y
ONS SUCCES IS
UW SUCCES
STOOMWASSCHERIJ
DE KOLK©
Voor de Kleintjes
WAT ER 'S NACHTS IN
DE SPEELKAMER
GEBEURDE
MEER BETALEN
ZOU DWAASHEID ZIJN!
KOFFIE
MET EIGEN OOGEN
GEZIEN
LEGKAART
OPLOSSING VAN HET FOUTEN-
ZOEKPLAATJE UIT HET
VORIGE NUMMER
STOUT BROERTJE
machinale opmaakwasch
kastklaar
kraak helder
goedkoop
f. van hofwegen
bleekerstraat 37 - tel. 16
fpgwi I»IW
door
C. E. DE LILLE IIOGERWAARD.
Dc speelgoedkast van de kinderen stond
op een kier en 't was laat in den avond,
bovendien doodstil in huis.
Menschen en kinderen sliepen en ook
Micntjo en Claartje, Frits en Hansje, do
,vier poppen, Pluchf, do poes, Kwakkel, do
eend, Teddy, de beer, en Ruffic, de hond,
moesten slapen, maar... zo hadden dien
avond afgesproken: allemaal wakker to
Wijven óm eens echt gezellig te kunnen
babbelen.
Overdag hadden zij daarvoor hcelemaal
geen tijd, want als ze al eens begonnen,
werden ze soms zóó hardhandig door het
jongste lid der familie opgepakt, dat
ze van schrik geen woord meer konden
zoggen. En toch hadden ze elkaar soms
veel te vertellen!
Niets zou dus leuker kunnen worden dan
zoo'n nachtelijk babbeltje en Ivohus, de kok
met dc hooge, witte muts op, had beloofd
voor eon souper to zorgen, terwijl Rika,
het dienstmeisje, dc tafel keurig dekken
zou. Kobus en Rika waren ook poppen cn
maakten met Mieritje en Claartje, Frits cn
Hansje het halve dozijntje vol.
Plotseling begon Rika:
„In mijn vorige betrekking werden alle
poppen door hun moeder 's avonds naar
bed gebracht, ja zelfs Bruin, de beer, kreeg
een plaatsje in het grooto poppenledikant."
„Onze moeders worden te groot om nog
naar ons om te zien," zei Mientjo wijs.
,,'k Heb Oma gisteren zelf hooren zeggen:
„Dc meisjes worden te groot om met pop
pen to spelen. Ze kijken er niet meer naar
om!"
„Dat ziet er niet prottig voor ons uit!"
zei Claartje, die altijd graag in handen
was.
Frits cn Hansje vonden wel, dat ze groot
genoeg waren om op eigen beenen to staan,
maar vonden het toch saai, nooit eens uit
do kast tc komen. Ook dc dieren verlang
den erg naar een verzot je, sinds Bert cn
Tom, dc tweelingen, naar school gingen cn
licn soms dagen in de kast lieten liggen.
Allen verheugden zicli dus op het nachte
lijk feest on wat eon hof, dat Kobus zóó
sterk was, dat hij de deur kon open
duwen.
„Ik zou wel eens wat meer van de
wereld willen zien!" had Ivohus gezegd. „Er
zijn wel koks, die op een grooto boot heele-
maal naar Indië varen. Dat is nog eens
iets anders dan in die benauwde kast!"
JIup! dc dour kreeg een duwtje en Kobus
sprong ui', de kast. Rik» volgdo zijn voor
beeld cn dc toehcrcidoclen voor b«t feest
begonnen. Samen zetten ze liet fornuis op
den grond cn nu hadden beiden de handen
vol: Rika met helpen cn klaarzetten, Kobus
met koken, maar juist, toen do gangklok
twaalf zware slagen hooren liet, waren ze
klaar cn werden dc gasten aan tafel gc-
r.oodigd, de poppen cn dc dieren om cn
om.
,,'t Wordt een bonte rij!" grapte Frits.
He, wat smaakte die soep lekker! Je kon
hcelemaal niet proeven, dat liet maar warm
water was!
Daarna volgden dc schotels elkaar op.
,,'k Heb maar geen menu's geschreven,"
zei Kobus. „Jullie zoudt je oogen maar be
derven door ze bij maanlicht tc willen le
zen."
Niemand vond hei een bezwaar, dat zo
niet precies wisten, wat ze aten. Wat doet
de naam er ook toe, als 't maar lekker
smaakt! En Kobus had zijn best gedaan,
want bij had in den kruidenierswinkel
maar heel weinig kunnen krijgen van het
geen hij hebben wilde.
Kobus was echter een ondernemend man,
had den aschbuk eens nagekeken cn een
heerlijk slaatje gemaakt van afgesneden
wortelloof. Het meeste hoofdbreken had het
vleesch hem gekost, maar... hij had de
stoute schoenen aangetrokken, was den
kelder ingegaan en had er een stuk worst
gevonden. Daar had hij drie verschillende
schotels van gemaakt. Was Kobus een
De beste koEfie, HuJsko's
Seinkoffiekost nu 25 ct»
per pond I Hulsko heeft
één soorti het beste! Ia
gepatenteerde, luchtdichte
verpakking. - Vraagt Uw
Winkelier I
OE KOFFIE WAAR PIT IN ZITI
knappe kok' of niet?, En aardappelen had
hij ook ontdekt; die werden gebakken en
gestoofd cn lieten zich best smaken. [Ver
der had hij luchtflappen gebakken, die
hcelemaal niet zwaar in dc maag lagen en
dat was maar goed ook na zoo'n uitge
breid souper!
Onder het genieten van dit alles, kwa
men dc tongen los.
„'t Is hier Luilekkerland!" vond Pluche.
„Wat hebben wij het goed!"
Frits cn Hansje, do beide jongenspoppen,
knikten slechts. Zc hadden een vollen
mond cn konden dus niet praten.
Micntjc en Claartjo vroegen Kobus om
recepten, maar die wilde hij niet geven.
„Dat 's 't geheim van den kok!" zei hij.
Kwakkel en Ruffio, die anders wel eens
overhoop lagen, omdat Kwakkel zoo la
waaierig snateren en Ruffic zoo hard blaf
fen kon, knikten elkaar als overburen
vriendelijk toe, vroolijlc gestemd als zc
waren door den feestelijkcn maaltijd.
Zelfs Teddy, die anders wel eens zóó lec-
1 ijk brommen kon, dat liij ten minste
door dc bewoners van de speelgoedkast
„ouwe brombeer" werd genoemd, scheen
zijn gezicht tot een lach to willen vertrek
ken. Als jo ook zóó getrakteerd wordt! Het
kleine proefpotje honing, dat de moeder
der kinderen eens in bet winkeltje bad
gezet, was nog nooit open geweest, maar
n u had Kobus er het dekseltje afge
schroefd en had hij pinda-met-lioning-bon-
bons, op schaaltjes klaargezet. Er bleef cr
niet ééntje over, zóó lqkkcr waren zc!
Aan het eind van het souper kwamen de
toespraken.
„Dames cn Hccrcn", begon Ruffic, terwijl
hij zijn glas, ik bedoel zijn eikeldopjo op
hief. „Nu wij hier allen zoo prettig foest
gevierd hebben, liet feest van onzo vrij
heid, wil ik u voorstellen, dit éénmaal in
de maand voortaan te herhalen. Ik ledig
dit cikeldopjc op dc gezondheid van Kobus,
den knapsten van alle koks!"
En hij deed net, of hij zijn cikeldopjc
uitdronk, want... aan wijn had Kobus
niet kunnen komen.
Pluche, die het met Rika opperbest vin
den kon, voegde er aan toe:
„Lang leve Rika!"
t Was een geklink van alle kanten. Ge
lukkig, dat de cikeldopjes niet braken!
Teddy had ook ccn woordje te zeggen.
Hij was de oudste uit de spcolgocdkast,
kuchte eens en zei:
„Dames cn llecrcn,
Hier kun je lecrcn,
Wat vreugde is.
Of heb ik 't mis?
Laat ons dan zingen
I Vroolijkc dingen.
Lang zullen leven,
Die dit feest geven!
Iliep, hiep, liocra!
Kobus, Rika!"
Ilct was nu op eens zóó'n vroolijk en
hard geroep, dat...* de deur dor speel
kamer openging cn allen haastig dc
kast inwipten.
Aan de gedekte tafel kon dc vader der
kinderen zien, dat dc poppen dien nacht
feest hadden gevierd. Hij begreep cr niets
van. Moedor evenmin. En do kinderen Die
zeiden: „dat hebben de kabouters gedaan!"
Maar alle bewoners der speelgoedkast wis
ten wel beter. Zij hopen nu alleen maar,
dat er geen sleutel op de kast gemaakt
wordt, want dan zou het uit zijn met hun
vrijheid.
Zc waren immers juist zoo blij, dat dc
oude sleutel dien morgen gebroken was!
(Nadruk verboden).
dooi' JO DAEMKN
„Moedor, moeder, 't is voor mekaar! Dof
ik cffentjes?"
„Nou, jongen! Maar ik ook: m'n oudste
al zoo vroeg aan het verdienen," zei moe
der dankbaar.
„Fijn kantoor, dat die hooren daar heb
ben," vertelde Jan opgewonden, „en bestel
auto's; heele rijen, moes! Dc winkel is
prachtig, hecleinaal tegels... cn honger
De legkaart stelt voor: Jongen cn meisje zijn aan 't bellen blazen. De hond maakt een bel met zijn neus stuk (Nadruk verboden).
krijg jo van die heerlijke geuren: brood
cn koek, om zóó in te bijten!"
„Gelukkig maar, dat dc bakkerij zulke
lekkere dingen maakt," lachte moeder, „an
ders hadden zc niet zooveel klanten; dan
zou Jansen geen hulpje noodig hebben, cn
jij--."
„Kreeg geen baantje!" vulde Jan aan.
„Maar nou heb ik het baantje cn 'k zal wel
zorgen, dat Jansen tevreden over me is, cn
de klanten óók."
Dat Jan woord hield, bleek een poosjo
later, toen con dame, die in de villa-wijk
woonde, waar Jansen brood cn koekjes
bracht, haar visite koekjes presenteerde.
Want van dc koekjes kwam het gesprek op
liet nicuwo bakkers-hulpje.
„Dio Jansen heeft nu zoo'n aardig, be
leefd knechtje," zei de visite, ,,'k Geloof,
dat het jog erg zijn best doet."
„Ja," antwoordde de gastvrouw. „Jammer
dat hij snoept."
„Snoept hij?" De visite, ccn aardige dok
tersvrouw, die zelf vier jongens had, schrik
te er van. „Weet je dat wel zeker?"
„Met m'n eigen oogen gezien, hoor!
Terwijl Jansen brood bro.riht aan den ever-
kant, waar hij achterom naar de keuken
deur moet loopen, stond liet joggie uit één
i'U-r zakjes z'n mond vol tc proppen! 1-Iij
luid eerst nog schichtig rondgekeken,
maar ik was door de gordijnen verborgen."
„Iemand moet hem toch zeggen, dat hij
kwaad doet!" zei de doktersvrouw ernstig.
Maar haar vriendin meende, dat de jongen
van al die zoetigheid, waaraan hij geen
weerstand had kunnen bieden, over ccn
paar weken vanzelf wel meer dan genoeg
zou hebben!
Dc doktersvrouw bad er geen vrede mee.
Als de klanten hun zakjes eens nawogen
en den winkel opbelden over liet tekort
aan gewicht, zouden de gevolgen voor 't jog
misschien héél erg zijn!
Liever praatte zij eens met Jansen, die
nogal gemoedelijk leek... En wat zei Jan
sen, toen mevrouw hem tactvol op do hoog
te bracht? Dat Jan, door 't ongewono werk
in de buitenlucht, zoo hongerig werd, en
van z'n moeder een paar klein gesneden
boterhammen meekreeg, in zakjes!
„Hij eet die, als hij even op mij wachten
moet."
„Maar waarom kijlct hij dan zoo schich
tig rond, of iemand hem ziet?" vroeg me
vrouw verbaasd.
Jansen lachte goedig „Jan vindt het kin
derachtig, niet zonder dat boterhammetjo
ie kunnen, zooals ik! Hij schaamt zich!"
„Hij wil natuurlijk flink cn groot zijn,"
begreep mevrouw. „Maar 't blijkt alweer,
dat iemand sorns z'n eigen oogen niet ge-
looven mag! Wat komen praatjes toch
gauw in de wereld! Ik zal liet dadelijk aan
mijn vriendin vertellen!"
(Nadruk verboden).
De 9 fouten zijn:
I. Melkton zonder hoepels.
II. Bezem niet omwoeld.
III. Rechter emmer zonder hengsel.
IV. Bloempot kan niet recht staan op
schuiilc vensterbank.
V. Tuit van regenpijp omhoog in plaats
van schuin naar beneden.
VI. Pot zonder oor.
VII. Spiegel kan zóó niet recht hangen
(spijker moet meer in 't midden).
VIII. Boezelaar maar één rugband.
IX. Deur zonder handvat.
(Nadruk verboden).
Kleine Jan ging wandelen
Met zijn zusje Lien,
Kourigcr klein kereltje
Ilcb je nooit gezien.
Pas gepoetste schoontjes aan,
Glimmend in de zon.
Hagelwitte slobkousbrock,
Die niet witter kón!
Zus is trotscli op kleinen broer
Met z'n leuken snuit,
Aldoor kijkt ze maar naar hem,
Maar., wat voert hij uit?
Al zijn aandacht wordt geboeid
Door iets op den weg.
„Broertje!" zegt Lien, „kijk eens op!
Hoor je, wat ik zeg?"
Maar liij hoort niets, denkt alleen:
,,'k Wou, dat ik cr was!
Hoe kom ik het vlugst bij dien
Mooicn modderplas?"
Nog drie stappen, en dan, ja!
Broertje heeft zijn zin.
't Mooie, witte slobkousbeen
Patst er middenin.
Lientje schrikt, zegt: ;,Stöuterik,
Kijk eens naar je goed!"
Verder zwijgt ze maar, omdat
Lien zoo lachen moet.
'(Nadruk* verboden), 'ANNI0 LEMMENSi^