rAMElRSFOORTSCH DAGBLAD
Mr. MARCHANTS LAATSTE RONDE
DE SNELTAX
FEUILLETON
Dinsdag 30 October 1934
33e Jaargang No. 104
RADIOREDE OVER
DE SPELLING
TWEEDE BLAD
Iel. 1354 Tel. 743
.DE PAPAVER"
TENTOONSTELLING
Het geheimzinnige Landhuis
Prof. Huizinga's open brief
wordt onder de loupe
eenomen
Minister Marchant lieeft gisteravond een
vneuorede gehouden over de nieuwe spel
ling, onder den titel: „de laatste ronde".
Na een korte inleiding zeide de minister
onder meer:
De nieuwe spelling is erin gegaan. Wij
zijn aan de laatste ronde. De aanleiding
voor mijn spreken is voornamelijk het ad
vies van professor Huizinga. Begrijp ik het
goed, dan is het advies uitgebracht aan de
regeering, het strekt om toch maar bij het
onderwijs tot De Vries en Tc Winkel terug
te keeren. Hij schrijft: handhaaf indien te
rugkeer nog mogelijk is. llij bedoelt dus:
Keer terug.
Omdat professor Huizinga in de wereld
der wetenschap treedt, een man van gezag
is en dientengevolge daarbuiten een invloed
kan hebben, waardoor het verder snel
doordringen van de nieuwe schrijfwijze zou
kunnen worden belemmerd, is er reden om
te onderzoeken, of zijn betoog hout snijdt.
Prof. Huizinga zal niet licht gelooven,
dat do publicatie van zijn brief mij heeft
verheugd. Toch is het zoo. Niet alleen door
den onderhoudenden vorm, doch vooral
omdat zijn brief aoI is van misverstand.
Het eerste misverstand heeft ccn formeel
karakter.
De geleerde openbriefschrijvcr verkeert in
de dwaling, dat de minister van onderwijs,
dien hij ziet, als een pas bij ongeluk bo
keerd dilettant, binnen zijn ambtskring van
het onderwijs zekere maatregelen heeft ge
nomen, die niet zijn te verantwoorden.
Prof. Huizinga treedt nu op als de man
van gezag met een beroep op den Raad
van Ministers, om den minister van onder
wijs van de dwalingen zijns weegs terug te
brengen. Hij schrijft:
„Gaan ministerraad en grootc dagbladen
voor, dan zal het pleit ten gunste van de
ministerieelo beschikking beslecht zijn."
Dc geleerde schrijver maakt hier een te
genstelling tusschen den minister en den
ministerraad, die niet bestaat. Hij had be
ter kunnen weten, want wat geschied is,
is gepubliceerd.
De minister van onderwijs heeft, met in
stemming van den ministerraad, bevorderd,
dat voor het onderwijs een vereenvoudigde
sclü'ijfwijze zou worden ingevoerd. Teneinde
dit doel to bereiken met een minimum
\an bindende voorschriften, zijn bij Ko
ninklijk besluit wijzigingen gebracht in de
examenprogramma's, die bij Koninklijk be
sluit zijn geregeld. De regcering meende
zich daartoe te. kunnen beperken, omdat
dan vanzelf het onderwijs zich daarnaar
zou richten.
Er is derhalve geen sprake van niet
meer dan een „ministerieelo beschikking".
Er is ook geen sprake van „omgaan van
den ministerraad".
Wie zijn de deskundigon?
Het tweede misverstand ligt in het be
antwoorden van do vraag, wat in de rege
ling van de schrijfwijze dc beteekenis moet
zijn \an de deskundigen, en wie deskundig
zijn. Wie zijn de deskundigen, wier advies
de regcering noodig heeft? Voor betwisting
schijnt mij toch niet vatbaar, dat dit taal
kundigen moeten zijn. Men dient allereerst
te weten, welke schrijftaal taalkundig
juist is.
Mijn bestrijders hebben alleen hierin ge
lijk, dat dit niet het cenige olcntent is. Er
geldt vervolgens bij clko wijziging van de
schrijftaal, een clement van opportunisme.
Dit geldt, omdat elke wijziging \oor het
gros van de taalgebruikers aannemelijk
moet zijn. Is zij dit niet, dan zal men bij
de invoering niet slagen.
'lot liet beoordeclen Aan dit opportunisti
sche clement zijn de taalkundigen geens
zins onbevoegd. Zij zijn ook taalgebruikers;
zij kennen dc taalgeschiedenis, dc prece
denten.
Dc taalkunde is het voorwerp van hun
studie, en daarmede de functie van de
schrijfwijze van dc taal.
Maar de stelling is juist, dat men vcr-
standig handelt door ook de gezindheid van
deskundige taalgebruikers te verkennen.
Als autoriteit van het beperken van de
schrijfwijze zijn, in onzen tijd althans, de
woordkunstenaars niet bruikbaar. Zij zijn
als zoodanig niet bruikbaar omdat zij, hoe
grooler kunstenaars zij zijn, zich des te
eigenrnachtigcr toonen in dc schrijfwijze.
Een regeling Aan dc schrijfwijze cischt uni
formiteit. De kunstenaars voegen zicli daar
naar nooit. Daarom is liet zoo curious, dat
zij de handhaving van De Vries en Tc Win
kel propagecrcn. Zij zijn doortrapte zon
daren tegen De Vries en Tc Winkel. Zij
storen zich aan geen regel van grammatica,
als hun dit in Avoord- en zinsvorming niet
Ie pas komt. Zij zouden zich Avel wachten,
zich onder sanctie trouAv te verklaren aan
Do Vries en Te Winkel. Hun verzet tegen
het nieuwe is zuiver negatief: zij zijn tegen
elke uniformiteit.
Zijne Exc. Min. H. P. MARCHANT.
Wanneer men aan dc hier gestelde
èischen het beleid van dc rcgecring toetst,
zal niemand in redelijkheid kunnen ont
kennen, dat zij daaraan heeft voldaan.
Zij heeft aan deskundige taalgeleerden
gevraagd naar dc eischcn der Avctcnschap
Zij heeft vooropgesteld, dat hiernaast ook
met opportunistische factoren moest Avor
den rekening gehouden; zij \rocg om aoor
lichting omtrent een ie bereiken compro
mis. Dat in de commissie van voorberoi-
ding dc vercenvoudigers in dc meerderheid
waren, is gevolg van hel feit, dat dc taal
geleerden in meerderheid vereen\oudigers
zijn. In deze commissie Avas het trouwens
niet te doen om beslissingen, bij meerder
heid van stemmen genomen, doch om het
afwegen van dc verschillende argumenten.
Een compromis kwam tol stand, waartegen
achteraf één lid bezwaar, maakte, llij heeft,
bij het vaststellen van de methode, die
thans is ingevoerd, op dat hoofdpunt van
dc buigings-n volledig zijn zin gekregen.
Alleen ter zake van de uitgangen -clen en
-eren, Avaarin men tot Siegcnbeek is terug
gekeerd, had hij dc dubbele e willen hand
haven. Men kan dus zeggen, dat dc inge
voerde schrijfwijze is dc schrijfwijze Aan
Ginnekcn.
Dc continuïteit is gehandhaafd door de
handhaving van De Vries cn Te Winkel,
Avaarop alleen afAvijkingen zijn ingevoerd,
die bestaan in het schrappen Aan overbo
dige en Avetenschappelijk niet te verdedigen
letters.
Dc regeling avijkt in hoofdzaak niet af
van de regelingen, die sedert. 1912 zijn
voorgesteld door dc deskundigen.
Men kan nu reeds, nog geen tweo maan
den sedert dc invoering, vaststellen, dat
dc nicuAvc SchrijfAvijze hij liet overgroote
deel van het ondcrAVijs is aanvaard. De ar
gumenten, door de verzetslieden aange
voerd, 'geven geen aanleiding dm te vér-
wachten, dat het overgroote .deel van het
volk niet zal volgen.
Ik heb goeden grond om aan te nemen,
dat ook naar het oordeel van prof. Hui
zinga, uit Avetenschappelijk oogpunt op de
wijziging geen aanmerking is te maken.
Maar hij meent, dat do wetenschap hier
niet beslissend is. Dit is het tweede mis
verstand.
Het goede, dat verloren gaat.
Het goede, dat verloren gaat, bouAvt prof.
Huizinga op in vieren.
Ie. Het schriftbeeld wordt onduidelijker.
Do vlugge lezer kan het gelezeno niet meer
pij geheeio zinsneden tegelijk opnemen.
Door de dubbele e cn o cn de ch in sch Aveg
te nemen, „maakt men het schriftbeeld een
toniger en daardoor minder licht toegan
kelijk".
Hier rijst de vraag: Hoe Avcct hij dat?
Heeft prof. Huizinga ervaring van het le
zen? Hij beroept zich op die ervaring niet.
Ik vrees, dat hij de proef niet heeft genomen
Evenmin bewijst hot feit, dat prof. Hui
zinga in de nieuwe schrijfwijze niet zonder
te Aveggcvallen letters goed Nederlandsch
vermag te schrijven, dat een ander het
ook niet kan. De bewijzen voor het tegen
deel liggen voor het grijpen. De goed ge-
styleerde geschriften in de vereenvoudigde
schrijfwijze-zijn talloos.
2e. Door „Duits naast Pruisisch" zal het
gevoel voor den bouAv der taal, toch al be-
IreurensAvaardig zAvak ontwikkeld en onvol-
doende gekweekt, schade lijden.
Hij bepaalt zich tot dit éénc A'oorbceld.
Over de andere niet genoemde gevallen kan
ik dus niet spreken. Maar do beteekenis
van dit ccnc voorbeeld is dan toch ook Avel
buiten clko redelijkheid overdreven. Dc
schrijver vindt ies afschuwelijk. Dus had
het moeten blijven Duitsch cn dat, om deze
eden: „Het gevoel voor dc functioncele ge
lijkwaardigheid der uitgangen sch cn
isch sterft daarmee af".
Ik kan erkennen, dat het handhaven van
do uitgang-isch, geschied tor cere van het
esthetische gevoel van prof. Huizinga cn
anderen, de uieuAvc methode niet opluistert.
Men zou van een Schönboitsfchlcr kunnen
spreken. Maar dat hierdoor het gevoel voor
ile bouAv der Ncdcrlandschc taal zou Avordcn
•ifges'ompt, is overdreven.
3e. „Allerkostbaarste taalmiddelen Avor-
den roekeloos prijsgegeven. Weer beperk ik
ni,i". Over anderq „allerkostbaarste taalmid
delen, die roekeloos Avorden prijs gegeven",
kan ik dus niet spreken. Ik ken ze niet.
Maar hier schrijft prof. Huizinga alleen over
net gébruik van den genitief d c r. Hij
schrijft, cr echter niet juist over. Juist is,
('at men bij bet gebruik van de vorm zich
zal hebben te richten naar het beschaafde
taalgebruik. Niet juist is, dat liet beschaaf
de taalgebruik der alleen kent in staande
uitdrukkingen. Dat is in dc regels niet to
vinden. In slaande uitdrukkingen vindt
men der bijvoorbeeld in ,.in der minne". Het
is geen genitief, maar het blijft gehand
haafd, als staande uitdrukking. Dc genitief
,der" daarentegen kan men blijven gebrui
ken over dc gohcclo lijn. In liet meervoud
zal het gcencrlei moeilijkheid opleveren; dc
vorm is voor deze zelfstandige naamwoor
den gelijk. Wil men der blijven gebruiken
in het enkelvoud, dan is ook dit geoorloofd.
Punt 3 met zijn gevolg: stijlverslapping, is
dus een vergissing.
En eindelijk 4. Het Nederlandsch wordt
(dit is natuurlijk een bijkomstig argument)
nindcr begrijpelijk voor vreemden. Tot nu
toe kon de vreemdeling met eenige kennis
van het Duitsch uit onze geschreven taal
neei of min wijs worden. Met voor dc hand
liggende voorbeelden is aan te toonen, dat
cdoeldc vreemdeling cr niets aan beeft. Hij
kan er avcI door in verw arring komen.
De minister besloot zijn rede aldus:
Dit is de laatste spellingrcdc. Dc strijd is
PAvonnen.
Het onderwijs is veroverd. In een belang
rijk deel van de publieke dienst is do nieu
we schrijfwijze ingevoerd. In het maatschap
l elijk leven dringt zij verder dooi» van dag
'ot dag. Dagbladen hebben haar aanvaard
on talloozc periodieken. Dagelijksch komt dc
vereenvoudiging van dc pers. Do adverteer-
Iers in de nieuwe schrijfwijze nemen snel
toe.
Ja, Avat Avil men nog, nu Plesman met
zijn K.L.M, zijn Pelikaan, zijn Ui ver, in zijn
voornaamste afdeeling, dc vlicgdionst ver-
renvoudiger is gebleken? Nu hij dc roem
van Nederland in vereenvoudigd Neder-
'andsch Avcct te vertolken? Nu wij straks
Parmcntier cn do zijnen in vereenvoudigd
Nederlandsch gaan huldigen? Nu dc man
nen van de daad de ballast van c's en o's,
ch's cn n's hebben over boord gegooid? Niet
zoo, maar zo!
Als het millioen schoolkinderen op 17 No
vember hun cent komt brengen, dan ko
men de kinderen huldigen de daad, de Ne-
derlandsche daad zonder ch.
HET AUTO-ONGELUK TE ELBURG.
Z av o 11 e, 29 October. De hoer J. van
Maris uit Utrecht, die hedenmorgen bij een
autoongeluk onder Elburg ernstig werd
goAvond en naar het Sophiazickenhuis al
hier is vervoerd, is aan de bekomen ver
wondingen overleden.
is altijd voordeeliger, 100 veiliger
en ruimste taxi te dezer stede.
Naar buitenland, een telefoontje
en wij staan gereed.
Vraagt prijs bij ons voor trouw
plechtigheden enz.
De Ondernemer,
G. LENSINK.
Hoogeweg 49.
WERELDSPAARDAG.
Morgen: 31 October.
Dan gaan gedachten naar het sparen
En naar ccn „dikke" port'monanic,
Dan tellen guldens, kwartjes centen
Op d'cxtra-dog ook extra mee.
Dan denken Avij aan later dagen
Aan zorgen van-den ouden-dag;
Dan liijschen avij' veiligheidshalve
Reeds thans die- mooie spaarzin-vlag.
Dan loopen Avij niet onervaren
In grootcn, finantieelen nood
En weten Avij het uur gekomen
Dat ruimte ons tot sparen bood
Dan wordt liet: op-dc-klcintjes-passen
Geheveld naar den spaarderszin
En gaat er véél, desnoods maar weinig
Het boekje op of busjo inl
Dan denken aa ij aan onze kind'rcn,
Lees: aan de toekomst van ons kind,
Dat mogelijk avc zien het thans toch
Eon boterham heel (moeilijk vindt.
Dan geven Avij het kind een boekje
Bij dc Nutsspaarbank onzer stad
En als U góéd ziet, lacht in 't wiegje
Bij dc geboorte reeds Uw schat...II
Dan stelt U niet tot overmorgen
Nog uit, Avat mogre'n U kunt doen,
Wantni o r g cn is dc Wcroldspaar-
dag:
Tien gulden! schalt de spaar-klarocn.
Dan staat Nutsspaarbank tien gulden
Voor "t Wcrelüspaardag-kindje af,
Terwijl men alle AndTo dagen
Eén gulden geeft cn... altijd gaf.
Dan gaan Avij cn dit „dan" is:
morgen
Bij onze Spaarbank even aan,
Beseffende de groote Avaarde
Om gunstig daar te boek tc staan!!
PHILIA.
ROZENCULTUUR.
Een nieuwo „Uiver",
Hoerde, 24 Oct. Door de firma Buis
man, Rozenkweekers te lieerde (Veluwc)
is een nieuwe door haar gcAvonnen roos
genaamd „Uiver".
UTRECHTSE WEG 85
hef speciaal huis voor wol en handwerken
VANAF 6 NOVEMBER
VAN DE NIEUWSTE HANDWERKEN
TELEFOON 15
Er bestaat geen grooter vreugde den an
deren vreugde to bereiden
Uit bet Engclsch van
HUGH WALPOLE cn J. B. PRIESTLEY
door II. A. C. S.
'-'9
lk stond op cn hij er vandoor. Dat
was al wat cr gebeurde. Eén blik in mijn
richting en hij was de deur uit cri de trap
af. Ik hooide de deur van het logement
achter hem dichtslaan. W<1, Aval zeg ie
daarop? Is dat niet een charmante broer,
die mijn Jean heeft? En raak ik niet netjes
in de Rossett-zaken betrokken? Ik moet op
bonden. Deze is lang genoeg geworden
Wacht ijng maar één dag en Jij zult weten
of Marjoric in Lamhdalc is of niet.
Je je toegenegen MARK.
P.S. Later. Ik heb juist en wonderbaar
lijk uur niét Jean gehad. Iiier, in deze
zelfde kamer lk zal morgen schrijven.
Waf een geluk voor mij wat '11 ongc
loof lijk geluk!
The Heretics,
Regency Street, W. I.
Beste Mark,
lk ga jouw brief opeens beantwoorden
om twee redenen. De eerste is, dat ik be
hoefte heb jc een stuk van mijn ziel ie
geven (waarom geven Avij alleen do on
plezierige stukken weg#) Laat ik een paar
zinnen uit je laatsten brief citeeren: „7al
het goed voor Marjoric zijn om van jouw
inr.erlijken drang tc weten? Zal zij later
niet altijd tegenover jou in dc meerderheid
zijn? Wanneer jullie weer bij elkaar bent,
zou ik cr, als ik jou avqs, mijn mond over
houden." Denk jij, dat je aan bisschop
Proudie aan 't schrijven bent? Is dit jouw
begrip van den bmvclijkschen slaat?
meerderheid? mend houden? Jij kunt
mooi daar Sitlcn, te midden van die pre cl 1
tigc heuvels, bewerend, dat je verliefd
bent, cn toch zóó glad, zoó ordinair sehrij
ven over de teerste en verrukkelijkste dei
menschelijke verhoudingen hel is ong.j
looflijk! Als je zoo bent, als groen bout.
hoe zal je dan zijn als liet dorre? Zal ik
je zeggen, waarom je zulke dwaasheid aan
mij kunt schrijven, cn toch. 111 de dadelijk
daarop volgende paragraaf, dol zijn als
Shakespeares' Romeo? Jij geeft jezelf bloot
wanneer je over mij praat als over „den op
zijn gemak geleiden, zelfvoldanen, geluk
kig getrouwden Robert New lands". Onder
in je kinderlijke ziel zit de overtuiging,
dat Marjoric cn ik geen reëele mcnschon
zijn, geheel en al veivchillend van jou en je
Jean. Jij verbeeldt jo heusch, dat, wanneer
een man cn een a rouw naar het altaar
gaan, of naar het stadhuis, zij in een oog
wenk veranderd Avordên cn dat zij daarna
automatisch „op hun gemak gesteld, zelf-
voldaan, gelukkig getrouwd" worden. Neen,
zulke mensohen bestaan alleen maar in de
verbcelring van kinderen En jij, beste
Mark bent een kind.
De tweede reden, dat ik opeens aan jc
schrijf, is 0111 in het licht te stellen, dat ik
nog altijd rondspook in deze club (waar ze
mij begin 11 nen to haten) wachtend op
nieuws over een vrouw, die een kennis van
mij Ie. Haar naam zeer wonderlijk
is niet RÖSsétt: hij is New lands, Marjorie
New an de. Zij is een vrouw van in de der
tig, met bruin, redelijk lang haar, grijze
oogen. een paar sproeten en een kleine,
zeer geestige neus. Haar slem als ze
zich zou verwaardigen tot je te spreken
je zult 't ontdekken, is zeer muzikaal cn
vroolijk on vol van modulatoics, die jc mot
geen mogelijkheid kunt hopen tc begrijpen
voor je ongeveer veertig bont. Zij is zeer goed
(d.w.z. duur) opgevoed, maar heeft de wel
voegelij kheid gehad al les ervan te vergeten.
Zij beschouwt het leven als een komedie,
met kleine romantische entre actes, cn
voelt misschien noga' neiging om zichzelf
te beschouwen als de producent van het bij
zondere stuk, waarin zij een rol spjelt.
Ik vermoed, dat zij als een zuiver raspaard,
meer verstand, werkelijk verstand, heeft
dan jij cii ik (en ik weet niet hoeveel Ros-
sctts en Trumps) bij elkaar, maar aan den
anderen kapt, om-da* zij op en top een
vrouw is, heeft zij niet dcnzelfden kijk als
wij en kan bij tijden wonderlijk ongevoelig
cn weinig nauwgezet zijn. Zij is een beetje
wantrouwend tegenover mannen en hun
kleine maniertjes, voornamelijk omdat haar
vader ccn gruwelijke oude ogoist was en zij
lang genoeg met. hem leefde om hem door te
hebben (En nu zeg jij. natuurlijk, dat zij
lang genoeg met mij geleefd beeft om mij
door tc hebben Mogelijk Maar je moest
den oude lieer gekend hebben, zeer char
mant en met een neiging om geestig te
zijn, maar geweldig zelfzuchtig, innerlijk
zoo onverzettelijk als ccn slagschip). Zij is
veel meer toegeeflijk jegens vrouwen, of
schoon ze ccn antipathie, heeft tegen hun
'honderd en een barrières en hoggeijes,.. en,
omdat zij zoo dom-onlogisch zijn, en zij
werkelijk de voorkeur geeft aan bet ge- 1
zeischap van mannen. Zij is zeer, zeer be
schaafd, ons Avaarschijnlijk ongeveer twee
duizend jaren vooruit, maar tooh houdt ze
er nogal van om kalm oorspronkelijk te
zijn: zij zou een boom kunnen zijn, maar
niet een aap.
Haar gevoel voor humor is prachtig,
maar heeft vreemde kale plekken, zoodat
er. momenten zijn, wanneer iedereen pret
heeft, maar zij beeft een waig cr van, of
is verontwaardigd, ofschoon cr neg meer
momenten zijn, wanneer iedereen een
walg heeft of verontwaardigd is, en zij
heeft pret. Niets in de krant boeit haar,
behalve de advertenties van 'buitcnland-
sche hotels. Ik zou opmerk:ngcn over be
kende praatjesmakers liever van haar dan
van iemand anders hebben. Terzelfde tijd
heeft zij 't dikwijls bij het verkeerde eind,
omdat zij niet begrijpt hoe dikwijls men
schcn zich vergissen c;i zoo ziet zij dan
een dwaas aan voor een schurk. Wanneer
zij een gewone dwaas ontdekt, is zij een
tijd iang erg gelukkig in zijn of haar ge
zelschap. (Waarschijnlijk ziet zij in mrs.
Masham een gewone dwaas). Wat zij ze
ker niet begrijpt cn nooit zal begrijpen, is:
de kracht van een idee. en bet aantrekke
lijke, dat cr zijn kan in on-wrikharc conti
nuïteit, in de sterke muren van het dogma.
Haar vlug en fijn verstand veracht prin
cipes en codes en systemen, cn zij is wer
kelijk een geestelijke anarchist. Het re
sultaat is, dat wet en regel, die op den
een of anderen tijd gelden moeten^ bij
haar heelemaal hun zin krijgen in elk an
der geval als het onderhavige cn ik heb
niemand gekend, die zóó verstandig cn
verdraagzaam is als zij, die zóó'n antipa
thie tegen het exentrieko heeft als zij.
Maar dan Avecr maar Avat is dat alle
maal voor dwaasheid?
Loop naar den duivel! Ik begon met
in bitteren ernst te schrijven, 't Moet de
(voor mij) amusante vormelijko stijl ge
weest zijn, die mij verleidde. Jij waart erg
dapper tegenover die Masham. En jc zult
nog dapperder zijn als je naar de Donkere
Toren zelf gaat en niet alleen aan een
Masham Avcerstand biedt, maar ook aan
een vl'ouav als mrs. Carslake—Pylo met
haar dubbele medium, en blijkbaar een
heel gezelschap astraal-lichamen Heusch
ik kan Majorie niet voorstellen midden in
zoo'n troep. (Maar als zij er is, heeft ze
haar verdiende loon. Ik zóu lust hebben
cr been te gaan en eiken avond door het
salon-raam naar haar te grinniken). Waar
schijnlijk ging zij al dagen geleden weg.
Laat mij iets weten zoo spoedig mogelijk.
Ik ben een en al ongeduld, 0111 van hier
weg te komen Het lijkt mij, dat jouw ei
gen zaken zich in zeer zonderlingen staat
bevinden.
Jo ROBERT.
De Bruine Stier.
Garrowdale.
Beste Bob,
Dit is slechts een kort briefje, voor een
deel om jouw ongeduld tc kalmeeren cn
voor ccn ander deel 0111 jc tc zeggen dat
elk oogenblik iets kan gebeuren met
mij met Jean, met bet heelal
Ik had gedacht aan jou wat uitvoeriger
to schrijven over mijn lange gesprek met
Jean gisteravond. Maar nu kan ik 't niet.
Aan den eenen kant zijn de dingen te ern
stig; aan don anderen kant nu aan den
anderen kant kan ik mijzelf aan niemand
uiten, zelfs aan jou niet.
(Wordt vervolgd)* I