AMERSFGORTSCH DAGBLAD KORTE ZITTING DER KAMERS DE SNELTAX FEUILLETON HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOcfc. Woensdag 19 September 1934 33e Jaargang No. 69 IN MEMORIAM J. H. SCHAPER BRUGGENBOUW WORDT VOORTGEZET MR. D. HUDIG t DE WERKLOOSHEIDSZORG BETER VERDEELD DERDE BLAD Tel. 1354 Tel. 743 DE WINKELSLUITING OP ZONDAG KAMERLID VRIJGESPROKEN DE FREGATVOGEL PARLEMENTAIR OVERZICHT Herdenking in de Tweede Kamer Den Haag, IS September. Getrouw aan de gewoonte zijn de beide Kamers nadat H.M. de Koningin do zitting van het par lement met de Troonrede had geopend, kort daarop in vergadering samenge- komon. EERSTE KAMER. Do voorzitter der Eerste Kamer, mr. W. L. de Vos van Steenwijk. begon na ope ning der vergadering met het K B., waar bij hij als zoodanig werd herbenoemd, door den griffier te doen voorlezen. Daar na verhief hij zich van zijn zetel, welk voorbeeld door allo leden werd nagevolgd, en hield oen openingsrede. Na Hare Majesteit de Koningin dank ge zegd te hebben voor zijn herbenoeming, richtte hij ook een woord van dank aan zijn medeleden voor de in hot verleden on dervonden medewerking, waarna hij ver volgde: „Zwaar te dragen zijn de slagen, welke dit jaar over Vorstenhuis en Nederland kwamen tengevolge van het heengaan van Hare Majesteit do Koningin Moeder en Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg. Diep eerbiedig buigen wij daarbij het hoofd in volle verzekerdheid van de liefde van den Alwijzen God. „Mocb ik in September 1933 bij de aan vaarding van mijn ambt den ernst van den toestand, waarin wij verkeerden, in herinnering brengen, sindsdien blijven op economisch en financieel gebied uiterst ingewikkelde, moeilijke kwesties de aan dacht vragen van do regcering en de volksvertegenwoordiging. „Voor een goede oplossing van de daar bij betrokken, zoo zorgwekkende problemen is toegewijde samenwerking van beiden eerste vereischte. „Zucht, wat het stoffelijke betreft, schier het gansche schepsel, vergeten wij toch geen oogenblik, dat op een uiterst aange legen stuk ons volk grootclijks is gebe nedijd. „Zulks in diepen ootmoed dankbaar te gedenken is plicht. Immers leven wij de Heere zij geprezon en gedankt rustig en veilig onder eene in het grijs verleden wortelendo autoriteit, bet boog gezag van BARON DE VOS VAN STEENWIJK. Oranje, waaraan ons land zoo veel is ver schuldigd, en is onder zijn régimement vrijheid van godsdienst en van meenings uiting, vruchten van een heldenstrijd, goe deren, welke niet hoog genoeg kunnen worden aangeslagen, en waarvan de gees telijke nazaten van den eersten Willem, den grooten Zwijger, nimmer afstand zul len doen, verzekerd. „Bij zoo groote verbeurde zegening past ons zeer bijzonderlijk berusting te midden van de spanningen op stoffelijk gebied, welke onwedersprekelijk in ruima mate ook ons deel zijn. „Blijve de Eerste Kamer der Stilten-Ge neraal, nu velerlei legcnhedcn ons tref fen, hare hoogo roeping getrouw. „Ook nu, of liever juist nu, to midden van de huidige ernstige belevenissen biijke do wijsheid van ons college. „Mede in de beidende maanden Na deze rede stelde de voorzitter voor de Troonrede te beantwoorden met een Adres van Antwoord. Daar kwam. gelijk reeds vroeger is geschied, do leider der sociaaldemocratische fractie, de heer Wi baut tegen op Hij noemde het een zinle dige formaliteit en meende, dat daarmede te veel tijd, er zijn drie vergaderingen mede gemoeid wordt in beslag geno men. De voorzitter liet de opmerking onbeant woord en volstond met zijn voorstel in stemming te brengen. Het werd aangeno men met 35 tegen 12 stemmen, waarbij behalve de sociaal-democraten ook prof. Kranenburg (V.D.) zijn stem tegen deed hooren. De Kamer ging hierop in do afdeelingcn ten einde de sectie-voorzitters en de sectie- ondervoorzitters te benoemen. Tevens werd daarin de commissie van redactie van liet Adres van Antwoord samengesteld Zij be staat uit de heeren Steger (R.K.), Fock (Lib.), Gelderman (Lib.), Smeengo (Lib en De Vos van Steenwijk (C.II Morgenmiddag komt de Eerste Kamer weer bijeen om kennis te nemen van het door deze heeren ontworpen antwoord en't in de afdeelingcn te behandelen, terwijl het dan overmorgen in openbare beraad slagingen zal komen. TWEEDE KAMER. De eerste vergadering van do Tweede Kamer, geleid door den voorzitter van het vorig zittingjaar, den heer Buys de Bee- renbrouck, werd door dezen geopend niet een korte herdenkingsrede van den dezer dagen overleden sociaal-democratischen afgevaardigde, den heer Schaper, waarbij de spreker in het bijzonder nadruk legde op de eerlijke overtuiging en den nuchte re n zin van den overledene, een vurig strijder voor zijn beginselen en een nobel mensch. Hierna werd overgegaan tot de opma king van een voordracht voor een voor zitter. Bij eerste stemming werd als eerste daarop gebracht de aftredende voorzitter, de heer Ruys de Beerenbrouck, met 7& van de 84 stemmen Als tweede werd kozen de heer Van Dijk (AR), die tot nog toe steeds de derde plaats had ingeno men, terwijl wijlen de heer Schaper twee de was, en als derde candidaat werd de heer Vliegen (S D.A.P.) aangewezen met 55 stemmen. De Kamer komt Vrijdag weder bijeen. Do heer Ruys, die natuurlijk tot president zal worden benoemd, zal dan het ambt aanvaarden. De communistische Kamerleden waren afwezig. Ontleend is aan de memorie van toelich ting op de begrooting van het Wegenfonds 1935: Wegen in Utrecht. De aangevraagde bc dragen zijn bestemd om den grondaankoop en de uitvoering te kunnen aanvangen of voortzetten in het bijzonder van de nieuwe wegen no. 22 Utrecht—Laren en no. 26 voor zooveel betreft het gedeelte Utrecht-Vrees wijk. alsmede voor de verbeteringen, aan te brengen aan den beslaanden weg no. 25 U treeht—De Bi 11—D riebergen—Arnhem. Wegen in Noord-IIolland. liet zeer sterk toegenomen verkeer maakt een verdere ver breeding van de rijbaan van den weg Am sterdamHoevelaken noodzakelijk. Met den aanleg van den weg Amsterdam—'s Graven hage, gedeelte Amsterdam—Sassenlieim, wordt thans krachtig voortgegaan. Met den bouw van de bruggen over den Nederrijn te Arnhem, de Waal te Nijmegen en de Lek te Vianen en met. den bouw van dc brug over het Hollandseh diep te Moer dijk, waarvan in 1934 do uitvoering krach tig is ter hand genomen, zal worden voort gegaan. Verwacht wordt, dat dc brug te Arnhem in de eerste maanden van 1935 in gebruik kan worden genomen, do bruggen te Nijmegen en Vianen in dc eerste helft van 1Ü3G. liet ligt in het voornemen, nog in 1934 een aanvang te maken met den bouw van een brug over de Maas bij Hedcl, die dan in den loop van 1936 voor het verkeer kan worden opengesteld. Met den bouw van een brug over de Maas to Dordrecht wordt eveneens in 1934 een begin gemaakt. Ook ligt het in het voornemen om in 1935 aan te vangen met den bouw van de bruggen over de Noord en beoosten Rotterdam. Geraamd wordt, dat in 1935 voor den bouw van dc bruggen rond zes millioen noodig zal zijn. Op deze bcgrooting is slechts 2'/2 millioen uitgetrokken in dc ver wachting, dat in bedoeld jaar een andere wijze van financiering voor bruggenbouw zal tot stand zijn gekomen. Indien aan dit voornemen geen gevolg kan worden gege ven, zal het bruggenbouwprogramma be langrijk moeten worden ingekrompen. Amsterdam, IS $?pt. In den ouder dom van 02 jaar te Amsterdam ovcrle den mr. D. Hudig, secretaris-directeur van het Nederlandsch Instituut voor Volks huisvesting en Sledebouw De heer Hudig is werkzaam geweest bij het Centraal Bureau voor sociale advie zen, waarvan 10 jaar als directeur. In 1918 werd het Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvesting opgericht van welk lichaam hij voorzitter werd Eenige jaren later werd hij secretaris directeur van dit instituut. De heer Iludig was lid van den Zuiderzeeraad, Schoon heidscommissies, Nationalen Woningraad, Gezondheidsraad ca. MOORDAANSLAG OP EZU KASTELEIN. Amsterdam, 18 ScpL Het gerechts hof alhier veroordeelde heden den 36-jarigen los-arheider J. M. die in den nacht van 29 op 30 Sept. 1933 een schot heeft gelost op kastelein Arts i n de Boomstraat wegens zware mishandeling tot 4 jaar gevangenis straf. De gemeenten moeien het gedeelte dat niet uit eigen middelen, noch door rijKSSubsidie kan worden gedekttezamen gaan dragen Ingediend is een wetsontwerp strekkende tot voorzieningen terzake van gemeentelijke kosten van werklooshcidszorg. In de memorie van toelichting wijzen de ministers van Financiën, Binncnlandschc Zaken en Sociale Zaken erop, dat het vraag stuk van dc dekking der geldelijke lasten, voortvloeiende uit de voorzieningen ter be strijding van do gevolgen der werkloosheid, bij voortduring dc aandacht der Rcgecring blijft vragen. Het probleem der financiccle verhouding tusschcn het Rijk en dc gemeenten is in het wezen der zaak geen ander dan dat van het zoeken naar een billijken maatstaf voor dc verhouding der lasten, die op ingezete nen der onderscheidene gemeenten druk ken. Aanvankelijk was de algemeene regeling der financiccle verhouding, waarbij de uit gaven voor de werkloosheid een onderdeel vormden van de formule volgens wolke de uitkccring aan de gemeente uit het gemeen tefonds te doen, wordt geregeld, voldoende Daarnaast kon dan voor bijzondere geval len aan dc gemeenten ten lasto van het Rijksbudget een bijdrage in hare werkloos heidslasten worden gegeven. Do bijdrage op grond van dc in den loop van 1933 ingestelde subsidieregeling aan de gemeenten zij zal vermoedelijk in totaal ongeveer 75 millioen vorderen was aan zienlijk hooger dan in overeenstemming was met den toestand van 's Rijk financiën. Niettemin heeft dc Rcgecring gemeend voor het jaar 1933 die hooge bijdrago te moeten geven, omdat een lagero bijdrage voor tal van gemeenten tot zeer ernstige moeilijkheden zou hebben moeten leiden. Aanstonds is er echter door do Regcering op gewezen, dat op de Rijksbegrooting voor 1934 voor werkverschaffing en steunvcrlce- ning geen hooger bedrag zou kunnen wor den beschikbaar gesteld dan 46 millioen. Niettegenstaande do genomen maatrege len is een uitgestooten bedrag van circa 25 millioen overgebleven. Waar het uit gesloten is, dat het Rijk een grooter bedrag voor de subsidieering beschikbaar stelt, en de meest geteisterde gemeenten zelf het noo- dige geld niet meer kunnen vinden, blijft naar het oordeel van de ministers nog slechts als laatsto redmiddel over, dat de gemeenten dat deel der werkloosheidslas ten, dat niet uit eigen middelen, noch door Rijkssubsidie kan worden gedekt, tezamen gaan dragen. Het wetsontwerp nu beoogt clc instelling van een fonds het werkloosheidssubsidie- fonds waarvan de inkomsten zullen wor den aangewend ter tegemoetkoming aan de gemeenten in hare uitgaven, voortspruiten de terzake van de werkloosheid. Dc inkomsten van het fonds zullen o.m. zijn: le. een uitkccring uit 's Rijks schatkist tot een nader bij de vaststelling van dc Rijksbegrooting te bepalen bedrag; 2c. veertig ten honderd van dc hoofdsom der grondbelasting; 3e. tachtig ten honderd van de hoofdsom der pcrsoneele belasting naar de grondsla gen huurwaarde, meubilair en dienstboden; 4c. vijfentwintig opcenten op dc hoofd som der gemeentcfondsbclasting; 5e. tien opcenten op dc hoofdsom vermogensbelasting. der De Goedkoopsto en Rulmsto taxi te deze»r stede. Naar Uw vacantieoord, maakt dan gebruik van onze speciale Rcisanto's met kofferrekken. Zeer lage tarieven. Naar buitenland vraagt prijs. Luxe 4 en 7 pers. auto's te huur. Betrouwbaar personeel hekend In binnen- en buitenland G. LENSINK. De ondernemer Do verdccling van do middelen van het fonds zal op zoodanige wijze geschieden, dat zoo mogelijk geen enkele gemeente con tekort zal behouden uit hoofde der werkloo- zenzorg. Dc werking van het ontwerp is beperkt tot de jaren 1935 en 1936. liet oordeel der Rottevdamsche winkeliers Rotterdam, 17 September. Do korten tijd geleden aangenomen wijziging van do YVinkclsluilingswet heeft de mogelijkheid in het leven geroepen, cenigo verruiming aan te brengen in do openingstijden van verschillende winkels op Zondag, zoomedo do openstelling van twee categorieën win kels, die tot dusver op Zondag gesloten moesten blijven, n.l. van sigarenwinkels en slijterijen. Dit kan echter eerst geschieden als do gemeenteraad vóór 15 October do wenschelijkhcid daarvan heeft uitgespro ken. Overeenkomstig dc circulaire van den mi nister heeft het collego zich door do belang hebbenden doen inlichten. Daarbij is geble ken, dat een zeer groote meerderheid van de winkeliers voor verruiming van do ope ningstijden op Zondag zich heeft uitgespro ken. Ook do winkclicrsorganisaties en do Kamer van Koophandel hebben in dien zin geadviseerd. Bij de pcrsoneelsvereenigingen bestond bij meer dan de helft geen beden king tegen ruimere openstelling. Do sigaren winkeliers waren in groote meorderhoid voor openstelling op Zondag, doch dc drie vereenigingen van sigarenwinkeliers waren er tegen, evenals dc personeelsorganisaties in deze branche. B. en W. hebben zich na het binnenko men van al deze inlichtingen do vraag ge steld of do togenwoordigo buitengewone om standigheden aanleiding geven om in Rot terdam tot verruiming over to gaan, welke vraag zij in meerderheid ontkennend heb ben beantwoord, zoodat het college den raad in overweging geeft geen gebruik to maken van de door de Winkelsluitingswet geboden gelegenheid tot ruimere openstelling van winkels op Zondag. De Rijnstrandbad-af faire te Arnhem Arnhem, 18 Sept. Bij vervroeging heeft dc Arnhemsche rechtbank heden uitspraak gedaan in dc strafzaak tegen het 2do ka merlid J.J.W. Y. De rechtbank heeft den ver dachte vrijgesproken van het hem ten lasto gelegde. De officier van Justitie had zes maanden gevangenisstraf gcëischt. Wat bcteekent een kleine opoffering ver geleken bij de vreugde, die je daardoor aan anderen verschaft? door GEORGE OWEN BAXTER naar den Amerikaanschen roman bewerkt door J. M. P. 40 Plotseling voegde hij er aan toe: „Omdat, je beter bent dan je denkt, Geraldi!" „U kent mij niet", antwoordde Goraldi „U bebt nooit de kans gehad om te hooren, wat ik gedaan heb". „Genoeg", zeide Asprey, maar je was op soek naar opwinding, niet misdaad". Geraldi glimlachte. „Nooit meer opwin ding dan hier", eaf hij toe- »^n wa^ doen wij nu?" „Wat ik reeds zeide. Vlucht, m'n jongen. Je kunt mij hier niet helpen". „En u?" „Ik ga terug naar de bergen, misschien weer voor .ijf jaar". „Dat zal nu niet meer kunnen, ze zitten u achterna!" „Ik zal wel uit bun handen blijven. En Jij. ga en wees voorzichtig. Ik zal deze zaak wel alleen klaar spelen. Rijd naar do heuvels en blijf daar, kom niet in de vlakte met de groote wegen, dan hebben ze je bin nen drie dagen te pakken". De jongeling knikte cn floot Zuleikha, daarop sprong hij met een wuiven van zijn hand in het zadel en wendde de merrie naar de heuvels boven hen. HOOFDSTUK XXXII. In de boekerij van de woning der Asprey's stond de oude dominee Cornish bij du tafel en stoundo de ccne hand op het blad; toen hij zeker was van do plaats, waar hij stond, zette hij een van de twee brillen af en keek de huwelijksceremonie door. Vanaf dit oogenblik kon de half blinde man vijf voet van zich af niets meer zien dan een donkere figuur de vrouw, en een donkere figuur de man. Hij had hen beiden dc hand gedrukt en tot mevrouw Asprey gezegd„Ik heb u en uw man in den laatsten tijd niet meer gezien, mevrouw Asprey". Zij was bijna flauw gevallen, maar de dominee had zich met zijn verstrooiden glimlach omgewend. Hij miste Robert Asprey, maar zag geen verband tusschen diens afwezigheid on het huwelijk, dat mevrouw Asprey op dier dag zou sluiten. Hij was werkelijk erg ov en daarbij wat opgewonden, want F.dgar ad hem onderweg naar huis iets gezegd ir het bouwen van een nieuwen vleugel de kerk, waarin een bibliotheek kon won gehuisvest. Dominee Cornisli sloot de oogen en hc' haalde een korte toespraak, die hij vijftij- jaar geleden had samengesteld en die luj steeds bij trouwplechtigheden uitsprak Mevrouw Asprey was heel kalm en gedu rende een van de pauzen in de rede van den dominee fluisterde zij: „Edgar, jo beeft zoo". „Dat komt, lieve ülivetta, omdat jij de hecle wereld voor mij beteekent; ik kan niet gelooven, dat dit gelukkigo oogenblik is aangebroken". Haar vermoeid gelaat werd bijna schoon, toen zij zwijgend naar hem op zag. Toen begon de stem van den dominee weer, even onzeker als zijn gang. Ilij sprak in golven, een hooge golf en een lage golf; het eerste gedeelte van een zin was bijna onhoorbaar, maar het einde werd luid uit gesproken. Er ruischto iets aan het eindo van do kamer. Edgar Asprey zeide iets tusschen de tanden, dat mevrouw Asprey voorkwam veel te gelijken op: „vervloekt". „Ik weet een reden, waarom dit huwe lijk niet kan doorgaan." zeide Louise. De stem klonk dun en ijl als ver gerin kel in dominee Cornish' ooren; hij wend- do zich met moeite om. „Zoo. zoo. zoo", zeide de goede man, „is dat zoo. is dat zoo! En wat weet jc dan, m'n kleine meid?" Zij trad nader cn do dominee kwam met schrik tot dc ontdekking, dat eenige dozij nen jaren de werkelijke Louise scheidden van zijn herinnering aan haar; zij was een vrouw, geen kind „Louise", zeido Edgar Asprey. trillende van woede, „als jo..." Hij hield op, hij stikte bijna. „O, wat doet zo nu? Wat gaat zo nu doen?" kermde mevrouw Asprey. „Er is een reden, waarom dit huwelijk niet kan plaats vinden", zeido Louise cor „Een reden? Wat voor reden?" vroeg d minee Cornish haar, van dichtbij aan ziende. „Mijn vader leeft nog", zeido zij. Mevrouw Asprey gaf een gil. niet luid. maar hij scheen haar uit het hart te wel len. „Ik wist wel. dat er iets niet in orde was", riep zij uit. „Het is een leugen, het is een leugen!" zeide Edgar Asprey, „Louise, de hemel ver geve jo om zooiets te zeggen". „Dat is erg verwarrend", zeide dominee Cornish. „Robert „Is al vijf jaar dood", viel Edgar hem in de rede. „Mij leeft op dit oogenblik en u weel dat heel goed", antwoordde Louise. „Ik heb een brief van hem in rniin hand!" Iedereen in de kamer ging een stap ach teruit. zelfs neef Edgar kromp ineen en greep de leuning van een stoel vast. „Ik geloof het niet", bracht hij met moeite uit. „Het is waar! Het is waar!" riep me vrouw Asprey uit. „O Edgar. hoe vreese- lijk. hoe vreesclijk. vreeselijk! Waarom wilde jo dan met mij trouwen? Wat moet ik doen wat zullen do menschcn zeggen, wat zal Robert.. Geheel overstuur zou zij gevallen zijn, als neef Edgar haar niet had opgevangen en in een stoel gezet. Ilij legde zijn hand op haar voorhoofd. „Wees nu kalm en rustig", zeide hij. „Ik zal je laten zien, dat dit een kwaadaardige intrige i6. Louise, ik wil dien brief zien!" Ilij scheen mevrouw Asprey te hebben gehypnotiseerd; zij zat rechtop, bleek en stil. wezenloos voor zich uit te staren. „Ik zal u dien brief nooit in handen geven", zeide Louise. „Geef hem dan aan dominee Cornish". „Goed. Kunt u het zien, dominee? Wilt u hem hardop voorlezen?" De dominee nam den brief en las dien luid voor; daarop wendde hij zich om en keek Edgar Asprey aan. maar deze was weer geheel zichzelf. Zonder bitterheid, maar op droevigen toon. zeido hij tot Louise: „Slechtheid veroorzaakt leed en vandaag ben jo heel erg slecht en kwaad willig geweest; wij zullen later de gele genheid wel hebben om do motieven van deze handeling na to gaan. Nu zullen wij dit brutale meisie eens een lesje geven". Ilij wendde zich tot mevrouw Asprey. „In die schrijftafel zijn eenige brieven van Ro bert, geloof ik". „Ja", zeide zij zachtjes. „Nu zult u het zien", zeide neef Edgar tot dem dominee. Ilij ging naar het schrijf bureau en opende een lade, waaruit hij een bundel brieven nam. „Mag ik er een openen?" „Ja, Edgar", zeide mevrouw Asprey op dcnzelfden levenloozen, hopeloozen toon. Ilij nam er een uit dc envelop cn legde hem op tafel. „Nu dominee Cornish, wilt u de beide handschriften eens naast elkander leggen?** Louise zag opeens, waarom het ging en rilde van vrees. Vijf jaren geleden had haar vader een omvangrijke correspondentie ge voerd en veel geschreven; nu had hij in dt wildernis geleefd en zijn handen waren stijf geworden van het werken. Misschien had hij in al dien tijd geen duizend woor den geschreven. Geen wonder, dat do hand •veranderd was, zoodat alleen een groot ex pert de gelijkenis zou kunnen aantooncn. {Wordt vervolgd),

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 7