AMERSFOORTSCH DAGBLAD
Kerstfeest in de WITTE
BeldanopNo.42
FORTMANN HEKENKAMP
Bethlehem's ster
Maandag 24 December 1934
33e Jaargang No. 151
ZWEEDSCHE KERSTGEBRUIKEN
Het Midwimterfeest
Hebt U een
Taxi of Auto noodig?
Bijzonder hemelverschijnsel
MARETAKKEN
KERSTLIED
UIT IIET HOOGE NOORDEN
Hoe het vroeger was cn hoe het
thans is
Het loopt tegen tweeën cn buiten achter
de fijne lijntjes van de looden ruitjes-ribben
komt alweer de schemering van den grau
wen snccuwloozcn winterdag. Maar in den
«»pen haard knappen zware bcrkcnblokken
in do loutering van hoog oplaaiende vlam
men, die grootc schaduwen langs de plan
ken zoldering en de balken wanden van
de oude boeren-kamer laten dansen. In de
warmte boven dc drie-armigc kaars, die in
een ijzeren kandelaar op tafel staat, draait
langzaam het fijntjes gesneden kerstvogel-
tje met zijn spaander-wiekjes in de ronde
cn al de mcnschen, die er met een voet op
den haardrand bij het flakkerende vuur
staan of dicht opeen op banken om de ta
fel zitten, luisteren met glanzende oogen
naar een oude vrouw, die in kleedij en spra
ke haar herkomst uit Norrland verraadt en
er in den Kersttijd met kaarsjes achter de
vensters zoo heel moei en romantisch te
gen de besneeuwde hellingen lagen, al die
oude gewoonten nog in eere gehouden wer
den, die duidelijk van den heidenschen oor
sprong van het eerst in later eeuwen ten
dcele gekerstende Midwinterfeest getuigden.
En die grootestadsmenschen luisteren daar
stil en aandachtig, knikken of glimlachen
soms bij de herleving der herinnering aan
dc Kerstfeesten van hun jeugd, aan de
vreugdevolle drukte van dc twaalf dagen
tusschen Sinte Lucia cn Kerstavond, aan
den Kerstboom op het marktplein van hun
kleine provinciestadje, aan den joyeusen
reidans door zalen cn gangen van een oude
liavezathe terwijl dc speellui almaar die
gezellige Kerspolka's op hun fiedels streken,
aan sledevaarten bij fakkclschijn in den
Kerstnacht naar het kerkje waar gouden
glans van kaarsen door dc ramen gloorde.
Al die herinneringen komen weer boven
terwijl ze daar luisteren naar het verhaal
\an „Dclsbostintan" in een oudo hoeve op
het onvolprezen Stockholmsche openlucht
museum Skansen.
En als dan buiten op het marktplein met
zijn volle kramen de vuren knetterend op
vlammen om licht en warmte te versprei
den in dezen grauwen middag \an begin
December, die een witte Kerstmis nog zoo
heel ver af doet schijnen, is er plots in het
portaaltje een wondere glans, klinkt er op
eens een heel schoon en oud lied en men
maakt ruimte om Lucia binnen te laten.
Dan staat ze daar, onwezenlijk mooi in
den schijn van flakkerende kaarsen, die ze
in een kroon van vossebessengroen op 't
lange goudblonde haar draagt, in de don
kere deuropening en achter haar zijn haar
„bruidsmeisjes", ook in een lang wit kleed
met roode sjerp, ook met lang blond haar.
ook met een groenen krans om dc lokken.
Ze zingen dat oude lied van Sinte Lucia,
dat duizenden Lucia's in duizenden Zweed-
sché huizen zingen op den morgen van
den dertienden December, wanneer zo met
dampende koffie en gouden saffraanbollcn
en versche peperkoeken de donkere slaap
kamers binnentreden, ze zingen een heel
oud Kerstlied en dan nog een ander wijsje,
dat allen in Zweden zoo vertrouwd is als
de stern van Moeder.
En als ze heengaan, zingend de donkerte
buiten ingaan, om weer in een ander hoeve
hun licht tc brengen en hun liederen te
laten hooren als een boodschap, dat nu dc
Kersttijd toch werkelijk nadert, valt er even
stilte, waarin je alleen het knapperen van
het vuur in den haard hoort. Iemand veegt
een traan weg, iemand zucht diep. En de
nuchtere Hollander constateert voor dc zoo-
veelste maal, dat de afstand tusschen den
ouden tijd vol traditie en bijgeloof én den
modernen tijd van Amerikanisme, snelver
keer en iazz in Zweden wel heel klein is
Terwijl ik dit bij "t open raam want
het is zoowat tien graden boven nul, en dat
in midden-Decembcr! zit te schrijven da
veren overal in de buurt, de roffels van d*»
mattenkloppers cn dat is een onfeilbaar
voorteeken, dat we over tien dagen Kerst
avond hebben. Gisteravond stonden er in de
meizerigen motregen een honderd-vijftig
duizend hoofdstcdelingen langs de trottoirs
hoofdstedelingen langs de trottoirs ge
schaard om Ella Johansson, die uit ik weet
niet hoeveel duizend meisjes tot Lucia 193 V
gekozen is en het is een blonde, slanke,
sportieve Zwccdsche schoonheid niet
haar stoet van sterrezangers en kabouters
en fakkeldragers en ruiters in de kleurige
drachten van allerlei gewesten voorbij te
zien trekken, hoog gezeten op een praalwa
gen en omringd door negen bruidsmeisjes
te paard, toen ze naar het ouderwetsche
café Berns ging waar de schrijfster Marika
Stiercnstedt haar een kostbaar sieraad om
den hals hing en niemand minder dan Pi
randello haar, de Noorsche personificatie
van de Siciliaansche heilige, met een clic-
valereskcn handkus zijn opwachting kwam
maken.
Den dag na Sinte Lucia begint overal in
Zweden dc drukte van de voorbereidingen
voor Kerstmis met do Kerst-schoonmaak,
die ingeleid wordt met het kloppen van
kussens en matrassen en kleeden en die zoo
gauw mogelijk afgcloopen moet zijn, omdat
er vóór half Januari haast tijd te weinig is
om aan iets anders dan koken, bakken en
braden, 't koopen van cadeautjes en het
Vieren van het Midwinterfeest te den.
Och, de moderne woningbouw heeft het
velen onmogelijk gemaakt alles met Kerst
mis te doen zooals men het een jaar of
twintig, dertig geleden algemeen nog deed
en velen zijn zoo verstandig-nuchtcr een
heelehoel .beslommeringen aan slager, kok
en bakker over to laten, maar het is zoo
euk alles zelf te doen, alles zelf voor te
bereiden en er zijn in de steden om van
de plattelandsbevolking maar niet te spre
ken nog tallooze huisvrouwen, die begin
nen met een half varken en een baal meel
en 6tapels zakken met suiker en eieren,
zout en kruiden en wat al niet meer m te
slaan, die zelf de worst en do hoofdkaas en
de ham klaar maken, zelf al die soorten
brood en koekjes bakken tot er genoeg
schijnt te ziin voor de rest van den winter,
al raakt alles omstreeks Driekoningen al
aardig op. Trouwens vroeger op het platte
land moest het tegen Kerstmis gebakken
brood toereikend zijn lot Paschen, moest
men het met hel, begin December uitgebeen
de en gezouten cn gerookte vlecsch kunnen
doen tot den zomer, moest dc met Kerstmis
aangebrachte versiering blijven zitten tot
met Midzomer berkentakken cn veldbloe
men ervoor in dc plaats kwamen cn werd
het Kerstvuur in tien haard aangemaakt
met een garf rogge die van den vorigen
Kerstmis af als een symbool van vrucht
baarheid in een hoek van dc woonkamer
had gehangen.
Die oude gebruiken, die in het midden
van dc vorige eeuw in grootc dcclen des
lands uitgestorven raakten cn die nu
slechts in enkele afgelegen streken ten dce-
lo nog in zwang zijn, wijzen er op, hoe 't
Midwinterfeest feitelijk het „sluitstuk" was
in den kring van dc feesten van het jaar,
hoe Midwinter dc eenc seizocnrecks aan de
andere bond. De dames, die nu een fraai
van stroo gemaakten bok met vervaarlijke
horens en roode linten midden op den
Iverstdisch zetten cn een kunstig van aan
eengeregen strootjes gevormden kroon aan
de lamp hangen, dc stadsmcnschen, die
trouw aan de traditie een haverschoof voor
de vogels aan het balconnetje van hun flat
binden, cn de boeren, die een op bepaalde
manier gevlochten strooien poppetje boven
de schuurdeur hangen, ze weten over 't al
gemeen niet, dat men voor het vervaardi
gen van al deze dingen feitelijk dc laatste
schoof, die bij den vorigen oogst gebonden
en geborgen was, behoorde tc gebruiken
teneinde vruchtbaarheid over de landen tc
brengen en zich dus een goeden volgenden
oogst te verzekeren. Zoo moest ook een van
de tegen Kerstmis gebakken brooden be
waard worden om er het vee wat van tc
voeren wanneer het in den voorzomer voor
de eerste maal naar dc weide ging, terwijl
dan dc dieren besprenkeld behoorden te
worden met een overschot van bet Kerst-
bier, dat men zelf op de boerderij gebrouwen
had van eigen gerst.
Vroeger in dien spreekwoordelijk goeden
ouden tijd, werkten dc huisvrouw en dc
meiden in die laatste weken voor Kerstmis
van 's morgens in dc vroegte tot een eind
in den nacht door om alles op tijd gereed
te krijgen. Eerst moesten dc weefsels klaar
om nieuwe klecrcn te kunnen maken, dan
volgde dc halfjaarlijkschc wasch, die uit
den aard der zaak verscheidene dagen
duurde ook thans doen dc boerenvrou
wen veelal nog slechts tweemaal per jaar
de wasch vervolgens kwam dc slacht,
dan het kaarsenmaken \an het ovcrgcscho
ten vet, het brouwen cn tenslotte het bak
ken, waarbij per gezin niet zelden een 500
kilo meel verwerkt werd. Het gevolg daar
van was, dat moedcr-de-vrouw en dc mei
den den 42sten December afgetobd waren
cn dien laatsten dag moest dan alles nog
opgeredderd en klaargezet worden, moest
men de beesten voeren voor twee dagen om
dat op Eersten Kerstdag niets in schuur of
stal gedaan mocht worden, en daarom zette
men op Kerstavond al het eten en drinken
maar op tafel klaar, genoot men staande
van het Kerstmaal en ging men den volgen
den dag voort met het verorberen van de
meestal meer dan toereikende resten.
Zoo ging het vroeger, en zoo gaat het te
genwoordig veelal nog, in dc steden zoo
goed als op het platteland, al wordt dc door
dc praktijk voorgeschreven volgorde van de
verschillende voorbereidselen niet meer zoo
trouw gevolgd, nu men hot bier per vracht
auto krijgt, de kaarsen bij duizenden tege
lijk in fabrieken gemaakt worden en de
chauffeur van dc autobus dc zakjes en pak
jes wel van den kruidenier mee wil bren
gen als men den winkel niet om zoo tc zeg
gen naast de deur heeft. Maar het staande
eten aan den grooten Iverstdisch is in zwang
gebleven, het eten in de keuken, waar dc
schalen en schotels en pannen met al die
kostelijke gerechten tijdens de Kerstdagen
voortdurend op tafel biijven staan. Een iïol-
landschc huisvrouw mag daar misschien
geen vrêe rnec hebben, maar: 's lands wijs
's lands eer, en practisch is het wel, omdat
men dan de kamer feestelijk en fraai ver
sieren kan met roode cn groene slingers en
men er ruimte kan maken voor den vroo-
lijken rondedans om den Kerstboom, die
met vlaggetjes en glanzende siersels en lek
kers en kaarsjes behangen en getooid is.
En dan, bij piano of gramofoon of dc zich
gewillig in dienst, van 't algemeene Jul-vip-
ren stellende radio, danst men en zingt men
dat Moolijkc lied van de Kerstmis, of liever
dc Jul, „die heelemaal tot Paschen duurt".
De onbekende dichter van dit lied herin
nert er echter aan, dat dit niet juist is „om
dat de Vasten er tusschen komt", maar zoo
erg is het toch ook niet, want al laai een
enkele den Kerstboom staan tot hij hem met
kuikentjes en papieren narcissen voor 't
Paaschfeest op kan tooien en al ziet men
soms ver in 't nieuwe jaar hier en daar
nog rosten van de Kerstversiering aan 't
plafond hangen, op dertien Januari, „Tju-
eondcda'g-Knut", danst men volgens een
ander oud liedje „dc Jul uit." cn wordt de
Kerstboom radicaal „geplunderd" om een
dag of wat later door den vuilnisman mee
genomen te worden als uitermate geschikte
brandstof voor het Mcivuur.
STOK HOLM, l i December.
BERTIL J.
Voetzakken i 4.50 en hooger.
Waterstoven t 3.50 cn hooger.
Tochlguinmi 13 ct. per Meter.
Tochtvilt.
Tochtdekenstof 75 ct. per Meter.
Warmwaterkruiken 22 ct.
LANGESTRAAT C3.
TEL. 88
,,Dc poëzie van het Kerstfeest
is de uiting van een
hartewensch"
Want wij hebben gezien Zijne
.ster in bet Oosten cn zijn gekomen
om licm tc aanbidden.
In het Zwilscrschc kanton Tcssino is ccn
legende in omloop, die verband houdt met
dc ster, waarover het Mattlicus-evangclie
spreekt. Het is een lang verhaal, dat ook
het wonder van het Edclwcisz, in liet Itali-
aanscli Stella alpina genaamd, moet verkla
ren. liicr moge iets er van naverteld wor
den:
de sier, aan welke in den nacht van
Christus' geboorte zulk een onvergelijkelijke
glans zou worden verleend, straalde met dc
andere sterren aan liet heldere firmament.
Eensklaps voelde zij naast zich machtige
vleugels cn aanstonds herkende zij den ho
ven alle anderen prachtigen Aartsengel
Gabriel, den bode Gods. Zijn stem, klaar,
welluidend, sprak de woorden:
„Verheug u, gij gelukkige onder dc ster
ren, want God roept u voor zijn aange
zicht!"
De ster volgde den Aartsengel, gelukzalig
en stralender dan ooit, in snelle vlucht door
de hcmelschc ruimten, dwars tusschen de
scharen der andere sterren door, die haar
met duizenden zilveren oogen eerbiedig aau-
staarden.
Toen zij voor den Heer verscheen, kwam
het haar voor, als ging zij, als een druppel
onder in dezen oceaan van licht. Doch toen
vernam zij de groote, goddelijke stem, liefe
lijk en warm als een zonnige Meidag, cn
deze stem zeide:
„Heden is het dc nacht, voor tijd en eeu
wigheid gedenkwaardig, waarin de wijzen
der aarde zullen komen om mijn zoon te
aanbidden, die arm cn als een klein kind,
onder de mcnschen wilde geboren worden.
Maar in het duister, dat in de arme wereld
daar beneden zeer dicht is, hebben zij moei
te met liet vinden van den weg. Daarom,
daal neder, gij, zilverster, aan welke ik een
hart schonk, dat verwant is aan dat der
mcnschen; daal neder naar dc aarde, zweef
voor hen uit in den nacht en sta stil boven
den stal, waarin mijn zoon ligt en breid
over allen en alles een hcmelsch licht uit."
Bij dit goddelijk woord ontbrandde dc
ster in steeds klaarder, steeds fonkclcnder
glans, als stroomde in golf na golf het licht
uit dien oceaan in haar diepste binnenste.
Toen Gods stem zweeg, ijlde de ster blij
de weg, naar de aarde; baar baan, getcc-
kend door zeldzamen glans cn gloed, ging
midden door het sterrenheir, dat haar met
bewondering cn eerbied aanstaarde. Gevolgd
door cene schare zingende cn jubclendo en
gelen daalde zij steeds meer naar dc aarde
af, die ternauwernood zichtbaar was van dc
hcmclsche hoogten. Dc maan, armzalig in
haar laatste kwartier, werd verblind door
het licht, dat den bode Gods ontstraalde.
Eensklaps ontdekte de ster de Heilige Drie
Koningen, die in liet donker en tastend
zich met moeite een weg baanden door de
woestijn. Vervuld met een medelijden, dat
zij aan het uitspansel nimmer gekend had,
en blijde, dat zij Gods gebod kon vervullen,
liet zij zich, zoo zacht als hcmelschc we
zens dat kunnen, naar beneden glijden, cn
dan, bij de drie wandelaars gekomen, be
gon zij, vriendelijk lichtend, voor hen uit
te zweven."
Nooit is op aarde zulk een stoet gezien
als die van dc Heilige Drie Koningen, aan
wie God de Vader het bevel had gegeven
den weg tc wijzen naar dc kribbe van Zij
nen Zoon."
De overlevering
Ziedaar in een vrome volkslegende de
woorden van het Mattheüs-e vangel ie, om
kleed niet. rijke, poëtische fantasie. De over
levering van den Kerstnacht is trouwens vol
van poëzie: dat licht in den nacht boven
dc velden van Bethlehem; die ongel, aan
kondigende de groote blijdschap, die al den
volkc wezen zal; die hemclsche hcirscha-
ren, God eer en prijs brengend, cn die her-
dors, zich opmakend naar den stal van
liet Kindekc, dat als een Verlosser, een Hei
land, wordt aangekondigd, dat alles is van
een vcrwondcrlijk-groolschc, verwarmende,
verheugende en verloederende poëzie. De
overlevering der aankondiging van wat de
wereld de eeuwen door weuschte tc zien
vervuld: de blijde boodschap van een licht
in den nacht, van ccn verlossing uit knel
lende banden, van een zon der gerechtig
heid, oprijzend boven een wereld in duis
ternis, die overlevering is naar het hart der
mcnschen, die uitzien, altijd door verlan
gend uitzien, naar hetere toestanden; die hij
elke nadering van het Kerstfeest de. illusie
voeden, dat er „iets" zal veranderen, dat
„het" komen zal, cn daardoor medewerken
aan dc bestendiging en de versterking van
de kracht, die alleen in staat is om dat
„het", dat „iets", tc brengen. Het verlangen
naar het betere brengt, het betere dichterbij.
Dc poëzie van hot Kerstfeest, de poëzie,
waarin wij, mcnschen, het Kerstfeest hul
len, is de uiting van een diepen wenscli des
harten. In dien wensch zit de kiem voor
de vervulling van de blijde boodschap, door
het Kerstfeest verkondigd. De consequentie
van wat het Bijbelsch verhaal omtrent
Jezus' geboorte meldt, is, dat de herders
zich opmaken om tc aanbidden.
Uit de wereld-poczie o\cr den Kerstnacht
neem ik de vier strofen van Peter Cornelius:
Hirten wachen im Feld,
Nacht ist rings auf der Welt,
Wach sind dit Hirten allcinc
lm Ilaiiic.
Engel singen umher:
„Gotl im Himmel sci Elu!
Und den Mcnschen hienicden
Sci Friedcn!"
Und ein Engel, so licht,
Grüsset die Hirten und sprichl:
„Christ, das Heil aller Frommcn
1st kommen!"
Eilen die Hirten fort
Eilen zum heiligen Ort,
Beten an in den Windlein
Das Kindlein.
Dat is, heel kort, het Kerstverhaal, met
zijn opdracht en zijn gevolg.
Er is over „de ster van Bethlehem" .veel
ZOO ALS WE KERSTMIS WENSCHEN
99
De alom bekend KERSTDINERS
zijn dit iaar gesteld op f 3.— en f 4.50
I.Ienu's worden gaarne op aanvrage toegezonden Reserveeren is strikt
noodzakelijk Telefoon 22
Over deze planten zweeft de
sfeer van oude legenden
en wondere verhalen
Bjj de-nadering van Kerstmis, als het
feest gevierd wordt van het licht der lich
ten, dat uit 's werelds duistere wolken is
opgegaan, gaan dc gedachten uit naar vele
dingen. Ook naar dc tooi van blijvend
groen, die dan de huizen sieren zal. Do
Kerstboom met zijn groene sparrcloóf, dc
hulst met zijn stevige, donkere blad cn zijn
helroodc bessen zullen dan weer als ccn
symbool van het leven, dat den door over
wint, van bet nieuwe leven dat in dor schij
nende winterdagen opgaat, over dc aarde,
hun zinnebeeldige taal spreken.
Minder bekend is over het algemeen in
ons land dc plant wier naam hierboven
staat, dc maretak of mistletoe. Toch komt
niet alleen in het buitenland dit merkwaar
dige gewas voor. Ook binnen onze grenzen
in Zuid-Limburg zal, wie iu den winter door
dit mooie deel van Nederland reist, tus
schen dc kale takken van appelboomen cn
ratelpopulicrcn vooral, af cn toe dc toeven
groen opmerken van de maretakken. Wat
doen cn hoe komen die groenblijvcnde plan
ten daar hoog in de boomen van het Lim-
burgsche heuvelland? liet zijn parasieten,
die, voor een deel tenminste, leven ten
koste van de boomen waarop zij door dc
vogels zijn uitgezaaid. Allerlei boomsoorten
kunnen als huisvesting van deze woeker
planten dienen, loof- zoowel als naaldhout
komt in aanmerking, alleen op eiken cn
beuken worden de mistletoes zelden gevon
den. In ons land zijn ze alleen in Limburg
aan te treffen, maar in Noord-Frankrijk
bijvoorbeeld komen ze heel veel voor en
tegen Kerstmis worden ze uil Bretagnc cn
Normandie in grootc hoeveelheden naar En
geland, waar ze zeer geliefd zijn, vervoerd.
Dc wortels van dc maretakken dringen
zich in het. hout van den gastheer-boom en
maken dat de plant zich al steviger be
vestigt. Dit is een vrij langzaam proces, van
hot oogenblik af, dat dc kleverige bosvrucht
aan ccn jong takje wordt, vastgelijmd totdat
eij jaar of zes, zeven later bij voortgaande
ontwikkeling dc plant pas begint tc bloeien
om straks zelf weer vrucht tc Aittcn. Om het
gewas te verdrijven en om maretakken to
verhandelen worden ze veel afgesneden,
maar ze zijn taai: de wortels, die voedende
kiacht verzamelen uit het hout van den
boom, waarin zij binnengedrongen zijn, vor
men na do afsnijding der takken nieuwe
knoppen, waaruit zich weer nieuwe planten
ontwikkelen.
Het is niet zoo. dat de maretak allo voed
sel. dat zij noodig heeft, aan den voeden
den hoorn, die haar draagt onttrekt. Wel
kan zij aan vruchtboomcn vooral schade
nagedacht. Wetenschappelijk is de vraag
gedaan, bestudeerd en beantwoord, wat de
Wijzen uit het Oosten, of de Drie Koningen,
dan toch voor ster hebben gezien, die zij
noemden „Zijne" ster, d.w.z. die van den
pas geboren „Koning der Joden Astrono
men hebben zich er mede bemoeid. Hun na-
vorschingen hebben dc waarheid erkend
van een bizonder hemelverschijnsel, onge
veer ten tijde van Christus' geboorte. Daar
echter noch het jaar, noch het jaargetijde
van deze geboorte, volkomen zeker zijn, de
viering van ons Kerstfeest zich heeft geënt
op die van oudere Godsvcrecring, eu wij
derhalve ook hier het woord „ongeveer"
moeten toepassen, mogen wc wel aanne
men, dat het Bijbelsch verhaal, wat betreft
de bizondcre ster, die dc Wijzen of dc
Koningin hadden gezien, door die navor-
schingen bevestiging vindt.
Intusschen, meer dan de overeenstem
ming van jaar cn jaargetijde, doet de stem
ming er toe, waarin de menschen Kerstfeest
naderen. Wie in deze tijden van druk en
beproeving nog kunnen erkennen, dat er
een hoogere macht is dan die van het egoïs
me, en dat, ten laatste, aan deze de over
winning zal zijn, voor die zal de Ster van
Bethlehern stralen en voor hen kan ook
Kerstmis 1934 worden een feest van licht en
van vrede. A. J. B. B.
doen cn wanneer deze sterk aangetast
lijden dc eigen vruchten er onder. Maar
ccn volslagen parasiet, zooals dc bremraap,
de mooio cn merkwaardige plant uit onze
duinen, is de mistletoe niet.. Die bremraap,
geelbruin van kleur mist bet bladgroen,
dat. dc maretak wc bezit cn waaraan zo
juist haar waarde met Kerstmis ontleent.
Met haar groene blad kan deze zelf kool
zuur uit do lucht opnemen en verwerken
cn daardoor voor een deel zelf haar leven
in stand houden. Het is een half-parasiet,
als zoodanig tc vergelijken met dc. ratelaar
en liet katelblad, dc gele cn roode bloemen
van de lage weilandcm, die door middel van
zuignapjes \ocdscl itit do wortels van an
dere planten halen.
Iu dc folklore speelt, de mistletoe van
oudshor een belangrijke rol. Zooals verschil
lende gebruiken door cte oude Christcnprc-
dikers uit dc rcligicuse gewoonten van dc
Germanen zijn overgenomen zoo wordt ook
wel verondersteld, dat het gebruik van dc
maretakken op Kerstmis zijn oorsprong
aan de natuurreligi'e van het voorgeslacht
zou ontlccncn. Dc oude Druïden, de Kelti
sche priesters, vertelt Plinius in zijn Na-
turalis Historia, sneden dc heilige cn ge
neeskrachtige maretakken af, gehuld in
witte gewaden cn gewapend met een gou
den sikkel, bij het feest van do Zonne
wende in dc dagen als de kortste dag voor
bij was cn de tijd weer was aangebroken
van het. winnende licht.
Zoo zweeft over deze merkwaardige plan
ten dc sfeer van oude legenden cn won
dere verhalen. Zoo mogen zij met hun win-
tersch groen ook ons bij de nadering van
Kerstmis getuigen van bet leven zijn en
hoden van het goddelijke licht, dat de ban
den lan dood en duisternis overwint.
A. L. B
'iO Coridon, siet hier den stal
dacr Lcleijne kintien liggen sal:'*
SpreccktTie tere, dc moeder acn
cn vraecht hacr eens oft wij te samen mogen
binnen gacn?"
„Coml, herderkens, macr sijt toch stil,
my dunct, dat t'kindeken wat slacpcn wil.*'
„O lieve moederwccst gegroeti
sijt wille com, o kintieii soct,
den hemel is om u verblijt
en d'cngclcn die singen dat gy ons vcrlostcr
sijt."
Knieltherderkens, knielt voor hem neer,
dit clcync kindeken is uwen Heer:'
„O kintien soct, hoc light gij hie.
int cribbcken en sondcr vier?
Heeft Belhlccm, die nacstc stadt,
licff kindeken, niet ccn cleijn carricrken voor
u gchadt?"
„O herderkens, gelijck gij sict,
het volk van Israël cn kent hem niet:'
„Loopt, cngcltjens, lact oock u stem
eens hooren over Bcthlecm
die poorten sullen open gacn
cn alle huysen sullen voor Messias open
stacn
„Neen, herderkens, al sijncn wensch
is macr een vicrich hcrlc vanden mcnsch."
„O liefste Lint, o 'jesu soct,
wy schcnckcn u ons hert cn bloei
macr geeft een vonexken van u brant,
wy sullen tot u Ireckcn cn ontsteken heel
het lant."
„Gact, herderkens, gact overal,
roept u gebuerkens oock tot desen stal."
Uit: F. v. Duysc, Het oude Ncdcrlandschc lied.