KEITJES Sigaretten en sigarettenpapier H. SV3. KOENE Jzn. 3 x plaatsen voor f 1." Jitsluötend bij voor uitbetaling. Fiscale maatregelen ontdoken Longenpestgevallen te Batavia LETTERKUNDIGE KRONIEK RONDOM DEN BOOMSTAM WONINGINRICHTING EN KUNSTNIJVERHEIOSARTIKELEN Waaronder ruime keuze: AARDEWERK GLASWERK SMEEDWERK SOLAMASSIVE BYOUTERIEËN Kapstok, divan- en tafelkleeden Dres- Handgeweven soir- en schoor- steenloopers, Kus- v sens. TORENSTRAAT 1 hoek Plantsoen W INDISCHE KRONIEK De financieele toestand van Indië moet nog altijd bedenkelijk worden genoemd Een van de jongste maatregelen der re geering om cenige orde to scheppen in de wijze, waarop artikelen belast zijn, is het opheffen van het recht op sigarettenpapier, waartegenover een verhooging van den accijns op sigaretten en gekorven tabak werd gesteld. De verhooging van het recht op sigaret tenpapier dateert van 1926 en in den Volks raad is toen op duidelijke wijze hiertegen gewaarschuwd aangezien het opvoeren de smokkelarij in zeer sterke mate in de hand zou werken. Vooral de toenmalige burge meester van Cheribon, Schotman, thans voorzitter van den Plantersbond, heeft zich geweerd, niet het. minst omdat een terug gang van de Indische sigarettenindustrie werd gevreesd en dat burgemeester Schot man-zich hier vooral bezorgd over maakte, was geen wonder. De groote fabriek van British American Company staat namelijk in Cheribon. De protesten hadden geen succes. De meerderheid van den Volksraad ging met het voorstel van do regeering mede en be kend moet worden: van achteruitgang van de sigarettenindustrie is niets te bemerken geweest en de laatste jaren heeft die indu strie zich dermate uitgebreid dat de import met sprongen omlaag is gegaan. Voor een eigen industrie is dan ook ongetwijfeld plaats. Het sigarettenverbruik in Ned.-Indic wordt namelijk volgens een matige schat ting gesteld op -10 milliocn stuks per dag! De wijze, waarop de industrie de verhoo ging van het invoerrecht op het sigaretten papier opving, is niet onverdienstelijk. Eerst is, en nog wel door een zeer christelijken afgevaardigde in den Volksraad, de raad gegeven, om in doosjes van 10 stuks ei slechts 9 te pakken en in die van 20 maar IS. Niemand telde immers het aantal na, als hij een doosje heeft gekocht! De fabrikanten hebben echter een veiliger weg gekozen, dan de zooeven genoemde, die tot processen zou hebben geleid, als het be drog ware uitgekomen. Het aantal sigaretten per doosje bleef ge lijk, doch elke sigaret werd zooveel millime ter kevter gemaakt, dat do winst aan tabak opwoog tegen hetgeen meer voor het papier moest worden betaald. Er waren echter honderden kleine fabriek jes, die zich wegens onvoldoende technische outillage minder gemakkelijk konden aan passen en dit heeft aanleiding gegeven tot zulk een smokkelhandel, dat de regcering ton slotte het geheele invoerrecht maar op geheven heeft. Eerst werd ongekleurd bloemenpapier. 't welk zoo goed als vrij van invoerrecht was, bij balen tegelijk geïmporteerd en als siga rettenpapier verwerkt. Dit had strenger op treden Tan de douane tot gevolg en ten slotte werd tot sigarettenpapier verklaard alles, waarvan niet bewezen kon worden dat het niet voor sigaretten zou worden ge bruikt. Plotseling hield de invoer van wit bloemenpapier op en kwam er enkel ge kleurd binnen. Dit. bleek door een zeer een voudig proces gemakkelijk volledig Ie ont kleuren waarop nog strengere maatregelen werd<?ii getroffen. Ineens scheen Indië een geweldige behoefte to krijgen aan copicboo ken, vooral aan dikke. De ontvanger van die boeken liet het papier aan reepen snij den, die dan hun weg vonden naar de vele sigarettenfabrickjes. j Toen stond de douane vrijwel machteloos. Het verbieden van den invoer van copieboe- ken, waarvan er werkelijk een groot aantal door den handel gebruikt worden, of het heffen van een zwaar invoerrecht, zou na tuurlijk den reëelen importeurs hebben ge troffen. Een bepaling maken, dat een firma niet meer dan een bepaald getal boeken in voorraad mocht hebben, ging evenmin en ten slotte heeft de regeering de strijd op gegeven. Voorgesteld wordt het invoerrecht te doen verdwijnen, waartegen zooals reeds gezegd de accijns op sigaretten en gekorven tabak zal worden verhoogd. Dit laatste is noodig, omdat anders de door de Inlanders zelf gemaakte sigaretten nog goed- goedkooper zouden worden dan die, welke in een toko worden gekocht." Of de regecring ten slotte quite zal spe len, mag niet met zekerheid worden aan genomen. Alle berekeningen van het depar tement van financiën zijn tot nu toe falikant uitgekomen en waarom zouden wij ditmaaJ niet ccn uitzondering tc maken hebben? Dc handelsbalans over dc eerste 9 maan den van het jaar geeft een stijging van dc waarde van den uitvoer te zien, doch een vermindering van het aantal tonnen. Het laatste is even bedenkelijk als het eerste ge legenheid geeft tot voldoening, hoewel het onjuist zou zijn uit deze stijging te conclu- dceren, dat wij weer aardig gevorderd zijn op de helling, die omhoog voert. De betere rubber- en thceprijzen met het tin, zijn hier voor een goed deel oorzaak van, waarbij een veel grootere uitvoer van aardolieproducten komt. De petroleummaatschappijcn nemen weer personeel aan, doch 'n betrekkelijk ge ringe verschuiving van prijzen of behoeften op de wereldmarkt, kan hier dadelijk weer tot ontslag en vermindering van den uitvoer leiden, zoodat het in hooge mate gevaarlijk zou zijn, deze bron van inkomsten als een definitieve te beschouwen. Intusschen: bin nen is binnen cn in dezen tijd is elk mil- lioontje er een. Staan wij hier nuchter tegenover den even oplevcnden export, in Nederland schijnt de regecring ccn meer optimisfischen kijk te hebben. In dc toelichting tot de 260 mm lee ning voor Indië tot consolideering van do vlottende schuld hebben wij gelezen al thans indien de daarover ontvangen tele grammen juist zijn dat een leening te rechtvaardigen is, aangezien dc bezuinigin gen in Indië do verwachting van een slui tende bcgrooting wettigen. Het is algemeen hekend dat de wijze waarop leeningen \an particuliere maat schappijen aan den man worden gebracht, wel eens doet vermoeden, dat men de waar heid omtrent den toestand van het concern of do onderneming zoo'n heel klein beetje ccn loopje wordt genomen richtte Ba rendje Licht niet een maatschappij op tol exploitatie van de maan, waarvoor hij ccn kapiaal bijeen wist te krijgen? doch in dien de regecring ccn leening toelicht, mo gen wij volkomen serieuse taal venvachten. Van dc uitlating omtrent het in de toekomst sluien van de bcgrooting, zijn wij hier daar om meer dan ccn weinig verbaasd. Dc uit voerrechten loopen weer op gelijke hoogte, de opbrengsten van monopolies toonen een catastrofale daling, \ooral van de Staats spoor, en nieuwe bronnen Tan inkomsten zijn niet meer aan te horen, terwijl het raak bezuinigen reeds van invloed begint te wor den. Het opheffen van speciale diensten en het overdragen Tan tal van zorgen aan het bin- nenlandsch bestuur heeft daar een nijpend gebrek aan krachten kenbaar gemaakt. Uit breiding van personeel zal binnen zeer kor ten tijd niet achterwege kunnen blijven. De rampok in Madioen kon alleen be dwongen worden dooi het onttrekken van do veldpolitie aan een zeer groot deel van Soerabaja. Het toezicht in roerige streken is op het oogenblik beslist onvoldoende en het herstellen van diensten cn bedrijven op de oude formatie zal binnenkort op tal van plaatsen moeten geschieden, wil hel geheele apparaat niet defect raken. Dc steeds grootere zorg, welke de regecring over han del cn bedrijf moet uitoefenen, cischt ook personeel. De begrooting van het departe ment van economische zaken voor 1935 zal ook nog wel door enkele suppletoire worden gevolgd. Do financieele toestand Tan Indië moet dan ook nog slceds zeer bedenkelijk worden genoemd cn liet optimisme van het Plein heeft hier ccn tamelijk zonderlingen indruk gemaakt. We helpen het van harte hopen, dat er geen tekorten meer op de bcgrooting zullen voorkomen, doch wij moe ten dit helaas zien, voor wij het geloovcn. Te Batavia zijn cenige gevallen van lon- genpest voorgekomen, wel de ergste soort van pest, die er bestaat, daar dc besmetting met den adem mee komt. Het zijn tot nu toe slechts enkele gevallen geweest en dc isolatie van de personen, die met de slacht offers in aanraking zijn geweest, schijnt af doende, zoodat voor besmetverklaring of on gerustheid Toorloopig geen aanleiding be staat. De ziekte is uit Bandoeng ingevoerd. Daar stonden enkele contactpersonen onder stren- de controle, doch tTvce van hen wisten tc ontsnappen en naar Batavia te gaan. Dc politie, die hier spoedig van op de hoogte was, liet het waarschuwen van Batavia ach terwege, uit vrees, dat dc ontsnapping pu bliek zou worden! In Batavia aangekomen sterft een van dc twee en de majitri van den gezondheids dienst die de doodsoorzaak moet constatec, ren, geeft als zoodanig malaria op. Den vol genden dag sterft dc tweede persoon, in de zelfde woning en weer constateert dc man tri malaria. Dat hij het niet vreemd gevon den heeft bij twee personen afkomstig uit dezelfde plaats, en die kort achtereen ster ven malaria tc constatccren, zal een Hollan der meer treffen dan een Indischman. Als dc mantri ook bij den tweeden persoon ma laria constateerde, was hij immers van alle soesah af. Waarom dan speciaal gaan zoe ken naar ccn andere ziekte? Dc grootste fout is echter begaan door dc politiemannen uit Bandoeng, die uit vrees, dat dc ontsnapping bekend zou TVorden deze maar stilhielden, in dc hoop dat ernstige gevolgen zouden uitblijven. Het is anders gcloopcn. In Batavia zijn tot nu toe drie personen aan longenpest ge storven en nagegaan wordt of, behalve ad ministratieve, ook strafrechterlijke maatre gelen te treffen zijn tegenover de menschen die het waarschuwen van de politie tc Ba tavia opzettelijk hebben nagelaten. Vroeger moest dc doodsoorzaak steeds door een Inlandsch arts worden geconsta teerd. De bezuiniging bracht mee, dat dit belangrijke werk aan een mantri moest wor den overgelaten. Avercchtsche bezuiniging kan soms wel duur komen te staan. E. du Perron, de Smalle Mens, (uitg. Quérido, Amsterdam Op blz. Mi van zijne verzameling be schouwingen, die onder den li!el: „De Smalle Mens" zijn verschenen, schrijft de Heer du Perron: „Een kritiek nu weer schrijven op liet werk van een kritikus is, bij een in ons land licerschendc gedachten- verwarring hieromtrent een bijna hache lijke zaak: is men het niet overal met dc kritikus eens of verstout men zicli nog iets anders te doen dan een uitvoerige inhouds opgaaf te leveren van zijn bundel, dan maakt men zich immers schuldig aan dc diep verachte zonde der „antikritiek". Deze verklaring belet eigenlijk het leve ren van kritiek op dc bloemlezing van kri tische opstelen, die vóór ons ligt. Wij zou den er ons evenwel niet door uit liet veld laten slaan, ware het niet, dat dc kriti sche figuur van du Perron meer roept om ccnc kenschetsing dan om een weerleg ging. Want de weerlegging of bespreking van een oceaan van meeningen eischt meer ruimte dan enkele dagbladkolommen, en liet publiek, dat du Perron op zijn wijze veracht, wil geen schermutseling over mec- ningsdétails, maar wil weten wat het aan E. du Perron heeft. Du Perron heeft den echten, rinzigen geest, die ccn kritikus van professie eigen moet zijn. Wanneer hij geen kamerjapon heeft en geen kalotje, en geen duurzame be hoefte aan kachclwanntc, wanneer hij geen groote bril heeft, waarachter mes scherpe oogon, dan kan men hem zich zoo voorstellen. Hij is volkomen gespeend van lyrische bevliegingen, en hij heeft een afkeer van constructieve mecningsopenba- ring. Wie van kritiek een constructief werk maakt, is al half voor dc kritiek verloren. De ras-echte kritikus is een gesublimeerde pruttelaar, een geboren Jantje Contrarie, die in elk gedachte-bouwen ccn afleiding ziet van zijn natuurlijke waakschheid. Wij zien du Perron vóór ons. Lezend, lezend, lezend tot hij niet meer kan. lleele bloc-notcs vol kriebelend met. z.ijn puntige aanteekeningen. En dan zijn duizend inci- dentcclc ervaringen omtrent boeken, meri- sclien en verschijnselen aaneenrijgend tot zulk een bundel essays, waaruit een dui zelingwekkende belezenheid spreekt cn een duizelingwekkend spel Tan Tcrnuftigc re acties. Heeft du Perron dan gen overtuigingen? Hij moet er vele hebben, en ze moeten haar oorsprong vinden in het bewustzijn eencr zuiverende roeping. Doch tlezc over tuigingen blijven achter zijn uitingswijze verborgen. Zijn duurzame houding is die van hot verzet. Is dat verzet een „nutteloos verzet"? Wij geloovcn het niet. Als er niet voortdu rend gemelijke en sarcarstischc figuren op staan, als er geen Coencn's komen en geen Greshoff's cn geen du Perron's, dan gaan wij altijd opnieuw onder in leuzen en fraseologie. Vooral in de literatuur Want de gevaarlijke kant van de woordkunst blijft het, dat zij een kunst van „woor den" is. Wij willen enkele voorbeelden op-pikken uit dozen bundel, waarin alle denkbare reacties op de verdwalingen van den tijd geest chaotisch liggen uitgespreid, om den lezer die niet reeds zeer innig niet dezen weinig populaire schrijver vertrouwd is, iets nader to brengen tot zijn geest. Het boek begint met een aanval tegen liet ver gelijk, dat bezig is gesloten te worden tus- schen de film-ontwikkeling cn dc film-kri tiek. Dc essay, die getiteld is: „Koek, Zand en Grind", vormt tevens een aanval tegen den film-dcskundigc bij uitstek: Mr. Hen- rik. Schollc. Du Perron proeft in Schollc cultuur-verraad, wanneer liij Scholte ziet schrijven, dat „Tan ccn vorm (dc film) die slechts krachtens dc vraag Tan mil- lioencn bestaat, onvoorwaardelijk verbete ring te cischen Tan den inhoud, neer komt op een intëlïèctueele idee fixe van wereld- verbetering in liet out ruchtbaar vervangen Tan sociale wetmatigheid door individu,- alistischc voorkeur." „Neon", zegt du Perron: „zoo 'n idec-fixc blijft toch het cenige, niet alleen tooi* liet individu, maar zelfs voor de massa. Een film is niet als een operette, waar dc muziek het desnoods zonder cn soms veel heter zonder het li bretto stellen kan; ccn film bestaat, als ccn schilderij, niet. zonder den inhoud. En nu verblijdt Scholto er zich wel over, dal de koek tenminste gemaakt wordt als koek cn niet als zand en grind, maar Du Perron is bedroefd over dezen vooruit gang, waarbij men voor zoete koek leert opeten, wat nog zoo naar zand cn grind smaakt. Dc quacslie, die hier wordt aangeroerd is belangrijk. Du Perron stelt dc vraag, of men tevreden mag zijn met ccn kunstzinniger worden van dc technische cn artistieke ver zorging van dc rolprent, indien het wezen der rolprentkunst blijft wortelen in liet massa-instinct en niet in ideëelc waarden. En hij verwerpt ccn opportunisme, dat Scholte aanvaardt. Deze Kritikus zoekt naar csscntieolc waar den, ook wanneer hij, naar aanleiding van D. H. Lawrence's „Lady Chatterley's Lover" het oude vraagstuk van de erotiek in de li teratuur ter hand neemt. Indien men, zoo vraagt du Perron zich af, zooals Lawrence wil, mannen en vrouwen wcnscht, die het sexucclc volledig, eerlijk en zuiver willen overdenken, is het dan dc weg om „obscene woorden" te gebruiken, „omdat die een na tuurlijk deel zijn van het bewustzijn dat wij hebben over ons lichaam? „Neen, aldus dc zienswijze van du Perron; die theorieën liggen naast de zaak, die liier aan de orde is. Waar het op aankomt is, dat dc auteurs levende menschen uitbeelden, aldus kan men de menschen begrijpen, ook in hun erotische drift. i Wij schreven, dal du Perron niet construc tief is. Toch ligt cr wel systeem in zijn no gal ie. Er bevindt zich in dezen bundel een essay, getiteld: „Ons deel van Europa", die een meesterstuk vormt van Sokratischc dialoogkunst. Met venijnig genoegen wordt in dien dialoog alle fraseologie omtrent den Europeeschen geest, den internationalen geest, die ons allen zou behcerschen, aan eigen consequentie vernietigd. En een pen dant van deze pincet puntige ontleedkunst, is du Perrons kritiek op Donker, t\ien hij verwijt, van een bezield begeleider der dicht kunst tot een uitlegkundige, tc zijn ontaard. Ieder begrijpt dat cr langer en diepzinni ger over du Perron te schrijven is, dan deze enkele kolommen vermogen te bevatten. On ze bedoeling beperkt zich lot het kenschet sen zijner algemeen physionomic. Die phy- sionomie is het gelaat van den waarheids zoeker tot het uiterste, van den ontlcdcr van schijnen en frasen. En zoo zeer is hij dit uilsluitend, dat hij vormschoonheid in de uiting aan zijn stekeliig temperament heeft opgeofferd. Dit proza is persoonlijk, is ingu- lier, maar het is verre van gaaf. De auteur struikelt over zijn kennis, over zijn intel lect. over zijn oplettendheid. Een gave stijl zou du Perron in zijn diepste innclijk als verdoezeling aanrekenen en misprijzen. Maar volkomen gaaf is hij du Perron karak ter en gezindheid. En dat kan niet altijd van dc kweelende schoonschrijvers worden ge zegd. P. II. RITTER Jr. De Berggids De November-uilgave van „De Berggids" het tijdschrift gewijd aan alle takken van dc bergsport, doet ook dit keer weer haar naam eer aan. De lezer wordt, met fraaie beschrijvin gen, gevoerd naar cn op den Antelao, naar Binn, dc Oetztaler hergen, cn den Nanga Partial. Verder treft men onder den titel „Weet je nog wel", een verhaal aan over een tocht naar de kleine Zinne en onder „Tocrberich- tcn" een bijdrage van den heer en mevrouw Korthals Altcsvan Eegben. Vooral ook de schitterende illustraties in dit blad vragen de aandacht. Praten en Breien Dc N.V. Publex tc Amsterdam heeft een nieuw maandblad vóór dc handwerkkunst Zoo langzamerhand worden dc boomcii weer kaal. liet duurt lang dit jaar, nu dc vorst niet vroeg begint in te vallen, maar het gebeurt ook nu weer, zooal.s liet altijd gebeurt, moge bet dan wat vroeger of wat later zijn. Met weemoed zullen velen liet zien: het neerdwarrelen van blad na blad, het weer dor cn kaal worden van twijg na twijg. Maar het heeft ook iets voor: dc lijnc structuur van de boomkruinen wordt nu weer zichtbaar, iedere boom krijgt, nu dc dichte bladerkroon verdwenen is, zijn eigen wezen terug, iedere stam met zijn takken teekent zich af tegen dc winterlucht in zijn eigen schoonheid en bouw. Maar niet daarover wou ik het ditmaal hebben. Wanneer wij ccn oogenblik rondom den boomstam wandelen willen en bij zulk een boomstam oven stil willen staan, dan is liet ons tc doen om wat. daar in dien boom stam rept en schrept, zich beweegt cn roept cn zingt. Ook in Novemberdagen. Dan is het ons te doen om dc meczen en dc sijsjes, om dc goudhaantjes cn dc kraaien, om de vin ken cn dc lijsters. Dan is hot ons ditmaal vooral tc doen om twee merkwaardige vo gels, die in het bizonder „rondom den boom stam" in den meest letterlijken zin van liet woord zich bewegen. Ik bedoel den boomkruiper cn den boom klever. Mooio namen hebben ze niet, maar alleraardigste cn buitengewoon interessante vogels zijn het wél. De meest algcmccno van deze heide is do boomkruiper. Boomklautertje wordt hij in sommige streken genoemd, ook wel Duimpje, Klampvogcltje, Klaverkatje, Klcddermannc- ke zeggen dc Limburgers. En dat zijn alle maal veel aardiger namen. Dc vogel is on aanzienlijk van kleur cn daardoor ook wei nig opvallend als hij zich spiraalsgewijs rondom dc boomstammen beweegt, op zoek naar insecten. Ilij gaat van boom tot boom, begint altijd onderaan cn gaat met schok kende sprongen vooruit, waarbij dc stijve lange staart pennen tegen den stam gedrukt worden. Wie op de stammen let in tuin cn park, in dc bosschcn, langs dc wegen, zal zeker vaak dezen aurdigen klimmer hebben gezien, want hoe onopvallend grijs, bruin en wit de kleur ook moge zijn, door zijn wijze van zich langs dc boomstammen te bewegen onderscheidt het dier zich van andere vo gels duidelijk genoeg, terwijl hij ook het heelc land door voorkomt. Minder algemeen is dc boomklcvcr, die in den volksmond vaak met de spechten in één verhand wordt gebracht cn zoo dc volksnamen blauwspecht, plakspecht cu spechtmees draagt. Nuthatch noemen de En- gclschen hem en dat wijst op zijn eigenaar dige gewoonte om proviandverzamolingcn aan tc leggen cn zoo tc sparen voor den kwaden dag. Dc boomklevcr is ccn veel kleuriger vogel dan dc kruiper. Leiblauw is zijn rug, rood bruin de onderzijde. Drukker van beweging ca geluid is hij ook. Watsje, watsje, watsje, zoo klinkt zijn roep door liet winterhosch, terwijl hij ook fluiten kan op een manier, die aan menschclijk gefluit doet denken. Zijn bewegingen langs den boomstam zijn daarbij heel anders dan die van den boom kruiper, zoowel van boven als van beneden gaat hij langs takken cn stammen op cn neer. Insecten cn 's winters ook zaden, ha- zclnootcn, bcukenooljes cn dergelijke vor men zijn voedsel. Onze hoornen, die vaak door allerlei ge dierte, ook door ullerlci schadelijk ongedier te worden bewoond, bezitten in den klever en den kruiper goede vrienden, die om hun nut. en hun schoonheid ook goede vrienden van den mcnsch moeten hcctcn. Wanneer zij dan ook in onzen tuin. ccn nestgelegen- heid zoeken of wanneer de boomklcvcr zich in dagen van vorst cn gebrek op het winler- voer vertoont, mogen wij hen gastvrij ont vangen en van harte welkom hectcn, zooals zij nu in het. winterlandschap rondom dc kale stammen wat fleurig vertier brengen langs dc wegen en in de bosschen. A. L. B. het licht doen zien n.l. „Pralen cn Breien" onder redactie van Joop ter Heul. Dit hij- zonder fraai uitgevoerd maandblad opent met een inleidend woord van Cissy van Marxvcldt, de bekende populaire schrijf ster van dc boeken over Joop ter Heul. Deze eerste aflevering, welke tal van mooie gekleurde modellen bevat voor handwer ken van velerlei Torm en soort, maakt een zéér goeden indruk. Behalve dat dit tijd schrift wenken cn raadgevingen voor het breien bevat, geeft liet ook inlichtingen voor dc huisvrouw over het maken van diners zónder dienstbode, het vervaardigen van goedkoopc en duurdere schotels, over kamergymnastiek, enz. Een tijdschrift, dat zoowel door inhoud als door uitvoe ring niet nalaat dc aandacht tc trekken.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 13