rAMElRSFOORTSCH DAGBLAD Mr. MARCHANTS LAATSTE RONDE DE SNELTAX FEUILLETON Dinsdag 30 October 1934 33e Jaargang No. 104 RADIOREDE OVER DE SPELLING TWEEDE BLAD Iel. 1354 Tel. 743 .DE PAPAVER" TENTOONSTELLING Het geheimzinnige Landhuis Prof. Huizinga's open brief wordt onder de loupe eenomen Minister Marchant lieeft gisteravond een vneuorede gehouden over de nieuwe spel ling, onder den titel: „de laatste ronde". Na een korte inleiding zeide de minister onder meer: De nieuwe spelling is erin gegaan. Wij zijn aan de laatste ronde. De aanleiding voor mijn spreken is voornamelijk het ad vies van professor Huizinga. Begrijp ik het goed, dan is het advies uitgebracht aan de regeering, het strekt om toch maar bij het onderwijs tot De Vries en Tc Winkel terug te keeren. Hij schrijft: handhaaf indien te rugkeer nog mogelijk is. llij bedoelt dus: Keer terug. Omdat professor Huizinga in de wereld der wetenschap treedt, een man van gezag is en dientengevolge daarbuiten een invloed kan hebben, waardoor het verder snel doordringen van de nieuwe schrijfwijze zou kunnen worden belemmerd, is er reden om te onderzoeken, of zijn betoog hout snijdt. Prof. Huizinga zal niet licht gelooven, dat do publicatie van zijn brief mij heeft verheugd. Toch is het zoo. Niet alleen door den onderhoudenden vorm, doch vooral omdat zijn brief aoI is van misverstand. Het eerste misverstand heeft ccn formeel karakter. De geleerde openbriefschrijvcr verkeert in de dwaling, dat de minister van onderwijs, dien hij ziet, als een pas bij ongeluk bo keerd dilettant, binnen zijn ambtskring van het onderwijs zekere maatregelen heeft ge nomen, die niet zijn te verantwoorden. Prof. Huizinga treedt nu op als de man van gezag met een beroep op den Raad van Ministers, om den minister van onder wijs van de dwalingen zijns weegs terug te brengen. Hij schrijft: „Gaan ministerraad en grootc dagbladen voor, dan zal het pleit ten gunste van de ministerieelo beschikking beslecht zijn." Dc geleerde schrijver maakt hier een te genstelling tusschen den minister en den ministerraad, die niet bestaat. Hij had be ter kunnen weten, want wat geschied is, is gepubliceerd. De minister van onderwijs heeft, met in stemming van den ministerraad, bevorderd, dat voor het onderwijs een vereenvoudigde sclü'ijfwijze zou worden ingevoerd. Teneinde dit doel to bereiken met een minimum \an bindende voorschriften, zijn bij Ko ninklijk besluit wijzigingen gebracht in de examenprogramma's, die bij Koninklijk be sluit zijn geregeld. De regcering meende zich daartoe te. kunnen beperken, omdat dan vanzelf het onderwijs zich daarnaar zou richten. Er is derhalve geen sprake van niet meer dan een „ministerieelo beschikking". Er is ook geen sprake van „omgaan van den ministerraad". Wie zijn de deskundigon? Het tweede misverstand ligt in het be antwoorden van do vraag, wat in de rege ling van de schrijfwijze dc beteekenis moet zijn \an de deskundigen, en wie deskundig zijn. Wie zijn de deskundigen, wier advies de regcering noodig heeft? Voor betwisting schijnt mij toch niet vatbaar, dat dit taal kundigen moeten zijn. Men dient allereerst te weten, welke schrijftaal taalkundig juist is. Mijn bestrijders hebben alleen hierin ge lijk, dat dit niet het cenige olcntent is. Er geldt vervolgens bij clko wijziging van de schrijftaal, een clement van opportunisme. Dit geldt, omdat elke wijziging \oor het gros van de taalgebruikers aannemelijk moet zijn. Is zij dit niet, dan zal men bij de invoering niet slagen. 'lot liet beoordeclen Aan dit opportunisti sche clement zijn de taalkundigen geens zins onbevoegd. Zij zijn ook taalgebruikers; zij kennen dc taalgeschiedenis, dc prece denten. Dc taalkunde is het voorwerp van hun studie, en daarmede de functie van de schrijfwijze van dc taal. Maar de stelling is juist, dat men vcr- standig handelt door ook de gezindheid van deskundige taalgebruikers te verkennen. Als autoriteit van het beperken van de schrijfwijze zijn, in onzen tijd althans, de woordkunstenaars niet bruikbaar. Zij zijn als zoodanig niet bruikbaar omdat zij, hoe grooler kunstenaars zij zijn, zich des te eigenrnachtigcr toonen in dc schrijfwijze. Een regeling Aan dc schrijfwijze cischt uni formiteit. De kunstenaars voegen zicli daar naar nooit. Daarom is liet zoo curious, dat zij de handhaving van De Vries en Tc Win kel propagecrcn. Zij zijn doortrapte zon daren tegen De Vries en Tc Winkel. Zij storen zich aan geen regel van grammatica, als hun dit in Avoord- en zinsvorming niet Ie pas komt. Zij zouden zich Avel wachten, zich onder sanctie trouAv te verklaren aan Do Vries en Te Winkel. Hun verzet tegen het nieuwe is zuiver negatief: zij zijn tegen elke uniformiteit. Zijne Exc. Min. H. P. MARCHANT. Wanneer men aan dc hier gestelde èischen het beleid van dc rcgecring toetst, zal niemand in redelijkheid kunnen ont kennen, dat zij daaraan heeft voldaan. Zij heeft aan deskundige taalgeleerden gevraagd naar dc eischcn der Avctcnschap Zij heeft vooropgesteld, dat hiernaast ook met opportunistische factoren moest Avor den rekening gehouden; zij \rocg om aoor lichting omtrent een ie bereiken compro mis. Dat in de commissie van voorberoi- ding dc vercenvoudigers in dc meerderheid waren, is gevolg van hel feit, dat dc taal geleerden in meerderheid vereen\oudigers zijn. In deze commissie Avas het trouwens niet te doen om beslissingen, bij meerder heid van stemmen genomen, doch om het afwegen van dc verschillende argumenten. Een compromis kwam tol stand, waartegen achteraf één lid bezwaar, maakte, llij heeft, bij het vaststellen van de methode, die thans is ingevoerd, op dat hoofdpunt van dc buigings-n volledig zijn zin gekregen. Alleen ter zake van de uitgangen -clen en -eren, Avaarin men tot Siegcnbeek is terug gekeerd, had hij dc dubbele e willen hand haven. Men kan dus zeggen, dat dc inge voerde schrijfwijze is dc schrijfwijze Aan Ginnekcn. Dc continuïteit is gehandhaafd door de handhaving van De Vries cn Te Winkel, Avaarop alleen afAvijkingen zijn ingevoerd, die bestaan in het schrappen Aan overbo dige en Avetenschappelijk niet te verdedigen letters. Dc regeling avijkt in hoofdzaak niet af van de regelingen, die sedert. 1912 zijn voorgesteld door dc deskundigen. Men kan nu reeds, nog geen tweo maan den sedert dc invoering, vaststellen, dat dc nicuAvc SchrijfAvijze hij liet overgroote deel van het ondcrAVijs is aanvaard. De ar gumenten, door de verzetslieden aange voerd, 'geven geen aanleiding dm te vér- wachten, dat het overgroote .deel van het volk niet zal volgen. Ik heb goeden grond om aan te nemen, dat ook naar het oordeel van prof. Hui zinga, uit Avetenschappelijk oogpunt op de wijziging geen aanmerking is te maken. Maar hij meent, dat do wetenschap hier niet beslissend is. Dit is het tweede mis verstand. Het goede, dat verloren gaat. Het goede, dat verloren gaat, bouAvt prof. Huizinga op in vieren. Ie. Het schriftbeeld wordt onduidelijker. Do vlugge lezer kan het gelezeno niet meer pij geheeio zinsneden tegelijk opnemen. Door de dubbele e cn o cn de ch in sch Aveg te nemen, „maakt men het schriftbeeld een toniger en daardoor minder licht toegan kelijk". Hier rijst de vraag: Hoe Avcct hij dat? Heeft prof. Huizinga ervaring van het le zen? Hij beroept zich op die ervaring niet. Ik vrees, dat hij de proef niet heeft genomen Evenmin bewijst hot feit, dat prof. Hui zinga in de nieuwe schrijfwijze niet zonder te Aveggcvallen letters goed Nederlandsch vermag te schrijven, dat een ander het ook niet kan. De bewijzen voor het tegen deel liggen voor het grijpen. De goed ge- styleerde geschriften in de vereenvoudigde schrijfwijze-zijn talloos. 2e. Door „Duits naast Pruisisch" zal het gevoel voor den bouAv der taal, toch al be- IreurensAvaardig zAvak ontwikkeld en onvol- doende gekweekt, schade lijden. Hij bepaalt zich tot dit éénc A'oorbceld. Over de andere niet genoemde gevallen kan ik dus niet spreken. Maar do beteekenis van dit ccnc voorbeeld is dan toch ook Avel buiten clko redelijkheid overdreven. Dc schrijver vindt ies afschuwelijk. Dus had het moeten blijven Duitsch cn dat, om deze eden: „Het gevoel voor dc functioncele ge lijkwaardigheid der uitgangen sch cn isch sterft daarmee af". Ik kan erkennen, dat het handhaven van do uitgang-isch, geschied tor cere van het esthetische gevoel van prof. Huizinga cn anderen, de uieuAvc methode niet opluistert. Men zou van een Schönboitsfchlcr kunnen spreken. Maar dat hierdoor het gevoel voor ile bouAv der Ncdcrlandschc taal zou Avordcn •ifges'ompt, is overdreven. 3e. „Allerkostbaarste taalmiddelen Avor- den roekeloos prijsgegeven. Weer beperk ik ni,i". Over anderq „allerkostbaarste taalmid delen, die roekeloos Avorden prijs gegeven", kan ik dus niet spreken. Ik ken ze niet. Maar hier schrijft prof. Huizinga alleen over net gébruik van den genitief d c r. Hij schrijft, cr echter niet juist over. Juist is, ('at men bij bet gebruik van de vorm zich zal hebben te richten naar het beschaafde taalgebruik. Niet juist is, dat liet beschaaf de taalgebruik der alleen kent in staande uitdrukkingen. Dat is in dc regels niet to vinden. In slaande uitdrukkingen vindt men der bijvoorbeeld in ,.in der minne". Het is geen genitief, maar het blijft gehand haafd, als staande uitdrukking. Dc genitief ,der" daarentegen kan men blijven gebrui ken over dc gohcclo lijn. In liet meervoud zal het gcencrlei moeilijkheid opleveren; dc vorm is voor deze zelfstandige naamwoor den gelijk. Wil men der blijven gebruiken in het enkelvoud, dan is ook dit geoorloofd. Punt 3 met zijn gevolg: stijlverslapping, is dus een vergissing. En eindelijk 4. Het Nederlandsch wordt (dit is natuurlijk een bijkomstig argument) nindcr begrijpelijk voor vreemden. Tot nu toe kon de vreemdeling met eenige kennis van het Duitsch uit onze geschreven taal neei of min wijs worden. Met voor dc hand liggende voorbeelden is aan te toonen, dat cdoeldc vreemdeling cr niets aan beeft. Hij kan er avcI door in verw arring komen. De minister besloot zijn rede aldus: Dit is de laatste spellingrcdc. Dc strijd is PAvonnen. Het onderwijs is veroverd. In een belang rijk deel van de publieke dienst is do nieu we schrijfwijze ingevoerd. In het maatschap l elijk leven dringt zij verder dooi» van dag 'ot dag. Dagbladen hebben haar aanvaard on talloozc periodieken. Dagelijksch komt dc vereenvoudiging van dc pers. Do adverteer- Iers in de nieuwe schrijfwijze nemen snel toe. Ja, Avat Avil men nog, nu Plesman met zijn K.L.M, zijn Pelikaan, zijn Ui ver, in zijn voornaamste afdeeling, dc vlicgdionst ver- renvoudiger is gebleken? Nu hij dc roem van Nederland in vereenvoudigd Neder- 'andsch Avcct te vertolken? Nu wij straks Parmcntier cn do zijnen in vereenvoudigd Nederlandsch gaan huldigen? Nu dc man nen van de daad de ballast van c's en o's, ch's cn n's hebben over boord gegooid? Niet zoo, maar zo! Als het millioen schoolkinderen op 17 No vember hun cent komt brengen, dan ko men de kinderen huldigen de daad, de Ne- derlandsche daad zonder ch. HET AUTO-ONGELUK TE ELBURG. Z av o 11 e, 29 October. De hoer J. van Maris uit Utrecht, die hedenmorgen bij een autoongeluk onder Elburg ernstig werd goAvond en naar het Sophiazickenhuis al hier is vervoerd, is aan de bekomen ver wondingen overleden. is altijd voordeeliger, 100 veiliger en ruimste taxi te dezer stede. Naar buitenland, een telefoontje en wij staan gereed. Vraagt prijs bij ons voor trouw plechtigheden enz. De Ondernemer, G. LENSINK. Hoogeweg 49. WERELDSPAARDAG. Morgen: 31 October. Dan gaan gedachten naar het sparen En naar ccn „dikke" port'monanic, Dan tellen guldens, kwartjes centen Op d'cxtra-dog ook extra mee. Dan denken Avij aan later dagen Aan zorgen van-den ouden-dag; Dan liijschen avij' veiligheidshalve Reeds thans die- mooie spaarzin-vlag. Dan loopen Avij niet onervaren In grootcn, finantieelen nood En weten Avij het uur gekomen Dat ruimte ons tot sparen bood Dan wordt liet: op-dc-klcintjes-passen Geheveld naar den spaarderszin En gaat er véél, desnoods maar weinig Het boekje op of busjo inl Dan denken aa ij aan onze kind'rcn, Lees: aan de toekomst van ons kind, Dat mogelijk avc zien het thans toch Eon boterham heel (moeilijk vindt. Dan geven Avij het kind een boekje Bij dc Nutsspaarbank onzer stad En als U góéd ziet, lacht in 't wiegje Bij dc geboorte reeds Uw schat...II Dan stelt U niet tot overmorgen Nog uit, Avat mogre'n U kunt doen, Wantni o r g cn is dc Wcroldspaar- dag: Tien gulden! schalt de spaar-klarocn. Dan staat Nutsspaarbank tien gulden Voor "t Wcrelüspaardag-kindje af, Terwijl men alle AndTo dagen Eén gulden geeft cn... altijd gaf. Dan gaan Avij cn dit „dan" is: morgen Bij onze Spaarbank even aan, Beseffende de groote Avaarde Om gunstig daar te boek tc staan!! PHILIA. ROZENCULTUUR. Een nieuwo „Uiver", Hoerde, 24 Oct. Door de firma Buis man, Rozenkweekers te lieerde (Veluwc) is een nieuwe door haar gcAvonnen roos genaamd „Uiver". UTRECHTSE WEG 85 hef speciaal huis voor wol en handwerken VANAF 6 NOVEMBER VAN DE NIEUWSTE HANDWERKEN TELEFOON 15 Er bestaat geen grooter vreugde den an deren vreugde to bereiden Uit bet Engclsch van HUGH WALPOLE cn J. B. PRIESTLEY door II. A. C. S. '-'9 lk stond op cn hij er vandoor. Dat was al wat cr gebeurde. Eén blik in mijn richting en hij was de deur uit cri de trap af. Ik hooide de deur van het logement achter hem dichtslaan. W<1, Aval zeg ie daarop? Is dat niet een charmante broer, die mijn Jean heeft? En raak ik niet netjes in de Rossett-zaken betrokken? Ik moet op bonden. Deze is lang genoeg geworden Wacht ijng maar één dag en Jij zult weten of Marjoric in Lamhdalc is of niet. Je je toegenegen MARK. P.S. Later. Ik heb juist en wonderbaar lijk uur niét Jean gehad. Iiier, in deze zelfde kamer lk zal morgen schrijven. Waf een geluk voor mij wat '11 ongc loof lijk geluk! The Heretics, Regency Street, W. I. Beste Mark, lk ga jouw brief opeens beantwoorden om twee redenen. De eerste is, dat ik be hoefte heb jc een stuk van mijn ziel ie geven (waarom geven Avij alleen do on plezierige stukken weg#) Laat ik een paar zinnen uit je laatsten brief citeeren: „7al het goed voor Marjoric zijn om van jouw inr.erlijken drang tc weten? Zal zij later niet altijd tegenover jou in dc meerderheid zijn? Wanneer jullie weer bij elkaar bent, zou ik cr, als ik jou avqs, mijn mond over houden." Denk jij, dat je aan bisschop Proudie aan 't schrijven bent? Is dit jouw begrip van den bmvclijkschen slaat? meerderheid? mend houden? Jij kunt mooi daar Sitlcn, te midden van die pre cl 1 tigc heuvels, bewerend, dat je verliefd bent, cn toch zóó glad, zoó ordinair sehrij ven over de teerste en verrukkelijkste dei menschelijke verhoudingen hel is ong.j looflijk! Als je zoo bent, als groen bout. hoe zal je dan zijn als liet dorre? Zal ik je zeggen, waarom je zulke dwaasheid aan mij kunt schrijven, cn toch. 111 de dadelijk daarop volgende paragraaf, dol zijn als Shakespeares' Romeo? Jij geeft jezelf bloot wanneer je over mij praat als over „den op zijn gemak geleiden, zelfvoldanen, geluk kig getrouwden Robert New lands". Onder in je kinderlijke ziel zit de overtuiging, dat Marjoric cn ik geen reëele mcnschon zijn, geheel en al veivchillend van jou en je Jean. Jij verbeeldt jo heusch, dat, wanneer een man cn een a rouw naar het altaar gaan, of naar het stadhuis, zij in een oog wenk veranderd Avordên cn dat zij daarna automatisch „op hun gemak gesteld, zelf- voldaan, gelukkig getrouwd" worden. Neen, zulke mensohen bestaan alleen maar in de verbcelring van kinderen En jij, beste Mark bent een kind. De tweede reden, dat ik opeens aan jc schrijf, is 0111 in het licht te stellen, dat ik nog altijd rondspook in deze club (waar ze mij begin 11 nen to haten) wachtend op nieuws over een vrouw, die een kennis van mij Ie. Haar naam zeer wonderlijk is niet RÖSsétt: hij is New lands, Marjorie New an de. Zij is een vrouw van in de der tig, met bruin, redelijk lang haar, grijze oogen. een paar sproeten en een kleine, zeer geestige neus. Haar slem als ze zich zou verwaardigen tot je te spreken je zult 't ontdekken, is zeer muzikaal cn vroolijk on vol van modulatoics, die jc mot geen mogelijkheid kunt hopen tc begrijpen voor je ongeveer veertig bont. Zij is zeer goed (d.w.z. duur) opgevoed, maar heeft de wel voegelij kheid gehad al les ervan te vergeten. Zij beschouwt het leven als een komedie, met kleine romantische entre actes, cn voelt misschien noga' neiging om zichzelf te beschouwen als de producent van het bij zondere stuk, waarin zij een rol spjelt. Ik vermoed, dat zij als een zuiver raspaard, meer verstand, werkelijk verstand, heeft dan jij cii ik (en ik weet niet hoeveel Ros- sctts en Trumps) bij elkaar, maar aan den anderen kapt, om-da* zij op en top een vrouw is, heeft zij niet dcnzelfden kijk als wij en kan bij tijden wonderlijk ongevoelig cn weinig nauwgezet zijn. Zij is een beetje wantrouwend tegenover mannen en hun kleine maniertjes, voornamelijk omdat haar vader ccn gruwelijke oude ogoist was en zij lang genoeg met. hem leefde om hem door te hebben (En nu zeg jij. natuurlijk, dat zij lang genoeg met mij geleefd beeft om mij door tc hebben Mogelijk Maar je moest den oude lieer gekend hebben, zeer char mant en met een neiging om geestig te zijn, maar geweldig zelfzuchtig, innerlijk zoo onverzettelijk als ccn slagschip). Zij is veel meer toegeeflijk jegens vrouwen, of schoon ze ccn antipathie, heeft tegen hun 'honderd en een barrières en hoggeijes,.. en, omdat zij zoo dom-onlogisch zijn, en zij werkelijk de voorkeur geeft aan bet ge- 1 zeischap van mannen. Zij is zeer, zeer be schaafd, ons Avaarschijnlijk ongeveer twee duizend jaren vooruit, maar tooh houdt ze er nogal van om kalm oorspronkelijk te zijn: zij zou een boom kunnen zijn, maar niet een aap. Haar gevoel voor humor is prachtig, maar heeft vreemde kale plekken, zoodat er. momenten zijn, wanneer iedereen pret heeft, maar zij beeft een waig cr van, of is verontwaardigd, ofschoon cr neg meer momenten zijn, wanneer iedereen een walg heeft of verontwaardigd is, en zij heeft pret. Niets in de krant boeit haar, behalve de advertenties van 'buitcnland- sche hotels. Ik zou opmerk:ngcn over be kende praatjesmakers liever van haar dan van iemand anders hebben. Terzelfde tijd heeft zij 't dikwijls bij het verkeerde eind, omdat zij niet begrijpt hoe dikwijls men schcn zich vergissen c;i zoo ziet zij dan een dwaas aan voor een schurk. Wanneer zij een gewone dwaas ontdekt, is zij een tijd iang erg gelukkig in zijn of haar ge zelschap. (Waarschijnlijk ziet zij in mrs. Masham een gewone dwaas). Wat zij ze ker niet begrijpt cn nooit zal begrijpen, is: de kracht van een idee. en bet aantrekke lijke, dat cr zijn kan in on-wrikharc conti nuïteit, in de sterke muren van het dogma. Haar vlug en fijn verstand veracht prin cipes en codes en systemen, cn zij is wer kelijk een geestelijke anarchist. Het re sultaat is, dat wet en regel, die op den een of anderen tijd gelden moeten^ bij haar heelemaal hun zin krijgen in elk an der geval als het onderhavige cn ik heb niemand gekend, die zóó verstandig cn verdraagzaam is als zij, die zóó'n antipa thie tegen het exentrieko heeft als zij. Maar dan Avecr maar Avat is dat alle maal voor dwaasheid? Loop naar den duivel! Ik begon met in bitteren ernst te schrijven, 't Moet de (voor mij) amusante vormelijko stijl ge weest zijn, die mij verleidde. Jij waart erg dapper tegenover die Masham. En jc zult nog dapperder zijn als je naar de Donkere Toren zelf gaat en niet alleen aan een Masham Avcerstand biedt, maar ook aan een vl'ouav als mrs. Carslake—Pylo met haar dubbele medium, en blijkbaar een heel gezelschap astraal-lichamen Heusch ik kan Majorie niet voorstellen midden in zoo'n troep. (Maar als zij er is, heeft ze haar verdiende loon. Ik zóu lust hebben cr been te gaan en eiken avond door het salon-raam naar haar te grinniken). Waar schijnlijk ging zij al dagen geleden weg. Laat mij iets weten zoo spoedig mogelijk. Ik ben een en al ongeduld, 0111 van hier weg te komen Het lijkt mij, dat jouw ei gen zaken zich in zeer zonderlingen staat bevinden. Jo ROBERT. De Bruine Stier. Garrowdale. Beste Bob, Dit is slechts een kort briefje, voor een deel om jouw ongeduld tc kalmeeren cn voor ccn ander deel 0111 jc tc zeggen dat elk oogenblik iets kan gebeuren met mij met Jean, met bet heelal Ik had gedacht aan jou wat uitvoeriger to schrijven over mijn lange gesprek met Jean gisteravond. Maar nu kan ik 't niet. Aan den eenen kant zijn de dingen te ern stig; aan don anderen kant nu aan den anderen kant kan ik mijzelf aan niemand uiten, zelfs aan jou niet. (Wordt vervolgd)* I

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 5