S I .Van ijspret en ij sleed en de Zon VACANT MEER BETALEN ZOU DWAASHEID ZIJN! HULSKO KOFFIE MIEP'S NOBELE Dolf kreeg haar schaatsen Jam eii de buurtjes De beste kotHe. Hulsko j Seinkoffie kost nu 25 ct. per pond I Hulsko heeft één soort i het bestel In gepatenteerde, luchtdichte vetpfkklng. - Vraagt Uv» Winkelier l US-VRIJ!jep Jan, toen hij de voor deur inkwam. „Zalig, hè Moes?" „Echt heerlijk voor jullie. Heeft Mïep ook vrij?" „Dat weet ik niet. Moes, maakt 11 gauw m'11 boterhammen klaar, want om één uur komt Dolf me halen." „Dolf, wie is dat?" vroeg moeder, die de zen naam nog nooit gehoord had onder Jans. vrienden. „O, dat 's de jongen, die nu naast me zit. Dolf Laagland heet hij. I-Iij is nog niet voo lang i>ij ons op school. Ik ga m'n schaatsen vast krijgen." Weer werd er gebeld, 't Was Miep. „IJs-vrij, Moes," verleide ze blij en zette baar tasch in de gang tegen den muur. Juist kwam Jan van boven met de schaat sen. „Dat zijn dc mijne," riep Miep en wilde haar broer de schaatsen afnemen. Maar de jongen trok ze gauw terug. „Nu geen ruzie maken," waarschuwde moeder. „Er zijn schaatsen voor jullie alle bei. Jan. laat eens zien. Maar komen jullie eerst binnen." Jan legde de schaatsen op dc tafel, Miep greep ze direct en zei: „Ja, 't. zijn de mijne, kijk maar, er staat een M op." En meteen paste het meisje ze onder haar schoenen. „Op die andere staat ook een M," bitste Jan. „Dat komt uit. Die zijn ook van mij. Maar die waren me te klein." „Mij zijn ze ook Ic klein. Die passen me precies." En Jan wees op de schaatsen van zijn zus. „Kom, haal die andere nu maar," raadde moeder. ,,'l Zal best gaan nog. Verleden jaar heb jo or ook nog op gereden." Jan moppert Mopperend trok de jongen naar boven en kwam met dc kleine schaatsen terug. Hij paste dc schaatsen onder zijn voeten. Ja, 't was krap aan. De schoen kwam tot bet kromme deel van de schaats. Maar daar er geen keus was, koos hij eieren voor zijn geld en trok om één uur met Dolf mee naar bet ijs. Nog geen uut later was hij echter alweer terug. Moeder keek verbaasd op. ,.Hé, ben je daar nu al?" vroeg ze „Ja, 't gaat niet met die dingen!" Nijdig smeet Jan de schaatsen op den vloer. „Mijn bakken schuiven er gewoon van achteren af. Ik ga nieuwe koopen." „Zoo? En waarvan?" „Uit mijn spaarpot. Dat mag toch zeker wel?" „Ja, 't Is jouw geld. Maar ik meende, dat je voor een harmonica aan bet sparen was." „Nu heb ik meer aan nieuwe schaatsen." Jan liep naar 't buffet, nam er zijn var kentje uit en begon te schudden. Witbe stoven dubbeltjes en kwartjes rolden er uit. Toen een gulden, ook een twee-en-een hal ve-ccnt-stuk. Hij telde: 't was 2.4.7K. „Dat valt mee, hè, Moes," zei Jan blij. „Ik vist niet, dat jc zooveel had.' „Dat komt door dien gulden van tante Let met Sint." „O, ja, dat is waar." Tante Let was ziek vóór St. Nicolaas en had toen elk van dc nichtjes en neefjes maar een gulden gezonden om zelf wat te koopen. Jan had 'm in zijn spaarpot ge daan. „Ga nu eerst informceren, hoeveel ze kosten," raadde moeder. Jan liet zijn geld op de tafel liggen en sprong op zijn fiets. Tien minuten later was hij alweer terug. „Moes, prachtige rondrij-schaatscn voor 2.97 h?," vertelde hij. Het was al zoo lang z'n verlangen 0111 rondrij-schaatsen te heb ben. „Zoo," zei moeder, „dan kom jc twee kwartjes te kort. Die zal ik er dan wel bijleggen". „Ha, fijn!" zei Jan en gaf Moeder een zoen. Deze legde bet bedrag bij Jans spaar geld en raadde hem aan 't gold in zijn por- lemonnaie te doen. Blij reed dc jongen weg, kwam nog blijder terug met dc mooie schaatsen, die hij vol trots liet zien. Ze wa ren iets te groot, maar dat was juist goed. „Als je 't nu maar kail op die ronde ijzers," opperde moeder. Jan was vol ver trouwen en peddelde naar de baan. Hij zette z'n oude karrclje op slot tegen oen boom en bond de. korte schaatsen, zonder krul of verlengstuk van voren, onder. Eerst tuimelde bij wel een paar maal op de gladde dingen, welke maar op één punt liet ijs raakten, doch weldra was Jan er op thuis en zwierde in mooie bogen over de baan. Waar was Miep'.' O, die zou wel met baar vriendinnen naar dc ijsclub zijn. En Dolf, waar was die? Jan zag bom nergens. Do jongen genoot van zijn nieuwe schaat sen en 't. begon al donker te worden, „toen hij de ijzers afbond. Vol verhalen kwam hij thuis. Vader en Miep móesten zijn róndrijders bewonderen en hel zusje vond I knap, dat Jan t op zulke schaatsen kon. Den volgenden morgen op school moest Jan aan zijn huurman dadelijk over zijn róndrijders opsnijden, 'loon bleek, dat Dolf minder gelukkig was geweest. Zijn schaats was gebroken: 'I Ijzer had losgelaten uit 't liout en kon niet nicer gerepareerd wor den. ITet hout was vergaan. De schaatsen waren ook al heel oud. Opeens kreeg Dolf een inval. „Zeg, Jan," begon hij, „kan ik jouw ouwe schaatsen niet inruilen voor mijn kop lamp?" Jan voelde daar wel wat voor. Dolgiaag had hij een cleclrische lantaren op zijn fiets. E11 wanneer hij nu do koplamp al had, hooide hij er alleen maar dc dynamo bij le vragen. Nu, en die zou hij wel krij gen op zijn verjaardag. „Ik zal vragen, of 'f mag," beloofde Jan Om twaalf uur kregen ze geen huiswerk en 't was Woensdag, dus heel den middag naar 't ijs. Dolblij kwam Jan thuis. En Miepdie zette een gezicht als zeven dagen leelijk weer. „Wat is er?" vroeg moeder. „Zoo'n gemecne vent!' snibde Miep. „Wie?" „Jonkers. Geeft me warempel voor mor gen een groote geschiedenisrepetitie op. En ik moet 'm goed maken, want één lieb ik er al verknoeid. Wie geeft er nu repetities, als er ijs is!" „Kom, 't zal best meevallen," troostto moeder. „Ga eerst maar een uurtje rijden." „Een uurtje, een uurtje, wal heb jc daar nu aan," mopperde Miep. „Beter wat dan niets," vond Jan. „Zeg Moes, ik ruil riiijn ouwe schaatsen met Dolf voor een koplamp. Dat is zeker wel goed, hè." „Noen, dat is niet goed," vi'cl Miep uit ,,'t Zijn niet jouw, maar mijn schaatsen Ik heb ze zelf van tante Let gekregen." An ders zou 't zusje 't allicht goed gevonden hebben, 1111 was ze uit haar hum. „Nou maar zegbegon Jan boos. Met een werd er gebeld. Moeder beduidde, dat Jan zou gaan opendoen. Ze boorden hem naar boven loopen en dc buitendeur weer sluiten. „Wie was daar?" vroeg moeder, toen Jan weer binnenkwam. „O, Dolf. Ilij mag de koplamp niet rui len van zijn vader." „Dat komt dan nogal goed uit," zei moe der gerustgesteld. „Ik hen ook niet voor dat ruilen, want: Waar er twee ruilen, Moet er één builen." „Waarom ging je naar boven?" vroeg Miep, „Heb je '111 soms tóch de schaatsen gegeven?" „Neen. Hij wou Kruimeltje uitlezen. Mc lieer is er op school iu begonnen en nu heb ik hem mijn ljoek geleend. Dc schaat sen liggen in de. gang naast de fietsen." Jan vertrok dadelijk na de koffie met zijn róndrijders, Mïep ging ook een uurtje naar .de haan, maaj' was 0111 half drie al weer thuis om met haar werk te beginnen. Ze had zóó geweldig' 'l land, dat ze met geen mggelijklieid den dertigjarigciï oorlog er in kon 'krijgen. Moeder was een bood schap gaan doen,gezellig zong liet thee water op do kachel en met een nijdig ge. zicht zat Miep""óver lïaur hoek gebogen. Toen werd er gebeld. „Nu moer ik warempel nog opendoen ook," gromde ze en stond op. 't Was een jongen. „Ik kom even Kruimeltje terugbrengen," zei hij, „en... zou Jan soms een ander hoek voor ine te leen hebben?" „Kom er maar oven in," zei Miep en deed rlo deur achter den jongen dicht. Zo keek hem eens aan en op eens doorstroom de haar een groot medelijden met den slakker, die moést gaan zitten lezen, terwijl al zijn vrienden op 't ijs waren! „Ren jij Dolf'?" vroeg Miep. „Ja. Ik zit naast Jan." „Jij wou die schaatsen ruilen, hè?" „Ja, maar 't mag niet." „Nu, je hoeft zc niet te ruilen. Je kunt zc krijgen. Hier!" Miep nam de schaatsen van den grond en hood ze hom aan. Gretig pakte de jon gen ze „O, dank je," zei hij blij, „zc passen nic net. Ik ben kleiner dan Jan." „Veel plezier er mee," zei Miep, toen ze Dolf uitliet. Ze zag lieni met zijn schat naar buis bollen. Wat die jongen blij was! E11 Miep? Wel, 't was precies, of 't in de kamer lichter was. En 'L geschiedenisboek zag er lang niet zoo wanhopig uit. Miep liep even naar 't raam. Daar holde Dolf al voorbij: de ijsmuts op, een das om, band- schoenen aan en de. schaatsen heel sportief over zijn schouders. Hij lachte tegen Miep en wuifde. Miep lachte ook. Met een blij gevoel begon zc aan haar geschiedenis- repetitie. F.n 't lukte. Dat kwam alles van dc schaatsen, waarmee Dolf nu pret bad. J. II. ËRINKGREVE ENTROP (Nadruk verboden). Jantjc's ader had een auto; Jantje mocht haast altijd mee! Fijn was dat; zoo zou jc zeggen Toch was Jantje ontcvrec! Piet en Keesje van de buren Zaten dikwijls in de tram. Of zij mochten met het bootje Mee naar Grootpa in Oosthem. Jantje dacht: ik wou wel ruilen! - Ook de buurtjes dachten dat, Zouden 't meer dan prettig vinden, Als h u n Vader '11 auto had! Eig'lijk, is liet om tc lachen, Dat j'om 't eig'ne niet veel geeft En altijd het mooist wilt vinden, Dètgccn wat een ander heeft! HERMANNA (Nadruk verboden) De Zon speelt weer verstoppertje: Kruipt achter 't wolkgordijn. Wij kunnen haar niet vinden meer! Weg is dc Zonneschijn. Dan gluurt zc na een poosje weer Ilooi even om een hoek. Wij hebben jc gezien, lioor Zon! Je bent niet langer zoek! Vertoon je nu maar heclcmaal En blijf bij ons vandaag. Dat wil je iiiimers, lieve Zón, Als ik 'l jc vriend'lijk vraag? De Z011 moet nu toch lachen en - De Wolken hollen voort. Die spelen 't liefsto krijgertje, Maar 'k heb nog nooit gehoord, Dat d'ecne wolk de ander kreeg. Wel weet ik, dat dc Zon Soms met baar lieven, blijden lach Zc wegkijken hèusch kon! (Nadruk verboden). C. E. DE LILLE I10GERWAARD door C. E. DE LILLE IIOGEI»WAARD. Moeder was jarig! Dat was een feestdag! Al dagen neen, weken van te voren hadden de Ovcrmanncljes met gelukkige gezichten .bun spaarpotten geleegd en den inhoud nauwkeurig nageteld, om daarna met zichzelf cn met elkaar te overleggen, wat ze Moeder wel zouden geven. I11 de eerste plaats bloemen, want niet al leen de stoel van Moeder zou versierd wor den, maar de hccle huiskamer moest er im mers feestelijk uitzien! Maar vorder? O, Moeder had, zooals Piet, de oudste van het vijftal, het uitdrukte, „een bende wenschen". Maar de moeilijkheid was: Moeder nu precies datgene Ic geven, waar mee zc haar liet allermeest plezier deden. En 11a lang overleggen, afkeuren en in stemmen hadden ze met hun ijven dan op een vrijen Woensdagmiddag gekocht een kleedje, dat de zusjes, Ans en Lottie, zou den bewerken en een houten doos 0111 brie ven te bewaren. Piet en Pim zouden die uitsnijden. Kleine Rietje kocht een doos groote kralen om er een servetring van te maken. E11 ze hadden nog genoeg geld over om een massa bloemen te koopen. En nu was de blijde dag dan eindelijk aangebroken. De bloemen stonden in kannen in den kelder. Bertha, het dienst meisje, was in het complot. Zonder baar hulp konden ze het niet klaarspelen en ze had hen heerlijk geholpen bij de voorbe reidingen. Ze had liet zóó stil en geheim zinnig gedaan, dat er niets van uitgelekt was en Moeder niets gemerkt had. Bertha had hen dien morgen vroeg" ge roepen cn het vijftal was liecl stilletjes op gestaan. Zelfs Bietje, dc kleine babbelkous, had haar mondje dichtgehouden en ge holpen door de zusjes was ook zij bij tijds klaar gekomen. Dc kinderen hadden hun cadeautjes bij Moeders bord gezet cn dc kamer echt fees telijk gemaakt. Moeders stoel was dit jaar al heel mooi geworden en dc bloemen tus- schcn liet groen waren niet gespaard! Ook liet oortje van Moedors kopje was versierd cn er lagen nog wat losse bloemen om haar bordje. „Als Moeder liaar kopje maar gebruiken wil cn 't niet jammer vindt!" dacht Lottie. Maar straks zou ze zien, dat Moeder alles gebruikte cn er heel voorzichtig mee wist om te gaan. Daar kwam Vader met een groote vaas bloemen, die bij" midden op de tafel zelte en een heel klein doosje, dat een plaatsje naast Moeders bord kreeg. „Wat zou daar in zitten?" schenen vijf paar oogen te vragen, maar geen mondje sprak. Ze dachten natuurlijk allemaal wat Juist op dit oogenblik kwam Moeder bin nen. Hé, wat zag Moes er feestelijk en blij uit in die lichte jurk. Nu 't was dan ook feest! Dat zag je dadelijk, als je de kamer binnenkwam! Moeder sloeg de handen in elkaar. „Nee maar!" riep zo blij verrast uit. „Wat hebben jullie me verwend!" Alles werd bewonderd. Moeder bleef maar aan den gang 011 als op haar vraag: „Van wie is dat?" de edele gevers of geef sters zich bekend maakten, bedankte zi| hartelijk. Eindelijk had Moeder alles bekeken. Ooï de mooie broche van Vader (want die sat in liet kleine, geheimzinnige doosje!). Dankbaar liep Moeder uit: „Wat hebben jullie in de bus geblazen!" Met een iiccl ernstig snuitje zei Rietje nu: „Nee, Moeder, dat hoefde heelemaal niet. Wc hoefden niet in onze spaarpotten to blazen, 't Geld konden we er met schudden heel makkelijk uitkrijgen." Allen lachten. Rietje begreep niet waan om, maar lachte van den weeromstuit maat* mee. Als de heclc familie lacht, kun je alleen toch niet ernstig blijven! (Nadruk verboden).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 13