WANBEGRIPPEN OVER INDIE
KEITJES
H. M. KOENE Jzn.
3 x plaatsen
voor f 1."
Uitsluitend bij voor
uitbetaling.
HOE DE KUNST ER
GEDIEND WORDT
LETTERKUNDIGE KRONIEK
Moeder's beste hulp
DE DUITSCHE ZANGERS-
BOND
WONINGINRICHTING EN
KUNSTNIJVERHEIDSARTIKELEN
Waaronder ruimo keuze:
AARDEWERK
GLASWERK
SMEEDWERK
SOLAMASSIVE
BYOUTERIEEN
f Kapstok, divan- en
tafelkleeden, Drcs-
Ilandgeweven soir- en schoor-
steenloopers, Kus-
v sens.
TORENSTRAAT 1 hoek Plantsoen W.
INDISCHE KRONIEK
Er heerscht in ons Insulinde meer
goede smaak en critische zin
dan vele Hollanders denken
Een van do vele misverstanden, welko
in Holland bij het grootc publiek omtrent
Indië bestaan, is dat hier zich eigenlijk nie
mand ^or kunst interesseert. Er wordt
hier alleen veol gedronken gevuilbekt, de
omzet van pornografische romans is groot,
doch aan het lezen van een behoorlijk boek,
aan het eens even op verhaal komen door
het genieten van kunst, daar denkt geen
mensch aan.
Aldus do gedachte van velen in het moe
derland, waardoor aan Indië groot onrecht
wordt aangedaan.
Deze onjuiste meening is zoozeer ver
breid, dat het nog telkens voorkomt, dat
menschen, die op muziek- of tooneelgebied
nimmer iets behoorlijks hebben gepresteerd
cn voor wie in Holland geen droog brood
te verdienen is althans in do kunst,
want als kantoorklerk of typiste zouden zij
mogelijk wel een burgermansboterham kun
nen eten op een of andere wijze het
geld voor de reis bijeen weten to schra
pen, om dan hier op te duiken als de be
kende voordrager, de beroemde violist of
de wereldvermaarde zanger.
Zij komen hier met opgestoken zeil aan,
doen verschrikkelijk duur, spreken laat
dunkend over al hun „collega's" en geven
fel af op den Bond van Kunstkringen, in
dien deze hen niet dadelijk tegen zware be
taling voor een tournée willen engageeron.
Daarom probecrcn zij het maar op eigen
gelegenheid, om na één voorstelling tot
hun verbazing te bemerken, dat het Indi
sche publiek buitengewoon zuiver aanvoelt,
wat echt en wat opgeblazen is. Een deel
van de toehoorders verdwijnt reeds met
de pauze, de critiekcn in de bladen zijn
niet bepaald vriendelijk, maar daaruit
blijkt volgens hen alleen „dat geen van de
schrijvers ook maar eenig begrip van wer
kelijke kunst heeft". Was gunstig geschre
ven, dan zouden diezelfde menschen na
tuurlijk de eenig ware critici zijn geweest.
Zelfs geheelc tooneelgezelschappen heb
ben deze ervaring opgedaan. Menschen,
voor wie de meest eenvoudige boerenklucht
nog te hoog zou zijn, hebben hier voorstel
lingen gegeven van Molnar
Op het oogenblik doolt hier een voor
drachtkunstenaar rond, die mogelijk ge
schikt voor optreden op feesten en partijen,
een program trachtte af te werken van bal
laden, liefdeliederen, cn dat op een geheel
nieuwe wijze van voordragen! Hij trad aan
vankelijk op als de incarnatie van de „hoo-
ge kunst", doch accepteerde gelukkig den
raad, dit in het publiek niet te doen, want
dan zou hij er zoo uitliggen. Of hij in do
zaal niet een tentoonstelling van zijn por
tretten zou houden?
Ook dat middel om zich onmogelijk te
maken heeft hij nagelaten, doch ondanks
dat lukte het hem het publiek weg te ja
gen door zijn hoogst pretenticuse wijze van
doen, terwijl zijn nieuwe wijze van voor
dragen bleek te bestaan uit het leggen van
een verkeerden klemtoon en het in stuk
ken hakken van zinnen op plaatsen, waar
dit juist niet nioest geschieden.
Violisten en zangers deden gelijke erva
ring op en dit is volkomen te verklaren.
Er wordt hier in Indië hard gewerkt,
buitengewoon hard zelfs cn het kan niet
worden ontkend, dat er menschen zijn, die
hierdoor verruwen, onidtit zij de kracht
missen zich in de hun spaarzaam toege
meten vrije oogenblikken met hun gedach
ten buiten hun werk te verplaatsen. Zij
worden levende werkmachines en als zij op
lateren leeftijd, indien het gelukt is een
positie te bereiken, die meer meebrengt,
dat zij moeten laten werken dan het zelf
te doen, een zekere geestelijke leegheid
gaan gevoelen, dan wenden zij zich gewoon
lijk tot een verecniging met een ethischen
grondslag, om daar eenig houvast in dit le
ven te vinden. Tot het genieten van kunst
komen zij gewoonlijk niet meer toe.
Een andere cn gelukkig grootere groen
weet met hun vrijen tijd wel raad. Zij zoe
ken iets, dat hen eens even buiten de sleur
van allen dag brengt. Zij lezen veel en
slaan geen concert of voorstelling over, al
moeten zij vaak 50 K.M. en meer rijden om
de sociëteit te bereiken, waar de uitvoering
gegeven wordt. Juist omdat zij slechts zoo
zelden iets kunnen hooren worden zij, als
reactie op hun groote dagelijkschc inspan
ning critisch. Zij zijn in geen enkel op
richt tevreden met alles wat niaar gebo
den wordt cn voelen zich bekocht, indien
het gebodene den toets van een normale
critick niet kan doorstaan.
Voor de sleden geldt hetzelfde. Ook daar
zijn er velen, die slechts zelden den tijd
kunnen vinden er even uit te breken voor
enkele uren in schouwburg of concertzaal,
doch dan willen zij ook iets goeds genieten
en de harde critische zin, die zij bij hun
dagelijkschc werk noodig hebben, doet hen
nuchter staan tegenover een uiting van
kunst. Niet nuchter, omdat zij niet in staat
zijn iets moois in zich op te nemen, doch
zij nemen stelling tegen alle onwaarach
tigheid. Ze hebben te scherp leeren zien
om niet dadelijk talent van aanstellerij te
onderscheiden.
Het zal veel Nederlanders vreemd zijn
dit te hooren, doch zij zouden nog vreemder
kijken, indien zij eens een blik konden wer
pen in de boekenkasten van particulieren
Daar zouden zij in veel gevallen werken
ontdekken, die zij nooit bij een „Indisch
man" hadden vermoed. Is het niet teeke
nend, dat de moderne predikanten, welke
hier op gezette tijden een tournée komen
maken, steeds verbaasd zijn over hetgeen
hier gelezen wordt en van den zin van de
menschen om zich eens los van gewone be
slommeringen te maken? Een Hollander
zou dan ook verbaasd staan, indien hij kon
zien welke werken in den boekhandel lig
gen uitgestald. Zeker, daar is ook verstrooi
ingsliteratuur cn meer te verkrijgen, doch
als ik mij in gedachte eens naar boekwin
kels in Holland verplaats, dan moet ik
verklaren, dat de verhouding tusschen ern
stige cn verstrooiingslccluur bij een verge
lijking zeker niet ten nadecle van Indic zal
uitvallen.
Daarbij komt nog iets. Er is liter na
tuurlijk minder te genieten op kunstgebied
dan in Holland en flaarom gebruiken ver
lofgangers een dikwijls zeer groot deel van
hun tijd in Europa om tooneel, muziek cn
schilderijen te genieten wat zij maar kun
nen. Zij loopen het beste van het beste na
en dit stemt, hen, hij hun terugkeer hier,
zeer critisch tegpnovcr hetgeen geboden
wordt. Zij hebben te veel goeds gezien om
een middelmaat nog te kunnen waardce-
ren.
De critische zin van het Indische publiek
is te weinig bekend. Vele piassen op het
slappe koord van de kunst hebben dat tot
hun schade ondervonden en zullen dat blij
ven ondervinden, zoolang de kennis in Hol
land omtrent Indië niet beter wordt.
Om van de kunst nu ineens naar iets
zeer materieels te springen. De Beverwijk-
sche kweeker, die Hollandschc groenten
naar Indië meende te moeten zenden, heeft
zich van tevoren niet vergewist of hier
een afzetmarkt te veroveren zou zijn. Hij
vormt een vaardigen tegenhanger van den
fabrikant van blikjes, die aan de Indische
regeering verzocht tot contingenteering to
willen overgaan, omdat het goedkoopc Ja-
pansche product hem uit de markt hield.
Do beklagenswaardige had ook niet de
moeite genomen zich even van den werke-
lijken toestand op de hoogte te stellen. Ja-
pansche groenten in blik hebben wij hier
nog niet en de reden, dat onze man hier
niets kon verdienen was, dat zijn product
ongeveer het dubbele kostte van niet-Hol-
landsche ingemaakte groenten, wat hij bij
den eersten den besten Chinecschen langa-
nan (kruidenier) had kunnen informeeren.
En indien hij zelf die moeite niet had
willen nemen, had elke Indische huismoe
der, die in Holland vertoeft cn dat zijn
er zoo enkelen hem precies hetzelfde
hebben kunnen vertellen. Er kan in Hol
land zoo teeder gekweeld worden over het
aanhalen van de banden met Indië
waardoor dan tevens afzetgebieden zouden
moeten ontstaan doch de moeite om iets
meer van die verre geliefde te weten,
wordt niet genomen. Vergis ik mij sterk
als ik meen, dat in Holland op de H.B.
Scholen Indië eerst wordt onderwezen na
Europa en de andere deelcn van de
Wereld?
Het is altijd een vermakelijk werk een
echte baar van de boot te halen, zoo
iemand, die eigenlijk nimmer iets van In
dië heeft gehoord of gelezen en wien de
verbazing uit de oógen kijkt, als hij kranen
op de kade ziet rijden, een trein op de
kade ziet staan, als hij langs breede asfalt
wegen naar een hotel wordt gevoerd, dat
hem paf doet staan van.de ruimte en com
fort. Het geweldige autoverkeer begrijpt hij
niet. Hij had geen druk handelsverkeer,
doch uitsluitend radjahs op olifanten ver
wacht.
Ik overdrijf niet. Van zulke Hollanders
komen er hier heusch nog aan en dat zij
aan boord niet wijzer zijn gemaakt, is al
leen te verklaren, omdat zij daar als voor
werp van vermaak hebben moeten dienen.
Hte is alleen zoo bedroevend, dat het getal
menschen, aan wie alles over Indië wijs ge
maakt kan worden, zoo bedenkelijk groot
genoemd moet worden. En wij hebben deze
menschen werkelijk niet alleen te zoeken
buiten de z.g. ontwikkelde kringen. Het is
toch werkelijk niet zoo lang geleden, dat
een eerwaard lid van de eerste Kamer in
de afdcelingen de vraag heeft gesteld bij
de behandeling van de Indische hegrooting,
hoe lang de trein er van Batavia naar Pa-
dang over deed? Dat zulke vragen nimmer
gepubliceerd worden is eigenlijk jammer.
In hoon zit ook een opvoedend element.
Wij hebben nu enkele leden van de reis-
vereoniging hier. Zij zullen in Holland on
getwijfeld propagandisten zijn tegen veel
dwaze begrippen, doch hun poging zal be
trekkelijk weinig uitwerken tegen het be
staande groote wanbegrip, «lat alleen Ie be
strijden valt van do school uit. Zoolang
daar Indië niet als een samenhangend stuk
van Nederland, doch als een van de minst
belangrijke gebiedsdeelen van de wereld
wordt behandeld, zal Nederland het nadeel
ondervinden van dit gebrek aan kennis
over een gebied, dat als afzet voor den
handel groolendccls verloren is gegaan,
omdat de Hollandschc fabrikanten het pas
persoonlijk gingen ontdekken toen ande
ren er zich reeds genesteld hadden.
Nederland haalt den band met Indië
soms zoo weinig aan. dat een van de be
kende rubberfiguren in Holland zich naar
hier begaf om na te gaan hoe de rubber-
restrictie eigenlijk werkte. Daarover had
hij in Holland, zolfs niet hij liet departe
ment van koloniën, voldoende inlichtingen
kunnen krijgen.
Mensen onder Schijnwerpers,
door Leo Oil(Uitgave C. A. J.
Dishocck, Biissuni, 15)34).
Dit nieuwe hoek van Leo Ott, don schrij
ver o.m. van „de I-laven", dien roman van-
de groote Werkstad, begint niet den aT-
druk van liet programma var liet Yariélé-
Theatcr „Alhambra", en liet eindigt met
den afdruk van het nieuwe programma van
hetzelfde theater. Aan den voet van heide
programmata komt de mededeeling voor:
„Dit programma overtreft weer al onze vo-
rige".
De episode uit het lc\cn van liet Variété-
Theeatcr „Alhambra", die tusschen deze
twee programniata ligt, vormt den inhoud
van het hoek, waaraan wij heden onze be
schouwingen wijden.
Bevat dit boek een verhaal? Eigenlijk
niet. Het bevat de beschrijving van het le
ven der verschillende artiesten, die in liet
„Alhambra-Theeateioptreden, en daarom
heen, van het ilieater zelf. liet is een vlecht
werk van verhalen, die bijeengehouden
worden door de eigenaardige sfeer, welke
het Variété-Theater eigen is.
Ik zal U enkele van de episodes, waaruit
dit boek is samengesteld, vertellen. Daar is
de geschiedenis van de Cospadini's, acro-
batcn, die onder andere déze» toer moeten
uitvoeren, dat de vrouw, Else Caspadini,
van een rots springt-, terwijl dan
haar echtgenoot, Alfred Caspadini haar op
moet vangen. Het is een levensgevaarlijk
nummer; één misrekening van den opge
wonden echtgenoot, en liet tengere vrouwtje
ligt met gebroken ledematen in de onzicht
bare kuil. En nu is er een andere acroba
te, Rita Aekman, voor wie Alfred Caspadi
ni een razende liefde heeft opgevat. Rita
Aekman heeft een duivelsch plan. Het kan
Alfred Caspadini niet worden aangerekend,
wanneer hij éénmaal van de duizend kee-
ren waarin hij den toer moet volbrengen,
misgrijpt. Dm is Else buiten gevecht ge
steld, en Rita heeft Else overwonnen, èn
in de liefde, èn in het vak.
Tóch mist Alfred Caspadini, telkenmale
dat hij zijn vrouw'moet opvangen, den
moed de misdaad te volbrengen. Het is als
of altijd opnieuw, wanneer het fatale mo
ment er is, in Caspadini de oude liefde
voor zijn vrouw ontwaakt, cn hij wordt
ook telkens weer aangedaan door een ge
voel van ridderlijkheid tegenover zijn vak,
dat hij door een opzettclijken misgreep
niet mag verraden. Zoo wordt hij heen en
weer geslingerd in een schrikkelijk con
flict tusschen passie en diepere liefde, tus
schen passie en trouw aan zijn werk.
Een ander verhaal is de geschiedenis van
Rudolf Peszki, den jongleur. Hij heeft nu
jaren lang. dezelfde kunsten verricht. Maar
daardoor wordt zijn werk zoo verschaald,
zoo afgedaan. Een nieuwe, moeilijke en ge
vaarlijke acrobatische toer heeft hij be
dacht en thuis geoefend. Als het beslissen
de oogenblik dé ar is, waarop hij, eindelijk,
den nieuwen goocheltoer voor het voetlicht
zal pracsteeren, vergist hij zich, cn hij slaat
een belachelijk figuur tegenover de zaal-
Maar, mede omdat hij gesteund is door de
ontroerende liefde van zijne vrouw, bindt
hij den strijd opnieuw aan, en waagt hij
opnieuw den gevaarlijken teer. De tooncel-
mcester wordt inlusschen vervuld van de
juiste gedachte, om, voordat Caspadini in
zijn nieuwe rol optreedt, al zijn collega's,
die hem door hun hoonende opmerkingen
ontmoedigen, vaji het tooneel te verwijde
ren. Nadat die maatregel genomen is,
gelukt de nieuwe toer. Stormachtig is
bet applaus in de zaal. Een journalist komt
Peszki bezoeken, en schrijft een lang arti
kel over hein in do courant. Ilij is opééns
beroem'1
a
Ik zal U niet den. gohoclen inhoud van
het. hoek vertellen, liet wemelt van inte
ressante cn boeiende episoden, waarvan el
ke er toe bijdraagt, ons een suggestieyen
indruk te geven van de wereld van het
Variété-theater. De grondgedachte is deze,
dat al die menschen, die onder het toover-
licht van den schijnwerper als koningen
cn koninginnen aan het publick zich vertoo-
ncn, oen helsch leven moeten doormaken,
van tobberij, van gevaar, van smartelijke
passie, van collegialcn naijver. Tempo, tem
po, tempo, zegt de loonocldirecteur, cn als
razenden moeten zij werken, om dc verve
ling te verdrijven uit een publiek, dat af
leiding zoekt.
De teekening van het uiterlijk leven der
variété-artisten cn van hun innerlijke be
kommernis is aan Leo Otl volkomen ge
lukt. Het beeld van dit alles, staat, wan
neer wij dit boek gelezen hebben, in onze
herinnering geprent.
Maar er zijn ccnigc eigenaardigheden in
het werk van Leo Ott, waaraan ik gaarne,
aan het slot van dit artikel, een paar op
merkingen zou wijden.
In dc eerste plaats dan, heeft deze schrij
ver zijn schildering van het stuk menschen-
leven dat zijn voorkeur had, in verband
gezien met 'iet algemeene leven. Ilct is,
alsof hij tot ons zegt: Ziet, dit is nu wel
een bizondcr terrein, maar het. is toch uit
het leven gesneden.
Meesterlijk is in dit verband zijn intro
ductie. Voordat dc auteur de variété-voor
stellingen beschrijft, laat hij ons zien, hoe
al de artiesten uit verschillende doelen
van de wereld, per trein, per auto, per
stoomboot hunne reis oral er nomen naar het
punt van verconiging, het „Alhambra"-
theater. Op deze manier wordt dc lezer bin
nen liet verhaal gebracht. Wat er geschie
den gaat, staat niet tegenover ons, maar
beleven wij mee.
Een tweede eigenaardigheid der kunst
van Leo Ott is zijn curiouse monotonie. Er
komt een eindeloos aantal herhalingen
voor in zijn geschrift, zonderdat ons dat.
één oogenblik verveelt. Integendeel, dit
voortdurend herhalen maakt de lectuur,
merkwaardigerwijs, boeiender. Die herha
lingen vindt men hierin, dat zoowat elk
hoofdstuk op dezelfde wijze begint, met
een algemeene teekening van de weersge
steldheid huiten, tegen welken centonigen
achtergrond dan het in duisternis vlam
mende van het theater-interieur aan hevig
heid wint.
Maar ook in ander opzichten wordt de
eentonigheid op een virtuoze manier toe
gepast. Zoo krijgen wij vele gelijkvormige
beschrijvingen van den akrobatentoer van
Peszki. En iedere beschrijving boeit weer
bovenmatig, hoewel wij weten, dat wij
niets anders te lezen krijgen dan een iets
afzonderlijk geschakeerde herhaling van
wat we al wisten.
Het geheim van deze kunst ligt hierin,
dat Leo Ott dc dramatischo kracht van
het moment weet te vol's taan. Niet in een
langzaam zich voltrekkende ontwikkeling
van het verhaal tot een dramatisch hoog
tepunt, maar m cone recks van elkaar af
wisselende dramatische spanningen ligt het
karakter van lit uiterst modern cn veel be
lovend werk. En hiermede geloof ik do kern
van deze literatuur tc hebben gekenschetst.
P. H. RITTER Jr.
Een van dc eerste maatregelen van de
nieuwe Duitsche regecring om bepaalde or
ganisaties, die een belangrijke plaats inne
men in de samenleving, aan zich te trek
ken, was dc reorganisatie van den Deut-
sclien Sanger Bund. Do mannenzang staat
van ouds bij onze Oostelijke naburen in
hoog aanzien. De leden van dc vele zang-
\ereenigingen gevoelen zich door sterke
vriendschapsbanden aan elkander verbon
den men denke aan de uitdrukking
„Sanger-Brucicr" cn er is geen land ter
wereld, waar zoo gaarne en zoo geani
meerd wordt gcliedertafekl. Do voorman
nen van liet Derde Rijk hebben onmiddel
lijk ingezien, dat deze Zangersboiid, zoo zij
in de nationaal-socialistische gedachte werd
ingeschakeld, niet alleen een goed propa
ganda-lichaam zou kunnen worden, doch
«jat ook de sterke band, welke de zangers
over het gcheele rijk verbindt, voor den
nieuwen staat een hechte steun zou kun
nen vormen. De reorganisatie verliep niet
zonder sterke wrijvingen. Er moesten offers
vallen; bestuurders reeds jaren achtereen
sterke stuwkrachten van deze organisatie,
werden op den achtergrond geplaatst en
door nieuwe krachten vervangen. Ook d«
doelstelling van den bond werd gewijzigd.
Tot nu toe l)c\orderde deze bond, naast de
beoefening, van den zang, vooral de gezel
ligheid. De concerten waren groote gebeur
tenissen in dc burgerlijke samenleving en
wat de keuze van «Ie programma-nummers
betrof, kwam men gewoonlijk niet buiten
het bekende, conventioneelo composities.
Dezer dagen heeft in Ilagen, Weslfalen, een
Gau-Sangcrtag plaats gevonden, waaraan
duizenden zangers hebben deelgenomen.
Op deze samenkomst heeft Alfred Rosen
thalI-Ieinzel, die nieuwe leider van den
Duitschcn Zangersbonil duidelijk te kennen
gegeven, dat ccn mannenkoor-repetitie in
het vervolg niet meer een gezellig uurtje
zou zijn, waarop men onderling de zang
kunst beoefende, doch dat dit een „kullur-
polilische Zuchtstunde" zou worden. De
Duitsche zangershond heeft als éérste taak
het volkslied tc verspreiden cn den volks
zang te bevorderen. Daarnaast zullen ook do
concerten in stand blijven, doch deze vor
men geen hoofdzaak meer en hij de keuze
van de uit te voeren werken, zal men af
stand moeten leeren doen van liet verouder
de licdertafcl-gcnre cn zich in dienst stellen
van de koorwerken van tic hcdcndaagsche
Duitsche componisten. Op liet fecstconcert
van dezen Zangersdag werden compositie^
gezongen van Kurth Liszmann, Willi Sendt4
Bruno Stürmer en Hans Stieber»