met vele waarborgen van eenzijdig heid. Die grootere bevoegdheid zal mee brengen, dat men niet jaren heeft te wach ten op wetten ter bescherming van den middenstand. De heer Leo Vos (Den Haag) betoogde dat iedere decentralisatie er toe leiden moet dat de middenstand komt in handen van de overheid. Het groote bezwaar van spr. tegen de ontwikkeling van het economisch leven in de richting, die prof. Veraart wil, is hierin gelegen, dat het doel van dit stre ven is de nivelleering van de concurrentie voorwaarden. Hierin ligt een energie doo- dende tendenz. De heer Van Baren wil het oude dat goed is behouden. Spreker meent, dat het betoog van dr. Tobi de basis vormt voor een com promis, waarop de drie middenstandsbon den kunnen voortbouwen. De heer Kloek vraagt of het nu in deze tijden van laagconjunctuur noodig is hulp te vragen aan de regeering. In tijden van hoogconjunctuur heeft men maar winkels opgericht en het ging goed, maar nu komt uit wie energie en vakkennis heeft. Vak kennis is noodig, maar de hulp van de re geering niet. Alleen echter wil spreker, dat de regeering zou willen optreden tegen die winkeliers, die niet eerlijk zijn. Waarvan twee in 1930 in de omgeving van Utrecht Amsterdam, 5 Sept. Voor do recht bank alhier, stond vandaag de 30-jarige koopman P. E. J. H. uit Blaricum terecht. Hij wordt er van verdacht niet minder dan zes inbraken te hebben gepleegd in het Gooi. Hij zou - voor zoover bekend zijn werkzaamheden zijn begonnen op 14 Octo ber 1929. Het begin was echter niet goed, hij werd op heeterdaad betrapt en moest vluchten. Op dien dag verschafte hij zich toegang tot het Kinderhuis .Erica" aan den Naar- derstraatweg te Naardon, door de brand trap langs een buitenmuur te beklimmen en een raam binnen te stappen. Op een ka mer van een zuster doorzocht hij een kastje cn juist was zijn aandacht getrok ken door een geldkistje, toen hij gestoord werd, de man wist te vluchten.. Op 14 Februari 1934 zou hij op een erf aan de Naarderstraat uit een fietstasch een electrische zaklantaarn hebben gesto len. Toen hij aldus zijn uitrusting had ge completeerd, zette hij zijn werkzaamheden in Huizon voort. Hij bracht een bezoek aan de woning van de familie van Eeghen aan den Naardcrstraatweg.. Ook hier was het geluk niet met hem. Hij was door de hoofddeur binnengekomen, in do hall werd hij op heeterdaad betrapt en weer moest hij het hazenpad kiezen. Vervolgens zou hij, hetzij alleen, hetzij met hulp van anderen, op 7 Maart 1931 te Blaricum hebben ingebroken in de woning van de familie Baas aan de Schapendrift. Door verbrijzelen van een ruit waren de ongewenschte bezoekers binnen gekomen en hadden zich meester gemaakt van een por tefeuille, een tasch, een bock en eenige an dere kleinigheden. Doch ook buiten het Gooi zou zich het werkterrein van verd. hebben uitgestrekt. Hij zou in den nacht van 1 op 2 Augustus 1930 te Bilthoven in een villa aan de Schu- bcrtlaan hebben ingebroken. Ook in dit ge val heeft hij waarschijnlijk met anderen samengewerkt. Door verbreking van een ruit waren ze binnen gekomen, doch hetzij dat ze gestoord werden, hetzij dat ze niets van hun gading vonden ze ver trokken weer zonder dat er den volgenden dag iets werd vermist. Tenslotte was aan verdachte nog ten laste gelegd, dat hij in den nacht van 20 op 21 October 1930 te Den Doldcr in een gebouw van de stichting Willem Arntz Hoeve had ingebroken. Hier werd hij ech ter betrapt door mej. H. Hij trok een re volver en riep: „als je alarm maakt, dan schiet ik je dood". Ook hier was hij door een raam binnen gekomen. In dit geval is bedreiging met doodslag ten laste gelegd. Een groot aantal getuigen is gedagvaard benevens eenige getuigen h décharge. Do vérdachte wordt verdedigd door mr. Th. Muller Massis. Deskundige commissaris van politie A. van IJsendijk had een onderzoek naar ge vonden vingerafdrukken ingesteld. Op een groot aantal punten toonden zij overeen stemming met de afdrukken van ver dachte. Getuige C. II. van Eeghen, dio verd. op 14 Fcbr. j.l. in de hall van zijn woning had aangetroffen herkent verd. pertinent, doch deze beweerde dien avond bij zijn moeder te Laren te zijn geweest. Een groot aantal getuigen, meerendeels bewoners van de perceelen waar is inge broken, leggen meerendeels formeele ver klaringen af over de gestolen voorwerpen en de wijze, waarop do inbreker of inbre kers was (waren) binnen gekomen. Een getuige k décharge, een caféhouder uit Blaricum, verklaart, dat verdachte op 14 Februari 1934 den heelen avond bij hem in het café was geweest. Den verdachte was ten laste gelegd dat hij op dien avond uit een fietstasch staan de op een erf aan den Naarder Straatweg, op geruimen afstand van het café, een zaklantaarn had weggenomen. Om nog eenige getuigen te hooren wordt dan de verdere behandeling aangehouden tot 3 October aanstaande. BEROOFD VAN 2600.—. Amsterdam, 5 Sept. In den afgeloo- pen nacht is in het politiebureau aan de Stadhouderskade een 30-jarige vrouw in be waring gesteld. Zij wordt er van verdacht, een man, die zij in haar woning aan de Prinsengracht had ontvangen, te hebben beroofd van een bedrag van 2600.De vrouw, die bij de politie geen onbekende is, heeft vermoedelijk een of meer medeplich tigen gehad. Het onderzoek wordt vooral ook in deze richting voortgezet J. TER BORG. f In den ouderdom van 80 jaar is te Apel doorn overleden de heer J. ter Borg, rustend hoofd van de Chr. school te Wolvega, rid der in do Orde van Oranje-Nassau. De heer Ter Borg, die eerst hoofd is ge weest te Langerad en to Nijeveen, trad in 1891 bij de opening van do Geref. school te Wolvega op als hoofd en is dat geweest tot aan zijn pensionneering. Vele schooluitga ven zagen van zijn hand het licht. Een groot aantal jaren ia hij secretaris geweest van het Geref. Tractaatgenootschap „Filippus". Mij werd in die kwaliteit benoemd tot rid der van Oranje-Nassau. Ir. A. A. Mussert zal spreker over het nut van speciale autowegen De Nederlandsche Vereeniging voor Auto snelwegen (NEVAS) zal haar jaarvergade ring houden op Dinsdag 18 September a.s te half drie in een der zalen van den Die rentuin te 's-Gravenhage. In het huishoudelijk gedeelte dezer ver gadering zal o.a. een voorstel van het te genwoordige bestuur worden behandeld om den naam der vereeniging te verande ren in: Nederlandsche Vereeniging voor Speciale Autowegen (NEVAS). Hoewel de vereeniging sinds enkele ja ren in haar publicaties gewaagt van spe ciale autowegen, wordt van andere zijden het minder juiste woord „autosnelweg" nog gebezigd, dat bij de oprichting der vereeniging (in 1927) in den naam werd opgenomen. Naamsverandering in den thans voorge stelden zin zal er wellicht toe bijdragen, dat het woord „autosnelweg" in het taal gebruik wordt vervangen door den term „speciale autoweg", die volkomen weer geeft wat NEVAS met haar actie bedoelt. Te drie uur zal het openbare gedeelte der vergadering aanvangen. Op verzoek van het bestuur van NEVAS zal dan ir. A. A. Mussert c.i., oud-hoofdin- gonieur van den Provincialen Waterstaat in Utrecht, een voordracht houden (met lichtbeelden) over het nut en de urgentie van speciale autowegen. Zooals men weet is de heer ir. Mussert schrijver van de brochure: „Vrij baan voor de toekomst", waarin hij de wenschelijk heid van spoedigen aanleg van speciale autowegen heeft bepleit. Sinds de verschijning dezer brochure (1931) zijn tal van nieuwe argumenten voor den aanleg van speciale autowegen ontstaan, terwijl ook de commissio van overleg voor de wegen inmiddels in het einde van 1933 een rapport aan den minis ter van Waterstaat heeft uitgebracht, waarin de aanleg van dergelijke wegen wordt aanbevolen. Wat echter tot nu toe in werkelijkheid in Nederland te dezen aanzien geschiedt, beantwoordt in zeer onvoldoende mate aan de wcnschen van NEVAS, meent het be stuur, dat daarom deze vergadering heeft voorbereid, teneinde de belangstelling van alle weggebruikers ook van voetgangers en wielrijders, die van het gemengd ver keer op den grooten weg de droeve gevol gen ondervinden, voor de urgentie van den aanleg van zuiver speciale autowegen op te wekken. Amsterdam, 5 Sept. In het voortge zette, zevende internationale congres van de Internationale Vereeniging van Klein- handelen in Levensmiddelen, hetwelk wordt gehouden in de aula van het Kolo niaal Instituut, is de volgende resolutie aangenomen. Het zevendo Internationale Congres van vertegenwoordigers der bij de Internatio nale Vereeniging van Kleinhandelaren in Levensmiddelen aangesloten organisaties uit elf staten met meer dan 500.000 leden constateert eenstemmig en met leedwezen, dat het tot dusver nog niet gelukt is de economische teruggang, waartoe wereld oorlog cn naoorlogstijd hebben geleid, te doen beëindigen. Het verwacht, getrouw aan het eigen 6treven naar vrede en harmonie tusschen de volkeren, van de regecringen van alle landen, het uitbakenen van een weg naar een door dezelfde gedachte gedragen sa menwerking, die ertoe moet leiden het we- derzijdsch vertrouwen tusschen de volke ren te herstellen. Daardoor moet de nood zakelijke grondslag worden gelegd om het economisch leven in ieder land weer tot bloei te kunnen brengen. Het 7do Internationale Congres van den Levensmiddelenhandel constateert een stemmig, dat het particulier winkelbedrijf voor de welvaart der staten, landen en ge meenten onontbeerlijk is. Zij heeft daarom recht op wettelijke bescherming tegen be nadeeling cn te zwaren druk en voor be houd en bloei. Het eischt daarom een billijke verdec- ling van de lasten, dio de staat oplegt. De in eenige landen reeds begonnen wet geving ter bescherming van den midden stand is van het juiste standpunt uitge gaan, dat de arbeid van een krachtigen middenstand leidt tot het handhaven van verantwoordelijkheid en plichtsgevoel te genover staat en beroep en de beste garan- tio biedt voor de meest juiste behartiging van de belangen der consumenten. In de zakelijke concurrentie zal, alleen vakkennis, eerbaarheid en zuiverheid van gemoed den doorslag geven. Daarom zal.' voortdurend worden aangedrongen pp de krachtigste wettelijke maatregelen legen oneerlijke concurrentie en niet oirbare handelsmethoden. De aangesloten organisaties van hande-, laren in levensmiddelen worden verplicht ter wille van een alles omvattende vakop leiding krachtig te arbeid aan de opvoe ding cn het bekwamen van het nageslacht; dit als een der voornaamste taken te be schouwen cn bij de jeugd het zelfbewust zijn aan te kweeken Ten slotte wijst het Congres alle vakge nooten op de noodzakelijkheid om zich ter wille van de grootste krachtontplooiing te bedienen van het zelfgestichto instituut: den gemecnschappelijkcn inkoop. Verder dienen alle mogelijkheden tot gemecn schappelijkcn verkoop te worden benut en iederen vakgenoot bewust te doen zijn van zijn plicht in het belang van het econo misch leven en van zijn volk cn vaderland de grootst mogelijke prestatie te leveren. Amsterdam, 5 Sept Aan de r'esolu tie van het congres van de Internationale Vereeniging van Kleinhandelaren in Le vensmiddelen, is op verzoek van dr. Bruni uit Italië een clausule toegevoegd, waarin gezegd wordt, dat den regeeringen van verschillende landen verzocht wordt mede te willen werken om zooveel mogelijk mannelijke arbeidskrachten weer aan het werk te krijgen. Besloten werd het volgende congres in 1935 te Brussel te houden. lieden geëtaleerdWILTON KAPETTEN, AXNIINSTER KARPETTEN HA AR VELOURS KARPETTEN. Toonzaal 200 M1 IS Modelkamers BEEKENST. LAAN 10 OPGERICHT 1909 Artist, tol schoonmaakster „O, Juist Jullrouw Boen ders, kunt uw gang gaan, als u er maar aan denkt, alles weer precies op de plaats te leggen, waar u het gevonden hebt." (Humorist).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 6