RIJKSBEGROOTING VOOR ONS VOLK TOEGELICHT
MINISTER OUD VOOR DE RADIO
HOE 'T TEKORT GROEIDE TOT 92MILLIOEN
VEEL ZAL MOETEN WORDEN AFGESCHAFT
WAT ONS DIERBAAR IS
DE CRISISHEFFING OP
RUNDVLEESCH
EINDE VAN DEN ZOMERTIJD
Mr. P. J. OUD,
Minister van Financiën.
De Minister van Financiën, mr.
P. J. Oud, heeft gisteravond een
radiorede uitgesproken.
Evenals het vorige jaar achtte
de Minister het gewenscht een
woord tot toelichting der bes
grooting te spreken.
De cijfers der Millioennota,
merkte hij op, zijn dor, doch zij
zijn de uitdrukking van zaken,
die het volksleven diep kunnen
beroeren.
De tegenwoordige economische
en financieele omstandigheden
vorderen diep ingrijpende maats
regelen. Het is misschien iets
minder moeilijk de lasten er van
te dragen, indien dc noodzakes
lijkheid maar gevoeld wordt.
Daartoe persoonlijk ccnige voors
lichting te geven, was het doel
van 's Ministers rede.
Als uitgangspunt koos hij den bcgroo-
tingstoestand van verleden jaar.
Het belangrijkste cijfer der nota was
toen 190 miliioen, zijnde in ronde cijfers
het beraamde tekort. Dekking zou worden
beproefd door tweeerlei middelen: verhoo
ging van belastingen (106 miliioen) en be
perking van uitgaven (Si miliioen).
Wat van de ontworpen bezui
nigingen terecht kwam.
De Minister besprak de vraag wat hier
van terecht gekomen is.
De verhooging der belastingen, tot dus
ver verwezenlijkt, bedraagt 92 miliioen.
Dit bedrag is verkregen uit de Omzetbelas
ting, de Couponbelasting en dc verliooging
van den tabaksaccijns. In het dekkingsplan
1931 kwamen bovendien voor de Crisisin
komstenbelasting, welke nog aanhangig is
hij de Tweede Kamer, do doodehandsbclas-
ting, welke nog aanhangig is bij de Eerste
Kamer, en de nrcijns op gebrande koffie.
Van deze laatste wordt afgezien. Er
wordt dus minder aan nieuwe belastingen
geheven dan oorspronkelijk in het voor
nomen lag.
De in overweging zijnde maatregelen be
treffende de belasting op Naamlooze ven
nootschappen mogen, zoo zette de Minister
voorts uiteen, niet beschouwd worden als
middelen tot belastingverhooging. Zij rich
ten zich tegen het misbruik, dat van dc
naamlooze vennootschappen in een aantal
gevallen wordt gemaakt. In onderzoek is
de vraag of het ontwerp wijziging behoeft,
omdat zijn bepalingen een verdere strek
king hebben dan met dc bedoeling in over
eenstemming is.
In zijn opsomming ontbrak de verboo
ging der motorrijtuigenbelasting, omdat
deze een afzonderlijke bestemming heeft:
het Verkeersfonds.
Er is, naar dc Minister bere*
kende, aan belastingen minder
tot stand gekomen: 14 miliioen.
Ook de uitgavenbeperking, ging
hij voort, is niet volledig verwe*
zenlijkt.
Op salarissen en op uitkeering
Gemeentefonds werd iets minder
gekort, samen 7 miliioen.
Van het Verkeersfonds was
een gunstige uitkomst verwacht
van 32 miliioen. Hiervan werd tot
dusver alleen verwezenlijkt de
tijdelijke stopzetting der stor*
ting in het Spoorwegpensioen*
fonds van 9 miliioen. Dit maakt
een verschil van 23 miliioen.
De uitgavenbeperking leverde
dus 30 miliioen minder op en dc
ontvangsten 14 miliioen minder,
samen 44 miliioen
Onze uitgaven liggen 131 miliioen boi'en het roor--
oorlogsche peil, wanneer men den invloed der
crisisuitgaven en de uitgaven voor de
staatsschuld uitschakelt.
Er zou dus over 1934 een te*
kort overblijven van 44 miliioen,
ware het niet, dat de conversie
een voordeel oplevert van 14 mik
lioen. Er blijft dus een tekort
van 30 miliioen.
Dit tekortcijfer, zcide de bewindsman, is
het ramingcijfer. De werkelijke uitkomsten
zullen daarvan verschillen, vooral omdat
de middelcnopbrengst beneden de raming
zal blijven.
Omzetbelasting en invoerrech
ten beneden de raming.
De voornaamste oorzaak hiervan is de
omzetbelasting.
De hoofdredenen daarvan zijn het feit,
dat groote voorraden goederen op 31 De
cember 1933 aanwezig waren, die buiten de
belasting bleven en de nog onvoldoende
werking van het inningsapparaat. Daarbij
komt een mindere opbrengst van de in-
voerrechlen, mede door den grooten invoer
in het laatst van 1933, en een mindere op
brengst der accijnzen. Hier ontmoet men
den invloed van de dalende koopkracht.
Onjuist is het echter, daaruit af te leiden,
dat de lagere opbrengst der belastingen bet
verkeerde van salaris- en loonsverlagingen
zou aantoonen. I-Iet komt immers op de
totale koopkracht aan.
De opbrengst der directe belastingen zal
waarschijnlijk hooger zijn, een gevolg der
uiterst voorzichtige raming.
De vraag is opgeworpen, of de raming
voor 1935 niet te hoog is.
Zij is, aldus de minister, aan de hand
der thans beschikbare gegevens met groote
zorgvuldigheid geschied.
In deze onzekere tijden heeft men de toe
komst minder in de hand dan ooit. Daarom
is het scheppen van een reserve voor ver
dere verlaging van uitgaven volstrekt nood
zakelijk.
Indien alle omstandigheden gelijk wa
ren, zou dus 1935 een tekort moeten ver-
toonen van 30 miliioen.
Geen tekort van 30, maar van
92 miliioen.
liet vertoont er één van 92 miliioen. Van-
naar dit verschil? De minister gaf het ant
woord op deze vraag. Eenige tijdelijke
maatregelen loopen af. Zoolang niet door
den wetgever is beslist omtrent hun ver
lenging, moet de begrooting worden inge
richt, alsof ze niet werden verlengd. Het
zijn de tijdelijke korting op de uitkeerin-
gen uit het gemeentefonds, de heffing der
crisisopcenten voor dat fonds en de tijde
lijke vermindering der stortingen in het
Ouderdoms- en Invaliditeitsfonds, samen 30
miliioen.
Het niet overbrengen van een bedrag we
gens aflossing van leeningen naar den ka-
pitaalsdienst eisclit 27 miliioen. Een bij
drage aan Nederlandsch-Iridië vordert 12
miliioen. Dit maakt een totaal van 69 mil
iioen, waarvan als groot ere bate der con
versie 9 miliioen afgaat, zoodat het tekort
toeneemt met 60 miliioen.
Hoe moet nu dat bedrag worden gevon
den? Er wordt geen nieuwe belasting
voorgesteld. Alleen wordt gerekend op tot
standkoming van hetgeen thans bij de Ka
mers aanhangig is, terwijl de crisisopcen
ten op de gemeentefondsbclnsting en de
vermogensbelasting voor het gemeentefonds
worden omgezet in opcenten voor de ge
wone hegrooting. Dit beteekent geen ver
zwaring van druk en ook geen verschui
ving van eenige bet eekenis van het hoo-
gcre naar het lagere inkomen of omge
keerd. Deze opcenten en dc doode hand
samen worden geraamd op 22 miliioen. De
crisirinkomstenbelasling en de wijziging
der belasting op de vennootschappen zijn
uitgetrokken als reserve.
De vermindering der uitgaven.
Het leeuwenaandeel moet worden verkre
gen door vermindering van uitgaven. Zij
bestaat uit een vermindering van den pen
sioenlast met 3 miliioen en uit een bezui
niging op onderwijs van 10 miliioen. Dit is
het deel der verleden jaar aangekondigde
bezuiniging van 1534 miliioen, dat nog niet
is verwezenlijkt.
De nieuwe regeling der financieele ver
houding tusschen het Rijk en de gemeen
ten bespaart 20 miliioen. De uitkeeringen
aan de gemeenten, zette de minister uit
een, worden teruggebracht tot de opbrengst
der gewone middelen van het gemeente
fonds. De gemeenten zullen het verschil
niet ineens moeten missen, doch geduren
de tien jaren wordt telkens 1/10 gekort,
liet Rijk neemt daarvoor &n garantie op
zich, waarvoor het gedurende vermoedelijk
een dozijn jaren 10 miliioen per jaar in het
fonds zal storten
Tegelijk wordt voorloopig als tijdelijke
maatregel voor twee jaren voorgesteld
de werkloosheidslasten naar billijker maat
staf over de verschillende gemeenten te
verdoelen. In de gemeenten met relatief la-
gcren belastingdruk zal daardoor dc druk
der belasting stijgen. Verzwaring van den
druk in de gemeenten, waar hij reeds tot
den top is opgevoerd, hoopt de Regeering
daarvoor te voorkomen.
Invoering van het Verkeersfonds, gepaard
gaande met maatregelen tot vermindering
van het spoorwegtekort, levert een vermin
dering van uitgaven van 17 miliioen.
Overgang tot een ander stelsel van
financiering der invaliditeitsverzekering en
verlenging van den termijn der stortingen
in het Ouderdomfonds geeft een besparing
van 14 miliioen; bezuiniging op de land
macht bespaart 5 miliioen. Bij de totstand
koming van deze maatregelen zal het te
kort gedekt zijn.
De nota noemt het samenstel
dezer maatregelen een „noodver;
band". Voor blijvende saneering
onzer financiën immers zijn zij
onvoldoende. Er zijn teveel mid;
delen onder, die de lasten naar
de toekomst verschuiven en dus
zoo spoedig mogelijk ongedaan
moet worden gemaakt.
Het geheel der uitgaven is op
te hoog peil. Daardoor biedt de
begrooting geen ruimte voor te;
genvallers of nieuwe behoeften.
Nieuwe behoeften komen in de;
zen crisistijd telkens op. Een der
voorbeelden is thans weer de
scheepvaart, die geholpen zal
moeten worden, wil zij niet te
gronde gaan.
Tengevolge van de crisis drukken op
onze begrooting extra uitgaven voor de
noodlijdende gemeenten voor de wcrkloo-
zenkassen, voor de steunuitkeeringen en
de werkverschaffing, voor het Spoorweg
tekort, voor de rente van het 60-millioen-
plan, voor het tekort in het gemeentefonds.
Alles tezamen vormen deze uitgaven ten
minste een bedrag van 100 miliioen.
De rekensom dor regeering.
De Regeering is doende plannen uit te
werken voor een verdere verlaging der uit
gaven.
Daarbij gaat zij na de ontwikkeling van
het budget sedert het uitbreken van den
oorlog. In dit verband liet do Minister en
kele globale mededeelingen omtrent die
ontwikkelingen volgen, waarbij als voor
werp van vergelijking was genomen dc
laatste begrooting vóór den oorlog (191-4)
en de begrooting van het loopend jaar
(1934).
In 1914 was de totale begroo
ting (zonder de uilgaven voor
de Staatsschuld) 184 miliioen
Sedert vermeerderde de bevol
king met ongeveer hetgeen
een stijging der begroting wet
tigt van 61
245
Het indexcijfer steeg inmid
dels tot 140, wat neerkomt op
een stijging der uitgaven met 9S
343
De uitgaven voor de Staats
schuld die in het bijzonder in
de oorlogsjaren sterk zijn ge
stegen (in 1914 waren zij 38
miliioen) bedragen 168
De meerdere uitgaven door
de crisis bedragen ten minste 100
Het otaal zou dus te stellen
zijn op 611
In werkelijkheid beloopt de
begrooting 1934 742
Verschil 131 miliioen
Dit bedrag geeft ongeveer aan, hoeveel
onze uitgaven liggen boven het peil van
1914, wanneer men den invloed van de
crisisuitgayen en de uitgaven voor de
Staatsschuld uitschakelt.
Het demonstreert, hoe zij, die spreken
van een verlaging van ons budget met
eenige honderden millioenen, bijv. tot 400
mlilioen, de realiteit uit het oog verliezen.
Pii deze uiteenzetting. merkte de Minis-
.,1V ij bevinden ons in de positie
van den scheepskaptiein, die een
deel zijner lading moet uitwen
pen. Niemand zal hem verwijten
mogen dat hij de uitgeworpen
goederen niet op prijs stelt. Men
weetdat hij het alleen doet om
te voorkomendat geheel zijn
schipmet bemanning en lading,
een prooi der golven wordt
ter op, is geen rekening gehouden met de
uitgaven voor het Wegenfonds en het
Landbouwcrisisfonds.
De laatste zijn van deze twee
verreweg de belangrijkste. De
heffingen voor het landbouwcri;
sisfonds zijn niet gelijk te stel;
len met gewone belastingen. Zij
zijn te beschouwen als een toe;
passing der verdeelende recht;
vaardigheid Van de lasten, die
zij opleggen, is de Regecring ten
volle overtuigd. Waar verlaging
mogelijk is, zal deze geschieden.
Men moet hun invloed echter
ook niet overdrijven.
Het indexcijfer voor voeding
voor arbeidersgezinnen ligt on;
danks den landbouwsteun nog
belangrijk beneden dat van 1919.
Het was in December 1929 161,6
en is voor Juli 1934 123,1, terwijl
het totale indexcijfer in dien
zelfden tijd daalde van 167,4 tot
139,9.
Het achterwege laten van
den landbouwsteun zou hebben
geleid tot de ineenstorting van
het platteland met onbereken;
bare gevolgen voor alle groepen
der bevolking.
Het omlaag brengen der begrooting
zoo concludeerde de Minister is dus niet
7oo'n eenvoudig werk als sommigen wel
schijnen te mcenen.
Er nisten vaste lasten op dc begrooting,
die niet voor vermindering vatbaar zijn.
Alleen de uitgaven voor de Staatsschuld
vorderen bijna miliioen 150 miliioen. Dan
zijn er de uitga\en voor pensioenen en die
tengevolge van de crisis, welke laatste zich
nog steeds in stijgende lijn bewegen.
Afschaffing van veel v/at ons
dienstbaar is.
Een ingrijpende vermindering, die vol
strekt noodzakelijk is, zal dus moeten lei
den tot afschaffing van veel, dat ons dier
baar is.
Wanneer de Regeering straks
die afschaffing zal moeten voor*
stellen is dit niet, omdat zij aan
deze zaken geen waarde zou
hechten. Wij bevinden ons in de
positie van den scheepskapitein,
die een deel zijner lading moet
uitwerpen. Niemand zal hem ver*
wijten mogen, dat hij dc uitge*
worpen goederen niet op prijs
stelt. Men weet, dat hij het al*
leen doet, om te voorkomen, dat
geheel zijn schip, met bemanning
en lading, een prooi der golven
wordt.
Zoo moet ook de Regeering
handelen. Wanneer zij straks
goederen gaat uitwerpen, zal het
alleen zijn, omdat zij dit onver*
mijdelijk acht om het schip van
Staat door de branding van den
tijd in behouden haven te bren*
gen.
DREIGEND CONFLICT LANDBOUW
BEDRIJF BIESBOSCH.
Do samenwerkende landarbeidersbonden
(Chr., R.K. en Mod.) en de Werkgevcrsvcr-
eeniging Werkendam en de Werken heb
ben thans een tweetal besprekingen gehou
den over de loonen en verdere arbeidsvoor
waarden van de landarbeiders in den Bies-
bosch c.o. Deze besprekingen hebben niet
tot overeenstemming geleid. Dc landarbei
dersbonden overwegen thans om op korten
termijn een staking af te kondigen.
Slagers wenden zich te'
den minister
In verband met den heerschenden nood
toestand in het Slagersbcdrijf cn de stelsel
matige afname van het rundvleeschver-
bruik in ons land, heeft de Commissie van
Overleg, bcslaando uit den Ned. Slagers-
bond, den Ned. R.K. Hanzebond van Sla
gerspatroons en den Ned. Grossiersbond
voor den Vleeschhandel, zich met een adres
tot den Minister van Economische Zaken
gewend, waarin te kennen is gegeven:
dat dc toestand in het slagcrsbedrijf
steeds nijpender wordt, door een zich steeds
voortzettende daling van liet verbruik van
rund- en kalfsvleesch, welko daling zich
o.m. uitspreekt in de lagere opbrengst van
den accijns op het geslacht, n.l. in de maand
Augustus 1934 ruim 100.000 of ruim 1/6
deel minder dan ;n Augustus 1933, hoewel
de slachtveeprijzen hooger waren en daar
door een gedeelte van de lagere opbrengst
voortkomend uit minder slachting nog is
gecompenseerd;
dat deze verlaging deels moet worden
toegeschreven aan den invloed van de cri
sis in het bedrijf;
dat echter als de grootste oorzaak moet
worden beschouwd do invloed van den cri
sismaatregel, waarbij een heffing op het
rund- en kalfsvleesch werd gelegd van 200%
van den accijns op het geslacht. Sinds de
invoering van die heffing is het gebruik
van runu- en kalfsvleesch teruggeloopcn en
steeds in meerdere mate;
dat de teruggang in het rund- en kalfs-
vleesch-verbruik thans meer dan 25% ge
acht kan worden cn hierdoor de normale
opruiming van vee met 1800 runderen en
900 kalveren per week is teruggeloopcn;
dat de crisisheffing een onoverkomelijk
bezwaar blijkt om het verbruik van rund-
vleesch weder op te voeren, temeer nu de
slachtveeprijzen hooger zijn dan vorig jaar
en waarschijnlijk als gevolg van do droogte
cn hoogo voeder-prijzen stijgend zullen blij
ven.
Genoemde commissie heeft daarin rede
gevonden zich tot den Minister van Econo
mische zaken te wenden, met het dringend
verzoek deze crisisheffing op liet rund- en
kalfsvleesch te doen opheffen, althans te
doen verminderen, opdat het vleeschver-
bruik zich, mede in het belang der veehou
derij kan herstellen.
Den Minister is tenslotte dringend in
overweging gegeven niet over te gaan tot
verdere afslachting van rundvee, teneinde
to voorkomen dat het normale vleeschver-
bruik nog verder wordt verstoord en de
slachtvcemarkt in erger mate wordt ont
wricht, zoomede het slagersbedrijf gebracht
wordt naar een algeheelcn ondergang.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft aan de gemeentebesturen een circulai
re doen toekomen, volgens welke in ver
band met het eindigen van den zomertijd op
7 October a.s. te drie uur in den voormid
dag deze besturen gelieven toe te zien, dat
de tijdsaanwijzing op de openbare door het
gemeentebestuur beheerde klokken, van
evengenoemd tijdstip af, weder in overeen
stemming zij met de tijdregcling van den
middelbaren zonnetijd van Amsterdam, wel
ke tijdregeling alsdan aanwijst twee uur in
den voormiddag.
VLIEGONGELUK BIJ ELSPEET
Overste Best gewond.
E r m e 1 o, 27 Sept. Gisteravond te om
streeks half zes heeft in de buurt van
E)speet een ongeluk plaats gehad met een
militair vliegtuig, waarbij de commandant
van de luchtvaartaldeeling te Soesterberg
luitenant-kolonel O. W. Best, gewond werd.
Bij hot maken van een noodlanding in
de buurt van Elspect sloeg het toestel over
den kop. De piloot luitenant Koenen, liep
geen verwondingen op. Luitenant-kolonel
Best, die in een ziekenhuis te Ermelo is
opgenomen, heeft een rustigen nacht door
gebracht. Het toestel werd ernstig bescha
digd en moest worden gedemonteerd.
GEEN KOLEN MEER NAAR BELGIË
Contingent uitgeput
De „Vingtième Siècle" deelt mede, dat
dc minister van Economische Zaken heeft
besloten, geen invoervergunningen voor
Nederlandsche steenkolen meer af te ge
ven, daar het normale contingent van
25.000 ton is overschreden. De maatregel
geldt van 24 dezer af.
OVERTREDING DER GELD-
SCHIETERSWET.
Rotterdam, 27 Sept. De Rotterdam
sche rechtbank deed heden uitspraak in
twee zaken tegen den 46-jarigen A. C., be
heerder eener voorschotbank te Rotterdam,
die terecht gestaan had wegens valschheid
in geschrifte en overtreding der geldschie
Icrswet.
Voor het eerste feit werd hij voroordeeld
tot 500 gulden boete subs. 100 dagen hech
tenis, voor het tweede tot één jaar gevan
genisstraf, waarvan zes maanden voor
waardelijk, met een proeftijd van drie jaar
VERRUIMING ZONDAGSVERKOOP TE
AMSTERDAM.
Amsterdam. De heer Weiss heeft bij
den Raad een voorstel ingediend, waarbij B.
en W. worden uitgenoodigd, inzake de ver
ruiming van het aantal verkoopuren op Zon
dag, een nieuwe enquête onder de belang
hebbenden te houden en het resultaat aan
den Raad mede te deelen.