FILM PUBPIEK ROGISTERIJ „DE GAPER" Katharine Hepburn bewijst in haar nieuwste film „Morning glory" dat zij een der beste filmspeelsters is.Kan zij concurreeren met Greta Garbo? LETTERKUNDIGE KRONIEK zij worden door de Engelschen, die met hun opstandige Amcrikaansche kolonie in strijd zijn, vastgehouden, de algemcene welvaart slinkt, en de alleenheerschappij der Regenten wordt door de Prinsgezinden bedreigd. Terwijl Tavclinck bezig is zijn kinderen uit tehuwelijkcn, en reusachtige bruids-schattcn voor hen moet verzame len, komt er een fatale wending in zijn zaken. Hij lieeft gepoogd, de groote ver liezen in te halen door een geheim ver drag met de Amerikanen, tot het leveren van contrabande, maar dat lokt uit, door dat een afgezant met voor hem compromit- teerende papieren dooi? do Engelschen wordt gevangen genomen. De oorlog met Engeland dreigt, en het gepeupel van Am sterdam baant den weg voor den onder gang van de Regenten-partij, die voor de prinsgezinden het veld moet ruimen. Ta- velinck's handelshuis slaat bankroet, en de menigte, die de geruchten heeft ver nomen omtrent een zijner wandaden, dat hij n.l. aan den chirurgijn geweigerd heeft zijn doodzieken jachtopziener te la ten opereeren, omdat de kreten van den pa tiënt do vreugde zouden storen van de gas ten van het doopmaal de menigte ver moordt hem op den drempel van zijne woning. Zijn dood en de vernietiging van zijn fortuin geeft aan zijn beide zonen, Dirk Egbert en Gijsbert Willem de eigenlijke kansen van ontwikkeling. Nu zij op eigen kracht zijn aangewezen, blijken zij man nen, waar wat in zit. Dirk Egbert wordt officier, ritmeester van de burgerruiters, hij gedraagt zich als een stevige, karak tervolle kerel bij de verdediging van Am sterdam tegen de aanrukkende Pruisen. Gijsbert Willem wordt een bekwaam jurist, en in tegenstelling tot zijn broer, die de Patriottische zijde koos, een handlanger van den Prins; de derde mismaakte zoon zoekt zijn heil in Indië. Aan het einde van het boek, dat de wisselende kansen van patriotten en prinsgezinden beschrijft, vin den wij de Patriottische regeering te Am sterdam omver geworpen, en Dirk Gijsbert op de vlucht voor het grauw, nadat hij zijn degen aan de prinsgezinden heeft moe ten overgeven. Zijn vrouw, Daatje Goud oever, do dochter van zijn kolonel, is naar Bloemendaal gevloden, en als hij Anna Donker in den barnenden nood van zijn leven terugvindt, ontluikt de lang-verbor- gen en onbewust-gohouden liefde voor haar opnieuw in zijn hart, en hij wijkt met haar uit, het buitenland in... de vrijheid tegemoet. Het bovenstaande relaas heeft al eene aanmerkelijk reel ingenomen van onze beschikbare ruimte. En nog is het uiter mate onvolledig. Er beweegt een onafzien bare hoeveelheid van personen en gebeur tenissen in dit boek. Wij moeten echter met het hierboven neergeschrevene vol staan, omdat het óók tot onze taak behoort, den lezer een blik te gunnen op het tijds- cn zeden-beeld der achttiende eeuw, dat Mevrouw van Ammers-Kiiller voor ons ontwikkelt. De achttiende eeuw doet zich in haar ro man aan ons voor als een tijdperk van verbijsterende schijnheiligheid, uiterlijk heid en vormendienst. Een volkomen mate rialistisch leven dekte zich met de brul lende frasen eener theretische rhetorica. Van werkelijke religie, van zedelijkheid, van zorg voor het proletariaat: geen spra ke. Een ontstellend pauperisme tierde naast een weerzinwekkenden rijkdom. De natie was tot in haar kern verslapt. Partij schappen vernielden de volkseenheid, breedsprakigheid verving daadkracht, sen timentaliteit vierde hoogtij. Taal en zeden waren verfranscht, en men was^ er blind voor, dat men zichzelf als prooi toewierp aan het buitenland. Men heeft thans een indruk van hetgeen de nieuwe roman van Mevrouw van Am- mers-Küller behandelt, en wij kunnen overgaan tot beschouwing en kritiek. Die kritiek stelt de vraag: uit welk ge zichtspunt moeten wij dit boek gelijk al het werk van deze auteur bezien? Men kan zich voorstellen, dat een schrijver, die een historisch gegeven kiest tot stof voor zijne letterkundige bemoeienis, in de historie eene uitbeelding ziet van algemeen- menschelijke tragiek. Bij hem wordt het historische het zinnebeeld van hoogere dan realistische waarheden. Men kan zich ook voorstellen, dat een schrijver zich in de sfeer en het wezen van een bepaalden tijd verdient, en door de kenschetsing van in dien tijd levende figuren, het karakter van JULIANAPLEIN 3. Amersfoort. EEN UITKOMST VOOR IEDERE VROUW. Oriënt Henna Shampooing. Verft door gewoon wasschen elk haar in elke gewenschte tint. Onschadelijk f 0.60. dien tijd aan zijne lezers wil verduidelij ken. Het is deze tweede methode, die Me vrouw van Amniers-Küller in dit werk wedorom aanwendde. Een methode, die ons het diepste wezen van tijd en men- schen onthoudt, die ons nimmer tot in den hemel doet opstijgen, noch ons in afgron den laat verzinken, die ons voldoende ge gevens verschaft om iedere figuur te be grijpen, maar die niet meer doet dan dat. Dit bcteekent niet, dat Mevrouw van Am- mers-Küller oppervlakkig zou zijn, met name de cenigszins mystieke verhouding tusschen Dirk Egbert en Anna Donker is met een ontroerende innigheid geteekend. Maar het beteekent wel, dat deze schrijf ster vóór alles behecrscht wordt dooi den drang, om haar figuren naar bui ten Ie verduidelijken. De kunst van Mevrouw van AmmcrsKuiler heeft groote afmetingen in het pl ittc vlak, maar zij is niet onmetelijk in de diepte. Haar psychologie is sterk begrensd door de eischen der dramatische conceptie. Zij is dramaturge, meer dan psychisch doorgrondster, en wij handhaven deze op- morking, ook wanneer wij waarnemen dat haar psychologie op zichzelf perfekt is en consequent doorgevoerd. Wie er zich geen rekenschap van geeft, dat dit boek slechts een onderdeel is van een groot er werk, zou de schrijfster gaan verwijten, dat zij aan sommige barer figu ren geen recht heeft laten wedervaren. Zoo zijn Minetje, de vrouw van den chirurgijn, Minetje, het jongste dochtertje van Ta- velinck, aan het einde van het boek Monsieur Pontin, allen gestalten voor wie de auteur onze belangstelling had gewekt, weggevallen, zij loopen het verhaal uit, zonder erin terug te keeren. Maar wij ge- looven, dat wij ze in do volgende deelen wel weer zullen zien. Echter stellen wij do vraag, of niet, bij een roman serie, in ieder der afzonderlijke deelen, alle figuren tot aan een bepaald punt in de geschiedenis, volkomen moeten zijn afgewerkt. In de „serie" vormt het boek niet alleen een schakel, maar ook een autonoom geheel. Overigens hebben wij wederom genoten van de prachtige lenigheid, waarmee Me vrouw van Ammers-Küller haar werk weet te bouwen en er een glanzende afwisse ling in weet aan te brengen. Het is alles zoo vlot, zoo tintelend, en dat vlotte en tin telende komt voort uit den eigen tintelen den geest van de schrijfster; het zal zijn succes hebben, maar het is niet geboren uit succes-bejag, maar uit het sociaal-gevoelige wezen van haar die, met een groot, geani meerd plezier, deze levendige en levende boeken schrijft. En met dit alles wil gezegd zijn, dat wij Jo van Ammers-Kiiller, die misschien in den van Deysseliaanschïn zin niet tot „de hoogen literatuur" behoort, een bijna ja- loersch respekt toedragen. Zij kent „het vak" zoo door en door. Ze is zoo knap. Welaan, wij laden het odium op ons, dat wij een „overschatte" reputatie (in den zin van Tcrbraak) komen huldigen. Maar wij missen den moed, dit boek af te breken. Daarvoor staat het te glanzend en te gaaf in onze herinnering. P. H. RITTER Jr. is bovendien Heer van uitgestrekte land schappen, hij is Gedeputeerde ter vergade ring van Holland en West-Friesland, en bij toerbeurt Gedeputeerde der Generaliteit, Bewindhebber der Oost-Indische Compag nie en lest best: hoofd van het Han delshuis Tavclinck en van Tcyen. Naast den burgemeester ontmoeten wij zijne echt- genoote, Betje Havelinck-Rombouts, dochter uit een verarmd adellijk geslacht, zijn drie zonen, Dirk Egbert, Gijsbert Willem en Hendrik Karei, en zijn twee dochters Truit je en Minetje. Het karakter van den Vader is een echt Regenten-karakter. Hij is hard en onverzet telijk, hij is een geboren lioerscher en, tege lijkertijd, een sluw koopman, die door ge vaarlijke ondernemingen aan zijn zaak winst wil bezorgen. Het karakter van de Moeder, Betje Tavelinck, wordt geheel be paald door de zeden en gebruiken van den tijd. Do zorg voor het omslachtig toilet, dat op het einde der achttiende eeuw gedragen werd, de hoepelrokken, de ingewikkelde haartooi, die haast niet te torsen was, de in-gepende keurslijven waaronder do draag ster bijna bezweek, die zorg nam het grootste deel van haar aandacht in beslag. En dan was er nog de zorg, om op een tactvolle wijze dc voorname gezelschappen te ontvangen, waarmee de schatrijke en hoog-gezeten familie Tavelinck verkeerde, de zorg ook voor do netelige en omslach tige etikette, waaraan in de dagen waar over Jo van Ammers-Küller ons vertelt, de tijd werd verkwist. Van begrijpend en ont wikkelend contact tusschen ouders en kin deren was geen sprake. De kinderen waren de onderdanige dienaars van hunne ouders zij werden door hen uitgehuwelijkt aan rijke erfdochters en erf-zoncn, die tevens do baantjes van den Staat in hun bruids- gave droegen, zonder dat met hun eigen wil of verlangen maar cenigszins rekening werd gehouden. Dirk Egbert, dc oudste zoon, de erfge naam van den vorstenlijken staat en de vaderlijke titels vertoonde oen opstandigen en romantischen aard. In zijne aderen stroomde het ridderlijke bloed van zijns moeders geslacht. In zijn hart woonde de voorliefde tot den militairen loopbaan. Hij wilde niet, zooals dat met alle regenten- zonen het geval was, in een opgemaakt bed stappen, hij begeerde geen koopman te zijn en vroedschapslid, hij wilde zijn eigen leven bouwen, het liefste op zee of op het slagveld, gezeten op een wit paard, zooals een beroemd voorvaders van Moederszijde, die generaal geweest was in het leger van Willem III. De tweede zoon Egbert Willem daarentegen, was de geboren koopman en diplomaat, de voorzichtige en wetenschap pelijk aangelegde der twee zonen. Omtrent den derden zoon, Hendrik Karei, of Hein geheeten, vernemen wij weinig. Wij hooren over hem slechts, dat hij mismaakt was, een spotvogel en een jonge man met een lastig humeur. Van de dochters treedt Truitje het meest op den voorgrond. Het andere meisje, Minetje, een meisje dat altijd precies deed wat haar gezegd werd en keurige manie ren vertoonde, maar dat tegelijkertijd on miskenbaar valsch en onbetrouwbaar was vertoont een weinig uitgewerkte figuur. Truitje echter treedt sterk in het licht. Zij wordt ons voorgesteld als een leelijk, maar uitermate zinnelijk meisje, dat hon- gerie blikt naar iedcfen man, die in haar nabijheid komt. Om deze familie Tavelinck heen, bewe gen zich andere figuren, die in sterke mate de aandacht boeien. Daar is, vooreerst Sant je van de Poll, de dochter van een Leid- schen burgemeester, een schatrijke erfge name, die voor Dirk Egbert is bestemd. Maar Dirk Egbert laat zich met weerzin dwingen tot eene verloving. Hem zweeft een ander vrouwen-Ideaal voor den geest dan het leelijke, geraffineerd-koketle Sant je, en in den loop van het boek zien wij dan ook Dirk Egbert zijn verloving ver breken, en Santje de vrouw worden van zijn broeder Gijsbert Willem. De liefdesneigingen van Dirk Egbert, zijn samengeweven met zijn algemeen ver langen, naar bevrijding uit de enge sfeer, die hem omkneld houdt. In den aanvang van het boek, meenen wij een oogenblik, dat Dirk Egbert de verwerkelijking van zijn vrouwijideaal zal vinden in Etta, de onwettige vrouw van den chirurgijn (dorps dokter), die op het landgoed van zijn vader praktiseert, en die op een zeldzaam vrij moedige wijze aan den ouden Tavelinck de waarheid zegt. I-ater blijkt, dat Dirk Egberts vrouwen-ideaal een andere gestalte heeft; het is Anna Donker de dochter van den jachtopziener zijns Vaders, het meisje, met wie hij als kind gespeeld heeft, en dat tel kens on kritieke oogcnblikken van zijn leven, in dat leven verschijnt Het is hóar plotsehnge aanwezigheid in het huis zijner verloofde, als wier kamenier hij haar weer vindt. die hem aanleiding wordt, de ver loving te verbreken, en wederom is zij do beslissing-gevende figuur, wanneer hij, op de vlucht voor de Pruisische troepen, die naar Amsterdam oprukken, en voor het Amsterdamsche grauw, dat de Patriotten den rug toewendt en de partij van Oranje kiest, een schuilplaats zoekt in hare woning Wij kunnen niet uitvoerig zijn in de be schrijving der andere figuren, die het ver haal bevolken, maar willen er nog enkele aanstippen. Tot dusver schreven wij over de Hoeren en de Vrouwen, thans een enkel woord over de Knechten. Het zijn Tave- linck's oude jachtopziener, de Franschc knecht Cósar, en vooral de Fransche gou verneur van de .Tonge Tavelinck's, Mon sieur Pontin, den heimélijken vrijdenker en revolutionair, die voor een karig loontje dc geheelo opvoeding van het jongere geslacht verzorgen moest, en wiens slaven-positie, iedrongen als zij was tusschen de plaats der Hceren en die der knechten, misschien het smadeliikst narakter droeg van alle plaatsen der dienstbaren. Het verhaal is innig vervlochten met de gebeurtenissen van den tijd, waarin het speelt. In den beginne zien wij burgemees ter Tavelaar als oppermachtige heerschers- figuur. Hij heeft het wel en wee van den staat in handen, maar ook het wel en wee van allen, die aan hem onderhoorig ziin Schatrijk is het handelshuis, waarvan hij de leiding heeft, onbegrensd is zijn macht als staatkundig persoon. Maar de tijden kenteren. Er komen oorlogen en geruchten van oorlogen. De koopmansvloten, die de rijkdommen moeten binnenbrengen, welke zijn vermogen op peil houden, blijven uit, Een opname van Katharine Hepburn uit de film LITTLE WOMEN. Als een veelbesproken en bewonderde fi guur staat Katharine Hepburn temidden der openbare meening. Een zeldzame vrouw, die op een bijzondere carrière kan terugzien, maar die vele vragen tot nu toe nog onbeantwoord liet. Eenigen lijd gele den werd zij te Hollywood plotseling tot star geproclameerd, en nog wel tot een van de eerste ook. Wij, Hollanders, staan altijd ,veel sceptischer tegenover het oordeel der filmreclame-agenten dan de Amerikanen, die zich blijkbaar door een sterk sprekend aanplakbiljet laten grijpen en meesleuren. De Ilollandschc filmbezoeker moet eerst de rolprent zien, wil dan nadenken en zal vervolgons een oordeel vellen, dat veelal hard en sterk gereserveerd is en derhalve ook zeer gevarieerd. Toch maakt het ook ons nieuwsgierig als men er voortdurend op hamert, dat er een ster ontdekt is die Greta Garbo en Mariene Dietrich zal evenaren, zoo niet overtreffen. Het is ons inderdaad uit haar eerste film, Verboden h u w e 1 ij lc (Bill of divorcement, waarin zij met John Barrymorc de hoofdrol vervulde), gebleken, dat Katharine Hepburn misschien de eerste actrice is, die eigenschappen in haar spel aan kan wijzen, die overeenkomen met Greta Garbo. Ook zi| bezit een persoonlijk heid, waarvan een bijzondere sfeer uitgaat en die daardoor fascineerend werkt. Evenals bij Garbo zal het wel met Ka tharine gaan: het zal haar moeilijk zijn haar positie te handhaven, daar men haar niet voor een speciale rolvervulling be schikbaar kan houden. Zij is te veelzijdig, te genuanceerd, haar optreden verrast door tal van wendingen, en haar uitgesproken individualiteit maakt het voor do film moeilijk telkens een geschikt onderwerp te .vinden. Katharine Hepburn speelt ook met gevoel, met temperament; zij is geen koud intellect dat iets uitbeeldt en slechts op effect bij dc toeschouwers werkt, doch geeft uit die pere intuïtie een of andere creatie te zien. Wat het laatste eigenlijk zeggen wil, kan men eerst goed begrijpen als men Greta Garbo gezien heeft in Koningin Chris tina, dan weet men ook waarom bij deze film zoo'n groote ontroering van de beelden uitging. Maar, wat Garbo reeds heeft be wezen in verschillende rolprenten, zij het dan dat het succes niet altijd even groot was, moet Katharine Hepburn alsnog doen. Zij moet nog toonen in staat te zijn meer dere films van voortreffelijke kwaliteit te leveren, zonder dat men dood zal loopen in één bepaald genre. t In ons land draait momentcel haar laat ste film Morning glory, een Reinaco Radio film, waarin o.a. ook Douglas Fair- hanks Jr. en Adolphe Menjou belangrijke rollen vervullen, en hierbij is bewezen dat Katharine Hepbrun in "Staat is lot het le veren van voortreffelijke prestaties. V e r- boden huwelijk gaf hoop op de toe komst, er waren vele beloften die in ver vulling konden gaan en met Morning glorv heeft zij bewezen tot een der groot ste sterren te bchooren. Hier valt direct haar oorspronkelijkheid op. die feitelijk een beoordeeling met anderen, meer speciaal Greta Garbo, met wie zij wel cenigc gelij kenis vertoont, niet doet eischen. Een ver gelijking valt toch moeilijk te maken als rnen volkomen zelfstandig individuen naast elkaar plaats, die ieder een eigen sfeer rond zich. scheppen. Een buitengewoon voordeel is geweest, 'dat Katharine Hepburn in haar film direct een uitstekend scenario en regisseur ge vonden heeft, waardoor een film kon ont staan, die boven het normale product van alle dae uitsteekt, die ontroerend spel biedt, en op fijne teere wijze conflicten onder het oog brengt, welke men in het dagelijksche leven meestal maar voorbijziet, zonder er over na te denken. De film behandelt het conflict tusschen "de oude en jonge generatie. Bij een voor aanstaand New-Yorksch tooneelgezelschap tal een jong auteur uitgebracht worden. Aangetrokken door de romantiek van het spelen voor en achter de schermen ver schijnt een meisje van buiten in het thea ter. Het is een onaanzienlijk, bijna leelijk type, uitgebeeld door Katharine Hepburn. Idereen, die het hooren wil, vertelt zij wat ze komt doen, verhaalt zij van haar ideale kunstopvatting, bij ieder stort zij haar ziel uit, doch ze bereikt niets en keert weer terug naar de groote stad. Daar zwerft zij in den regen voort, daar lijdt zo honger en weder om waagt het zielige, zich groothoudende meisje, een kans bij de directie van het theater. Zij heeft echter geen succes en ondanks het feit, dat ieder inziet, dat haar gedrag on mogelijk reden tot succes kan zijn, maakt niemand haar er een verwijt van; integen deel, men is zelfs lief voor haar. Het geïdealiseerde beeld van het leven, dat dit meisje zich gesteld heeft zou in het werkelijke leven meestal de oorzaak zijn van een tragischen ondergang, doch hier gebeurt dit niet. Zij bereikt haar ideaal, haar droom wordt werkelijkheid en zij is overgelukkig. Scherp is het contrast van de wereldwij ze menschen en dit ideaal-vertrouwendc meisje geteekend, en ieder zal getroffen wor den door de creatie van Katharine Hepburn. Zij geeft ens hier een zuiver, rein beeld van het meisje, dat als een verdoolde rond zwerft tusschen de verstandige menschen, die carrière gemaakt hebben en medelijdend lachen om het zelfbewuste meisje van bui ten, dat een ster wil zijn. Op ontroerende wijze kan men deze vertolking op het witte doek zien en hier wordt wel bewezen, dat in Katharine Hepbrun een bijzondere kracht schuilt, die, mits goed gebruikt, nog schitte rende prestaties kan leveren. Hoeren, Knechten en Vrouwen, door Jo van Ammers-Küller, (J. Mculenhoff, Amsterdam 103*}. Het nieuwe werk van Mevrouw van Am mers-Kiiller bevat, evenals haar vorige wer ken, eene aaneenschakeling van historische romans, waarvan het eerste deel, getiteld: „De Patriotten", vóór ons op tafel ligt. De schrijfster geeft nauwkeurig het tijd vak aan, waarin de in haar boek zich af spelende gebeurtenissen plaats grijpen. Het zijn de jaren 17781787 der Nederland- sche geschiedenis. „Heeren, Knechten en Vrouwen", zoo deelt de schrijfster ons mede, „is een fan tasie, die tegen een achtergrond van histo rische feiten is opgebouwd. De lezer, die zich den patriottentijd uit zijn vaderland- sche geschiedenis herinnert, zal in de door Mevrouw van Ammers-Küller beschreven gebeurtenissen en personen veel bekends vinden, doch de naam zoowel als de lotge vallen van de Amsterdamsche familie Tavelinck zijn gefantaseerd, al werd do karakterteekening en de levensloop van haar verschillende leden voor een groot deel naar memoires, particuliere brieven en dagboeken beschreven. Een kort overzicht van het verhaal moge aan onze beschouwingen vooraf gaan. In het begin van haar hoek brengt de schrijfster ons in kennis met de Amster damsche burgemeestersfamilie Tavelinck, ilio in den zomer op haar buitenverblijf Oostermeer bij Ouderkerk aan den Amstel vertoeft. In dn eerste hoofdstukken al, waar het verhaal verteld wordt van de voorbereidselen tot het doopfeest voor de jongst geboren spruit van het burgomees- tersgezin, komt heel de familie voor ons belangstellend oog verschijnen. Burge meester Tavelinck is een robuuste, ietwat gezette veertiger. Een machtige figuur, blijkt hij. Niet alleen vervult hij het bur gemeesterschap van Amsterdam, maar hij OUD STANDAARDMOLENTJE TE ZUILEN

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 20