KEITJES
Sigaretten en sigarettenpapier
H. SV3. KOENE Jzn.
3 x plaatsen
voor f 1."
Jitsluötend bij voor
uitbetaling.
Fiscale maatregelen
ontdoken
Longenpestgevallen te Batavia
LETTERKUNDIGE KRONIEK
RONDOM DEN BOOMSTAM
WONINGINRICHTING EN
KUNSTNIJVERHEIOSARTIKELEN
Waaronder ruime keuze:
AARDEWERK
GLASWERK
SMEEDWERK
SOLAMASSIVE
BYOUTERIEËN
Kapstok, divan- en
tafelkleeden Dres-
Handgeweven soir- en schoor-
steenloopers, Kus-
v sens.
TORENSTRAAT 1 hoek Plantsoen W
INDISCHE KRONIEK
De financieele toestand van
Indië moet nog altijd
bedenkelijk worden
genoemd
Een van de jongste maatregelen der re
geering om cenige orde to scheppen in de
wijze, waarop artikelen belast zijn, is het
opheffen van het recht op sigarettenpapier,
waartegenover een verhooging van den
accijns op sigaretten en gekorven tabak
werd gesteld.
De verhooging van het recht op sigaret
tenpapier dateert van 1926 en in den Volks
raad is toen op duidelijke wijze hiertegen
gewaarschuwd aangezien het opvoeren de
smokkelarij in zeer sterke mate in de hand
zou werken. Vooral de toenmalige burge
meester van Cheribon, Schotman, thans
voorzitter van den Plantersbond, heeft zich
geweerd, niet het. minst omdat een terug
gang van de Indische sigarettenindustrie
werd gevreesd en dat burgemeester Schot
man-zich hier vooral bezorgd over maakte,
was geen wonder. De groote fabriek van
British American Company staat namelijk
in Cheribon.
De protesten hadden geen succes. De
meerderheid van den Volksraad ging met
het voorstel van do regeering mede en be
kend moet worden: van achteruitgang van
de sigarettenindustrie is niets te bemerken
geweest en de laatste jaren heeft die indu
strie zich dermate uitgebreid dat de import
met sprongen omlaag is gegaan. Voor een
eigen industrie is dan ook ongetwijfeld
plaats. Het sigarettenverbruik in Ned.-Indic
wordt namelijk volgens een matige schat
ting gesteld op -10 milliocn stuks per dag!
De wijze, waarop de industrie de verhoo
ging van het invoerrecht op het sigaretten
papier opving, is niet onverdienstelijk. Eerst
is, en nog wel door een zeer christelijken
afgevaardigde in den Volksraad, de raad
gegeven, om in doosjes van 10 stuks ei
slechts 9 te pakken en in die van 20 maar
IS. Niemand telde immers het aantal na,
als hij een doosje heeft gekocht!
De fabrikanten hebben echter een veiliger
weg gekozen, dan de zooeven genoemde, die
tot processen zou hebben geleid, als het be
drog ware uitgekomen.
Het aantal sigaretten per doosje bleef ge
lijk, doch elke sigaret werd zooveel millime
ter kevter gemaakt, dat do winst aan tabak
opwoog tegen hetgeen meer voor het papier
moest worden betaald.
Er waren echter honderden kleine fabriek
jes, die zich wegens onvoldoende technische
outillage minder gemakkelijk konden aan
passen en dit heeft aanleiding gegeven tot
zulk een smokkelhandel, dat de regcering
ton slotte het geheele invoerrecht maar op
geheven heeft.
Eerst werd ongekleurd bloemenpapier. 't
welk zoo goed als vrij van invoerrecht was,
bij balen tegelijk geïmporteerd en als siga
rettenpapier verwerkt. Dit had strenger op
treden Tan de douane tot gevolg en ten
slotte werd tot sigarettenpapier verklaard
alles, waarvan niet bewezen kon worden
dat het niet voor sigaretten zou worden ge
bruikt. Plotseling hield de invoer van wit
bloemenpapier op en kwam er enkel ge
kleurd binnen. Dit. bleek door een zeer een
voudig proces gemakkelijk volledig Ie ont
kleuren waarop nog strengere maatregelen
werd<?ii getroffen. Ineens scheen Indië een
geweldige behoefte to krijgen aan copicboo
ken, vooral aan dikke. De ontvanger van
die boeken liet het papier aan reepen snij
den, die dan hun weg vonden naar de vele
sigarettenfabrickjes. j
Toen stond de douane vrijwel machteloos.
Het verbieden van den invoer van copieboe-
ken, waarvan er werkelijk een groot aantal
door den handel gebruikt worden, of het
heffen van een zwaar invoerrecht, zou na
tuurlijk den reëelen importeurs hebben ge
troffen. Een bepaling maken, dat een firma
niet meer dan een bepaald getal boeken in
voorraad mocht hebben, ging evenmin en
ten slotte heeft de regeering de strijd op
gegeven. Voorgesteld wordt het invoerrecht
te doen verdwijnen, waartegen zooals
reeds gezegd de accijns op sigaretten en
gekorven tabak zal worden verhoogd. Dit
laatste is noodig, omdat anders de door de
Inlanders zelf gemaakte sigaretten nog goed-
goedkooper zouden worden dan die, welke
in een toko worden gekocht."
Of de regecring ten slotte quite zal spe
len, mag niet met zekerheid worden aan
genomen. Alle berekeningen van het depar
tement van financiën zijn tot nu toe falikant
uitgekomen en waarom zouden wij ditmaaJ
niet ccn uitzondering tc maken hebben?
Dc handelsbalans over dc eerste 9 maan
den van het jaar geeft een stijging van dc
waarde van den uitvoer te zien, doch een
vermindering van het aantal tonnen. Het
laatste is even bedenkelijk als het eerste ge
legenheid geeft tot voldoening, hoewel het
onjuist zou zijn uit deze stijging te conclu-
dceren, dat wij weer aardig gevorderd zijn
op de helling, die omhoog voert. De betere
rubber- en thceprijzen met het tin, zijn hier
voor een goed deel oorzaak van, waarbij een
veel grootere uitvoer van aardolieproducten
komt. De petroleummaatschappijcn nemen
weer personeel aan, doch 'n betrekkelijk ge
ringe verschuiving van prijzen of behoeften
op de wereldmarkt, kan hier dadelijk weer
tot ontslag en vermindering van den uitvoer
leiden, zoodat het in hooge mate gevaarlijk
zou zijn, deze bron van inkomsten als een
definitieve te beschouwen. Intusschen: bin
nen is binnen cn in dezen tijd is elk mil-
lioontje er een.
Staan wij hier nuchter tegenover den even
oplevcnden export, in Nederland schijnt de
regecring ccn meer optimisfischen kijk te
hebben. In dc toelichting tot de 260 mm lee
ning voor Indië tot consolideering van do
vlottende schuld hebben wij gelezen al
thans indien de daarover ontvangen tele
grammen juist zijn dat een leening te
rechtvaardigen is, aangezien dc bezuinigin
gen in Indië do verwachting van een slui
tende bcgrooting wettigen.
Het is algemeen hekend dat de wijze
waarop leeningen \an particuliere maat
schappijen aan den man worden gebracht,
wel eens doet vermoeden, dat men de waar
heid omtrent den toestand van het concern
of do onderneming zoo'n heel klein beetje
ccn loopje wordt genomen richtte Ba
rendje Licht niet een maatschappij op tol
exploitatie van de maan, waarvoor hij ccn
kapiaal bijeen wist te krijgen? doch in
dien de regecring ccn leening toelicht, mo
gen wij volkomen serieuse taal venvachten.
Van dc uitlating omtrent het in de toekomst
sluien van de bcgrooting, zijn wij hier daar
om meer dan ccn weinig verbaasd. Dc uit
voerrechten loopen weer op gelijke hoogte,
de opbrengsten van monopolies toonen een
catastrofale daling, \ooral van de Staats
spoor, en nieuwe bronnen Tan inkomsten
zijn niet meer aan te horen, terwijl het raak
bezuinigen reeds van invloed begint te wor
den.
Het opheffen van speciale diensten en het
overdragen Tan tal van zorgen aan het bin-
nenlandsch bestuur heeft daar een nijpend
gebrek aan krachten kenbaar gemaakt. Uit
breiding van personeel zal binnen zeer kor
ten tijd niet achterwege kunnen blijven.
De rampok in Madioen kon alleen be
dwongen worden dooi het onttrekken van
do veldpolitie aan een zeer groot deel van
Soerabaja. Het toezicht in roerige streken
is op het oogenblik beslist onvoldoende en
het herstellen van diensten cn bedrijven op
de oude formatie zal binnenkort op tal van
plaatsen moeten geschieden, wil hel geheele
apparaat niet defect raken. Dc steeds
grootere zorg, welke de regecring over han
del cn bedrijf moet uitoefenen, cischt ook
personeel. De begrooting van het departe
ment van economische zaken voor 1935 zal
ook nog wel door enkele suppletoire worden
gevolgd. Do financieele toestand Tan Indië
moet dan ook nog slceds zeer bedenkelijk
worden genoemd cn liet optimisme van het
Plein heeft hier ccn tamelijk zonderlingen
indruk gemaakt. We helpen het van harte
hopen, dat er geen tekorten meer op de
bcgrooting zullen voorkomen, doch wij moe
ten dit helaas zien, voor wij het geloovcn.
Te Batavia zijn cenige gevallen van lon-
genpest voorgekomen, wel de ergste soort
van pest, die er bestaat, daar dc besmetting
met den adem mee komt. Het zijn tot nu
toe slechts enkele gevallen geweest en dc
isolatie van de personen, die met de slacht
offers in aanraking zijn geweest, schijnt af
doende, zoodat voor besmetverklaring of on
gerustheid Toorloopig geen aanleiding be
staat.
De ziekte is uit Bandoeng ingevoerd. Daar
stonden enkele contactpersonen onder stren-
de controle, doch tTvce van hen wisten tc
ontsnappen en naar Batavia te gaan. Dc
politie, die hier spoedig van op de hoogte
was, liet het waarschuwen van Batavia ach
terwege, uit vrees, dat dc ontsnapping pu
bliek zou worden!
In Batavia aangekomen sterft een van dc
twee en de majitri van den gezondheids
dienst die de doodsoorzaak moet constatec,
ren, geeft als zoodanig malaria op. Den vol
genden dag sterft dc tweede persoon, in de
zelfde woning en weer constateert dc man
tri malaria. Dat hij het niet vreemd gevon
den heeft bij twee personen afkomstig uit
dezelfde plaats, en die kort achtereen ster
ven malaria tc constatccren, zal een Hollan
der meer treffen dan een Indischman. Als
dc mantri ook bij den tweeden persoon ma
laria constateerde, was hij immers van alle
soesah af. Waarom dan speciaal gaan zoe
ken naar ccn andere ziekte?
Dc grootste fout is echter begaan door dc
politiemannen uit Bandoeng, die uit vrees,
dat dc ontsnapping bekend zou TVorden deze
maar stilhielden, in dc hoop dat ernstige
gevolgen zouden uitblijven.
Het is anders gcloopcn. In Batavia zijn
tot nu toe drie personen aan longenpest ge
storven en nagegaan wordt of, behalve ad
ministratieve, ook strafrechterlijke maatre
gelen te treffen zijn tegenover de menschen
die het waarschuwen van de politie tc Ba
tavia opzettelijk hebben nagelaten.
Vroeger moest dc doodsoorzaak steeds
door een Inlandsch arts worden geconsta
teerd. De bezuiniging bracht mee, dat dit
belangrijke werk aan een mantri moest wor
den overgelaten.
Avercchtsche bezuiniging kan soms wel
duur komen te staan.
E. du Perron, de Smalle Mens,
(uitg. Quérido, Amsterdam
Op blz. Mi van zijne verzameling be
schouwingen, die onder den li!el: „De
Smalle Mens" zijn verschenen, schrijft de
Heer du Perron: „Een kritiek nu weer
schrijven op liet werk van een kritikus is,
bij een in ons land licerschendc gedachten-
verwarring hieromtrent een bijna hache
lijke zaak: is men het niet overal met dc
kritikus eens of verstout men zicli nog iets
anders te doen dan een uitvoerige inhouds
opgaaf te leveren van zijn bundel, dan
maakt men zich immers schuldig aan dc
diep verachte zonde der „antikritiek".
Deze verklaring belet eigenlijk het leve
ren van kritiek op dc bloemlezing van kri
tische opstelen, die vóór ons ligt. Wij zou
den er ons evenwel niet door uit liet veld
laten slaan, ware het niet, dat dc kriti
sche figuur van du Perron meer roept om
ccnc kenschetsing dan om een weerleg
ging. Want de weerlegging of bespreking
van een oceaan van meeningen eischt meer
ruimte dan enkele dagbladkolommen, en
liet publiek, dat du Perron op zijn wijze
veracht, wil geen schermutseling over mec-
ningsdétails, maar wil weten wat het aan
E. du Perron heeft.
Du Perron heeft den echten, rinzigen
geest, die ccn kritikus van professie eigen
moet zijn. Wanneer hij geen kamerjapon
heeft en geen kalotje, en geen duurzame be
hoefte aan kachclwanntc, wanneer hij
geen groote bril heeft, waarachter mes
scherpe oogon, dan kan men hem zich
zoo voorstellen. Hij is volkomen gespeend
van lyrische bevliegingen, en hij heeft een
afkeer van constructieve mecningsopenba-
ring.
Wie van kritiek een constructief werk
maakt, is al half voor dc kritiek verloren.
De ras-echte kritikus is een gesublimeerde
pruttelaar, een geboren Jantje Contrarie,
die in elk gedachte-bouwen ccn afleiding ziet
van zijn natuurlijke waakschheid.
Wij zien du Perron vóór ons. Lezend,
lezend, lezend tot hij niet meer kan. lleele
bloc-notcs vol kriebelend met. z.ijn puntige
aanteekeningen. En dan zijn duizend inci-
dentcclc ervaringen omtrent boeken, meri-
sclien en verschijnselen aaneenrijgend tot
zulk een bundel essays, waaruit een dui
zelingwekkende belezenheid spreekt cn een
duizelingwekkend spel Tan Tcrnuftigc re
acties.
Heeft du Perron dan gen overtuigingen?
Hij moet er vele hebben, en ze moeten
haar oorsprong vinden in het bewustzijn
eencr zuiverende roeping. Doch tlezc over
tuigingen blijven achter zijn uitingswijze
verborgen. Zijn duurzame houding is die
van hot verzet.
Is dat verzet een „nutteloos verzet"?
Wij geloovcn het niet. Als er niet voortdu
rend gemelijke en sarcarstischc figuren op
staan, als er geen Coencn's komen en geen
Greshoff's cn geen du Perron's, dan gaan
wij altijd opnieuw onder in leuzen en
fraseologie. Vooral in de literatuur Want
de gevaarlijke kant van de woordkunst
blijft het, dat zij een kunst van „woor
den" is.
Wij willen enkele voorbeelden op-pikken
uit dozen bundel, waarin alle denkbare
reacties op de verdwalingen van den tijd
geest chaotisch liggen uitgespreid, om den
lezer die niet reeds zeer innig niet dezen
weinig populaire schrijver vertrouwd is,
iets nader to brengen tot zijn geest. Het
boek begint met een aanval tegen liet ver
gelijk, dat bezig is gesloten te worden tus-
schen de film-ontwikkeling cn dc film-kri
tiek. Dc essay, die getiteld is: „Koek, Zand
en Grind", vormt tevens een aanval tegen
den film-dcskundigc bij uitstek: Mr. Hen-
rik. Schollc. Du Perron proeft in Schollc
cultuur-verraad, wanneer liij Scholte ziet
schrijven, dat „Tan ccn vorm (dc film)
die slechts krachtens dc vraag Tan mil-
lioencn bestaat, onvoorwaardelijk verbete
ring te cischen Tan den inhoud, neer komt
op een intëlïèctueele idee fixe van wereld-
verbetering in liet out ruchtbaar vervangen
Tan sociale wetmatigheid door individu,-
alistischc voorkeur." „Neon", zegt du
Perron: „zoo 'n idec-fixc blijft toch het
cenige, niet alleen tooi* liet individu, maar
zelfs voor de massa. Een film is niet als
een operette, waar dc muziek het desnoods
zonder cn soms veel heter zonder het li
bretto stellen kan; ccn film bestaat, als
ccn schilderij, niet. zonder den inhoud. En
nu verblijdt Scholto er zich wel over, dal
de koek tenminste gemaakt wordt
als koek cn niet als zand en grind, maar
Du Perron is bedroefd over dezen vooruit
gang, waarbij men voor zoete koek leert
opeten, wat nog zoo naar zand cn grind
smaakt.
Dc quacslie, die hier wordt aangeroerd is
belangrijk. Du Perron stelt dc vraag, of men
tevreden mag zijn met ccn kunstzinniger
worden van dc technische cn artistieke ver
zorging van dc rolprent, indien het wezen
der rolprentkunst blijft wortelen in liet
massa-instinct en niet in ideëelc waarden.
En hij verwerpt ccn opportunisme, dat
Scholte aanvaardt.
Deze Kritikus zoekt naar csscntieolc waar
den, ook wanneer hij, naar aanleiding van
D. H. Lawrence's „Lady Chatterley's Lover"
het oude vraagstuk van de erotiek in de li
teratuur ter hand neemt. Indien men, zoo
vraagt du Perron zich af, zooals Lawrence
wil, mannen en vrouwen wcnscht, die het
sexucclc volledig, eerlijk en zuiver willen
overdenken, is het dan dc weg om „obscene
woorden" te gebruiken, „omdat die een na
tuurlijk deel zijn van het bewustzijn dat
wij hebben over ons lichaam? „Neen, aldus
dc zienswijze van du Perron; die theorieën
liggen naast de zaak, die liier aan de orde
is. Waar het op aankomt is, dat dc auteurs
levende menschen uitbeelden, aldus kan
men de menschen begrijpen, ook in hun
erotische drift. i
Wij schreven, dal du Perron niet construc
tief is. Toch ligt cr wel systeem in zijn no
gal ie. Er bevindt zich in dezen bundel een
essay, getiteld: „Ons deel van Europa", die
een meesterstuk vormt van Sokratischc
dialoogkunst. Met venijnig genoegen wordt
in dien dialoog alle fraseologie omtrent den
Europeeschen geest, den internationalen
geest, die ons allen zou behcerschen, aan
eigen consequentie vernietigd. En een pen
dant van deze pincet puntige ontleedkunst,
is du Perrons kritiek op Donker, t\ien hij
verwijt, van een bezield begeleider der dicht
kunst tot een uitlegkundige, tc zijn ontaard.
Ieder begrijpt dat cr langer en diepzinni
ger over du Perron te schrijven is, dan deze
enkele kolommen vermogen te bevatten. On
ze bedoeling beperkt zich lot het kenschet
sen zijner algemeen physionomic. Die phy-
sionomie is het gelaat van den waarheids
zoeker tot het uiterste, van den ontlcdcr van
schijnen en frasen. En zoo zeer is hij dit
uilsluitend, dat hij vormschoonheid in de
uiting aan zijn stekeliig temperament heeft
opgeofferd. Dit proza is persoonlijk, is ingu-
lier, maar het is verre van gaaf. De auteur
struikelt over zijn kennis, over zijn intel
lect. over zijn oplettendheid. Een gave stijl
zou du Perron in zijn diepste innclijk als
verdoezeling aanrekenen en misprijzen.
Maar volkomen gaaf is hij du Perron karak
ter en gezindheid. En dat kan niet altijd van
dc kweelende schoonschrijvers worden ge
zegd.
P. II. RITTER Jr.
De Berggids
De November-uilgave van „De Berggids"
het tijdschrift gewijd aan alle takken van
dc bergsport, doet ook dit keer weer haar
naam eer aan.
De lezer wordt, met fraaie beschrijvin
gen, gevoerd naar cn op den Antelao, naar
Binn, dc Oetztaler hergen, cn den Nanga
Partial.
Verder treft men onder den titel „Weet
je nog wel", een verhaal aan over een tocht
naar de kleine Zinne en onder „Tocrberich-
tcn" een bijdrage van den heer en mevrouw
Korthals Altcsvan Eegben. Vooral ook de
schitterende illustraties in dit blad vragen
de aandacht.
Praten en Breien
Dc N.V. Publex tc Amsterdam heeft een
nieuw maandblad vóór dc handwerkkunst
Zoo langzamerhand worden dc boomcii
weer kaal. liet duurt lang dit jaar, nu dc
vorst niet vroeg begint in te vallen, maar
het gebeurt ook nu weer, zooal.s liet altijd
gebeurt, moge bet dan wat vroeger of wat
later zijn. Met weemoed zullen velen liet
zien: het neerdwarrelen van blad na blad,
het weer dor cn kaal worden van twijg na
twijg. Maar het heeft ook iets voor: dc lijnc
structuur van de boomkruinen wordt nu
weer zichtbaar, iedere boom krijgt, nu dc
dichte bladerkroon verdwenen is, zijn eigen
wezen terug, iedere stam met zijn takken
teekent zich af tegen dc winterlucht in zijn
eigen schoonheid en bouw.
Maar niet daarover wou ik het ditmaal
hebben. Wanneer wij ccn oogenblik rondom
den boomstam wandelen willen en bij zulk
een boomstam oven stil willen staan, dan is
liet ons tc doen om wat. daar in dien boom
stam rept en schrept, zich beweegt cn roept
cn zingt. Ook in Novemberdagen. Dan is het
ons te doen om dc meczen en dc sijsjes, om
dc goudhaantjes cn dc kraaien, om de vin
ken cn dc lijsters. Dan is hot ons ditmaal
vooral tc doen om twee merkwaardige vo
gels, die in het bizonder „rondom den boom
stam" in den meest letterlijken zin van liet
woord zich bewegen.
Ik bedoel den boomkruiper cn den boom
klever. Mooio namen hebben ze niet, maar
alleraardigste cn buitengewoon interessante
vogels zijn het wél.
De meest algcmccno van deze heide is do
boomkruiper. Boomklautertje wordt hij in
sommige streken genoemd, ook wel Duimpje,
Klampvogcltje, Klaverkatje, Klcddermannc-
ke zeggen dc Limburgers. En dat zijn alle
maal veel aardiger namen. Dc vogel is on
aanzienlijk van kleur cn daardoor ook wei
nig opvallend als hij zich spiraalsgewijs
rondom dc boomstammen beweegt, op zoek
naar insecten. Ilij gaat van boom tot boom,
begint altijd onderaan cn gaat met schok
kende sprongen vooruit, waarbij dc stijve
lange staart pennen tegen den stam gedrukt
worden. Wie op de stammen let in tuin cn
park, in dc bosschcn, langs dc wegen, zal
zeker vaak dezen aurdigen klimmer hebben
gezien, want hoe onopvallend grijs, bruin en
wit de kleur ook moge zijn, door zijn wijze
van zich langs dc boomstammen te bewegen
onderscheidt het dier zich van andere vo
gels duidelijk genoeg, terwijl hij ook het
heelc land door voorkomt.
Minder algemeen is dc boomklcvcr, die in
den volksmond vaak met de spechten in
één verhand wordt gebracht cn zoo dc
volksnamen blauwspecht, plakspecht cu
spechtmees draagt. Nuthatch noemen de En-
gclschen hem en dat wijst op zijn eigenaar
dige gewoonte om proviandverzamolingcn
aan tc leggen cn zoo tc sparen voor den
kwaden dag.
Dc boomklevcr is ccn veel kleuriger vogel
dan dc kruiper. Leiblauw is zijn rug, rood
bruin de onderzijde. Drukker van beweging
ca geluid is hij ook. Watsje, watsje, watsje,
zoo klinkt zijn roep door liet winterhosch,
terwijl hij ook fluiten kan op een manier,
die aan menschclijk gefluit doet denken.
Zijn bewegingen langs den boomstam zijn
daarbij heel anders dan die van den boom
kruiper, zoowel van boven als van beneden
gaat hij langs takken cn stammen op cn
neer. Insecten cn 's winters ook zaden, ha-
zclnootcn, bcukenooljes cn dergelijke vor
men zijn voedsel.
Onze hoornen, die vaak door allerlei ge
dierte, ook door ullerlci schadelijk ongedier
te worden bewoond, bezitten in den klever
en den kruiper goede vrienden, die om hun
nut. en hun schoonheid ook goede vrienden
van den mcnsch moeten hcctcn. Wanneer
zij dan ook in onzen tuin. ccn nestgelegen-
heid zoeken of wanneer de boomklcvcr zich
in dagen van vorst cn gebrek op het winler-
voer vertoont, mogen wij hen gastvrij ont
vangen en van harte welkom hectcn, zooals
zij nu in het. winterlandschap rondom dc
kale stammen wat fleurig vertier brengen
langs dc wegen en in de bosschen.
A. L. B.
het licht doen zien n.l. „Pralen cn Breien"
onder redactie van Joop ter Heul. Dit hij-
zonder fraai uitgevoerd maandblad opent
met een inleidend woord van Cissy van
Marxvcldt, de bekende populaire schrijf
ster van dc boeken over Joop ter Heul.
Deze eerste aflevering, welke tal van mooie
gekleurde modellen bevat voor handwer
ken van velerlei Torm en soort, maakt een
zéér goeden indruk. Behalve dat dit tijd
schrift wenken cn raadgevingen voor het
breien bevat, geeft liet ook inlichtingen
voor dc huisvrouw over het maken van
diners zónder dienstbode, het vervaardigen
van goedkoopc en duurdere schotels, over
kamergymnastiek, enz. Een tijdschrift,
dat zoowel door inhoud als door uitvoe
ring niet nalaat dc aandacht tc trekken.